• No results found

Was-wordt-tabel van wijzigingen in de Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2008 versus 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Was-wordt-tabel van wijzigingen in de Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2008 versus 2020"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Was-wordt-tabel van wijzigingen in de Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2008 versus 2020

Leeswijzer

In de ‘bestaande tekst’ zijn de woorden en leestekens waaraan iets verandert, cursief gezet. In de ‘nieuwe tekst’ zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt (en onderstreept in de gevallen waarin de bestaande tekst ook vetgedrukt is). Opmerkingen zijn aangegeven in het rood, bijvoorbeeld als een tekst niet meer is de opgenomen in de nieuwe verordening.

Bestaande tekst (2008) Nieuwe tekst (2020)

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

a. wet: Wet milieubeheer;

b. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

c. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of - voorzieningen of op een daartoe

aangewezen plaats;

d. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of

bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

e. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een

verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

f. inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke

afvalstoffen;

g. andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

h. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

i. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

(2)

zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

j. wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de

Wegenverkeerswet 1994;

k. motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.

Dit artikel kwam niet eerder voor in de Afvalstoffenverordening Albrandswaard.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

Artikel 2: Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

3. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst 1. Het college wijst de inzameldienst aan die is

belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

2. Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdige beslissing) is niet van toepassing.

3. Het college kan nadere regels stellen over de voorbereiding van de aanwijzing en over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 3: Afzonderlijke inzameling

1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

a. groente-, fruit- en tuinafval b. klein chemisch afval c. glas;

d. oud papier en karton;

e. kunststof verpakkingen;

f. textiel;

g. elektrische en elektronische apparatuur;

h. bouw- en sloopafval;

i. verduurzaamd hout;

j. grof tuinafval;

k. asbest en asbesthoudend afval;

l. grof huishoudelijk afval;

m. huishoudelijk restafval;

n. talen (ferro en non ferro)

o. voor hergebruik geschikte duurzame gebruiksgoederen;

p. autobanden;

q. schone grond;

r. p.v.c.houdende producten.

2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als

Artikel 7. Afvalscheiding

1. Het college stelt regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

2. In ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden

afzonderlijk ingezameld:

a. huishoudelijk restafval b. groente-, fruit en tuinafval;

c. oud papier en karton;

d. textiel;

e. glas;

f. elektrische en elektronische apparatuur;

g. grof huishoudelijk afval;

h. grof tuinafval;

i. medisch afval.

3. In het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer kan het college de aanwijzing van afzonderlijk in te zamelen bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in het tweede lid, of fracties daarvan, achterwege laten.

(3)

bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4: Inzamelmiddelen en -voorzieningen 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

c. een inzamelvoorziening op wijkniveau;

d. een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke

afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5. Aanwijzing van het afvalaanbiedstation Het college draagt zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om grof huishoudelijke afvalstoffen achter te laten.

Artikel 5: Frequentie van inzamelen

1. Huishoudelijk restafval wordt tenminste een maal per twee weken bij of nabij elk perceel ingezameld.

2. In afwijking van het eerste lid wordt

huishoudelijk restafval van gestapelde woningen zonder berging, hoogbouw- en dijkwoningen met trap eenmaal per week nabij elk perceel

ingezameld.

3. Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste een maal per twee weken afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld.

4. In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval van Schans, Toren en Burcht niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

5. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Dit artikel wordt opgenomen in het nieuwe Uitvoeringsbesluit, behorend bij de

Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2020.

Artikel 6: Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

2. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

3. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverant-

woordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van

huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars 1. Het is anderen dan de inzameldienst verboden

huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

a. daartoe is aangewezen door het college;

b. bij nadere regels van het college van het verbod is vrijgesteld; of

c. verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

2. Op de aanwijzing van een inzamelaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, is artikel 3, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

a. ter inzameling aan te bieden aan een ander dan

(4)

inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van

producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

b. over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

of

c. achter te laten op een andere plaats dan het afvalscheidingsstation, bedoeld in artikel 5.

Artikel 8: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9: Verbod op afvaltoerisme

Het is aan personen, die geen woon- of verblijfplaats in de gemeente Albrandswaard hebben, verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten.

Dit artikel komt niet als zodanig terug, maar is samengevoegd in Artikel 6 van de

Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2020.

Artikel 10: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden 1. Het is verboden om de categorieën

huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

4. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën

huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van

producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

1. Het is verboden de bestanddelen van

huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

a. ter inzameling aan te bieden; of b. achter te laten bij het

afvalscheidingsstation, bedoeld in artikel 5.

2. Het college kan nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 11: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

1. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een

inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door het college daartoe bepaalde dagen en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen

verschillend worden vastgesteld.

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

1. Het is de gebruiker van een perceel verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of de betreffende aanbiedlocatie.

2. Het is verboden andere categorieën

(5)

krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

3. Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel.

4. Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

5. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder

inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

6. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening is bedoeld.

3. Het is verboden om een inzamelmiddel buiten de tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

4. Het college kan regels stellen betreffende het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel, het afvalscheidingsstation en van de gemeentewege verstrekte afvalpas.

5. Het college kan regels stellen betreffende de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

6. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

7. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op een andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 12: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Dit artikel komt niet als zodanig terug, maar is samengevoegd in de Artikelen 9 en 10 van de Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2020.

Artikel 13: Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Dit artikel komt niet als zodanig terug, maar is samengevoegd in de Artikelen 9 en 10 van de Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2020.

Artikel 14: Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

Het college kan bestanddelen van

bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is

aangewezen krachtens artikel 3. Daartoe kan het college nadere regels stellen.

Artikel 15: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te

bieden aan de inzameldienst.

Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 11 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling

(6)

2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 14 aangewezen categorieën

bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de vigerende verordening reinigingsrecht.

3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 14 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

4. Het is verboden de krachtens artikel 14

aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

door de inzameldienst aan te bieden, aan de inzameldienst over te dragen of bij de

inzamelplaats, bedoeld in artikel 5, achter te laten.

Artikel 16: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 13. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen

1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door het college te stellen regels over de dagen, tijden, wijzen en plaatsen van inzameling van de krachtens artikel 11 aangewezen bedrijfsafvalstoffen.

2. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbieden of overdragen van

bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid, inhouden.

Artikel 17: Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

3. Het verbod is niet van toepassing op:

a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

b. het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

c. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere

werkzaamheden op of aan de weg.

Artikel 14. Dumpingverbod

1. Het is verboden zonder ontheffing van het college, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te

veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

a. het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze

verordening;

b. het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

c. het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

d. handelingen die zijn verboden bij of

(7)

4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit

bodemkwaliteit.

Artikel 18: Achterlaten van straatafval 1. Het is verboden straatafval in de openbare

ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 15. Zwerfafval in de openbare ruimte 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van

beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

2. Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

3. Het is verboden zwerfafval te veroorzaken door ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te

verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

Artikel 19: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

1. Voor anderen dan de inzameldienst of andere inzamelaars is het verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Dit artikel is samengevoegd in Artikel 15 van de Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2020. Zie hierboven.

Artikel 20: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig,

Artikel 16. Zwerfafval rondom inrichtingen 1. Degene die een inrichting dan wel een

daarmee vergelijkbare voorziening drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid, in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

2. Degene die de in het eerste lid bedoelde inrichting dan wel daarmee vergelijkbare voorziening drijft, verwijdert, binnen een straal van ten minste 25 meter, zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit die inrichting dan wel voorziening afkomstig zijn of daarvoor bestemd zijn.

3. De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het

Activiteitenbesluit milieubeheer.

(8)

wordt opgeruimd.

Artikel 21: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Dit artikel is samengevoegd in Artikel 15 van de Afvalstoffenverordening Albrandswaard 2020.

Artikel 22: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde

werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

a. direct na het ontstaan van de

verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

b. direct na beëindiging van de

werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Artikel 17. Afval en verontreiniging op de weg 1. Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1

van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

2. Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt, dan wel diens opdrachtgever, zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag, of zoveel eerder als nodig om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren, voor het reinigen van de weg.

Artikel 23: Verbod opslag van afvalstoffen

1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de

inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 18. Geen opslag van afval in de open lucht Het is verboden afvalstoffen, al dan niet in de openbare ruimte, op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 24: Afgifte autowrakken afkomstig uit een Artikel 19. Ontdoen van autowrakken

(9)

huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Dit kwam niet eerder voor in de

Afvalstoffenverordening Albrandswaard.

Artikel 20. Ongeadresseerd reclamedrukwerk.

1. In dit artikel wordt verstaan onder:

a. ongeadresseerd reclamedrukwerk:

reclamedrukwerk of samples die gratis huis aan huis worden verspreid zonder vermelding van naam, adres of postbus en woonplaats van de ontvanger, niet zijnde:

i. een huis-aan-huisblad of andere informatie over werkzaamheden of activiteiten in de buurt die voor de bewoners of gebruikers van een woning, bedrijf of woonschip in die buurt van belang zijn;

ii. drukwerk van vrijwilligers of niet- commerciële organisaties;

b. huis-aan-huisblad: een ongeadresseerd blad dat met een vaste frequentie gratis huis aan huis wordt verspreid in een geografisch beperkt gebied en waarvan tenminste 10% van de inhoud bestaat uit informatie over en nieuws uit het eigen verspreidingsgebied, niet zijnde reclame.

2. Ongeadresseerd reclamedrukwerk mag uitsluitend bezorgd worden of laten worden bij een woning, bedrijf of woonschip als de bewoner of gebruiker kenbaar heeft gemaakt prijs te stellen op het ontvangen ervan.

3. Een huis-aan-huisblad mag worden bezorgd bij een woning, bedrijf of woonschip, tenzij de bewoner of gebruiker expliciet kenbaar heeft gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen ervan.

Artikel 25: Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten: Artikel 6

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen aan anderen Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen Artikel 9 Verbod op afvaltoerisme Artikel 10 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen Artikel 12 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst Artikel 16 Het ter inzameling

Artikel 21. Strafbare feiten

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 4, artikel 6 of van artikel 8 tot en met artikel 10 en artikel 12 tot en met artikel 20, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

(10)

aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst Artikel 17 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging Artikel 18 Achterlaten van straatafval Artikel 19 Voorkomen van

zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen Artikel 20 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren Artikel 21 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal Artikel 22 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige

werkzaamheden Artikel 23 Verbod opslag van afvalstoffen Artikel 24 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 26: Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de

krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.

Artikel 22. Toezichthouders

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen personen.

2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 23. Herleiden van overtredingen

Indien de overtreder van een in deze verordening opgenomen gebod of verbod onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dat gebod of verbod.

Artikel 27: Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking.

2. De Afvalstoffenverordening voor de gemeente Albrandswaard d.d. 30 september 2004 wordt ingetrokken per de datum waarop de

Afvalstoffenverordening 2008 in werking treedt.

Artikel 26. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking. De Afvalstoffenverordening 2008 van de gemeente Albrandswaard wordt per die datum ingetrokken.

2. Artikel 20 van deze verordening, alsmede het ten aanzien daarvan in artikel 21 bepaalde, treedt in werking zodra rechtens toegestaan.

Artikel 28: Overgangsbepaling

1. Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

2. Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden

Artikel 24. Overgangsrecht

Besluiten, genomen bij of krachtens de in artikel 26 lid 1 genoemde Afvalstoffenverordening 2008 van de gemeente Albrandswaard, blijven van kracht totdat zij worden ingetrokken, dan wel totdat, indien sprake is van een vooraf vastgestelde geldigheidsduur, die termijn is verstreken.

(11)

beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

3. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

4. Indien voor het tijdstip van

inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

5. Indien voor het tijdstip van

inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een

aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.

6. Op een aanhangig beroep of

bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 27, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid.

7. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de

aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen:.. het beheer van

Aldus besloten in de vergadering van de gemeenteraad Albrandswaard van 2 november 2020. 3 feendert

Bij ministeriële regeling kunnen tevens nadere eisen worden gesteld met betrekking tot de interoperabiliteit met onderdelen van de infrastructuur, bedoeld in artikel 5, eerste lid,

Een erkenning ITK als bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder de voorwaarde dat de kwaliteitszorg uiterlijk twee jaar na de datum waarop de erkenning ITK in werking

Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 7, tweede lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:a. leden van

Een vergunning die is verleend met toepassing van de procedure, bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, onder a, wordt na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn van

De toelatingsorganisatie stelt jaarlijks tarieven vast, alsmede de wijze van betaling daarvan, voor de vergoeding van de kosten die samenhangen met het behandelen van een aanvraag om

Op basis van die regeling wordt het mogelijk om bij algemene maatregel van bestuur een gedragscode of onderdelen daarvan aan te wijzen waarin voorschriften zijn opgenomen over