G emeente B euningen
Aan de commissie FAZ
Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp
; 9 JAN 2017
UI17.00549
lllllllillllllllllllllll
Nancy van der Zande 14 024
Uw vraag over Molenstraat 53 te Winssen
Geachte commissie,
In de vergadering van uw commissie Financiën en Algemene Zaken op 11 januari jl. vroeg u of er handhavend opgetreden wordt tegen de bewoning van tijdelijke medewerkers op het bedrijf aan de Molenstraat 53 te Winssen.
Vergunningssituatie
Ons college heeft, na bezwaar van een omwonende, de vergunning voor verbouwing en bewoning van een veldschuur op het bedrijf aan de Molenstraat 53 in Winssen, op 7 juli 2014 alsnog
geweigerd. De reden hiervoor was dat vanwege de korte afstand van 4 m tot de naastgelegen boomgaard van de buren geen goed leef- en klimaat kon worden gewaarborgd ter plaatse van het bouwplan. Het ingestelde beroep en hoger beroep zijn ongegrond verklaard. Het bestreden besluit is in stand gebleven.
Legalisatie
Herziening bestemmingsplan
Omdat de verbouwing van de veldschuur was gerealiseerd en ons college in beginsel wel bereid is mee te werken aan het plan is gestart met een legalisatietraject. In eerste instantie is met
initiatiefnemer en de buurman in overleg getreden om te komen tot een bestemmingsplanherziening waar de bestemming van de naastgelegen boomgaard zodanig gewijzigd wordt dat de afstand van de bewoning tot de boomgaard geen juridische belemmering meer vormt.
De buurman heeft echter afgezien van medewerking aan een bestemmingswijziging.
Omgevingsvergunning
Omdat er inmiddels jurisprudentie is waarbij korte afstanden tot boomgaarden, onder voorwaarden, worden geaccepteerd, heeft initiatiefnemer inmiddels opnieuw een aanvraag om een
omgevingsvergunning ingediend.
Postadres: Gemeente Beuningen, Postbus14,6640 AA Beuningen Bezoekadres: van Heemstraweg46, 6641AE Beuningen Telefoon: 14 024, Telefax: 024 - 6778078
E-mail: gemeente@beuningen.nl, Internet: www.beuningen.nl
IBAN: NL55 BNGH 0285 0010 78, BIC: BNGHNL2G
G
emeentes*. LEUNINGEN
Deze is nog in behandeling. In februari zal er meer duidelijkheid zijn over de vraag of nu wél een vergunning verleend kan worden.
Handhaving
Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift (in casus het bestemmingsplan) het bestuursorgaan dat bevoegd is (lees: het college van burgemeester en wethouders) om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts in bijzondere
omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zíjn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien (zie ook de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 30 juni 2014, LJN: AP4647).
Handhavingsbeleid gemeente Beuningen/prioriteitenladder
De gemeente Beuningen geeft uitvoering aan het handhavingsbeleid. Met dit handhavingsbeleid maken we op basis van thema’s keuzes. Dit houdt in dat aan de hand van een prioriteitenladder wordt bepaald welke prioriteit een vermeende overtreding heeft. Overtredingen die (persoonlijke) veiligheid, een maatschappelijk belang of een volksgezondheid in geding brengen hebben de hoogste prioriteit.
De prioriteitenladder vormt een lijst waarop overtredingen staan die we direct oppakken, die we even laten liggen of overtredingen die we niet oppakken. De overtredingen die we even laten liggen, worden op de werkvoorraadlijst van de handhavers gezet en op enig moment opgepakt. Een illegale situatie is in principe in alle gevallen ongewenst. Een uitgangspunt van het beleid is dat we altijd eerst beoordelen of er mogelijkheden zijn tot legalisatie.
Handhavend optreden
Bij de uitspraak van de Raad van State van 2 december 2015 is het hoger beroep ingesteld door de heer Lam ongegrond verklaard en het bestreden besluit (lees: weigering omgevingsvergunning voor de verbouwing en bewoning van een veldschuur) in stand gelaten.
Hieruit volgt dat het college in beginsel van haar bevoegdheid om handhavend op te treden gebruik dient te maken. Vanwege het opstarten van het legalisatietraject: -zicht op legalisatie-
(bestemmingsplanherziening, nu een omgevingsvergunning) is er van handhavend optreden afgezien en zijn er geen handhavingsmaatregelen getroffen. Gedurende dat traject zijn er wel toezichtmomenten geweest maar geen handhavingsmaatregelen getroffen.
Indien het legalisatietraject niet zal leiden tot een vergunde situatie, dan zal het college het handhavingstraject opstarten.
Met vr: ĩíjke groi
rethouders irgemåester ei
Carol van Eert burgemeester Dyaņrîe Koeken
secretaris
2