• No results found

Publicatieblad van de Europese Unie L 342/39

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Publicatieblad van de Europese Unie L 342/39"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERORDENING (EG) Nr. 2153/2005 VAN DE COMMISSIE van 23 december 2005

inzake de steunregeling voor de particuliere opslag van olijfolie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 865/2004 van de Raad van 29 april 2004 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven en tot wijziging van Ver- ordening (EEG) nr. 827/68 (1), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 865/2004 is be- paald dat een steunregeling voor de particuliere opslag van olijfolie kan worden toegepast in geval van ernstige verstoring van de markt in bepaalde regio's van de Ge- meenschap.

(2) Om die regeling zo nodig snel te kunnen toepassen, moeten voor deze steunregeling uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld. Deze steunregeling voor de particu- liere opslag moet worden gebaseerd op contracten met marktdeelnemers die voldoende garanties bieden en door de lidstaten op basis van bepaalde criteria zijn erkend.

(3) Om het markteffect van de regeling in sterkere mate ten goede te laten komen aan de producenten en om de controle te vergemakkelijken, dient de opslagsteun be- perkt te blijven tot onverpakte olijfolie van eerste persing.

(4) Er dient informatie beschikbaar te zijn over de ontwikke- ling van de prijzen en van de productie van olijfolie.

Deze informatie is noodzakelijk om de ontwikkelingen op de markt voor olijfolie voortdurend te volgen en op die manier te beoordelen of is voldaan aan de voorwaar- den om te spreken van een ernstige verstoring van de markt.

(5) Met het oog op een zo goed mogelijke aansluiting bij de marktsituatie moet het steunbedrag worden bepaald voor de marktsectoren die een dergelijke maatregel nodig heb- ben. In aanmerking komen de categorieën olijfolie die zijn bedoeld in bijlage I, deel 1, van Verordening (EG) nr. 865/2004.

(6) Bepaald moet worden welke gegevens de offertes moeten bevatten en hoe zij moeten worden ingediend en ver-

werkt, teneinde voor iedere offerte over volledige infor- matie te beschikken.

(7) Het is dienstig voor de opening van de inschrijvingen bepaalde voorschriften vast te stellen, met name ten aan- zien van de termijnen voor de indiening van offertes en de minimumhoeveelheid per offerte. Om invloed op de marktsituatie te kunnen uitoefenen, moeten de offertes met name betrekking hebben op een langdurige opslag en op een minimumhoeveelheid die in overeenstemming is met de realiteit in de sector.

(8) De nakoming van de uit de offerte voortvloeiende ver- plichtingen moet worden gewaarborgd door het stellen van een zekerheid op de voorwaarden die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2220/85 van 22 juli 1985 van de Commissie tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (2), waarbij het bedrag en de duur van de zekerheid in verband moeten staan met de mogelijke prijsschommelingen op de markt en het aantal werkelijk gepresteerde opslagdagen die recht op de steun geven.

(9) Er moet worden ingegaan op de offertes die een op basis van de olijfoliemarkt vast te stellen maximumsteunbedrag per opslagdag niet te boven gaan. Voor elke betrokken categorie of regio moet er echter zorg voor worden ge- dragen dat de offertes representatief zijn en dat de voor de inschrijving vastgestelde maximumhoeveelheden in acht worden genomen.

(10) De belangrijkste in het contract op te nemen elementen dienen te worden gepreciseerd. Ter voorkoming van een slecht functionerende markt moet de Commissie de loop- tijd van het contract kunnen herzien op grond van met name de oogstprognoses voor het verkoopseizoen na dat waarin het contract is gesloten.

(11) Voor een adequaat beheer van de regeling is het nodig aan te geven op welke voorwaarden een voorschot op de steun kan worden toegekend, te preciseren welke contro- les op de inachtneming van de eisen voor het recht op de steun onontbeerlijk zijn, bepaalde voorschriften voor de berekening van de steun vast te stellen en te bepalen welke gegevens de lidstaten aan de Commissie moeten verstrekken.

(1) PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97; gerectificeerd in PB L 206 van

9.6.2004, blz. 37. (2) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 673/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 17).

(2)

(12) Omwille van de duidelijkheid en inzichtelijkheid dient Verordening (EG) nr. 2768/98 van de Commissie van 21 december 1998 inzake de steunregeling voor de par- ticuliere opslag van olijfolie (1) te worden ingetrokken en te worden vervangen door een nieuwe verordening.

(13) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in over- eenstemming met het advies van het Comité van beheer voor olijfolie en tafelolijven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De bevoegde instanties van de producerende lidstaten slui- ten contracten voor de particuliere opslag van onverpakte olijfolie verkregen bij de eerste persing op de bij deze verorde- ning vastgestelde voorwaarden.

2. Om de steunbedragen te bepalen die moeten worden toe- gekend voor de uitvoering van contracten voor de particuliere opslag van onverpakte olijfolie van eerste persing, kan de Com- missie volgens de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 865/2004 bedoelde procedure inschrijvingen van beperkte duur openen. Tijdens een inschrijving van beperkte duur wor- den deelinschrijvingen gehouden.

Artikel 2

1. Een inschrijving van beperkte duur kan worden geopend indien:

a) er in bepaalde regio's van de Gemeenschap ernstige markt- verstoringen bestaan die kunnen worden verminderd of ver- holpen door maatregelen betreffende de particuliere opslag van onverpakte olijfolie van eerste persing;

b) de op de markt geconstateerde gemiddelde prijs voor een of meer van de onderstaande producten gedurende een periode van ten minste twee weken lager is dan:

— 1 779 EUR/ton voor extra olijfolie van eerste persing,

— 1 710 EUR/ton voor olijfolie van eerste persing,

— 1 524 EUR/ton voor olijfolie voor verlichting waarvan het gehalte aan vrije vetzuren 2 graden bedraagt, welk bedrag met 36,70 EUR/ton wordt verlaagd voor elke ex- tra graad zuurgehalte.

2. Voor de inschrijving van beperkte duur wordt een maxi- mumhoeveelheid voor de hele inschrijving bepaald en kunnen maximumhoeveelheden worden bepaald per:

— categorie olijfolie van eerste persing als bedoeld in bijlage I, deel 1, van Verordening (EG) nr. 865/2004,

— regio of lidstaat van de Gemeenschap.

De mogelijkheid bestaat de inschrijving van beperkte duur uit- sluitend te openen voor bepaalde categorieën olijfolie van eerste persing of regio's van die welke in de eerste alinea worden bedoeld.

De inschrijving van beperkte duur kan vóór de einddatum ervan volgens de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 865/2004 bedoelde procedure worden gesloten.

Artikel 3

Alleen de marktdeelnemers van de sector olijfolie die daartoe door de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat zijn er- kend, kunnen voor de deelinschrijvingen offertes indienen.

De lidstaten stellen de nodige criteria en procedures vast voor de erkenning van deze marktdeelnemers, die moeten behoren tot een van de volgende categorieën:

a) een olijfolieproducentenorganisatie die ten minste 700 olij- venproducenten telt, voorzover deze organisatie optreedt als organisatie voor de productie en valorisatie van olijven en olijfolie;

b) een producentenorganisatie die ten minste 25 % vertegen- woordigt van de olijvenproducenten of van de olijfoliepro- ductie in de regio van vestiging;

c) een unie van producentenorganisaties uit verschillende eco- nomische regio's die bestaat uit ten minste tien producenten- organisaties als bedoeld onder a) en b), of uit een aantal producentenorganisaties dat ten minste 5 % van de olijfolie- productie in de betrokken lidstaat vertegenwoordigt;

d) een oliefabriek die beschikt over installaties waarmee ten minste 2 ton olie per werkdag van acht uur kan worden gewonnen, en die in de voorafgaande twee verkoopseizoe- nen in totaal ten minste 500 ton olijfolie van eerste persing heeft geproduceerd, of

(1) PB L 346 van 22.12.1998, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1432/2004 (PB L 264 van 11.8.2004, blz. 6).

(3)

e) een verpakkingsbedrijf dat op het grondgebied van eenzelfde lidstaat een capaciteit heeft waarmee per werkdag van acht uur ten minste 6 ton olie kan worden verpakt, en dat in de voorafgaande twee verkoopseizoenen in totaal ten minste 500 ton olijfolie heeft verpakt.

Indien bij een organisatie als bedoeld in de tweede alinea, onder a), een of meer organisaties voor de productie of valorisatie van olijven en olijfolie zijn aangesloten, worden de daarin gegroe- peerde olijvenproducenten beschouwd als individuele olijven- producenten voor de berekening van het minimumaantal van 700 olijvenproducenten.

Artikel 4

Met het oog op de in lid 3 bedoelde erkenning verbinden de marktdeelnemers zich ertoe:

a) ermee in te stemmen dat de vaten die de olijfolie van eerste persing bevatten waarop een opslagcontract betrekking heeft, door de bevoegde instantie van de lidstaat worden verzegeld;

b) een voorraadboekhouding bij te houden van de olie en in voorkomend geval de olijven die zij onder zich hebben;

c) zich te onderwerpen aan iedere controle waarin is voorzien in het kader van deze regeling voor de verlening van steun voor contracten voor particuliere opslag.

De betrokken marktdeelnemers moeten aangifte doen van de capaciteit van de opslaginstallaties waarover zij beschikken, een schema van die installaties verstrekken en aan de hand van bewijzen aantonen dat zij aan de in artikel 3 genoemde voor- waarden voldoen.

Artikel 5

1. De marktdeelnemers die aan de in de artikelen 3 en 4 genoemde voorwaarden voldoen, ontvangen een erkennings- nummer binnen twee maanden na de maand waarin het vol- ledige dossier betreffende hun erkenningsaanvraag is ingediend.

2. Onverminderd artikel 17, lid 3:

a) worden olijfolieproducentenorganisaties en unies daarvan evenals oliefabrieken en verpakkingsbedrijven die door de lidstaat zijn erkend ten behoeve van activiteiten voor parti- culiere opslag gedurende de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2004/2005, beschouwd als erkend in de zin van deze verordening indien zij voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 3 en 4;

b) wordt de erkenning geweigerd of onmiddellijk ingetrokken indien de betrokkken marktdeelnemer:

i) niet aan de erkenningsvoorwaarden voldoet;

ii) door de bevoegde autoriteiten wordt vervolgd wegens onregelmatigheden ten aanzien van de bij Verordening (EG) nr. 865/2004 ingestelde regeling;

iii) in de loop van de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 of 2004/2005 een sanctie opgelegd heeft gekregen wegens een inbreuk op de bij Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad (1) ingestelde productie- steunregeling;

iv) in de loop van de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 of 2004/2005 een sanctie opgelegd heeft gekregen wegens een inbreuk op de bij Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad (2) ingestelde regeling voor de financiering van door erkende producentenorga- nisaties opgestelde activiteitenprogramma's.

Artikel 6

1. De lidstaten doen de Commissie uiterlijk iedere woensdag mededeling van de gemiddelde prijzen voor de verschillende in bijlage I van Verordening (EG) nr. 865/2004 bedoelde catego- rieën olie die in de voorgaande week op de belangrijkste voor hun grondgebied representatieve markten zijn geconstateerd.

De prijzen worden per e-mail meegedeeld met vermelding van de hoeveelheden en de representativiteit van de transacties.

2. Voor de 10e van iedere maand doen de lidstaten de Com- missie een raming toekomen van de totale productie aan olijfolie en tafelolijven voor het lopende verkoopseizoen.

3. Van september tot mei in ieder verkoopsiezoen doen de lidstaten de Commissie uiterlijk de 15e van iedere maand een raming toekomen van de hoeveelheden olijfolie en tafelolijven die sinds het begin van het betrokken verkoopseizoen zijn ge- produceerd.

Om deze gegevens te verzamelen kunnen de lidstaten gebruik- maken van uiteenlopende informatiebronnen, onder andere ge- gevens die worden verstrekt door oliefabrieken en ondernemin- gen voor de verwerking van tafelolijven, enquêtes onder markt- deelnemers of ramingen van statistiekbureaus.

(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66.

(2) PB L 210 van 28.7.1998, blz. 32.

(4)

De lidstaten doen de Commissie voor het einde van het betrok- ken verkoopseizoen een raming toekomen van de totale gepro- duceerde hoeveelheden olijfolie en tafelolijven.

4. De lidstaten stellen het systeem voor het verzamelen van gegevens vast dat zij het meest geschikt achten voor het inza- melen en verwerken van de in de leden 2 en 3 bedoelde mede- delingen en bepalen in voorkomend geval welke gegevens de betrokken marktdeelnemers dienen te verstrekken.

5. De in de leden 2 en 3 bedoelde ramingen van de hoe- veelheden olijfolie en tafelolijven worden per e-mail verzonden met gebruikmaking van het door de Commissie verstrekte for- mulier.

6. De Commissie kan gebruikmaken van andere informatie- bronnen.

Artikel 7

De termijnen voor de indiening van de offertes in het kader van de deelinschrijvingen lopen:

a) voor de maanden november, januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, september en oktober, van de 4e tot en met de 8e uiterlijk om 12.00 uur en van de 18e tot en met de 22e uiterlijk op 12.00 uur,

b) voor de maand augustus, van de 18e tot en met de 23e uiterlijk om 12.00 uur,

c) voor de maand december, van de 9e tot en met de 14e uiterlijk om 12.00 uur.

Voor het uiterste tijdstip van indiening geldt de Belgische plaat- selijke tijd. Ingeval de dag waarop de termijn afloopt in een lidstaat een feestdag is voor de instantie waarbij de offertes moeten worden ingediend, loopt de termijn daar af op de laatste aan die feestdag voorafgaande werkdag om 12.00 uur.

Artikel 8

1. Onverminderd artikel 15 hebben de offertes, waarvoor de minimumhoeveelheid 50 ton bedraagt, betrekking op het steun- bedrag per dag voor de particuliere opslag van onverpakte olijfolie van eerste persing van een van de drie in bijlage I, deel 1, van Verordening (EG) nr. 865/2004 bedoelde catego- rieën gedurende 365 dagen in verzegelde vaten overeenkomstig het bepaalde in deze verordening.

2. De erkende marktdeelnemers nemen aan de deelinschrij- ving deel hetzij door de schriftelijke offerte af te geven bij de bevoegde instantie van een lidstaat, in welk geval een ontvangst- bewijs wordt verstrekt, hetzij door de offerte aan die instantie toe te zenden per e-mail.

Indien een marktdeelnemer aan een deelinschrijving deelneemt voor verscheidene categorieën olie of voor vaten die zich op verschillende adressen bevinden, moet hij voor elk van die ge- vallen een afzonderlijke offerte indienen.

Een offerte is slechts voor één enkele deelinschrijving geldig. Een ingediende offerte kan na afloop van de indieningstermijn niet meer worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 9

1. De in artikel 8 bedoelde offertes dienen de volgende ge- gevens te bevatten:

a) de referentiegegevens van deze verordening en van de deel- inschrijving waarop de offerte betrekking heeft,

b) de naam en het adres van de inschrijver,

c) de categorie waartoe de erkende marktdeelnemer behoort, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, alsmede het erkennings- nummer,

d) de hoeveelheid en de categorie van de olijfolie van eerste persing waarop de offerte betrekking heeft,

e) het precieze adres van de plaats waar de opslagvaten zich bevinden, en de nodige gegevens om de betrokken opslag- vaten te identificeren;

f) het steunbedrag per dag van particuliere opslag per ton olijfolie van eerste persing, uitgedrukt in euro tot twee cijfers achter de komma,

g) het overeenkomstig artikel 10 te stellen zekerheidsbedrag, uitgedrukt in de valuta van de lidstaat waar de offerte wordt ingediend.

2. Een offerte kan slechts als geldig worden erkend als zij:

a) evenals de desbetreffende stukken is gesteld in de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat van de bevoegde instantie die de offerte in ontvangst neemt,

(5)

b) wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in deze ver- ordening, en met name alle in lid 1 genoemde gegevens bevat,

c) niet voorziet in andere voorwaarden dan die welke bij deze verordening zijn vastgesteld,

d) afkomstig is van een marktdeelnemer die is erkend door de lidstaat die haar in ontvangst neemt, en betrekking heeft op opslagvaten die zich in die lidstaat bevinden,

e) vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van de offertes vergezeld gaat van het bewijs dat de inschrijver de erin vermelde zekerheid heeft gesteld.

Artikel 10

1. De inschrijver stelt een zekerheid van 50 EUR per ton olijfolie waarop de offerte betrekking heeft.

2. Voor de offertes waarop niet wordt ingegaan, wordt de in lid 1 bedoelde zekerheid onverwijld vrijgegeven zodra het maxi- mumsteunbedrag voor de betrokken deelinschrijving in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt.

3. Voor de offertes waarvoor de steun wordt toegewezen, wordt de in lid 1 bedoelde zekerheid uiterlijk op de in artikel 13, lid 3, tweede alinea, bedoelde eerste dag van uitvoering van het contract aangevuld met een zekerheid van 200 EUR per ton betrokken olijfolie.

4. Voor het vrijgeven van de in de leden 1 en 3 bedoelde zekerheden is de primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 de uitvoering gedurende zes maanden van de in de offerte genoemde opslag op de voor- waarden van het contract waarin deze verordening voorziet.

Wordt de looptijd van het contract evenwel overeenkomstig artikel 15 bekort tot minder dan zes maanden, dan eindigt de in de eerste alinea bedoelde opslagperiode tegelijk met de pe- riode waarin uitvoering aan het contract moet worden gegeven.

Artikel 11

1. De offertes worden door de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat verwerkt zonder dat daarbij publiek aanwezig

is. Behoudens het bepaalde in lid 2, zijn de tot de verwerking toegelaten personen verplicht tot geheimhouding dienaan- gaande.

2. De geldige offertes worden naar de hoogte van de bedra- gen in opklimmende volgorde gerangschikt en als zodanig in anonieme vorm per e-mail aan de Commissie medegedeeld ui- terlijk 48 uur na het verstrijken van de termijn voor de indie- ning van de offertes.

Verstrijkt de termijn op een vrijdag, dan worden de offertes uiterlijk de daaropvolgende maandag om 12.00 uur, Belgische plaatselijke tijd, medegedeeld.

3. Voor elke medegedeelde offerte moet opgave worden ge- daan van de hoeveelheid en de categorie olijfolie en het bedrag als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder d) en f). Voorts moet, in het geval dat voor de inschrijving maximumhoeveelheden per regio gelden, voor elke offerte de betrokken regio worden vermeld.

Artikel 12

1. Uiterlijk op de negende werkdag na het verstrijken van elke termijn voor de indiening van offertes in het kader van de deelinschrijvingen wordt op basis van de ontvangen offertes volgens de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 865/2004 bedoelde procedure een maximumsteunbedrag per dag van particuliere opslag vastgesteld.

2. Het maximumsteunbedrag wordt vastgesteld met inacht- neming van de situatie en de te verwachten ontwikkeling op de markt voor olijfolie alsmede van de mogelijkheden om door middel van de betrokken maatregel in belangrijke mate tot de marktregulering bij te dragen.

Voorts wordt rekening gehouden met de hoeveelheden waar- voor reeds een contract voor particuliere opslag loopt, en met de hoeveelheden waarvoor offertes zijn ontvangen.

3. Bij de vaststelling van het maximumbedrag kunnen vol- gens dezelfde procedure alle offertes voor één van de catego- rieën olijfolie of regio's waarvoor overeenkomstig artikel 2, lid 2, een maximumhoeveelheid is vastgesteld, worden afgewezen wanneer voor de betrokken categorie of regio geldt dat:

— de offertes niet representatief zijn, of

(6)

— het vastgestelde maximumbedrag tot overschrijding van de betrokken maximumhoeveelheid zou kunnen leiden.

Artikel 13

1. Onverminderd artikel 12, lid 3, wordt aan de inschrijver of inschrijvers van wie de offerte overeenkomstig artikel 11, lid 2, is medegedeeld en niet hoger is dan het maximumsteunbe- drag per dag van particuliere opslag, toegewezen voor de in de offerte vermelde hoeveelheid.

De rechten en verplichtingen van de toewijzingnemer kunnen niet worden overgedragen.

2. Uiterlijk op de tweede werkdag na die waarop het maxi- mumsteunbedrag in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, deelt de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat alle inschrijvers schriftelijk het resultaat mede van hun deelneming aan de inschrijving.

3. De datum van sluiting van het contract is de datum van toezending aan de inschrijver van de mededeling dat de offerte is aanvaard.

De begindatum van de uitvoering van het contract is, onder voorbehoud van het stellen van de in artikel 10, lid 3, bedoelde zekerheid, de dag na die waarop het contract is gesloten, en de betrokken olie moet zich bevinden in de omstandigheden die in dit contract zijn bepaald.

De uitvoering van het contract kan echter pas aanvangen zodra de opslagvaten na de monsterneming zijn verzegeld overeen- komstig lid 4, onder c) en d).

4. Binnen 30 dagen na de sluiting van het contract handelt de bevoegde instantie van de lidstaat als volgt:

a) zij identificeert de vaten die de betrokken olie bevatten,

b) zij vergewist zich van het nettogewicht van de olie,

c) zij neemt een monster dat representatief is voor de offerte, en

d) zij verzegelt elk van de vaten.

Om door de lidstaat naar behoren gemotiveerde redenen kan de in lid 1 bedoelde termijn van 30 dagen met 15 dagen worden verlengd.

5. Het genomen monster als bedoeld in lid 4, onder c), wordt zo spoedig mogelijk geanalyseerd om na te gaan of het wel degelijk de categorie olijfolie van eerste persing betreft waar- voor de offerte is geaccepteerd.

Indien de analyse niet bevestigt dat het wel degelijk gaat om de categorie olijfolie waarvoor de offerte is geaccepteerd, wordt de gehele hoeveelheid waarop de offerte betrekking heeft, geacht niet aan de desbetreffende eis te voldoen en wordt de in artikel 10, lid 1, bedoelde zekerheid verbeurd verklaard.

Artikel 14

1. Het in tweevoud opgemaakte contract moet ten minste de volgende gegevens bevatten:

a) de naam en het adres van de bevoegde instantie van de lidstaat,

b) het volledige postadres en het erkenningsnummer van de contractant, alsmede de categorie van de contractant als be- doeld in artikel 3,

c) het precieze adres van de plaats van opslag en de nodige gegevens om de betrokken opslagvaten te identificeren,

d) de datum van sluiting van het contract,

e) de begindatum en de einddatum van de uitvoering van het contract, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 15,

f) de referentiegegevens van deze verordening en van de be- trokken deelinschrijving.

2. Voor elke partij waarop het contract betrekking heeft, moeten in het contract worden vermeld:

a) de categorie en het nettogewicht van de olijfolie van eerste persing,

b) de identificatiegegevens en de plaats van de vaten die deze olie bevatten.

3. In het contract moet worden bepaald dat de contractant verplicht is:

a) de overeengekomen hoeveelheid van het betrokken product gedurende de overeengekomen periode voor eigen rekening en op eigen risico in voorraad te houden;

(7)

b) de verschillende categorieën olie op te slaan in afzonderlijke vaten die in het contract zijn geïdentificeerd en door de bevoegde instantie van de lidstaat zijn verzegeld;

c) de bevoegde instantie van de lidstaat te allen tijde in de gelegenheid te stellen te controleren of de in het contract opgenomen verplichtingen worden nagekomen.

Overbrenging in andere vaten als bedoeld in de eerste alinea, onder b), is uitsluitend toegestaan na toestemming en in aan- wezigheid van de genoemde instantie, waarbij uit de betrokken vaten een representatief monster wordt genomen en de vaten opnieuw worden verzegeld overeenkomstig artikel 13, lid 4, onder c) en d).

4. Onverminderd het bepaalde in artikel 15, verliest de con- tractant, wanneer hij het contract tijdens de uitvoering ervan opzegt, zijn recht op de steun voor de gehele in het contract bepaalde periode en de totale hoeveelheden waarop het contract betrekking heeft.

Artikel 15

1. De Commissie kan op grond van de ontwikkeling en de voor de toekomst te verwachten ontwikkeling van de markt voor olijfolie volgens de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 865/2004 bedoelde procedure besluiten de duur van de lopende contracten te bekorten.

Tot een wijziging van de contracten kan slechts in de periode van 1 september tot en met 31 december worden besloten en een dergelijke wijziging kan pas na het einde van de maand volgende op die waarin het besluit is genomen, van kracht worden.

2. Bij wijziging van de contracten overeenkomstig lid 1 stelt de Commissie een verminderingspercentage vast dat wordt toe- gepast op de na een bepaalde datum nog te presteren opslag- dagen voor alle op die datum lopende contracten.

Artikel 16

1. Vanaf de begindatum van de uitvoering van het contract als bedoeld in artikel 13, lid 3, tweede alinea, kan een bedrag dat overeenkomt met de steun waarin is voorzien voor de periode vanaf het begin van de uitvoering van het contract tot en met de daaropvolgende 31 augustus, worden voorgescho- ten mits een zekerheid ten bedrage van 120 % van het voor- schot wordt gesteld.

Voor de lopende contracten kan vanaf 1 januari op de in de eerste alinea bepaalde voorwaarden een nieuw voorschot wor- den betaald voor de periode vanaf 1 september tot en met de einddatum van die contracten.

2. De in lid 1 bedoelde zekerheid wordt onverwijld vrijgege- ven na de betaling van het saldo van de steun overeenkomstig artikel 18, lid 3.

Artikel 17

1. Vóór de definitieve betaling van de steun handelt de be- voegde instantie van de lidstaat als volgt:

a) zij verzamelt en verifieert de bewijzen die betrekking hebben op de bij deze verordening vastgestelde voorwaarden,

b) zij verricht de nodige controles om zich ervan te vergewissen dat de betrokken olijfolie tijdens de gehele duur van de contractuele opslag in voorraad blijft,

c) zij neemt alle nodige maatregelen om de nakoming van de uit het contract voortvloeiende verplichtingen te controleren.

2. Tot de controle behoren een fysieke inspectie van de op- geslagen producten en een verificatie van de boekhouding.

Bij de maatregelen op het gebied van fysieke inspectie wordt met name nagegaan of de onder het contract vallende voorra- den behoren tot de in het contract bepaalde categorieën olie, of de zegels intact zijn en of de in het contract bepaalde hoeveel- heden aanwezig zijn.

3. Indien de in het contract opgenomen verplichtingen niet worden nagekomen, wordt in het kader van dat contract in het geheel geen steun toegekend en wordt, onverminderd andere sancties die eventueel van toepassing zijn, de erkenning van de marktdeelnemer ingetrokken. Voorts worden de in de arti- kelen 10 en 16 bedoelde zekerheden verbeurd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2220/85.

Artikel 18

1. Het steunbedrag wordt berekend voor het nettogewicht dat overeenkomstig artikel 13, lid 4, onder b), is geconstateerd.

Voor de omrekening van het steunbedrag voor particuliere op- slag in nationale valuta wordt gebruikgemaakt van de omreke- ningskoers die geldt op de begindatum van de uitvoering van het contract als bedoeld in artikel 13, lid 3, tweede alinea.

(8)

2. De verplichtingen ten aanzien van de in de offertes en de contracten bepaalde hoeveelheden worden geacht te zijn nage- komen indien zij daadwerkelijk zijn nagekomen voor 98 % van die hoeveelheden.

Indien de in artikel 13, lid 5, bedoelde analyse niet bevestigt dat het wel degelijk gaat om de categorie olijfolie waarvoor de offerte is geaccepteerd, wordt de gehele hoeveelheid waarop de offerte betrekking heeft, geacht niet aan de desbetreffende eis te voldoen.

3. De steun, of het saldo van de steun ingeval overeenkom- stig artikel 16 een voorschot is toegekend, wordt slechts uitbe- taald als aan alle in het contract bepaalde verplichtingen is voldaan. De steun of het saldo ervan wordt, nadat de nakoming van die verplichtingen is gecontroleerd, uitbetaald binnen 60 dagen na het verstrijken van het contract.

Artikel 19

1. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de ter uitvoering van deze verordening genomen nationale maatrege- len en van het standaardcontract.

2. De betrokken lidstaten delen de Commissie per e-mail mede voor welke hoeveelheden olijfolie steun is toegewezen, en in voorkomend geval voor welke hoeveelheden:

— geen contract is gesloten,

— het contract niet in acht is genomen of niet volledig is uitgevoerd.

In de in de eerste alinea bedoelde mededeling wordt aangegeven om welke deelinschrijving en, in voorkomend geval, om welke categorie olie of marktdeelnemers of welke regio het gaat. De betrokken gegevens worden zo spoedig mogelijk, en uiterlijk op de 10e van de maand na de desbetreffende maand, meegedeeld.

Artikel 20

Verordening (EG) nr. 2768/98 wordt ingetrokken.

Artikel 21

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 december 2005.

Voor de Commissie Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(18) Bij het voorlopig onderzoek, aan de hand van gegevens over de periode 2000-2003 en toegespitst op de invoer in de meest recente periode waarover gegevens beschikbaar zijn,

De activiteiten moedigen het ontwerpen, de ontwikkeling of aanpassing en/of de bevordering van doeltreffende technologische instrumenten aan om illegale online-inhoud en

De opleiding van kwetsbare of gehandicapte werknemers zal naar verwachting evenwel doorgaans meer positieve externe effecten voor de samenleving als geheel met zich brengen ( 2

(138) Uitgaande van de hierboven vermelde analyse, waarin een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen de gevolgen van alle bekende factoren voor de situatie van de bedrijfstak van

(119) Ingevolge artikel 3, leden 6 en 7, van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of de bedrijfstak van de Gemeenschap door de invoer met dumping van het be-

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over slimme steden: nieuwe uitdagingen voor een rechtvaardige overgang naar klimaatneutraliteit: hoe moeten de SDG’s in praktijk

(3) De Commissie heeft alle betrokken luchtvaartmaatschap- pijen rechtstreeks of, wanneer dit praktisch niet mogelijk was, via de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor

den na het einde van de desbetreffende rapportageperiode en loopt van 1 januari tot en met 31 maart en van 1 juli tot en met 30 september. Zowel het begin als het einde van een