kerk & leven
23 september 2015op de voorgrond 5
‘Zieken geven zelf onze richting aan’
Ziekenzorg CM zoekt nieuwe naam die beter weergeeft waar beweging vandaag voor staat
X
X
Ziekenzorg CM bestaat al vijfenzestig jaar
X
X
Accent verschoof van
‘zorgen voor’ naar samen kracht vinden
X
X
Uitgebreid aanbod vraagt ook andere aanpak vrijwilligers
Jan Colla
Ziekenzorg CM, de vereniging van en voor chronisch zieken en gezonden, viert zijn 65ste ver- jaardag. Anno 2015 zijn er 1.180 lokale groepen, samen goed voor ongeveer 30.000 vrijwilligers.
„In dit werkjaar gaan we met onze vrijwilligers op zoek naar een nieuwe naam”, zegt natio- naal secretaris Johan Tourné.
„Eigenlijk vertolkt de naam Zie- kenzorg niet meer helemaal wie we vandaag zijn. Ziekenzorg is ontstaan als een vereniging waar mensen iets doen voor zie- ken. Chronisch zieken zeggen de jongste jaren steeds duidelij- ker wat ze zelf willen. Ze willen niet meer zomaar verzorgd wor- den. Ze zoeken kracht en zin, en leiden zelf hun leven, met hun beperkingen. Ziekenzorg wordt gedreven door wat zij willen. De zieken zijn onze richtingaanwij- zers. Samen met de vrijwilligers geven zij de vereniging vorm.”
Een tweede opmerkelijke evo- lutie speelt zich af bij de vrijwil- ligers. „Vanouds dragen die veel taken tegelijk. Ze besturen mee, geven activiteiten vorm, begelei- den uitstappen, verkopen tom- bolaloten. Dat geldt nog voor velen, maar wie nu een kleiner takenpakket kiest, vanuit zijn of haar eigen zin en talent, is even
welkom. We begeleiden bijvoor- beeld vakanties van zeven da- gen. Vandaag zijn er vrijwilli- gers die zeggen: ‘Ik help graag mee, maar woensdag wil ik even van de kust naar huis omdat ik mijn kleinkinderen moet opvan- gen.’ Tot voor kort was dat onbe- spreekbaar: het was alles of niks.
Nu denken we daar wel over na.
Waarom zouden we iemand die zich zes dagen wil engageren, weigeren?”
De derde grote verandering is de snelle uitbreiding van het aanbod, stelt Johan Tourné vast.
„Toen ik 25 jaar geleden begon, was Ziekenzorg een overzichte- lijke beweging. We hadden zo- wat 1.200 kernen, een paar va- kantiehuizen en bedevaarten naar Lourdes. Vandaag is er een enorme differentiatie. Een paar voorbeelden. Met Ariadne werken we bovenlokaal aan vorming, we begeleiden ook individue- le vakanties, we zijn een erken- de mantelzorgvereniging, er is het telefoonproject Bellissimo om het isolement van chronisch zie- ken te doorbreken… Alles stu-
ren wordt veel moeilijker, ook voor onze zowat honderd be- roepskrachten. Zij evolueren van trekkers naar ondersteuners. Be- roepskrachten zetten iets in be- weging, vrijwilligers maken on- ze beweging.”
Ervaart Ziekenzorg dat het moeilijker wordt om vrijwilli- gers te werven? „Hun gemiddelde leeftijd is 65. Daar is op zich niks mis mee. Om chronisch zieken te begeleiden, helpt het als je in het
leven al iets hebt meegemaakt.
Het wil wel zeggen dat er een punt komt waarop we moeten verjongen. Iedere jongere is wel- kom, maar een langdurig engage- ment is voor hen niet evident. We beseffen ook steeds meer dat kwa- liteit boven kwantiteit gaat. Vroe- ger was de vraag: ‘Zat de zaal vol?’
Dan waren we goed bezig. Een sterke activiteit organiseren voor tien mensen in je wijk kan even goed zijn. Mensen willen nog iets voor elkaar doen. We leggen het probleem niet bij hen, de uitda- ging ligt bij ons.”
Annie Pallemans (62), sector- verantwoordelijke voor Merk- sem en Schoten. is sinds 1992 vrijwilliger. „Wij hebben voor- al oudere zieken, die vaak een- zaam zijn. Onze activiteiten zijn voor hen soms de enige manier om eens buiten te komen. Als ik zelf een slechte dag heb, ga ik wel eens op huisbezoek. Dat maakt die zieke blij en het helpt ook mij te relativeren.”
Nieuwe vrijwilligers vinden is
„heel, heel moeilijk”, bevestigt Annie Pallemans. „We hebben ie- mand van 45, de rest is ouder dan zestig. En het klinkt raar, maar we vinden ook moeilijk nieu- we zieken. Ziekenzorg is niet al- tijd een bekende naam of schrikt mensen af. Ze willen niet ‘ver- zorgd’ worden. Nochtans krijgen ze steeds meer inspraak. Na een enquête, drie jaar geleden, bleek dat zieken soms andere verwach- tingen hebben. Sindsdien stellen ze mee ons jaarprogramma op en zijn veel activiteiten niet meer op de grote groep gericht. Dat geeft voor iedereen voldoening.”
www.ziekenzorg.be
Ziekenzorg maakt van chronisch zieken en gezonde mensen bondgenoten. © Ziekenzorg CM
”
Over een dikke drie maanden gaat op de Reyerslaan een licht uit. De Vlaamse regering besliste dat de VRT vanaf volgend jaar niet langer levensbeschouwelijke programma’s door derden zal uitzenden. Dat betekent concreet dat Braambos verdwijnt van radio en televisie. De trouwe luisteraars en kijkers blijven achter in grote onzekerheid. Wordt Vlaanderen de enige regio in de verre omtrek zonder levensbeschouwelijke uitzendingen, of komt er een valabel alternatief? Het antwoord op die vraag zoeken we deze week in ons dossier op bladzijden 10 en 11.Toon Osaer, directeur van de Katholieke Televisie- en Radio-Omroep, is boos, en met hem vele duizenden kijkers en luisteraars. Braambos werd al jaren noodgedwongen gemaakt met stuitend weinig mid- delen en werd bovendien uitgezonden op hoogst ondankbare uren.
Dat de kijkcijfers dan bescheiden zijn, is niet verwonderlijk. Zonder vruchtbare grond krijg je geen grote oogst.
Misschien is er echter wel meer aan de hand. In sommige politieke kringen is het al jaren bon ton te stellen dat het geloof een privéaan- gelegenheid is. Voor deze bestuurders is religie iets wat je stilletjes achter vier muren beleeft, zonder anderen te storen. Die visie staat haaks op de internationaal
erkende godsdienstvrijheid.
Gelovigen hebben het recht hun overtuiging publieke- lijk te beleven. Zij moeten zich niet uit het straatbeeld laten verdringen.
Speelde die visie mee in de afschaffing van de levensbe- schouwelijke programma’s?
De bevoegde minister, de liberaal Sven Gatz, ontkent
dat zeer nadrukkelijk. Hij ziet zichzelf als een zoekende mens, of in zijn eigen woorden „de meest lichte vorm van wat je nog net gelo- vig kunt noemen”. Daarmee lijkt hij sterk op heel veel Vlamingen.
Belangrijker is echter dat hij zich – tegen veel van zijn partijgenoten in – uitdrukkelijk verzet tegen de verbanning van het geloof uit het publieke leven. Dat is hoopvol.
Nog meer hoopvol is de zeer uitdrukkelijke belofte die Sven Gatz doet: de VRT moet in 2016 een nieuw levensbeschouwelijk pro- gramma maken, in samenwerking met de levensbeschouwingen.
Hij maakt zich zelfs sterk dat dit programma beter wordt dan de huidige uitzendingen en dat de doelgroep tevreden zal zijn. Dat is een ondubbelzinnig engagement, waarmee hij zich kwetsbaar opstelt. Hij rekent immers op de openbare omroep om deze belofte waar te maken.
Die VRT hangt momenteel (even?) in de touwen. Zware besparingen veroorzaken hevige onrust in de gangen van de Reyerslaan. Mede- werkers voelen zich bedreigd in hun job of gefnuikt in hun moge- lijkheden. In die context weigerde de VRT ons te woord te staan over het toekomstige levensbeschouwelijke programma. Gezien de omstandigheden kunnen we daarvoor begrip opbrengen, maar tege- lijk bekruipt ons de vrees dat de VRT nog geen idee heeft welk pro- gramma er zal worden gemaakt. Laat staan door wie, met wie, wan- neer, op welke zender, met welke middelen.
Er zijn dus vele vragen en weinig concrete antwoorden, terwijl 2016 snel dichterbij komt. Toon Osaer waarschuwt terecht dat Braambos niet door slappe kost mag worden vervangen. We mogen een pro- gramma verwachten met diepgang, kennis van zaken en inlevings- vermogen. Op een uitzenduur dat niet bij voorbaat hopeloos is. Bij de VRT en bij de Vlaamse productiehuizen lopen zeer getalenteerde televisiemakers rond, die dat zeker moeten aankunnen. Zullen zij de handschoen opnemen en krijgen ze de middelen en de ruimte om knappe uitzendingen te maken?
Voorlopig moeten we het stellen met een forse belofte van minister Gatz. The proof of the pudding is in the eating, weten de Engelsen. Pas wanneer we resultaten zien, kunnen we gerust zijn.
”
De VRT moet
in 2016 een nieuw levensbeschouwelijk programma maken
Een forse belofte
Luk Vanmaercke
standpunt
Reageren op dit artikel? Dat kan op lezersbrieven@kerknet.be
Reageren op dit artikel? Dat kan op lezersbrieven@kerknet.be