Vraag nr. 28
van 27 november 1998
van de heer MARC OLIVIER
Motie drugspreventie – Stand van zaken
Tot besluit van de interpellatie over de gevolgen voor het drugspreventiebeleid, van de federale richtlijn met betrekking tot het vervolgingsbeleid inzake verdovende middelen, keurde het Vlaams Parlement op 24 juni 1998 een met redenen omkle- de motie goed (Stuk 1091 (1997-1998) – Nr. 1 – red.).
Hierin verzoek het Vlaams Parlement de Vlaamse regering :
– op de begroting voor 1999 meer middelen uit te trekken voor de verdere ontwikkeling van een efficiënt drugspreventiebeleid ;
– specifieke acties te organiseren om een toena- me van het probleemgebruik die kan ontstaan ten gevolge van de federale omzendbrief met betrekking tot het vervolgingsbeleid inzake ver- dovende middelen, te voorkomen en op te van- gen ;
– teneinde het overleg met de federale overheid te activeren en met het oog op de beleidscoördi- natie en voorbereiding, uitvoering en evaluatie en bijsturing van het globale drugbeleid, aan te dringen op de oprichting van de Cel Drugbeleid zoals bedoeld in de motie die op 26 juni 1997 is aangenomen door de Kamer van Volksverte- genwoordigers tot besluit van de werkzaamhe- den van de Werkgroep Drugbeleid.
1. Wat is de huidige stand van zaken met betrek- king tot elk van de in deze motie aangenomen doelstellingen ?
2. Wanneer een of meerdere van de vooropgestel- de doelstellingen niet of slechts gedeeltelijk werden gerealiseerd, welke zijn daarvan de oor- zaken ?
3. Welke zijn de geplande bijsturingen ?