Vraag nr. 130 van 4 juni 1998
van de heer STEVE STEVAERT Expansiesteun – Franchising
In het kader van expansiesteun worden er rente- en kapitaalsubsidies toegekend aan kleine en mid- delgrote ondernemingen in Vlaanderen. Deze KMO's kunnen de vorm aannemen van een fran- chisenemende onderneming. Uit onder meer de analyse van de rekeningen van een aantal van deze ondernemingen blijkt dat door grote franchise- gevende ketens dikwijls (variabele) gunstregimes worden toegekend aan een franchisenemer die omgekeerd evenredig zijn met de hun toegekende subsidies van de Vlaamse overheid.
Zo is er het geval van franchiseondernemers die na de toekenning van rentesubsidies hun contractueel verplichte lasten zien stijgen, of worden gedwon- gen om hun beroepsinkomsten te laten dalen tot het niveau waarop hun inkomen opnieuw even groot werd als vóór de toekenning van deze subsi- dies. De voordelen van de subsidies vallen alzo het franchisegevende (multi-nationale) bedrijf toe, en niet de KMO die ervoor in aanmerking kwam. Ook bij het toekennen van kapitaalsubsidies is het de franchisegevende onderneming die – via manipu- laties van het businessplan – vaak de voordelen van de toegekende bedragen binnenrijft.
1. Hoeveel KMO's die als franchisenemer kunnen worden beschouwd, kregen reeds een dergelijke rente- en kapitaalsubsidie toegekend ?
2. Heeft de minister weet van systemen waarbij de directie van een franchisenemende KMO door het moederbedrijf onder druk wordt gezet om ingehaalde subsidies boekhoudkundig "te com- penseren" met "stijgende" – door het moeder- bedrijf bepaalde – kosten of dalende inkom- sten, waardoor deze subsidies onrechtstreeks naar de beherende multinational gaan ? Zo ja, werden hiertegen maatregelen genomen ?
Antwoord
1. Dossiers van ondernemingen die zich op de markt profileren als franchisenemer van een bepaalde keten, worden niet als dusdanig geco- deerd en zijn bijgevolg niet herkenbaar in het informaticasysteem. Het betreft trouwens afzonderlijke vennootschappen met eigen iden- titeit, waaruit geen band blijkt met de franchise- gevende ketens.
Niettemin heeft de administratie kennis van een aantal dossiers (franchisenemers) die reeds expansiesteun hebben genoten, maar die kun- nen als dusdanig niet uit het opvolgingssysteem worden gehaald.
2. De administratie heeft geen kennis van syste- men waarbij de directie van een franchisene- mende onderneming door het moederbedrijf onder druk wordt gezet om ingehaalde subsi- dies boekhoudkundig "te compenseren" met
"stijgende" – door het moederbedrijf bepaalde – kosten of dalende inkomsten.
Er werden op dit punt geen meldingen geac- teerd.