Vraag nr. 153 van 7 december 2004
van de heer KOEN VAN DEN HEUVEL
R6 Ring Mechelen – Doortrekking – Gevaar-lijke punten
De doortrekking van een volwaardige ringweg rond Mechelen is een dossier dat reeds heel lang aansleept. Alle gronden voor de realisatie van het verder doortrekken van deze gewestweg tot aan de N15 zijn reeds lang verworven. In 2000 werd de MER-procedure (milieueffectrapport) opge-start over het tracé van de doortrekking.
In 2003 werd er door de Vlaamse Gemeenschap een opdracht gegeven aan TV3V (Tijdelijke Vereniging Veilig Verkeer Vlaanderen) om de gevaarlijke punten en wegvakken in Vlaanderen aan te pakken. Daaruit bleek dat op de R6, de ringweg rond Mechelen-Sint-Katelijne-Waver, zo maar even drie van deze gevaarlijke punten voorkomen, met name :
kruispunt N1 (Antwerpsesteenweg) en R6 ; kruispunt N14 (Liersesteenweg) en R6 ;
kruispunt N105 (Heisbroekweg en Donk) en R6. Het is duidelijk dat het wegwerken van deze zwarte punten heel veel leed zou kunnen besparen, want de afgelopen jaren vielen er al heel wat, ook dodelijke, slachtoffers op deze gevaar-lijke punten op de R6.
1. Behoort de doortrekking van de R6 tot de N15 tot de prioriteiten en zo ja, wat is de vooropgestelde timing hiervan ?
2. Behoort het wegwerken van de drie zwarte punten tot de prioriteiten en wat is de timing hiervan ?
Antwoord
1. De doortrekking van de R6 tot de gewestweg N15 behoort inderdaad tot één van de prio-riteiten.
Op 30 juni 2004 werd een algemene offer-tevraag voor aanneming van diensten gehouden om een studiebureau aan te stellen
voor de opmaak van het uitvoeringsdossier. In dit bestek wordt opgelegd dat het studiebureau over 210 kalenderdagen beschikt om dit werk af te ronden. Het volledige dossier met het voorstel en een grondige motivatie voor het aanstellen van een studiebureau werd begin december door de Inspectie van Financiën en mij goedgekeurd. In de eerste maanden van 2005 kan het studiebureau met deze opdracht beginnen en dus moet tegen het najaar het uitvoeringsdossier aanbestedingsklaar zijn. Zodra de budgetten voor dit werk voorbe-houden worden (in het voorstel van program-ma 2005 was hiervoor geen budgettaire ruimte beschikbaar), kan de effectieve realisatie van de doortrekking van de R6 gestart worden. 2. Alle drie deze punten behoren tot de
