• No results found

Zondagslezing 1 augustus

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing 1 augustus"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lezingen door de week | Maandag 2 augustus: Jeremia 28, 1-17 en Matteüs 14, 13-21 • Dinsdag 3 augustus: Jeremia 30, 1-2.12- 15.18-22 en Matteüs 14, 22-36 • Woensdag 4 augustus: Jeremia 31, 1-7 en Matteüs 15, 21-28 • Donderdag 5 augustus: Jeremia 31, 31-34 en Matteüs 16, 13-23 • Vrijdag 6 augustus: Daniël 7, 9-10.13-14 of Tweede Brief van Petrus 1, 16-19 en Matteüs 17, 1-9 • Zaterdag 7 au-

gustus: Jabakuk 1, 12 – 2, 4 en Matteüs 17, 14-20 • Zondag 8 augus- tus (Negentiende zondag door het jaar) Wijsheid 18, 6-9 — Brief aan de Hebreeën 11, 1-2.8-19 — Lucas 12, 32-48.

eucharistie op radio | 1 augustus, 10 uur, vrt Radio 1: van- uit de norbertijnenabdij in Grimbergen, met het Gregoriaans Ab- dijkoor onder leiding van Gereon van Boesschoten.

eucharistie op tv | 1 augustus, 10 uur, vrt één: vanuit de pa- rochie Sint-Ursula in Eigenbilzen, dankviering met de negen pa- rochies van de federatie voor honderd jaar kerkwijding.

1 aug u stu s 2010 – ac h tt i e n d e zo n dag doo r h et jaa r

commentaar bij de zondagslezingen

— Kris Depoortere—

Een vuurtje

„ALS iK StErf, zAL NiEmAND mij missen”, zei Kirsten me onlangs. De franse fi- losoof Albert Camus herschreef in 1942 de mythe van Sisyphus. Het Griekse verhaal vertelt hoe Sisyphus een rotsblok bergop rolt. telkens als hij boven komt, rolt het rotsblok weer omlaag. Hij herbegint voor eeuwig dit nutteloze, absurde werk. Hij lacht in bittere wanhoop. Camus schrijft: „We moeten ons inbeelden dat Sisyphus gelukkig is in die absurditeit. De wereld is niet redelijk (rationnel), niet onredelijk (irrationnel), maar redeloos (déraisonnable).” Ook de gelovige filosoof Sören Kier- kegaard worstelde met het probleem van de nonsens in zijn boek De ziekte tot de dood (1849). De vraag is van alle tijden. Ook bij ons soms: „Waarvoor dient het allemaal?

moeder, waarom leven wij?”

De Bijbel ontwijkt die gevoelens niet. Het evangelie van vandaag gaat erover. Je zwoegt, vergaart rijkdom, maar alles gaat naar de staat en naar enkele resterende fa- milieleden. En vooral de eerste lezing, uit het Boek Prediker, is beklemmend. Predi- ker is de auteur van „Alles heeft zijn tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Er is een tijd om lief te heb- ben en een tijd om te haten” (hoofdstuk 3).

Vandaag lezen we de passage net ervoor: „iJdelheid der ijdelheden. Alles is lucht en leegte.” De absurditeit, het vernietigende Niets, de nonsensikale zinloosheid.

Het is spijtig dat de lezing één vers te vroeg stopt, want daar staat iets wat net een opening toont op een andere dimensie: „Het is daarom nog maar het beste voor een mens dat hij volop geniet van alles wat hij moeizaam heeft verworven. En ook dat, zo heb ik ingezien, is in de hand van God” (Prediker 2, 24).

Het hele Boek Prediker heeft het over de ervaring van het vluchtige en het grij- pen naar wind. maar acht keer komt in het korte boekje deze zin terug: „Ook dat is in de hand van God.” Het is als een lichtje in de verte. Daarom, waarschijnlijk, werd het Boek Prediker niet geschrapt uit de Bijbel.

Hier is hoop, maar heel aarzelend. De kleine geluksmomenten, het kleine ge- nieten beschouwt Prediker als een geschenk van God. En ook in het evangelie is het zo, als we na het fragment van vandaag doorlezen. Vanaf Lucas 12, 22 gaat het over

„maak je niet al te bezorgd over wat je zult eten. Deel het weinige genot wat je hebt, met anderen”.

Het omgaan met de absurditeit vinden we ook in de hedendaagse literatuur, bij- voorbeeld in De weg van Cormac mcCarthy (2010, vijfde druk). Er is een catastrofe over de aarde gekomen met vuurstormen. Alle leven is gedood, behalve enkele ben- den bandieten en een vader met zijn kind. De wereld is kaal, stil, zonder God. Asgrijs daglicht stolt boven het dode land. ze trekken naar het zuiden om wat warmte te vinden. De vader zegt: „Als mijn zoontje niet het woord Gods is, heeft God nooit ge- sproken.” in die overleden wereld trachten ze te overleven door in verwoeste huizen te zoeken naar voorraad. De gruizige lucht verstikt.

ze schuilen in kelders, als er bandieten opduiken. De vader wil zijn zoon redden:

„Het komt wel goed, hé, papa?” „Jazeker, want wij dragen het vuur.” „Ja, wij dragen het vuur. zouden er nog mensen zijn die het vuur dragen?” Eerst is dat letterlijk een vuurtje dat ze bewaren in een potje, maar stilaan verinnerlijkt het woord ‘vuur’.

Eindelijk komen ze aan de zuidzee, maar ook die is dood, een loden zee en een onverschillige zon. Vader is stervende. Hij zegt tot zijn zoontje: „Jij moet het vuur verder dragen.” „Waar is dat vuur? Het is al lang gedoofd.” „Neen, het zit nu in je bin- nenste. Altijd al, ik kan het zien. Je zult goedheid op je weg vinden. zo is het altijd ge- gaan. zo zal het ook nu weer gaan.”

De jongen dekt zijn dode vader toe met de dekens die hem nog resten. En gaat verder. En net dan ontmoet hij mensen, die ook het vuur dragen. Een vrouw drukt hem tegen zich aan: „ik ben zo blij je te vinden. ze praatte soms met hem over God.

De jongen probeerde met God te praten, maar het liefste praatte hij met zijn vader.

De vrouw zei dat het goed was. ze zei dat de adem Gods zijn adem was.”

Heel diep in ons hart, ook op de meest absurde dagen, brandt een vuurtje. Gods vuur. Als we dat maar in de dagen met een onverschillige zon konden vinden.

„Als ik sterf, zal niemand me missen.” „toch wel, want ze dragen jouw vuur ver- der.”

EERSTE LEZING

prediker 1, 2; 2, 21-23

iJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden, en alles is ijdelheid!

Er zijn mensen die zich aftobben en inspannen met wijsheid en kennis van zaken, maar wat ze verdienen, moeten ze afgeven aan anderen die zich niet inspan- den. Ook dat is ijdelheid en grote onbillijkheid. Wat heeft een mens tenslotte aan al zijn geploeter, en aan de zorgen waarmee hij zich op aarde kwelt? Alle da- gen bereiden hem leed, en ergernis is zijn loon; zelfs

‘s nachts vindt hij geen rust; ook dat is ijdelheid.

TWEEDE LEZING

brief aan de kolossenzen 3, 1-5.9-11

Broeders en zusters,

Als gij met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechter- hand Gods. zint op het hemelse, niet op het aard- se. Gij zijt immers gestorven en uw leven is nu met Christus verborgen in God. Christus is uw leven, en wanneer Hij verschijnt, zult ook gij met Hem ver- schijnen in heerlijkheid.

maakt dus radicaal een einde aan immorele praktij- ken: ontucht, onzedelijkheid, hartstocht, begeerlijk- heid en de hebzucht die gelijk staat met afgoderij. En beliegt elkaar niet meer. Gij hebt de oude mens met zijn gedragingen afgelegd en u bekleed met de nieu- we mens, die op weg is naar het ware inzicht, terwijl hij zich vernieuwt naar het beeld van zijn Schepper.

Dan is er geen sprake meer van Griek of jood, besne- dene of onbesnedene, barbaar of Skyth, van slaaf of vrije mens. Daar is alleen Christus, alles in allen.

EVANGELIE

lucas 12, 13-21

in die tijd zei iemand uit het volk tegen Jezus: „mees- ter, zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt.”

maar Jezus antwoordde hem: „man, wie heeft mij tot rechter of verdeler over u aangesteld?”

En Hij sprak tot hem: „Pas op en wacht u voor al- le hebzucht! Want geen enkel bezit – al is dit nog zo overvloedig – kan uw leven veilig stellen.”

Hij vertelde hun de volgende gelijkenis:

„Het land van een rijk man had een grote oogst op- geleverd. Daarom overlegde deze bij zichzelf: ‘Wat moet ik doen? ik heb geen ruimte om mijn oogst te bergen.’ En hij zei: ‘Dit ga ik doen: ik breek mijn schuren af en bouw grotere: daarin zal ik dan heel mijn rijkdom aan koren opbergen. Dan zal ik tot mij- zelf zeggen: ‘man, ge hebt een grote rijkdom liggen, voor lange jaren; rust nu uit, eet en drink en geniet ervan!’’ maar God sprak tot hem: ‘Dwaas! Nog deze nacht komt men uw leven van u opeisen; en al die voorzieningen die ge getroffen hebt, voor wie zijn die dan?’.”

„zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.”

Schriftlezingen © Katholieke Bijbelstichting

’s Hertogenbosch, www.bijbel.net

16 lezingen & Commentaar

21 juli 2010

kerk & leven

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is een beslissende vraag: ‘Is daar iemand?’ Het antwoord dat al of niet komt, bepaalt of je benzine kan krijgen voor je leeggelopen tank of niet, of je kan schuilen voor

Paulus leeft niet meer ‘op eigen kracht’, maar vanuit de kracht van Gods heilige Geest. Een hartloper loopt met gedrevenheid de wedstrijd die het leven hem/haar te geven

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

En geld is nu eenmaal nodig voor een Stadsschouwburg, die niet alleen een goed gerund be- drijf dient te zijn maar tevens dienst moet doen als culture-. le tempel en

De Koninklijke Nederlandse Bil- jart Bond (KNBB), vereniging Carambole, zoals dat met in- gang van 1 januari officieel heet, heeft besloten om voor het eerst met deze

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

Gemotiveerde bezwaarschriften kunnen gedurende 6 weken na de dag van verzending van de vergunning worden ingediend bij het college van Burgemeester en Wethouders van Velsen