• No results found

De opmars van de politieke experts

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De opmars van de politieke experts"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

32 33idee december 2017

De opmars van de economen

Experts en expertise hebben de laatste decennia een steeds belangrijker rol gekregen binnen nati- onale overheden en internationale instellingen.

Het idee dat kennis en ‘evidence’ een voorwaarde zijn voor goed beleid voert de boventoon.

Dit betreft in het bijzonder economische kennis.

Discussies over “neoliberalisme”, “marktwer- king” en “de macht van cijfers en modellen”

wijzen allemaal naar de grote invloed van eco- nomisch gedachtegoed. Denk bijvoorbeeld aan de rol van economische expertinstellingen zoals de imf, de Wereldbank of de oeso. Of aan de vele hervormingen die geïnspireerd zijn door economische ideeën: deregulering van de ar- beidsmarkt en de financiële markten, ‘emission trading scheme’ op het klimaatgebied, gebruik van kosten-batenanalyse in de beoordeling van overheidsprojecten, enz.

Waarom hebben economische ideeën en exper- tise zoveel invloed gekregen? De eenvoudigste verklaring is dat politici en bestuurders meer dan ooit afhankelijk zijn van economische kennis. De economie is complexer en onzekerder dan ooit, en politici hebben de economen en hun expertise nodig om economische verbanden te begrijpen en effectieve maatregelen te treffen.

Het leunen op economische experts heeft ook een meer symbolische kant. Door gebruik te maken van economische kennis toon je aan dat je een ge- loofwaardige bestuurder bent, die serieus en so- lide beleid gaat voeren. Bijvoorbeeld, iedere keer dat Italië grote financiële problemen heeft en de beleggers gerust wil stellen, wordt een econoom gevraagd om de regering te leiden.

Maar er is ook een derde verklaring, namelijk de positie die economen in de loop der jaren heb- ben opgebouwd binnen het openbaar bestuur.

‘De mensen in dit land hebben genoeg van experts’, verklaarde Michael Gove tijdens de Brexitcampagne op Sky News. De opmars van hoogopgeleide professionals in de wereld van politiek en bestuur heeft in de afgelopen jaren in tal van landen geleid tot ressentiment jegens de experts en de gediplomeerde doctoran- dussen die het ‘nepparlement’ bevolken.

Johan Christensen, Anchrit Wille, Mark Bovens De opmars van de politieke experts

DEMOCRACY

De opmars van de

politieke experts

door Johan Christensen, Anchrit Wille, Mark Bovens

Beeld / Herman Wouters

(2)

34 35idee december 2017

Economie was in de eerste decennia van de twin- tigste eeuw geen ‘bestuurswetenschap’. Maar rond de Tweede Wereldoorlog zijn economen voor het eerst ingetrokken bij nationale ministe- ries, als de uitvoerders van de ambitieuze econo- mische plannen van de regeringen van die tijd.

Daarna hebben de economen geleidelijk hun ter- rein uitgebreid, door het opzetten van economi- sche eenheden en het veroveren van strategische functies binnen het ambtenarenapparaat.

Als je verschillende landen vergelijkt is er grote va- riatie in de positie die economen hebben bereikt.

In sommige landen hebben economen toonaange- vende functies in de ministeries van financiën, be- lastingen en economische zaken gemonopoliseerd en zijn nauwe banden gelegd tussen economische ambtenaren en academici. Dit zie je bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland, dat sinds de jaren 80 heel ver is gegaan in het toepassen van marktgerichte her- vormingen. In andere landen hebben economen een bescheiden rol gespeeld. In Ierland bijvoor- beeld is het idee dat ambtenaren vooral algemene kennis nodig hebben in stand gebleven, wat de invloed van de economen heeft beperkt.

Het pad naar het parlement loopt ook steeds vaker via het parlement zelf. Aspirant-politici beginnen direct na hun studie, of soms al voor het afstuderen, als politieke adviseur, politieke assistent of fractiemedewerker. Vervolgens gaan ze werken voor een denktank, bij lobby- en belan- gengroepen, of bij adviesbureaus op het terrein van communicatie en public affairs. Na een aantal jaren op of rond het Binnenhof te hebben rondge- lopen, komen ze dan in de Tweede Kamer terecht.

Nieuwe Kamerleden hebben geen uitgebreide maatschappelijke ervaring opgedaan, maar ze hebben wel heel veel politieke en bestuurlijke expertise.

Deze politieke professionalisering leidt ertoe dat partijen, actiegroepen en parlementen meer dan ooit tevoren een ‘closed shop’ zijn. De taal, de waarden en de agenda’s van de politieke profes- sionals en de academische experts domineren.

Aristocratie is vervangen door meritocratie. Wie niet heeft gestudeerd, komt er nauwelijks meer tussen.

Wat is er mis met experts in de politiek?

Achter de opkomst van deze diplomademocratie zit een bredere maatschappelijke trend. Opleiding vormt in Europa tegenwoordig een belangrijke maatschappelijke scheidslijn. Dat komt door de enorme groei van het aantal hoger opgeleiden. Zij hebben vooral andere hoogopgeleiden als vrien- den en partners. Hoger en lager opgeleiden leven in gescheiden werelden, verschillen sterk in wel- vaart en welbevinden, en verschillen van mening over een aantal politieke kwesties.

Die nieuwe sociale scheidslijn maakt de dominan- tie van academici in de politiek problematischer dan voorheen. Hoger en lager opgeleiden hebben soms verschillende politieke voorkeuren. Dat geldt in het bijzonder voor de brandende kwes- ties van de afgelopen decennia: de integratie van minderheden, het toelaten van asielzoekers en de Europese eenwording. Deze verschillen werken ook door in de politieke agenda. Uit onderzoek van Hakhverdian en Schakel blijkt dat de op- vattingen en preferenties van (hoogopgeleide) Kamerleden veel dichter staan bij de wensen van de hoger opgeleide kiezers dan bij de rest van Nederland behoort eerder bij de eerste groep, met

een concentratie van economische kennis in het Ministerie van Financiën en in onafhankelijke instellingen zoals het Centraal Planbureau.

De opmars van de politieke professionals De invloed van hoogopgeleide professionals beperkt zich niet tot het ambtelijke circuit.

Uitgebreid onderzoek laat zien dat in West- Europa ook alle politieke arena’s het domein zijn geworden van academici. Universitair onderwijs is tegenwoordig een belangrijke voorsorteer- strook bij de oprit naar politieke ambten. De naoorlogse democratisering van het hoger onder- wijs zorgde ervoor dat een academische opleiding binnen het bereik kwam van brede lagen van de bevolking. Er kwamen binnen politieke partijen veel meer professioneel opgeleide kandidaten beschikbaar voor vertegenwoordigende functies.

Tegelijkertijd leidde dit er ook toe dat de toegang tot politieke ambten versmalde: ofschoon in de meeste landen zeker zeventig procent van de kiezers lager of middelbaar zijn opgeleid, zijn er vrijwel geen volksvertegenwoordigers meer met een lager of middelbaar diploma.

het electoraat. Er is dus niet alleen een probleem van feitelijke afspiegeling, maar ook een risico van scheve politieke agenda’s. De zorgen en op- vattingen van lager en middelbaar opgeleiden komen minder makkelijk op de politieke agenda.

Voorbeelden hiervan zijn de uniforme verhoging van de aow-leeftijd die veel ongunstiger uit- pakt voor lager opgeleiden dan voor academici, de nadelige economische en sociale effecten van migratie, zoals bijvoorbeeld de verdringing op de arbeidsmarkt door eu-arbeidsmigratie; en de sterke verliesgevoelens in buurten met instroom van veel lager opgeleide migranten.

Kunnen politieke partijen wat doen aan deze op- mars van de meritocraten? Afspiegeling, ‘mime- tische’ representatie, kan iets worden verbeterd door kandidaten te selecteren die door lager en middelbaar opgeleiden als ‘een van ons’ worden herkend. Denk aan Lutz Jacobi bij de pvda, Jan Marijnissen bij de sp, of Geert Wilders of Dion Graus van de pvv. Veel belangrijker is ‘discursie- ve’ representatie: het gaat erom dat de zorgen, de belangen en de politieke voorkeuren van lager en middelbaar opgeleide kiezers hun weg vin- den naar de politieke en bestuurlijke agenda. Dat betekent dat volksvertegenwoordigers en experts hun eigen sociale leefwereld niet als norm moe- ten nemen. Zij moeten veel meer moeite doen om zich te verplaatsen in de ervaringen van al die kie- zers geen academische achtergrond hebben en die niet wonen in wijken waar bakfietsen, vrije scho- len en hockeyvelden tot de vanzelfsprekendheden van het leven behoren.

Johan Christensen en Anchrit Wille zijn verbonden aan het instituut Bestuurskunde aan de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. Mark Bovens is hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht.

Onlangs verschenen hun boeken Diploma Democracy:

The Rise of Political Meritocracy, Mark Bovens & Anchrit Wille (Oxford University Press) en The Power of Economists within the State, Johan Christensen (Stanford University Press).

Johan Christensen, Anchrit Wille, Mark Bovens De opmars van de politieke experts

‘ Die nieuwe sociale scheidslijn maakt de dominantie van academici in de politiek problematischer dan voorheen. Hoger en lager opgeleiden hebben soms verschillende politieke voorkeuren. Dat geldt in het bijzonder voor de brandende kwesties van de afgelopen decennia: de integratie van minderheden, het toelaten van asielzoekers en de Europese

eenwording.’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘Onze kinderen zijn pas 7 en 8 jaar oud, dus is er thuis voorlopig nog heel veel zinvol werk te doen.’ Mark heeft een vaste dagstructuur opgebouwd: kinderen wekken,

Vanwege de voorkeur vanuit gemeenten en het Rijk voor een goede aansluiting van de beroepsopleiding bij de praktijk van de betreffende bestuurslaag, zijn de preadviseurs niet voor

Wat echter ook kan, is dat Koppejan en Ferrier in de fractie blijven en zich - zonder zich geheel aan de akkoorden te commit- teren - in hoofdlijnen loyaal opstel- len tegenover

Een andere opvallende uitkomst van het onderzoek is dat de lokale par- tijen in het algemeen minder moeite hadden om passende kandidaten voor de raadsverkiezingen te vinden dan

Het opnieuw belangrijk worden van etniciteit in de politiek Het grootste deel van Afrika is nog een boerengemeenschap, geconfronteerd met een eindeloze reeks van risico’s

financiële middelen te zoeken om op de kortst mogelijke termijn barakken voor de militairen te bouwen. Men wist uit het verleden dat huisvesting bij de burgers snel tot onrust

- Geen verblijfsvergunning voor immigranten die tien jaar voor aanvraag verblijfsvergunning waar ook ter wereld zijn veroordeeld voor een misdrijf. - Geen export van uitkeringen

Intussen kreeg ze, wellicht mede door deze interne forumfunctie, in eigen kring een meer centrale positie door de introductie van de sgp-sleutel bij de erken- ning van De Driestar