• No results found

Door middel van acties, stakingen en betogingen eiste het personeel van de gezondheidssector meer arbeidsplaatsen omdat de werkdruk te hoog ligt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Door middel van acties, stakingen en betogingen eiste het personeel van de gezondheidssector meer arbeidsplaatsen omdat de werkdruk te hoog ligt"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 131 van 24 maart 1999

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Rust- en verzorgingstehuizen – Werkdruk

In het voorjaar van 1998 werden we overstelpt met berichten over de "witte woede". Door middel van acties, stakingen en betogingen eiste het personeel van de gezondheidssector meer arbeidsplaatsen omdat de werkdruk te hoog ligt.

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de hoge werkdruk, vooral in combinatie met beperkte re- gelmogelijkheden, kan leiden tot jobontevreden- heid, stressklachten en verhoogd ziekteverzuim.

Omdat werkdruk en stress – met alle gevolgen van dien voor de gezondheid van de werknemers – steeds belangrijker worden, en vooral in de verzor- gingssector scherp aan de orde zijn, zette Idewe – met de steun van de Federale Diensten voor We- tenschappelijke, Technische en Culturele Aangele- genheden (DWTC) – in oktober 1997 een studie op om een preciezer beeld van deze problematiek te krijgen. Naast aspecten van werkstress werden ook andere relevante problemen in rust- en verzor- gingstehuizen (RVT) in kaart gebracht : rugklach- ten, ziekteverzuim en gezondheidsklachten zoals burn-out (Idewe : een interbedrijfsgeneeskundige dienst, VZW – red.).

Deze resultaten zijn belangrijk omdat niet zozeer de werkdruk op zich – vaak bepaald door externe, moeilijk beïnvloedbare factoren – maar vooral de onevenwichtige balans tussen vereisten en regel- mogelijkheden, stress veroorzaken. Opvallend is dat de balans tussen de gestelde eisen in werk en de ervaren regelmogelijkheden vooral uit even- wicht blijkt te zijn bij het verplegend en verzor- gend personeel in Vlaamse RVT's. Er werd boven- dien een duidelijk verband vastgesteld tussen ener- zijds bepaalde jobkarakteristieken en anderzijds gezondheidsklachten, jobontevredenheid en psy- chisch welzijn.

De aanwerving van meer personeel biedt niet per definitie een oplossing voor de gerapporteerde problemen. Niet de werkdruk op zich is immers be- palend, maar de combinatie met geringe regel- en controlemogelijkheden.

1. Wordt aan dit aspect aandacht besteed in het kader van het kwaliteitsdecreet in de sector RVT-RO (rustoord) ?

2. Welke maatregelen werden reeds genomen of zijn nog in voorbereiding om de kwaliteit van de werkomstandigheden van het zorgpersoneel

in RO's en RVT's te verbeteren ?

Antwoord

In het decreet inzake de kwaliteitszorg in de wel- zijnsvoorzieningen, waaronder onder andere de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen met ba- siserkenning van een rusthuis ressorteren, wordt bepaald dat elke welzijnsvoorziening een verant- woorde hulp- en dienstverlening moet aanbieden.

Dit is een hulp- en dienstverlening die gebruikers- gericht en maatschappelijk aanvaardbaar is en die doeltreffend, doelmatig en continu wordt aangebo- den. Deze begrippen worden per sector verder ge- operationaliseerd in een aantal minimale kwali- teitseisen. Dit zijn eisen die specifiek zijn voor een bepaalde sector en waaraan de hulp- en dienstver- lening die een voorziening aanbiedt, minimaal moet voldoen. Bedoeling is deze minimale eisen op te nemen in de sectorale regelgevingen, zodat ze op termijn erkenningsvoorwaarden worden.

Voor de sector ouderenvoorzieningen is reeds werk gemaakt van het opstellen van een lijst van minimale kwaliteitseisen. De meeste van deze eisen zijn zo geformuleerd dat ze een garantie bie- den voor het naleven van de rechten van de gebrui- kers. Een aantal van deze eisen hebben betrekking op de medewerkers van een voorziening. Als me- dewerkers in degelijke omstandigheden kunnen werken, zal dit finaal aan de gebruikers ten goede komen.

In de lijst van opgestelde eisen wordt onder andere bepaald dat elke medewerker de mogelijkheid moet hebben om een klacht te uiten. De voorzie- ning werkt daartoe een klachtenprocedure uit. Op basis van analyse van de ingediende klachten treft de voorziening correctieve en preventieve maatre- gelen. Er moet dus met de ingediende klachten ook iets worden gedaan. Deze eis wil aan de medewer- kers de mogelijkheid bieden om zaken die volgens hem of haar fout lopen in de voorziening, te signa- leren en wil ook de garantie bieden dat er iets aan zal worden gedaan.

De voorziening moet ervoor zorgen dat zij vol- doende en deskundige medewerkers inzet om haar doelstellingen te bereiken. Daartoe moeten de me- dewerkers over de nodige kwalificaties beschikken en dient er voor hen een vormingsbeleid te worden uitgewerkt. Goed opgeleide en permanent gevorm- de medewerkers komen de kwaliteit van de werk- omstandigheden ten goede.

De voorziening bespreekt systematisch en op gere- gelde tijdstippen het functioneren van de mede-

(2)

werkers en stuurt het bij. Externe krachten die in de voorziening worden ingeschakeld, zoals bijvoor- beeld stagiaires, krijgen ondersteuning. Er worden functiebeschrijvingen opgesteld voor de verant- woordelijkheden en er is een organogram.

De voorziening organiseert onder andere met de medewerkers periodiek overleg over de hulp- en dienstverlening. Op deze wijze wordt aan de mede- werkers mogelijkheid tot inspraak geboden.

Via bovenvermelde eisen wordt aan de medewer- kers de gelegenheid geboden om zelf meer invloed te hebben op hun werkomstandigheden, en dit via diverse wegen. Op deze wijze heeft het kwaliteits- decreet aandacht voor de bovenvermelde proble- matiek. Als bijlage voeg ik het overzicht van de huidige stand van zaken in het sectoraal overleg van de sector ouderenvoorzieningen met betrek- king tot de minimale kwaliteitseisen, de minimale elementen van het kwaliteitssysteem, de kwaliteits- planning en het kwaliteitsjaarverslag.

In aansluiting op het protocolakkoord met de fede- rale overheid van 9 juni 1997 worden door de Vlaamse minister bevoegd voor het Gezondheids- beleid, verspreid over vijf jaar en dit sinds 1998, 14.116 rusthuiswoongelegenheden voorzien van een bijkomende erkenning als rust- en verzorgings- tehuis. Dit houdt een hoger forfait in en bijgevolg extra financiële middelen. Deze middelen kunnen onder andere worden ingezet voor het uitbouwen van een kwantitatief en kwalitatief betere zorgver- lening.

De inspectie van de Vlaamse administratie Ge- zondheidszorg heeft bij de betrokken rusthuizen een bevraging georganiseerd om na te gaan waar- aan deze extra middelen worden besteed. Uit hun vaststellingen blijkt dat deze middelen worden aangewend voor het verbeteren van de werkom- standigheden in de rusthuizen. Zo worden er bij- voorbeeld hoog-laagbedden en tilliften mee gefi- nancierd. In eerste instantie heeft men deze midde- len dus niet gebruikt voor het aanwerven van extra personeel, maar wel voor het verbeteren van de materiële uitrusting. Wat op zijn beurt ten goede komt aan de kwaliteit van de werkomstandigheden van het verpleegkundig en verzorgend personeel.

De Vlaamse rusthuizen die huisvesting en zorg bie- den aan zwaar zorgbehoevende oudere personen die beantwoorden aan het RVT-profiel, beschikken veelal over het noodzakelijke personeel nog vóór zij de bijkomende erkenning verkrijgen als RVT.

(Bovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het Alge- meen Secretariaat van het Vlaams Parlement, dienst Schriftelijke Vragen – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Combined signs of clinical examination for estimation of CO Variables of interest Author, year Patients Population Clinical profile Clinical profile based on CO -measurement

Het doel van de verkenning is inzicht krijgen in kansen voor het verminderen van werkdruk en scholen voorbeelden geven waarmee ze werkdruk kunnen verminderen. De vraagstellingen

Interventies kunnen zowel op het niveau van de organisatie zijn (denk aan HRM, leiderschap en taakontwerp), of op het niveau van de individuele werknemer (denk aan gebruik van

Deze scriptie is geschreven naar aanleiding van mijn afstudeeronderzoek bij Wijgula in Druten. Tijdens mijn stage ben ik door verschillende mensen geholpen en die wil ik op deze

Niet alle factoren hebben een grote invloed. De factoren die voor meer dan tien procent bijdragen aan de werkdruk zijn de volgende: Het aantal persoonlijke verantwoordlijkheden

De focus van het onderzoek om de knelpunten op te lossen wordt bepaald en tevens wordt in dit hoofdstuk literatuur aangedragen om de vraag naar bedden bij het dagcentrum

Als we ons alléén afvragen wanneer mensen negatieve stress ervaren, hebben we te weinig oog voor de positieve werking van stress en kunnen we er ook minder positief gebruik

Tijdens werkdruklunches praten medewerkers over wat werkdruk is, wat specifieke aandachtspunten zijn en of de toegepaste interventies effect hebben.. Op sommige universiteiten