Meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling
Henk
Inleiding
In het najaar van 2008 kondigden de toenmalige staatssecretaris van VWS mevr. Bussemaker, de ministers Hirsch Balin van Justitie en Rouvoet van Jeugd en Gezin een wetsvoorstel aan waarin aan organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren in het kader van kwaliteitszorg, de plicht wordt opgelegd om een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder ook inbegrepen seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld en oudermishandeling.
De verplichting zal gaan gelden voor organisaties en zelfstandige beroepskrachten in de (jeugd) gezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang, de jeugdzorg, de maatschappelijke ondersteuning en eveneens voor justitie.
Vanaf 1 juli 2013 is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht.
Concreet betekent dat voor de stichting Eem-Vallei Educatief dat zij eigen meldcode moet opstellen waarin in ieder geval aan de volgende stappen moet worden voldaan.
• Stap 1: In kaart brengen van signalen.
• Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) of een deskundige op het gebied van letselduiding.
• Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
• Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd het SHG of AMK raadplegen.
• Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.
Daarnaast moet een organisatie het volgende doen bij het ontwikkelen van een meldcode:
• Benoemen wie de stappen moeten doorlopen. En vastleggen wie eindverantwoordelijk is voor de beslissing over het wel of niet melden. Zo kan een school afspreken dat de leerkracht de signalen bespreekt met de IB-er.
• Aandacht besteden aan vormen van geweld die extra kennis en vaardigheden van medewerkers vragen. Bijvoorbeeld vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd geweld.
• Instructies opstellen voor het uitvoeren van een kindcheck. Bij een kindcheck controleren professionals of er kinderen in een gezin zijn en of ze veilig zijn. Bijvoorbeeld als een ouder een psychische stoornis heeft of verslaafd is. Een basishandleiding om een kindcheck uit te voeren verschijnt in de eerste helft van 2014.
• Vastleggen hoe medewerkers moeten omgaan met (vermoedelijk) vertrouwelijke gegevens.
• Medewerkers wijzen op de mogelijkheid ook een melding te doen in de Verwijsindex risicojongeren. Dit geldt alleen voor organisaties die bevoegd zijn een melding te doen in dit systeem.
Eem –Vallei Educatief heeft geprobeerd door het opstellen van deze meldcode te voldoen aan de wettelijke eisen
Namens het College van Bestuur Henk van der Zwaag.
Inhoudsopgave.
Inleiding
Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Ondersteuning beroepskrachten
Noodsituaties Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
Het bevoegd gezag van de stichting Eem Vallei Educatief te Barneveld Overwegende
• dat de stichting Eem- Vallei Educatief verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de
dienstverlening aan zijn cliënten en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van dienstverlening aan cliënten die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of
kindermishandeling;
• dat van de beroepskrachten die werkzaam zijn bij de stichting Eem Vallei Educatief op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met leerlingen/ouders/verzorgers attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen:
- van fysiek of psychisch letsel, daaronder ook begrepen eergerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking;
• dat onder beroepskracht in deze code wordt verstaan:
- de beroepskrachten die voor Eem- Vallei Educatief werkzaam zijn en die in dit verband aan leerlingen van de organisatie zorg, begeleiding, onderwijs, of een andere wijze van ondersteuning bieden;
• dat onder cliënt in deze code wordt verstaan: iedere leerling aan wie de beroepskracht zijn professionele diensten verleent.
In aanmerking nemende
• de Wet bescherming persoonsgegevens;
• de Wet op de jeugdzorg;
• de Wet maatschappelijke ondersteuning
• het privacyreglement van Eem-Vallei Educatief
stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling vast.
• dat Eem- Vallei Educatief een meldcode wenst vast te stellen zodat de beroepskrachten die binnen Eem- Vallei Educatief werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling;
• dat Eem-Vallei Educatief in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt;
• dat onder huiselijk geweld wordt verstaan:
(dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook inbegrepen ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden, familieleden en huisgenoten;
• dat onder kindermishandeling wordt verstaan:
iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige.
Barneveld: 1 juli 2013
Namens het College van Bestuur van de stichting Eem-Vallei Educatief,
H. van der Zwaag Lid College van Bestuur.
Ondersteuning van de beroepskrachten.
De leerkracht de scholen van de stichting Eem-Vallei Educatief zijn de vaak de eerste professionals die signalen opvangen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling.
Van de leerkracht wordt verwacht/geëist dat dat hij/zij van zijn/haar vermoedens onmiddellijk in contact treedt met de IB-er van de school.
Vervolgens wordt gebruikt gemaakt van het stappenplan in de bijlage bij dit document (bijlage 1).
Melding van enigerlei vorm van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt altijd gedaan door de directeur van de school na overleg met de Intern Begeleider. Van een melding wordt direct ook mededeling gedaan door de directeur van de school aan het College van Bestuur van de stichting Eem- Vallei Educatief.
Het gesprek met de ouder(s) verzorger(s) over signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling vindt altijd plaats op de school en in het bijzijn of onder verantwoordelijkheid van de directeur van de school.
Indien de signalen zijn geconstateerd door de leerkracht van de leerling dan, is hij/zij degene die in eerste instantie de woordvoerder is tijdens het gesprek.
Samen met de directeur van de school en eventueel in overleg met het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld wordt voordat het gesprek met de
ouder/verzorger plaatsvindt de veiligheid van de leerkracht, directeur en leerling in kaart gebracht.
Eventueel vindt er eerst overleg plaats met de jurist van de stichting Eem-Vallei Educatief.
Noodsituaties
Bij signalen die wijzen op acuut en zodanig ernstig geweld dat een leerling of zijn/haar gezinslid daartegen onmiddellijk moet worden beschermd, dan kan de IB-er of directeur advies vragen aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling of aan het Steunpunt Huiselijk Geweld. Komt men daar, op basis van de signalen, tot het oordeel dat onmiddellijke actie is geboden, dan kan de directeur zo nodig in hetzelfde gesprek een melding doen zodat op korte termijn de noodzakelijke acties in gang kunnen worden gezet. In noodsituaties kan de directeur ook contact zoeken met de Raad voor de Kinderbescherming of met de crisisdienst van het Bureau Jeugdzorg en/of de politie vragen om hulp te bieden.
In deze laatste gevallen wordt het CvB van Eem-Vallei Educatief zo spoedig mogelijk van de situatie op de hoogte gebracht.
Bijlage 1
Stap 1: In kaart brengen van signalen
Breng de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of
ontkrachten in kaart en leg deze vast. Leg ook de contacten over de signalen vast, evenals de stappen die worden gezet en de besluiten die worden genomen. Signalen worden vastgelegd in het dossier.
Maak bij het signaleren van huiselijk geweld of kindermishandeling gebruik van het signalerings-
instrument (vraag ernaar bij de IB’er). Signalen kunnen ook door kinderen zelf aangedragen worden bij de leerkracht en/of IB’er.
Betreffen de signalen geweld of kindermishandeling gepleegd door een leerkracht, meld de signalen dan bij de IB’er of de directie. In dat geval is dit stappenplan niet van toepassing.
Beschrijf de signalen zo feitelijk mogelijk. Worden ook hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dan uitdrukkelijk dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. Maak een
vervolgaantekening als een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht. Vermeld de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Leg diagnoses alleen vast als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht.
Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld
Bespreek de signalen met een deskundige collega. Dit is in eerste instantie de IB’er. Vraag zo nodig ook advies aan het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling of aan het Steunpunt Huiselijk Geweld.
Stap 3: Gesprek met de ouder(s)/verzorger(s)
Bespreek de signalen met de ouder(s)/verzorger(s). Is er ondersteuning nodig bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de ouder(s)/verzorger(s), raadpleeg dan een deskundige collega en/of het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld.
1 leg de ouder(s)/verzorger(s) het doel uit van het gesprek;
2 beschrijf de feiten die je hebt vastgesteld en de waarnemingen die je hebt gedaan;
3 nodig de ouder(s)/verzorger(s) uit om een reactie hierop te geven;
4 kom pas na deze reactie zo nodig en zo mogelijk met een interpretatie van hetgeen je hebt gezien, gehoord en waargenomen.
Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de ouder(s)/verzorger(s), is alleen mogelijk als:
- de veiligheid van het kind/de kinderen, die van jezelf, of die van een ander in het geding is;
- als er goede redenen zijn om te veronderstellen dat de ouder(s)/verzorger(s) door dit gesprek het contact met je zal/zullen verbreken.
Stap 4: Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de
ouder(s)/verzorger(s) het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.
Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden Hulp organiseren en effecten volgen
Meent de school, op basis van de afweging in stap 4, dat zij de leerling en zijn/haar gezin redelijkerwijs voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling kan beschermen:
* organiseer dan de noodzakelijke hulp;
* volg de effecten van deze hulp;
* doe alsnog een melding als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint
Stap 6: Evaluatie proces, de stand van zaken en in contact blijven met ouder(s)/verzorger(s) Blijf in contact met de ouder(s)/verzorger(s) om veranderingen te kunnen opmerken.
Blijf alert op signalen
Verantwoordelijkheden van de directeur voor het scheppen van randvoorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat
Om het voor beroepskrachten mogelijk te maken om in een veilig werkklimaat huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en om de stappen van de meldcode te zetten, draagt de directeur van de school zorg voor dat:
• binnen de school en in de kring van ouders/verzorgers bekendheid wordt gegeven aan het doel en de inhoud van de meldcode;
• regelmatig een aanbod wordt gedaan van trainingen en andere vormen van
deskundigheidsbevordering, zodat beroepskrachten voldoende kennis en vaardigheden ontwikkelen en deze ook op peil kunnen houden. Deze trainingen zijn bedoeld voor het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en voor het zetten van de stappen van de code;
• er voldoende deskundigen beschikbaar zijn die de leerkrachten kunnen ondersteunen bij het signaleren en het zetten van de stappen van de code;
• de meldcode aansluit op de werkprocessen binnen de organisatie;
• de werking van de meldcode regelmatig wordt geëvalueerd en dat zo nodig acties in gang worden gezet om de toepassing van de meldcode te optimaliseren;
• afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de stichting Eem-Vallei Educatief zijn beroepskrachten zal ondersteunen op het moment dat zij door cliënten in of buiten rechte worden aangesproken op de wijze waarop zij de meldcode toepassen.
Bijlage 2
De signalen van kindermishandeling van kinderen 4 tot 12 jaar Lichamelijk welzijn
Blauwe plekken, brandwonden, botbreuken, littekens, krab- en bijtwonden
Groeiachterstand
Te dik, te dun
Slecht onderhouden gebit
Regelmatig buikpijn, hoofdpijn of flauwvallen
Kind stinkt, heeft regelmatig vuile kleren aan
Oververmoeid, slaapproblemen
Vaak ziek
Ziektes herstellen slecht
Kind is hongerig
Eetstoornissen
Achterblijvende motoriek, spraak, taal
Niet zindelijk, horend bij leeftijd
Gedrag van het kind
Timide, depressief
Weinig spontaan
Passief, rusteloos, weinig interesse in spel/speelgoed
Apathisch, toont geen gevoelens of pijn
In zichzelf gekeerd, leeft in fantasiewereld
Labiel
Erg nerveus
Hyperactief
Negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, faalangst
Teruggetrokken gedrag
Zelf verwondend gedrag
Extreem verantwoordelijkheid
Negatief lichaamsbeeld
Agressief, vernielzucht
Overmatige masturbatie
Tegenover andere kinderen
Agressief
Speelt weinig met andere kinderen
Wantrouwend
Niet geliefd bij andere kinderen
Tegenover ouders
Angstig, schrikachtig, waakzaam
Meegaand, volgzaam
Gedraagt zich in bijzijn van ouders anders dan zonder ouders Tegenover andere volwassenen
Angst om zich uit te kleden
Angst voor lichamelijk onderzoek
Verstijft bij lichamelijk contact
Angstig, schrikachtig, waakzaam
Meegaand, volgzaam, overijverig
Agressief
Overdreven afhankelijk of juist veel afstand houden
Wantrouwend
Vermijdt oogcontact
Overig
Plotselinge gedragsveranderingen
Gedraagt zich niet naar leeftijd, ook over seksualiteit
Slechte leerprestaties, terugval
Rondhangen voor en na school
Taal- spraakstoornissen
Gedrag van de ouder
Onverschillig over het welzijn van het kind
Laat zich regelmatig negatief uit over het kind, schelden
Troost het kind niet
Geeft aan het niet meer aan te kunnen
Is verslaafd
Is ernstig (psychisch) ziek
Kleedt het kind te warm of te koud aan
Zegt regelmatig afspraken af
Houdt het kind vaak thuis van school, hoog schoolverzuim, veel te laat komen
Weinig interesse in schoolprestaties
Ouders nemen schooladviezen niet over
Kinderlijk gedrag van ouder
Ouder heeft cognitieve beperkingen
Ouder heeft negatief, dwingend gedrag
Ouder belast kind met volwassen zorgen of problemen
Heeft irreële verwachtingen van het kind
Zet het kind onder druk om te presteren
Gezinssituatie
Stress door slechte huisvesting e/o financiële- en relatieproblemen
Sociaal isolement
Alleenstaande ouder
Partner mishandeling
Gezin verhuist regelmatig / plotseling vertrek zonder afscheid
Slechte algehele hygiëne
Ouder heeft zelf slechte ervaringen
Signalen specifiek voor seksueel misbruik
Lichamelijk welzijn
Verwondingen aan geslachtsorganen
Vaginale infectie / afscheiding
Jeuk bij de vagina of anus
Pijn in bovenbenen
Pijn bij lopen of zitten
Problemen bij plassen
Urineweginfecties
Seksueel overdraagbare aandoeningen
Gedrag van het kind
Drukt benen tegen elkaar bij lopen
Afkeer van lichamelijk contact
Maakt afwezige indruk bij lichamelijk onderzoek
Extreem seksueel gekleurd gedrag en taalgebruik
Zoekt seksuele toenadering tot volwassenen
Deze signaleringslijst is samengesteld uit de publicatie van het Nederlands Jeugdinstituut en de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Bijlage 3
Stappenplan Meldcode voor Leerkrachten.
Stap 1
In kaart brengen signalen i.v.m. invullen signaleringslijst
Stap 2
Collegiale Consultatie met de IB-er
Formulier ”intern signaleren kindermishandeling” invullen Bij afwezigheid IB-er.> Directie
Indien nodig AMK/SHG
Stap 3
Leerkracht en IB-er ( of directie) in gesprek met ouders/verzorgers en invoeren in de verwijsindex.
Stap 4
De aard en de ernst wegen o.b.v. de signalen
Stap 5
Beslissen: hulp organiseren of melden (BJZ/AMK) Formulieren “standaard meldingsformulier BJZ/AMK” invullen
Stap 6
Evaluatie proces en stand van zaken nu en in contact blijven met ouders /verzorgers Alert blijven op signalen
Bijlage 4
Literatuurlijst bij protocol huiselijk geweld en kindermishandeling.
Voor leerkrachten en andere professionals in het onderwijs:
• Basisboek huiselijk geweld: signaleren, melden en aanpakken- Jansen, H., Wentzel, W.,&
Vissers, B. – uitgeverij Couthino.
• De Kleine Gids Kindermishandeling. Achtergronden, signaleren en de meldcode- Bonnet, R.- Uitgeverij Kluwer.
• Kindermishandeling: signaleren en handelen- Adrie Wolzak
• Kindermishandeling: opsporen en optreden- Medi Hoes & Ergün Erol- Boom Lemma Uitgevers
• Kindermishandeling,basisinformatie voor mensen die werken met kinderen- Adrie Wolzak
• Kindermishandeling inzichtelijk, vroegsignalering, onderzoek, diagnostiek, risicotaxatie- Paul Pollman
Voor kinderen:
Thema Titel Auteur Uitgeverij Leeftijd
Kindermishandeling Sanne Martine Delfos Niño Vanaf 4 jr.
Ik wil je mijn geheim vertellen
Mariëtte van den Berg
Kok Voorhoeve 8-12 jr.
Slagen R.H. Schoemans Averbode 8-11 jr.
Niks gehoord, niks gezien
Veronica Hazelhoff
Querido 9-12 jr.
Nina Regenboog Leny van Grootel Holland 9-12 jr.
Tante Pech en de pechvogeltjes
Joke Glansbeek Piramide 9-12 jr.
De meester is een schat
Bettie Elias Clavis 10-12 jr
Blauwe plekken Anke de Vries Lemniscaat 11-14 jr.
Brandnetels en andere verhalen
Hans Dorrestijn Bert Bakker 11-14 jr.
De chipseter Gil v.d. Heyden Houtekiet 11-14 jr.
Weg Marjan van
Abeelen
van Holkema &
Warendorf
11-14 jr.
Kindermishandeling/
huiselijk geweld
Wat Jimmy die nacht zag
Carolyn Coman Querido 8-11 jr.
Huiselijk geweld Niemand mag het weten
Trudy van Harten Niño 10-12 jr.
Seksueel misbruik Knuffel heeft zorgen
Katrin Meier De Vries- Brouwers
Prentenboek
< 6 jr.
Blijf van me af (een versie voor meisjes en een versie voor jongens)
Martine Delfos Harlekijn 6-12 jr.
Het is niet leuk Martine Delfos Niño 8-12 jr.
Een dag om te onthouden
Thea Dubelaar Ploegsma 8-11 jr.
Een muur van lege blikken
Daniel Billiet Bakermat 9-12 jr.
Weg uit de Peel Jacques Vriens van Holkema &
Warendorf
9-12 jr.
Dan kleurt het water rood
Sine van Mol Clavis 11-14 jr.
Dat nare gevoel Martine Delfos Niño 11-14 jr.
Seksueel misbruik/incest
Acht dagen met Engel
Tanneke Wigersma
Lemniscaat
Machtsmisbruik Een toetje van knikkers
Chantal Cornielje La Rivière 8-11 jr.
Kleine ridder en het grote geheim
Monique Wesselse- Reijerse
Bohn Stafleu van Loghum
Prentenboek 4- 12 jr.
Grenzen aangeven, positief
lichaamsbeeld
In je blootje Melanie Meijer en Iva Bicanic
Niño 2-5 jr.
Websites:
www.huiselijkgeweld.nl www.meldcode.nl
www.vooreenveiligthuis.nl www.kindermishandeling.nl
Bijlage 5
bureau
jeugdzorg ut recht
Standaard Meldingsformulier van het MK
Dit formulier is bedoeld ter ondersteuning bij het doen van een melding, het is niet bedoeld als vervanging van persoonlijk of telefonisch contact.
MELDING AAN HET ADVIES- EN MELDPUNT KINDERMISHANDELING
Het Advies- en Meldpunt Kindermishande ling (AMK) is ingesteld door de overheid .
Het AMK heeft als taak situaties te onderzoeken en te beoordelen waarin vermoedens van kindermishandeling worden geuit en zonodig hulpverlening op ga ng te brengen.
De Melding wordt binnen het AMK- Utrecht besproken, waarna u bericht krijgt of de melding.
In onderzoek wordt genomen en over de start van het onderzoek.
Wat betreft de inhoud van de melding dienen de volgende onderwerpen zo volledig mogelijk aan de orde te komen:
1. Gegevens van de melder
Naam Instantie:
naam contactpersoon: adres:
postcode + woonplaats:
telefoo nnummer : wanneer te bereiken:
eventuele vervanger:
emailadres:
2. Datum melding
• •••• • •••••• • •••• •.• .• • • •.•• •• • •••• • ••• .• ••••3. Gegevens van het betrokken gezin.
naam kind : ... ... ...
geboortedatum: ...
Woonadres : ...
naam kind : geboortedatum:
Woonadres :
naam kind : geboortedatum:
Woonadres:
naam kind : geboortedatum : Woonadres :
naam vader: adres:
postcode + woonplaats:
telefoonnummer:
geboorteland:
naam moeder: adres:
postcode + woonplaats:
telefoonnummer:
geboorteland:
Naam verzorgers : adres:
postcode + woonplaats:
telefoonnummer:
geboorteland:
ouderlijk gezag:
is er een tolk noodzakelijk:
zo ja, welke taal:
0 ja 0 nee
Meldcode huislijk geweld februari 2014
4. Waaruit bestaan de vermoedens?
Problematiekbeschrijving:
Wie heeft wat I waar gezien?:
Hoe lang bestaat het probleem:
Ervaren de ouders/verzorgers/kind de situatie als een probleem: