Antwoorden oefentoets hoofdstuk 4: Meetkunde
NB: Dit zijn antwoorden. Voor volledige uitwerkingen verwijs ik je door naar het filmpje dat op de site staat. Zorg dat je eigen uitwerkingen volledig zijn.
Alleen deze antwoorden zou niet de volle punten opleveren.
Lengtes en hoeken
3pt 1. Opp van het parallellogram is 15:
EH ⊥ AB →6 HEB = 90o
6 AEG =6 HEB = 90o (overstaande hoek) 3pt 2. 6 AGF = 90o (Thales).
6 AGE =6 GAE (gelijkzijdige ∆) = 12(180o− 90o) = 45o
6 EGF = 90o− 45o = 45o 4pt 3. 6 ABC ≈ 104, 04o
Rakende cirkels
4pt 4. ∆F M2D ∼ ∆BM2D ∼ ∆BM2G 2 ·6 F M2D =6 DM2G
6 GBD =6 EM D = 60o 3pt 5. |AB| = r(√
3 + 1).
Oude bekende
3pt 6. Som van de hoeken van een driehoek is 180 graden Hoek van een rechte lijn is 180 graden
De hoeken van arcering zijn 90 graden 3pt 7. a2+ b2 = oppervlakte (= c2) → Pythagoras
Benadering van π
1
5pt 8. Vanaf n = 56
Driehoek en cirkel
7pt 9. α ≈ 25, 9o en β ≈ 64, 1o α ≈ 64, 1o en β ≈ 25, 9o Sinus- en cosinusregel
3pt 10 β ≈ 150, 8o. 3pt 11 |EF | ≈ 10, 78.
EINDE — Harm van Deursen — 2015
2