• No results found

Startnotitie GGZ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Startnotitie GGZ"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Startnotitie

GGZ-Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang

Inleiding

Er zijn veel ontwikkelingen gaande in de zorg, in het bijzonder in de zorg voor mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA). Aan de gemeentekant is sinds 2015 de transitie in werking getreden.

Gemeenten zijn vanaf dat moment verantwoordelijk geworden voor begeleid en beschermd wonen van GGZ-cliënten. Vanuit het landelijke Bestuurlijk Akkoord GGZ ligt er de opdracht om te

‘ambulantiseren’ i.c. de intramurale behandelduur te verkorten en de instroom in intramurale behandellocaties (Wlz/Zvw1) te beperken. Ook bij beschermd wonen GGZ en maatschappelijke opvang (Wmo) is de wens en noodzaak om te ‘ambulantiseren’ om zo de kans op inclusie en herstel te vergroten (commissie Dannenberg). Om deze opgaven op zorgvuldige wijze in te vullen, is

samenwerking tussen het zorg- en Wmo-domein onontbeerlijk. Psychiatrische aandoeningen hebben effect op alle leefdomeinen en andersom is inzet op alle leefdomeinen noodzakelijk voor herstel, zeker als mensen met EPA vaker en sneller net als anderen in de samenleving (gaan) wonen. We moeten niet alleen iets doen aan het medisch probleem, maar ook aan de sociale situatie van mensen. In GGZ-termen: herstelgericht werken op drie dimensies: symptomatisch, maatschappelijk en persoonlijk herstel gaan hand in hand. In Wmo-termen: integraal, op maat en ‘zo gewoon

mogelijk’. Dit werkt alleen als we vanuit een gezamenlijke visie (meer) gaan samenwerken vanuit het zorg- en sociale domein.

Om de ambulantisering vanuit de Wlz, Zvw2 en Wmo in regio Nijmegen & Rivierenland gezamenlijk op zorgvuldige wijze vorm te geven, stellen we een meerjaren Plan van Aanpak op. Specifiek voor beschermd wonen én maatschappelijke opvang (Wmo) geldt dat de ambulantisering gepaard gaat met een doordecentralisatie van bevoegdheden en bijbehorende middelen van Centrumgemeente Nijmegen naar individuele gemeenten in 2020. Dit vraagt naast de landelijke herverdeling van

middelen om een bijbehorende herverdeling van voorzieningen of bekostiging daarvan. En vraagt om een gedragen visie in onze regio Nijmegen & Rivierenland op basis waarvan regiogemeenten

onderling heldere afspraken maken en elke individuele gemeente haar verantwoordelijkheid neemt.

In deze startnotitie geven we de visie op de inhoudelijk gewenste ontwikkeling weer, tezamen met uitgangspunten die we willen hanteren voor de doordecentralisatie. Dit dient als basis voor een regionaal meerjaren Plan van Aanpak Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 2018-2020, die we beogen om eind dit jaar op te leveren. Daarnaast bevat deze startnotitie het proces dat we willen doorlopen als gemeenten in de regio Nijmegen & Rivierenland om tezamen met aanbieders, ervaringsdeskundigen en andere betrokken partijen (bijv. woningcorporaties) te komen tot een gedragen uitwerking van deze visie en uitgangspunten.

Samenhang met andere trajecten

Rondom de GGZ lopen 7 trajecten die we aan elkaar gaan verbinden en samenbrengen in het meerjaren Plan van Aanpak om invulling te geven aan bovenstaande gedachte:

1Wet langdurige zorg, primair bedoeld voor intramurale zorg, als 24 uurstoezicht nodig is en Zorgverzekeringswet op basis waarvan basis- GGZ wordt geboden, waaronder kortdurende psychiatrische behandelopnames.

2Regio Nijmegen& Rivierenland bestaat uit de volgende gemeenten: Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Heumen, Lingewaal, Mook & Middelaar, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, West Maas en Waal en Wijchen.

(2)

2

1. Rapport met ambulantiseringsscenario’s voor beschermd wonen GGZ, uitgevoerd door het Trimbos-instituut op verzoek van centrumgemeente Nijmegen namens regio Nijmegen &

Rivierenland. Het rapport heeft als doel om een beeld te schetsen van de regionale situatie en dit te vergelijken met het landelijke beeld. Daarnaast bevat het de uitwerking van twee toekomstscenario’s als input voor de transformatie- opgave en het meerjaren PvA BW en MO. Ook het uitstroomonderzoek “Perspectief op wonen” van Pro Persona en RIBW geeft input voor de kwantificering van de opgave tot ambulantisering.

2. Het Advies- en Verbeterplan “Een sluitende aanpak voor mensen met een psychische kwetsbaarheid” met twee pijlers “Spoedig dichtbij”(acute opvang) en “Aandachtig aansluiten” (sluitend netwerk) van de GGD (zie bijlage 2 met schema). Hieraan is een gehonoreerde ZonMw-aanvraag gekoppeld gericht op een betere organisatie van de acute opvang (multidisciplinaire beoordelingskamer, passend vervoer, interventieteam 2.0) en pilots wijkgerichte GGZ.

3. Taskforce EPA. Afgesproken is dat het RIBW en Pro Persona op basis van de vignettenstudie komen met concrete innovatievoorstellen. Aan deze innovatievoorstellen koppelen we één of meerdere maatschappelijke businesscases.

4. Maatschappelijke businesscase (mbc) vernieuwing maatschappelijke opvang. IrisZorg heeft haar zorgaanbod herijkt op basis van een aangescherpte visie, de vraag van cliënten, de gewenste kwaliteit, de betaalbaarheid van de zorg en landelijke ontwikkelingen. IrisZorg gaat zich intensiever inzetten op herstel, maximaal samenwerken met andere stakeholders en integraal werken. Nieuw is dat IrisZorg opvang- en woonvoorzieningen gaan ombouwen naar trainingshuizen. Het doel is zoveel mogelijk zelfstandig wonen in de wijk. Ook nieuw is dat de kleinere kliniek volledig onderdeel wordt van de ambulante behandeling. Een mbc over de vernieuwing Hulsen is een eerste start waarin aan de nieuwe toekomstvisie van IrisZorg wordt gewerkt.

5. Uitvoeringsplan 2016 Wonen, Wonen & Zorg, Woonladder Rivierenland. Dit is een leidraad voor ontwikkelingen en werkzaamheden binnen de pijler wonen van de regio Rivierenland.

Het uitvoeringsplan bevat maatregelen voor vroegsignalering bij huisuitzettingen, in- door- en uitstroom (waaronder tijdelijk elders wonen), invulling van de onderste trede van de woonladder en inkomens(ondersteuning).

6. Doorontwikkeling Breed Eerstelijns Zorgprogramma GGZ van OCE3 en Psyzorg

(eerstelijnspsychologen). Doel van dit programma is om de GGZ –zorg in de regio Nijmegen te verbinden door goede samenwerking tussen huisarts, POH-GGZ (praktijkondersteuner GGZ), Sociaal (Wijk)teams/maatschappelijke werk en generalistische basis-GGZ

(GBGGZ/psychologische hulp) en specialistische GGZ ( SGGZ/psychiatrische behandeling), waardoor de patiënt laagdrempelig matched care (passende zorg), samenhangende en continuïteit van zorg ontvangt, die is afgestemd op zijn/haar hulpvraag.

7. De Regiovisie OGGz 2013 – 2017 voor de regio’s Nijmegen en Rivierenland is onverminderd van kracht en integreren we eveneens in het meerjaren Plan van Aanpak. In de regiovisie staat wat de regiogemeenten willen bereiken voor inwoners die maatschappelijk (dreigen) uit (te) vallen. De visie bevat afspraken over de wijze van samenwerking en regievoering en over een aantal (door) te ontwikkelen voorzieningen, zoals de lokale zorgnetwerken (LZN).

In de Regiovisie OGGz is onderstaand schema opgenomen die de samenhang tussen de verschillende interventieniveaus aangeeft. Op alle niveaus zijn impulsen nodig voor een zorgvuldige ambulantisering van Beschermd wonen en Maatschappelijke, impulsen in Preventie, Opvang en Herstel (POH):

3OCE staat voor Organisatie voor Chronische Eerstelijnszorg Nijmegen en biedt samen met huisartsen en professionals hoogwaardige eerstelijns zorg aan patiënten in de regio Nijmegen, bijvoorbeeld chronische zorg (diabetes, COPD en CVRM), ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg.

(3)

3

- Preventie om instroom in beschermd wonen en maatschappelijke opvang te voorkomen;

- Opvang als vangnet;

- Herstel gericht op verzelfstandiging en verschillende gradaties in zelfstandig wonen.

Bovenstaande 7 trajecten hangen nauw met elkaar samen. Ze vormen belangrijke bouwstenen voor het meerjaren Plan van Aanpak. Zo zijn voor het opvangen van de ambulantisering veel maatregelen nodig die ook zijn benoemd in de sluitende aanpak voor mensen met een psychische kwetsbaarheid.

(4)

4

2. Visie en uitgangspunten

1. Zo zelfstandig mogelijk

Wij staan voor de opgave om Beschermd Wonen GGZ en de Maatschappelijke Opvang

toekomstbestendig te maken en inhoudelijk door te ontwikkelen op een wijze die de cliënt en zijn of haar herstel centraal stelt. Behoud van of terugkeer naar zelfstandigheid in een ‘normale’ omgeving, mits aan de juiste condities is voldaan, vergroot de kansen op herstel bij mensen psychiatrische problematiek. We zijn er van overtuigd dat een langdurig verblijf in de maatschappelijke opvang of beschermd wonen niet optimaal bijdraagt aan maatschappelijk herstel. De drempel naar zelfstandig (begeleid) wonen en functioneren wordt vaak hoger naarmate de periode in een instelling langer is (hospitalisering). Voor cliënten in de maatschappelijke opvang en het beschermd wonen GGZ betekent dit dat wij zelfstandig wonen optimaal willen stimuleren en faciliteren. We nemen maatregelen om de instroom zo veel mogelijk te voorkomen, het verblijf te verkorten en de uitstroom te bevorderen door dit bij de start al doel te laten zijn van plaatsing.

Hoewel we ook aandacht zullen besteden aan vroegsignalering en preventie, gericht op mensen met (vooralsnog) lichter psychische problematiek, ligt het accent is de visie en het meerjaren Plan van Aanpak op mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA).

Mensen met een ernstige psychische aandoening hebben niet alleen last van hun ziekte, maar krijgen mede als gevolg daarvan ook allerlei problemen op andere vlakken (maatschappelijk en sociale relaties) die op hun beurt de psychiatrische problemen weer verergeren. Veel mensen met een ernstige psychische aandoening verkeren dan ook op diverse terreinen in een achterstandspositie. Omdat de problemen van mensen uit deze doelgroep veel aspecten van het leven betreffen (psychische gezondheid, lichamelijke gezondheid, werk en inkomen, sociale relaties) is hulp van professionals vanuit verschillende sectoren nodig om goede ondersteuning te bieden.

De term ernstige psychische aandoeningen is niet bedoeld om patiënten te duiden als ‘onbehandelbaar’ of ‘chronisch’. De groep mensen met ernstige psychische aandoeningen varieert over de tijd. Mensen kunnen er in verschillende fasen van hun leven in- en uitstromen. Een veel gehanteerde definitie voor ernstige psychische aandoeningen is die uit het

consensusartikel van Delespaul et al., 2013. Deze toonaangevende groep experts en behandelaars uit de GGz stelt voor om mensen tot deze doelgroep te rekenen wanneer er sprake is van alle onderstaande criteria:

* een psychiatrische stoornis, die zorg/behandeling noodzakelijk maakt;

* die met ernstige beperkingen in het sociaal en/of maatschappelijk functioneren gepaard gaat;

* waarbij de beperking oorzaak en gevolg is van een psychiatrische stoornis;

* die niet van voorbijgaande aard is (structureel c.q. langdurig, ten minste enkele jaren);

* waarbij gecoördineerde zorg van professionele hulpverleners in zorgnetwerken geïndiceerd is om het behandelplan te realiseren.

De definitie van ernstige psychische aandoeningen is niet diagnosespecifiek, dat wil zeggen mensen uit deze doelgroep hebben uiteenlopende psychiatrische aandoeningen. Samengevat heeft 60% van de doelgroep een psychotische stoornis, 10% is primair verslaafd en 30% valt in de restgroep (met stoornissen zoals autisme, ernstige depressie en angststoornissen, of een persoonlijkheidsstoornis). Daarbij moet worden gezegd dat er vaak overlap zit (comorbiditeit) in de

diagnosecategorieën binnen deze groep

Bron: websites van Trimbosinstituut en kenniscentrum Phrenos

We beseffen dat zelfstandig wonen niet voor alle mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) is weggelegd en dat beschermd wonen en maatschappelijke opvang altijd nodig blijven als sluitstuk van de keten. Stabilisatie is voor een deel van de doelgroep het hoogst haalbare en

sommige cliënten zijn voor lange tijd of levenslang aangewezen op een vorm van beschermd wonen.

Beschermd Wonen blijft toegankelijk voor een ieder die dat nodig heeft, voor zolang dat nodig is.

Volgens het advies van de Commissie Dannenberg zijn de volgende condities essentieel om er voor te zorgen dat mensen met EPA zelfstandig kunnen wonen:

(5)

5

 Het versterken van zelfregie, ervaringsdeskundigheid en informele zorg

 Garanderen van langdurige begeleiding met flexibele intensiteit

 Ondersteuningscontinuüm voor herstel en participatie

 Een breed arsenaal aan woonvarianten

 Beschikbare en betaalbare wooneenheden

 Laagdrempelige toegang tot zorgfuncties

 Duurzaam samenwerken tussen gemeenten en zorgverzekeraars

 Borgen van kwaliteit en vraaggerichtheid van ondersteuning

Een belangrijke (essentiële) voorwaarde voor het vergroten van de doorstroming vanuit Beschermd Wonen en het borgen van die uitstroom, is de beschikbaarheid van voldoende passende huisvesting. Er is een breed gedeeld gevoel dat dit een actueel regionaal knelpunt vormt. Specifiek ook waar het gaat om huisvesting voor 18-23 jarigen met een uitkering. Er is onvoldoende betaalbare huisvesting voor deze groep. Dit vraagt om een gezamenlijke (regionale, dan wel subregionale) aanpak huisvesting.

2. Ondersteuningscontinuüm

Voor zorgvuldige ambulantisering is een scala aan ondersteunende voorzieningen nodig variërend van informele zorg, basisvoorzieningen en lichte vormen van ondersteuning en begeleiding tot gespecialiseerde opvang en beschermd wonen. Met flexibele mogelijkheden om combinaties te maken en op of af te schalen. En bijvoorbeeld een terugvalpreventieplan voor mensen die uit beschermd wonen of maatschappelijke opvang uitstromen. Hieraan gekoppeld moeten we ook diverse woonvarianten ontwikkelen. Basisvoorwaarde is dat er voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn. Tot slot moet voldoende respijt- en crisiszorg, waarop mensen op terug moeten kunnen vallen, (dichtbij) beschikbaar zijn.

3. Participatie en inclusie

Behandeling wordt zo snel mogelijk gecombineerd met ondersteuning op andere levensterreinen en meedoen in de samenleving. Medisch en maatschappelijk herstel gaan hand in hand. We investeren in het toegankelijk(er) maken van betaald werk, vrijwilligerswerk, vrijetijdsactiviteiten, sport en algemene voorzieningen voor mensen met psychiatrische problematiek. Zo leidt een betere kwaliteit van leven ook tot afname van maatschappelijke kosten. Inclusie is een wederzijds proces en vraagt om (meer) tolerantie van de samenleving, de-stigmatisering en maatschappelijke acceptatie van mensen met psychiatrische aandoeningen. Professionals vanuit alle geledingen, waaronder zorg, welzijn en onderwijs, hebben hier een rol in (kwartier maken).

“Wensen van mensen met EPA hebben betrekking op universele thema’s zoals geaccepteerd en erkend worden als volwaardig persoon, goede persoonlijke relaties met familie, vrienden en kennissen, actief zijn in vrijetijdsbesteding en andere sociale activiteiten, en het deelnemen aan werk of onderwijs. Mensen met EPA hebben, kort gezegd, dezelfde levenswensen als andere burgers; maar ze stuiten bij het realiseren daarvan op veel meer en grotere persoonlijke en maatschappelijke belemmeringen. Velen zouden daar dan ook graag meer steun bij krijgen. Belangrijkste gemene deler van de ondersteuningsbehoeften van mensen met EPA is de wens om het sociaal isolement te doorbreken. “

Bron: Visiedocument en ontwikkelagenda voor de zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen ‘Ambulantisering in de regio Oost-Veluwe en de Achterhoek’ (Trimbos-instituut, 2015).

(6)

6

4. Ervaringsdeskundigheid en sociaal netwerk

Deze beweging kan niet zonder nauwe samenwerking met het sociale netwerk van cliënten, die we als mededeskundig beschouwen in ondersteuningstrajecten. Ervaringsdeskundigheid beschouwen wij als gelijkwaardig aan professionele deskundigheid. Op alle niveaus willen we gebruik maken van ervaringsdeskundigheid, bij beleidsontwikkeling, het opzetten van projecten of activiteiten en in individuele trajecten.

Tot slot

We gaan integrale maatwerkoplossingen bieden om dit alles mogelijk te maken Wij zijn ons ervan bewust dat er tijd nodig is om deze transformatie door te voeren. De commissie Dannenberg denkt hierbij aan een periode van 15 jaar, niet alleen omdat de veranderingen voor de groep mensen die nu beschermd woont, zeer ingrijpend en niet voor iedereen haalbaar zullen zijn, maar ook omdat het realiseren van een inclusieve samenleving een majeure maatschappelijke verandering is waar we nu een begin mee maken.

Het regionale Plan van Aanpak, als vervolg op deze visie en uitgangspuntennotitie, zullen we moeten maken onder de nodige onzekerheden. Deze kunnen evenwel grote invloed hebben op het resultaat.

Zo is het nog niet bekend hoe de afbouw van de centrumgemeenteconstructie eruit gaat zien. Ook moet nog een landelijk objectief verdeelmodel worden ontwikkeld en ingevoerd. Tevens is het onduidelijk of GGZ- problematiek als criterium wordt opgenomen in de toelatingscriteria van de Wlz.

Daarmee zou een deel van de huidige groep mensen in beschermd wonen, die blijvend permanent toezicht of 24-uurs zorg nodig heeft, per 2018 toegang kunnen krijgen tot de Wlz. Zoals het er nu voor staat, wordt daar pas na de Tweede Kamerverkiezingen over besloten. Als dat gebeurt, zal het rijk de beschikbare middelen weer herverkavelen over het stelsel.

Kortom, in het voorgestane beleid en uitvoering moet rekening worden gehouden met

onzekerheden en een lange realisatietermijn. Dit vraagt om de uitwerking van mogelijke scenario’s, om eventuele risico-voorzieningen en flexibiliteit. Maar bovenal vraagt dit om doorlopend overleg en afstemming, zowel intergemeentelijk als met betrokken aanbieders en klantgroepen.

(7)

7

3. Uitgangspunten gemeentelijke samenwerking

Solidariteit

We stellen het meerjaren Plan van Aanpak op voor de regio Nijmegen & Rivierenland. Maar voor de invulling van de uitgangspunten dienen we zoveel mogelijk aan te sluiten bij het gebiedsgericht werken en de lokale infrastructuur die gemeenten samen met partners hebben opgebouwd. Het motto wordt derhalve: lokaal waar dat kan, (sub)regionaal waar dat moet of waar dat

schaalvoordelen oplevert.

De opgave tot ambulantisering gaat zoals aangegeven gepaard met een doordecentralisatie van beschermd wonen en maatschappelijke opvang van Centrumgemeente Nijmegen naar de individuele gemeenten. Bij de herverdeling van de middelen voor deze taken over alle gemeenten in 2020, die samenloopt met een objectieve verdeling van het budget in 2020, wordt regionale samenwerking verplicht gesteld vanuit het Rijk. Daarbij heeft de gemeente Gennep aangegeven zich aan te willen sluiten bij de regio Noord Limburg. De overige portefeuillehouders hebben uitgesproken dat zij de samenwerking willen starten met de gehele regio voor beschermd wonen en opvang.

In het meerjaren Plan van Aanpak moet duidelijk worden op welk schaalniveau de diverse

maatregelen worden genomen: per gemeente, op subregionaal niveau (regio Rivierenland en Rijk van Nijmegen) of op het niveau van Nijmegen & Rivierenland.

Voor de inkoop en het contractmanagement van plaatsen beschermd wonen en maatschappelijke opvang staan we vergaande regionale samenwerking voor, temeer daar het aantal beschikbare plaatsen op dit moment ongelijk is verdeeld over de regio. Wij zullen in regionaal verband afspraken moeten maken met (veelal regionaal opererende) aanbieders van beschermd wonen voor de plaatsing van hun bewoners. Maar ook met woningcorporaties voor het bieden van door- en uitstroomwoningen voor cliënten van maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Daarbij dienen we zo veel mogelijk rekening te houden met de (woon)behoeften van de cliënt. Een specifiek aandachtspunt betreft specifieke doelgroepen, zoals mensen met het Syndroom van Korsakov, waarvoor specialistische zorg nodig is die alleen op regionaal niveau kan worden georganiseerd.

Ambulantisering heeft ook gevolgen voor aanpalende domeinen, zoals de Participatiewet (verstrekking uitkeringen). Uitgangspunt voor de regionale afspraken, ook op het gebied van inkomen en wonen, is het solidariteitsbeginsel waarbij minimaal de budgetverdeling op basis van het objectieve verdeelmodel uitgangspunt is.

Vormgeving regionale samenwerking

In het kader van deze startnotitie is het doel de intenties voor regionale samenwerking te benoemen.

In een separaat tussenadvies worden nog voor de zomer 2017 de mogelijkheden en vormen voor samenwerking breder onderzocht. Dit impliceert dat ook mogelijkheden voor samenwerking anders dan op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen hierin aan de orde komen. Daarmee volgen we de werkwijze uit de handreiking ‘Intergemeentelijke samenwerking toegepast’ van het ministerie van BiZa. De verdere uitwerking en vormgeving daarvan zal vervolgens worden opgenomen in het regionale meerjaren Plan van Aanpak. Daarbij zal de uitwerking aansluiten op de maatregelen die verkozen worden om op regionaal niveau vorm te geven.

(8)

8

Vooralsnog vallen de volgende taken onder het onderzoek naar regionale samenwerking:

 Inkoop plaatsen beschermd wonen en maatschappelijke opvang, met het daarbij behorende contractmanagement en contractbeheer;

 Toetsing op toegang beschermd wonen; één van de opties is een toeleidingsmodel waarbinnen een lokaal toeleidingsadvies van een sociaal (wijk-)team regionaal wordt getoetst;

 Centraal wachtlijstbeheer;

 Kwaliteit en handhaving.

Financieel perspectief

Naast de inhoudelijke doelen is er ook een belangrijke financiële prikkel voor de transformatie. Op het macrobudget voor beschermd wonen is bij de decentralisatie weliswaar niet bezuinigd, maar in de 10 jaar voor de decentralisatie is het beschermd wonen GGZ met circa 30% gegroeid. Een

gelijkblijvend (en dus qua bestedingsruimte dalend) budget, is wel degelijk een keerpunt. De grenzen van het huidige systeem komen in zicht. Met de ontwikkelingen die leiden tot meer mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid in de maatschappij (afbouw van de klinische GGZ met 30%), betekent ook de decentralisatie van het beschermd wonen dat er met hetzelfde geld steeds meer gedaan moet worden. De invoering van een objectief verdeelmodel en herverdeling van de middelen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang, dat op 1 januari 2018 gepresenteerd zal worden en per 1 januari 2020 in gaat, zal naar verwachting nadelige gevolgen hebben voor de regio, omdat het aandeel van GGZ- zorg in de regio Nijmegen & Rivierenland historisch relatief hoog is.

Centrumgemeente Nijmegen zet in op een intensieve lobby om de nadelige gevolgen te beperken.

(9)

9

4. Proces en planning Startnotitie en meerjaren Plan van Aanpak

Organisatie

Bestuursteam en PFO’s regio Nijmegen & Rivierenland

Het is belangrijk dat alle gemeenten betrokken zijn bij de totstandkoming van en besluitvorming over het regionale meerjaren Plan van Aanpak aangezien de transformatie in de praktijk grotendeels lokaal plaatsvindt.

Bestuurlijk is afgesproken dat de verantwoordelijk portefeuillehouders uit de regio bijeenkomen aansluitend aan de AB-vergaderingen van de GGD om te spreken of te besluiten over dit

uitvoeringsplan. Voor de voorbereiding van de noodzakelijke (eventueel tussentijdse) besluiten wordt er een bestuursteam samengesteld. Vanuit Rivierenland nemen de portefeuillehouders uit Culemborg en Tiel zitting hierin. Voor het Rijk van Nijmegen hebben bij de voorbereiding van de decentralisatie de portefeuillehouders uit Heumen en Druten zitting gehad in het bestuursteam.

 Besluitvorming door alle portefeuillehouders bij AB GGD-vergaderdata

 Bestuursteam bestaande uit Culemborg, Druten, Heumen, Tiel en Nijmegen bereidt stukken voor het gezamenlijke portefeuillehoudersoverleg voor.

We bezien nog of we de totstandkoming van het meerjaren Plan van Aanpak tevens bespreken in de Stuurgroep “Een sluitende aanpak voor mensen met een psychische kwetsbaarheid”.

Ambtelijke regionale werkgroep

Op dit moment komt een werkgroep met beleidsadviseurs uit de regio bijeen om de visie en het plan van aanpak voor te bereiden. Daarin nemen in ieder geval de ambtenaren van de

portefeuillehouders die in het Bestuursteam Transitie 2015 zaten (Tiel, Culemborg, Heumen, Druten, Beuningen en Nijmegen) en Wijchen deel. Het is de bedoeling dat bij de vorming van het

Bestuursteam de stukken die naar het Bestuursteam gaan, worden opgesteld en besproken door en in de regionale werkgroep. De overige regiogemeenten worden via het regionale beleidsteam van regio Nijmegen en via een vergelijkbaar gremium in regio Rivierenland betrokken. Ook kunnen zij worden uitgenodigd bij een overleg van de werkgroep of op eigen initiatief daarbij aansluiten.

Agenda, verslagen en uitnodigingen worden naar alle gemeenten ter kennisgeving gestuurd. Vanaf maart vindt de werkgroep één keer in de twee weken plaats.

Procesmanagement

Omdat het proces complex is, er veel betrokken partijen zijn en tempo noodzakelijk, wordt het procesmanagement belegd bij centrumgemeente Nijmegen, met ondersteuning vanuit de regionale werkgroep. Dit wordt voor nu vanuit bestaande formatie geregeld. Mocht gedurende het proces blijken dat hier meer inzet voor nodig is, is te overwegen om tijdelijk een regionale procesmanager te benoemen die in opdracht van het bestuursteam verantwoordelijk is voor de totstandkoming en implementatie van het regionale meerjaren Plan van Aanpak en en de overeengekomen

prestatieafspraken.

(10)

10 Externe denktank

Een denktank met cliënten en experts denkt mee over (tussen)concepten en geeft hierop feedback maar deze kan ook op diverse thema’s (waar dat van toepassing is) gevraagd worden mee te schrijven aan het plan van aanpak. We denken aan de volgende deelnemers: ervaringsdeskundgen en vertegenwoordigers van cliëntenraden, Pro Persona, RIBW, IrisZorg en huisartsenzorg. Gezien de inhoudelijke overlap en aangezien de beoogde deelnemers overlappen met het projectteam voor

‘verwarde personen’ combineren we de denktank met dit projectteam, waaraan we ten behoeve van de denktank met name een aantal cliëntvertegenwoordigers toevoegen.

Organisatieschema volgt.

Planning 2017

VNG en ministerie van VWS hebben afgesproken dat gemeenten uiterlijk 31 december 2017 het meerjaren Plan van Aanpak Beschermd wonen/Maatschappelijke opvang gereed hebben.

Actie Gereed

Bespreken startnotitie met regionale werkgroep Medio februari

Bespreken startnotitie met denktank Begin maart

Vaststellen Advies- en Verbeterplan Een sluitende aanpak voor mensen met een psychische kwetsbaarheid in bestuurlijk overleg wethouders en

burgemeesters (daarna besluitvorming in colleges en informeren raden)

9 maart

Bespreking startnotitie DB GGD – voorbereiding agendering AB GGD 16 maart

16 maart

Bespreken startnotitie met externe denktank 21 maart

Instemmen met startnotitie door wethouders bij AB GGD 6 april Stuurgroep Sluitende aanpak voor mensen met een psychische

kwetsbaarheid

10 april Vaststelling startnotitie en raadsinformatiebrief door colleges April Raadsinformatiebijeenkomst per subregio/inbreng zienswijze raden April/mei Taskforce EPA en businesscase(s) ambulantisering GGZ Pm Werkconferentie met alle stakeholders:

- Toets visie/uitgangspunten

- Input ophalen over uitwerkingsagenda/plan van aanpak

Juni-juli

Inkoopbeleid 2018 obv startnotitie (na bespreking in denktank en met zorgaanbieders) – separaat traject

Medio Juni Opstellen concept-plan van aanpak door regionale werkgroep Maart -sept 2017 Concept-plan van aanpak voorleggen aan BT, PFO’s (via AB GGD indien

mogelijk), denktank en in werkconferentie (inspraak)

Sept/okt 2017 Besluitvorming plan van aanpak BT, PFO’s (via AB GGD indien mogelijk),

college en raden

Nov-dec 2017

(11)

11

Bijlage 1: Voorlopige opzet meerjaren Plan van Aanpak (hoofdstukindeling) 1. Inleiding

2. Doelgroep BW/MO en ontwikkelingen in beeld 3. De transformatieopgave

4. Wonen

5. Lokale zorginfrastructuur/ Wijkgerichte GGZ 6. Werk en dagbesteding

7. Inkomen

8. Maatschappelijke participatie en sociaal netwerk 9. Gezondheid

10. Regionale afspraken en financiën 11. Evaluatie en monitoring

Bijlagen

Uitvoeringsagenda (Tabel met wie (actoren) doet wat (acties) wanneer (planning) en financiering)

Aanpak verwarde personen

Sociale kaarten regio Nijmegen & Rivierenland

(12)

12

Advies en Verbeterplan Aanbevelingen & 8 Aandachtspunten

Stuurgroep Gelderland Zuid Algemeen Bestuur

VRGZ

Portefeuillehouders Zorg & Welzijn

Verbinden Wonen en Zorg Verbinden Voorveld

Versterken Regie Passend Vervoer

Multidisciplinaire Beoordelingskamer

Programmalijn 2017 - 2018 Spoedig Dichtbij

Programmalijn 2017 - 2018 Aandachtig Aansluiten 1 portefeuille

houder

2 portefeuille houders

Coördinatie regio Gelderland-Zuid

Coördinatie:

subregio Rivierenland subregio Nijmegen

B. Ontwikkelplein

& Pilots draaien

C. Kennis maken Kennis delen Kennis verrijken A. Voorzieningen

op peil

Ontwikkellijnen 2016 Ontwikkellijnen 2016

Projectleden:

Ervaringsdeskundigen [Acute] zorgpartners

Politie / het OM Veiligheidshuizen

GGD Gemeenten Zorgverzekeraars

Projectleden:

Ervaringsdeskundigen Partners Zorg Partners Sociaal

Domein Partners Veiligheid

GGD Gemeenten Zorgverzekeraars Pilot

Interventieteam

2.0 Ontwikkelplein

Multidisciplinaire Beoordelingskamer

Ontwikkelplein Wijkgerichte

GGZ

C!

C! C!

B. Ontwikkelplein

& Pilots draaien

C. Kennis maken Kennis delen Kennis verrijken A. Voorzieningen

op peil

Bijlage 2: Schematische weergave Advies- en Verbeterplan psychisch kwetsbare mensen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor welke periode wilt u een gemeenschappelijke regeling aangaan, en welke overwegingen heeft u daarbij?... Bestuurlijke uitgangspunten

hebben Rijk en gemeenten afgesproken dat alle regio’s in 2019 concrete uitvoeringsafspraken maken ten aanzien van het bieden van passende ondersteuning van mensen die beschermd

Zijn de 8 afspraken uitgewerkt in een regiovisie met concrete afspraken voor de regio1. Hebben de gemeenteraden van de betrokken gemeenten de (geactualiseer- de)

De commissie behandelt geschillen tussen gemeenten of regio’s over de vraag waar een ingezetene van Neder- land beschermd wonen of maatschappelijke opvang dient aan te vragen en

Deze verandering betekent dat er tijd nodig is om in het “westen” alternatieve voorzieningen op te bouwen en mensen preventief te helpen en (daardoor) in het oosten afbouw

Deze handreiking is bedoeld als hulpmiddel voor het goede gesprek over het maken van regionale financiële afspraken over beschermd wonen en maatschappelijke opvang, voor na 1

Een ander knelpunt dat door de cliënten wordt aan- gegeven is de wisseling van hulpverleners en de grote hoeveelheid hulpverleners die betrokken zijn vanuit ver-

Tijdens themabij- eenkomsten is samen met de betrokken veldpartijen, gemeenten en aanbieders bepaald wat belang- rijke (basis) kwaliteitseisen zijn voor goede afspraken over