M M E E M M O O
AAN : commissie Ruimte
VAN : Maaike van Jole en Jori Meulendijks
DATUM : 20 september 2013
BETREFT : natuurinrichting glastuinbouwbedrijf Van Gog aan de Waardjesweg/Koekoeklaan (toezegging 23-04-2013)
Uw commissie heeft gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot inrichtings- en beplantingsplan van de heer P. van Gog aan de Waardjesweg/Koekoeklaan, in relatie tot de uitbreiding van zijn glastuinbouwbedrijf.
Ontgrondingsvergunning de heer P. van Gog
De heer Van Gog wilde zijn glastuinbouwbedrijf uitbreiden aan de Waardjesweg. Voor de realisatie van deze uitbreiding diende hij onder andere te zorgen voor voldoende
waterberging. Over de invulling daarvan heeft hij overleg gevoerd met diverse partijen waaronder het IVN Asten-Someren. Het Brabants Landschap heeft een inrichtings- en beplantingsplan opgesteld. Op 27 juni 2005 is door de provincie een
ontgrondingsvergunning afgegeven voor de aanleg van vijvers in overeenkomstig dit plan van het Brabants Landschap. De vergunning was geldig tot 31-12-2006. Bij besluit van 26- 08-2008 werd de ontgrondingsvergunning door de provincie verlengd tot 31-12-2010 omdat de heer Van Gog de werkzaamheden niet op tijd klaar kon hebben. De gemeente heeft vanaf 2007 regelmatig contact gehad met de toezichthouder ontgrondingen van de
provincie omdat zij zich zorgen maakte over de hoeveelheid zand die werd aangevoerd en waar deze vandaan kwam. In plaats van de ontgronding te voltooien, leek de locatie in gebruik te zijn als een soort gronddepot. De gemeente heeft daar vragen over gesteld aan dhr. Van Gog en de betreffende aannemer. De provincie heeft dhr. Van Gog aangeschreven en meegedeeld dat het perceel overeenkomstig het inrichtings-/beplantingsplan van het Brabants Landschap van oktober 2004 moest worden ingericht.
Toezicht op nakoming van de verplichtingen
De toezichthoudende instantie was de provincie Noord-Brabant en is thans de onlangs gevormde Omgevingsdienst Zuidoost Brabant. Zij was verantwoordelijk voor de controle op de juiste naleving van de ontgrondingsvergunning.
Via de provincie is vernomen dat dhr. Van Gog uiteindelijk nog 1 jaar extra verlenging heeft gekregen van de ontgrondingsvergunning, om op die manier het in de weg liggende
zanddepot te kunnen opruimen en het inrichtingsplan te kunnen realiseren. De
toezichthoudende instantie heeft daarna tijdens het veldbezoek geconstateerd dat het inrichtingsplan grotendeels was uitgevoerd en heeft hiermee ingestemd. In de optiek van de toezichthoudende instantie was er op dat moment niet meer (voor natuur) uit te halen.
Daarmee is de ontgrondingsvergunning voor de provincie afgesloten. Omdat de vergunning is afgesloten wordt verder niet meer gecontroleerd. Er zijn destijds geen afspraken gemaakt op welke wijze de nieuwe natuur moet worden onderhouden.
-2-
Ook vanuit de gemeente is recent de locatie bekeken. De inrichting wijkt af van het
inrichtings- en beplantingsplan. Zoals het perceel nu is, is te kwalificeren als een Ruigteveld, dat zich de komende jaren zou kunnen ontwikkelen tot een wilgenbos. Er zijn geen
middelen beschikbaar om beheer af te dwingen, maar het perceel kan ook in de huidige vorm bijdragen aan de natuurwaarden ter plekke.
Bestemming natuur
Bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan Buitengebied zal het gebied worden bestemd als natuur. Hiermee is de natuurbestemming in ieder geval veilig gesteld.
College van B&W, Wethouder Martens, namens deze,
afdeling Openbare Werken en afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, M. (Maaike) van Jole en J.G.A.M. (Jori) Meulendijks