Besluit
P a g in a 1 /1 1 M u z e n s tra a t 4 1 | 2 5 1 1 W B D e n Ha a g P o s tb u s 1 6 3 2 6 | 2 5 0 0 B H D e n Ha a g
T 0 7 0 7 2 2 2 0 0 0 | F 0 7 0 7 2 2 2 3 5 5 in fo @ a c m .n l | www. a c m .n l | www. c o n s u wi jz e r.n l
Ons kenmerk: ACM/DE/2016/202041 Zaaknummer: 15.1202.12
1. Verloop van de procedure
1. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) heeft in december 2015 tien, en in zowel januari 2016 als in maart 2016 twee, aanvragen tot geschilbeslechting op grond van artikel 19, eerste lid, van de Gaswet ontvangen. De aanvragen zijn gevoegd behandeld. Het betreft de volgende veertien aanvragen:
Naam netbeheerder Naam aanvrager Datum ontvangst Nummer
Liander N.V. Groen Gas Haarlemmermeer v.o.f. 4 december 2015 15.1202.12
N.V. HVC 4 december 2015 15.1202.12
Indaver Compost B.V. 4 december 2015 15.1202.12
BioGast Biddinghuizen v.o.f. 14 december 2015 15.1232.12
BioGast Westpoort B.V. 26 januari 2016 16.0077.12
BioGast Agro Hensbroek B.V. 26 januari 2016 16.0077.12
Stedin Netbeheer B.V.
BioGast Beverwijk v.o.f. 4 december 2015 15.1203.12
BioGast Amsterdam B.V. 14 december 2015 15.1233.12
Enexis B.V. Cooperatie Koninklijke Cosun U.A. 4 december 2015 15.1204.12
BioGast Project Beheer B.V. 4 december 2015 15.1204.12
Ecofuels B.V. 4 december 2015 15.1204.12
BioGast Tirns v.o.f.
[1]4 december 2015 15.1204.12
Wabico B.V. 29 maart 2016 16.0298.12
Host B.V. 29 maart 2016 16.0298.12
2. De betrokken netbeheerders Liander N.V., Stedin Netbeheer B.V. en Enexis B.V. hebben ten aanzien van de eerste tien ingediende aanvragen op 28 december 2015 een gezamenlijke schriftelijke reactie aan ACM gestuurd. In de twee in januari 2016 ingediende aanvragen, hebben de betreffende netbeheerders verwezen naar deze reactie.
3. Op 16 februari 2016 heeft op het kantoor van ACM een hoorzitting plaatsgevonden. De partijen bij de geschilaanvragen die waren ingediend in december 2015 en januari 2016, hebben hun standpunten toegelicht. Naar aanleiding van de hoorzitting hebben de daar aanwezige aanvragers op 10 maart 2016 aanvullende informatie verstrekt.
[1]
vanaf 1 januari 2016 behoort deze aanvrager binnen het dekkingsgebied van Liander.
Besluit
2 /1 1
4. In de in maart 2016 ingediende aanvragen geschilbeslechting hebben partijen afgezien van een hoorzitting en hebben de betreffende netbeheerders geen schriftelijke zienswijze ingediend, maar verwezen naar hun eerdere standpunt in de overige geschillen.
5. Hierna worden alle aanvragers tezamen aangeduid als “de aanvragers”, alle netbeheerders tezamen als “de netbeheerders”.
2. Het geschil
6. Het geschil betreft in de eerste plaats de vraag of de netbeheerders op grond van de Gaswet en de daarop gebaseerde regelgeving terecht het transportafhankelijke tarief in rekening hebben gebracht bij de aanvragers over de periode vanaf 1 januari 2013 tot heden. Het betreft de aansluitingen die zij enkel gebruiken voor het invoeden van gas op het gastransportnet van de netbeheerders. Deze aansluitingen worden hierna tezamen aangeduid als ‘de aansluitingen’.
7. In de tweede plaats betreft het geschil de vraag of de netbeheerders op grond van de Gaswet en de daarop gebaseerde regelgeving terecht het transportonafhankelijke tarief in rekening hebben gebracht ten aanzien van dezelfde aansluitingen. De periode waar dit onderdeel van het geschil betrekking op heeft begint vanaf het moment dat een netbeheerder het transportonafhankelijke tarief in rekening heeft gebracht en loopt door tot heden, tenzij het in rekening brengen van dat tarief eerder is beëindigd. Het eerste moment dat het tarief in rekening is gebracht bij één van de aansluitingen is 1 juni 2009.
3. Achtergrond van het geschil
8. De aanvragers zijn producenten van groen gas. Zij voeden via de betreffende aansluitingen het door hen geproduceerde gas in op het gastransportnet van de netbeheerders. Het betreft steeds één of meer telemetrieaansluitingen met een capaciteit van meer dan 40m³ per uur.
9. Vanaf de aanvang van de aansluit- en transportovereenkomsten tot heden hebben de netbeheerders het transportonafhankelijke tarief in rekening gebracht voor de geleverde transportonafhankelijke transportdiensten. Vanaf 1 januari 2013 hebben de netbeheerders ook het transportafhankelijke tarief in rekening gebracht.
4. Juridisch kader
10. De relevante artikelen uit de Gaswet, de Begrippenlijst Gas en de Tarievencode Gas zijn
opgenomen in bijlage I van dit besluit.
Besluit
3 /1 1
5. Standpunten van de partijen
5.1. Standpunten van de aanvragers
11. Volgens de aanvragers is er geen wettelijke grondslag voor het in rekening brengen van de transporttarieven nu aan hen geen gas wordt geleverd. In de tweede plaats biedt volgens de aanvragers de Tarievencode Gas geen grondslag om de transporttarieven in rekening te brengen.
12. De aanvragers wijzen op de bepalingen en de toelichting in het Voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Electriciteits- en gaswet), hierna het wetsvoorstel.
ϭIn de Memorie van Toelichting en de Nota naar aanleiding van het verslag van dit wetsvoorstel staat vermeld dat voor invoeding van gas geen transporttarief meer hoeft te worden betaald. De aanvragers lezen deze passages zo dat hiermee wordt bevestigd dat het transporttarief geen wettelijke basis kende.
13. De aanvragers stellen dat de netbeheerders de wijzigingen van de tarieven hebben doorgevoerd gedurende de reguleringsperiode 2011 – 2013 en niet aan het begin van een nieuwe
reguleringsperiode. Volgens de aanvragers is het gevolg dat de netbeheerders nu tweemaal een vergoeding krijgen voor het transport van hetzelfde gas. Ook hierom kan het transporttarief niet in rekening worden gebracht bij de aanvragers.
5.2. Standpunten van de netbeheerders
14. Volgens de netbeheerders biedt artikel 14, eerste lid, van de Gaswet de wettelijke grondslag voor het in rekening brengen van de transporttarieven. Uit de in dat artikel gegeven beschrijving volgt dat het transporttarief in rekening wordt gebracht aan een ieder die verzoekt om
gebruikmaking van het gastransportnet voor het transporteren van gas en vervolgens ingaat op het daartoe strekkende aanbod van een netbeheerder.
15. De netbeheerders stellen dat de transporttarieven, die zij op grond van artikel 14, eerste lid, van de Gaswet in rekening brengen, conform de Tarievencode Gas en de door ACM vastgestelde tarievenbesluiten zijn. In aanvulling hierop wijzen zij op een e-mail van ACM van 26 april 2012.
In deze mail geeft een medewerker van ACM aan dat netbeheerders de tarieven in rekening kunnen brengen, omdat er in de Gaswet en de Tarievencode Gas geen onderscheid wordt gemaakt tussen een invoeder en een afnemer, zodat zowel aan invoeders als verbruikers
ϭ