• No results found

Kan de door het Waals Gewest vermelde verbe- tering in de kwaliteit van het water van de Den- der en de Dijle in Vlaanderen werkelijk worden waargenomen ? 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kan de door het Waals Gewest vermelde verbe- tering in de kwaliteit van het water van de Den- der en de Dijle in Vlaanderen werkelijk worden waargenomen ? 2"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 153 van 8 maart 1999

van de heer FRANCIS VERMEIREN

Grensoverschrijdende Waalse rivieren – Waterkwa- liteit – Dijlepark

Het Waals Gewest heeft een aantal rivierconve- nants afgesloten met de verkozen mandatarissen, de "riviergebruikers" en de openbare en privé-ver- enigingen die zich willen inzetten voor maatrege- len tegen de verontreiniging, maar ook ten gunste van het leefmilieu en de landschappen.

Inzonderheid werd onlangs verwezen naar het Dijle-convenant, waarbij het Waals Gewest subsi- dies heeft verleend voor de nodige werken, maar ook voor de bouw van drie zuiveringsstations. De bedoeling is een natuurpark van de Dijle in Waals-Brabant tot stand te brengen, met nadruk op het herstel van de biodiversiteit, het vrijwaren van de vochtige gronden, de aanleg van schuilplaatsen voor vogels, het planten van bomen en hagen, de terugkeer van dierenleven in de rivier.

Een merkelijke verbetering zou reeds zijn ingetre- den wat de Dijle, maar ook wat de Dender, de Maas en de Semois betreft.

Een aantal andere rivieren stroomt vanuit het Waalse landsgedeelte noordwaarts in het Schelde- bekken naar Vlaanderen.

1. Kan de door het Waals Gewest vermelde verbe- tering in de kwaliteit van het water van de Den- der en de Dijle in Vlaanderen werkelijk worden waargenomen ?

2. Hoe staat het met de andere rivieren die uit Wallonië komen ?

Is er hier reeds sprake van enige verbetering de jongste jaren ?

Werd hieromtrent reeds contact opgenomen met de in het Waals Gewest bevoegde overheid ?

3. Behoort een aansluiting in Vlaams-Brabant op het in Waals-Brabant geplande natuurpark van de Dijle, met dezelfde doelstellingen, tot de mo- gelijkheden ?

Antwoord

1. a) De gegevens van de Vlaamse Milieumaat- schappij (VMM) tonen aan dat de kwaliteit van de Dender ter hoogte van de grens met Wallonië sinds 1990 gestadig verbetert.

Dit blijkt duidelijk uit een stijging van het zuurstofgehalte en een daling van het che- misch zuurstofverbruik (CZV) vanaf 1990.

De gemiddelde zuurstofconcentratie voor de periode 1990/1991 bedraagt namelijk 5 à 6 mg/l, terwijl voor de periode 1997/1998 deze gemiddelde concentratie stijgt naar een ni- veau van 8 à 8,5 mg/l. Het CZV-gehalte daalt van ongeveer 50 mg/l voor de periode 1990/1991 naar ongeveer 30 mg/l voor de pe- riode 1997/1998, en schommelt hierbij rond de basiskwaliteitsnorm (30 mg/l).

De evolutie van de biologische waterkwali- teit van de Dender bevestigt deze positief waargenomen trend. Op bijna alle onder- zochte meetplaatsen wordt een significante verbetering van de biologische waterkwali- teitsindex vastgesteld. Voor de periode 1989/1997 is de biologische waterkwaliteit verbeterd van de klasse "zeer slechte kwali- teit" naar de klasse "matige kwaliteit".

De kwaliteitsverbetering van de Dender is groter in het stroomafwaartse gedeelte (Aalst-Dendermonde) in vergelijking met het stroomopwaartse gedeelte (Geraardsber- gen).

b) De kwaliteit van de Dijle verbetert lichtjes over haar volledig traject.

De verbetering van het zuurstofgehalte en het chemische zuurstofverbruik is meer uit- gesproken in het stroomafwaartse gedeelte (Mechelen) in vergelijking met het meest stroomopwaartse gedeelte (Oud-Heverlee).

In het algemeen is het zo dat het stroomop- waartse gedeelte van de Dijle matig veront- reinigd is, terwijl het stroomafwaartse ge- deelte evolueert van de klasse "verontrei- nigd" naar de klasse "matig verontreinigd".

De gemiddelde zuurstofconcentratie van de Dijle voor de periode 1990/1997 schommelt rond de 8 mg/l, terwijl het gemiddeld CZV- gehalte voor deze periode schommelt rond de 40 mg/l.

2.

(2)

Naast de Dender en de Dijle worden door de VMM onder meer de volgende grensoverschrij- dende waterlopen onderzocht : de Marke, de Schelde, de Laan, de Zenne, het Zeekanaal Brussel-Schelde, de Grote Gete, de Kleine Gete en de Jeker.

Het zuurstofgehalte van de Marke blijft onge- veer gelijk voor de periode 1990/1997 en schom- melt rond de 8,5 mg/l. Het CZV-gehalte van de Marke verbetert gedurende de periode 1990/1997 en daalt van ongeveer 70 mg/l naar 30 mg/l.

De bovenloop van de Marke wordt echter reeds sterk vervuild door het afvalwater afkomstig van Edingen. Op Vlaams grondgebied is sinds 1994 de RWZI Galmaarden in werking, waar- door vanaf 1995 een lichte kwaliteitsverbetering kan worden vastgesteld.

De kwaliteit van de Bovenschelde is reeds zeer slecht bij het binnenkomen in het Vlaamse ge- west.

Deze slechte kwaliteit wordt voor een belang- rijk deel veroorzaakt door de Grote Spierebeek.

In 1990 werd er voor de Grote Spierebeek een gemiddeld CZV gemeten van 615 mg/l en het zuurstofgehalte bedroeg gemiddeld slechts 0,78 mg/l. In 1998 werd er respectievelijk 319 mg/l en 2,8 mg/l gemeten. Deze kwaliteitsverbetering is toe te schrijven aan saneringen in Roubaix en Moeskroen.

Op de Bovenschelde werd tussen 1995 en 1997 steeds een lichte kwaliteitsdaling vastgesteld. In 1998 wordt, in vergelijking met 1996 en 1997, een aanzienlijk hogere zuurstofconcentratie en een iets lager CZV-gehalte gemeten. Door het opstarten van de RWZI's Spiere en Helkijn wordt er een verdere kwaliteitsverbetering ver- wacht in de nabije toekomst.

De kwaliteit van de Laan is ongeveer gelijk ge- bleven over de periode 1990-1997, met uitzon- dering van de meetplaats in Rixensart, waar een uitgesproken kwaliteitsverbetering werd vastge- steld.

De kwaliteit van de Zenne is de laatste jaren weinig of niet geëvolueerd. De kwaliteit blijft er over het ganse traject zeer slecht.

Ook in de kwaliteit van het Kanaal Brussel- Charleroi is weinig evolutie waar te nemen. De kwaliteit schommelt tussen matig en slecht.

De kwaliteit van de Grote Gete is sterk verbe- terd (van zeer slechte kwaliteit naar matige kwaliteit) in het traject Tienen-Zoutleeuw, ter- wijl de kwaliteit ter hoogte van de Waalse grens (Hoegaarden) over het algemeen gelijk is geble- ven (matige kwaliteit).

De kwaliteit van de Kleine Gete is over het alge- meen weinig geëvolueerd. Gemiddeld wordt hier een matige kwaliteit gehaald.

De kwaliteit van de Jeker is iets verbeterd en evolueert van zeer slecht naar slecht.

Het overleg met de andere gewesten en met de buurlanden Nederland en Frankrijk gebeurt re- spectievelijk in de Internationale Commissie voor de Bescherming van de Schelde (ICBS) en in de Internationale Commissie voor de Be- scherming van de Maas (ICBM). In de schoot van deze commissies werden een aantal werk- groepen opgericht : een werkgroep "waterkwa- liteit", een werkgroep "emissies" en een werk- groep "grensoverschrijdende samenwerking en gemeenschappelijke leefmilieuprojecten". De in het kader van deze commissies opgestelde rap- porten vormen de toetssteen voor de ontwikke- lingen van de waterkwaliteit in deze stroomge- bieden.

3. De Dijlevallei stroomopwaarts van Leuven vormt sinds lang een belangrijk aandachtspunt voor het gewestelijk natuurbeleid. Zowel de Vlaamse overheid, afdeling Natuur, als de er- kende terreinbeherende verenigingen ontwik- kelen belangrijke aankoop- en inrichtingspro- jecten in dit gebied. De Vlaamse Landmaat- schappij (VLM) voert momenteel een onder- zoek uit naar de haalbaarheid van een natuurin- richtingsproject in de Dijlevallei tussen Sint- Joris-Weert en Heverlee. Het Regionaal Land- schap Dijleland is door het Vlaams Gewest er- kend en eveneens actief in het gebied.

Het Vlaams Gewest zal positief meewerken aan elk initiatief dat kan leiden tot een betere be- scherming van de natuur in de Dijlevallei aan beide zijden van de gewestgrens.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om  de  vispassages  voorbij  de  stuw  te  detecteren  werd  gebruik  gemaakt  van  akoestische  telemetrie. 

3.3 Voor welke Natura2000 habitattypes en – – –soorten/regionaal belangrijke biotopen en – soorten/regionaal belangrijke biotopen en soorten/regionaal belangrijke biotopen

Ook mag volgens de KRW toekom- stige economische groei geen toename van verontreiniging en belasting van water tot gevolg hebben.Om dit te realiseren is een integrale aanpak van

1964-1972.. CORRESPONDENCE AND TELEGRAMS 2/7 Constituencies; 2/7/1 Correspondence regarding National Party Natal election matters concerning the Zoeloeland constituency 1964

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het