Erfelijkheid bij de mens:
Een rollenspel.
Wist je ?
• Ongeveer vijf procent van de
pasgeborenen heeft problemen met een aangeboren afwijking.
• Ongeveer de helft daarvan is erfelijk bepaald.
Bereken:
• Schat hoeveel kinderen er per jaar in België geboren worden.
Ongeveer 100.000.
• Neem hiervan vijf procent.
5% x 100.000 = 5.000
• Hoeveel is de helft daarvan ?
Dit is een rollenspel over vier
erfelijke aandoeningen:
• Mucoviscidose of taaislijmziekte of cystic fibrosis (Mu)
• De spierziekte van Duchenne (Du) • Het fragiele-X-syndroom (Fr X)
Wat is de
spierziekte van
Duchenne
?
• Oorzaak is een deletie in een gen op het X-chromosoom.
• Door toenemende spierzwakte belandt een kind soms al op zijn tiende in een rolstoel. Later wordt de hartspier
aangetast en ademen wordt moeilijker. • Levensverwachting is ongeveer 20 jaar.
Wat is
mucoviscidose
?
• Aandoening veroorzaakt door een defect gen dat de code bevat voor het eiwit dat het uitpompen van o.a. chloor uit de
cellen verzorgt → slijm met te weinig water → dik, taai slijm → vooral
problemen in de longen.
• Gemiddelde levensverwachting: gestegen tot meer dan 30 jaar.
Wat is het
fragiele-X-syndroom
?
• Het is één van de belangrijkste erfelijke
oorzaken van een mentale handicap. De ernst ervan kan sterk uiteenlopen.
• De typische lichamelijke kenmerken worden meestal pas zichtbaar vanaf de puberteit.
• Het syndroom gaat meestal ook gepaard met gedragsmoeilijkheden.
Wat is
achondroplasie
?
• Achondroplasie betekent letterlijk : geen
kraakbeenvorming. Het is een groeistoornis, de meest voorkomende vorm van dwerggroei.
• Ze hebben gewoonlijk een goede gezondheid en een normale intelligentie. De belemmeringen die kleine mensen ondervinden worden
grotendeels bepaald door de omgeving en het eigen vermogen om met deze aandoening om te gaan.
1. Vorm een koppel a.d.h.v. de getrokken
kaarten (ad random). Deze kaart bepaalt welke aandoening jullie verder
onderzoeken.
2. Verzamel info over deze aandoening. 3. Beredeneer hoe groot de kans is dat
ouders de erfelijke aandoening doorgeven aan hun kinderen ? (kruisingsschema)
Opdrachten :
4. Veronderstel dat jullie - als drager van een erfelijke aandoening - in
verwachting zijn, welke beslissingen zullen jullie dan nemen ?
5. Veronderstel dat jullie – als drager van een erfelijke aandoening - kinderen
willen, welke beslissingen zullen jullie dan nemen?
1. Vorm een koppel a.d.h.v. de
getrokken kaarten (ad random)
Jullie weten nu welke aandoening verder te onderzoeken.
2. Verzamel (meer) info over deze
aandoening :
– Engelstalige info : www.yourgenesyourhealth.org – www.uzleuven.be/mucocentrum/muco
– www.uzleuven.be/UZroot/content/Home/wieiswie /diensten/Cme/patient/fragiel//
– www.erfocentrum.nl/zena/achon/php – Interviews : www.mijngenen.be
3. Beredeneer hoe groot de kans
is dat ouders de erfelijke
aandoening doorgeven aan
hun kinderen ?
(kruisingsschema)
Kies hieronder jullie te
onderzoeken aandoening:
- Mucoviscidose - Duchenne
- Fragiele-X-syndroom - Achondroplasie
Mucoviscidose
: een autosomaal
recessieve aandoening
• Vader en moeder zijn drager.
• Risico om de
aandoening door te geven:
• Kans op een gezond kind:
25 % 75 %
– Drager 50%
– Niet Drager 25%
De spierziekte van Duchenne
:
een X-gebonden aandoening.
• Enkel de moeder is draagster. • Kans op: – Gezonde dochter – Dochter draagster – Gezonde zoon – Zoon aangetast 25 % 25 % 25 % 25 %
Het fragiele X-syndroom:
een X-gebonden aandoening.
• Enkel de moeder is draagster. • Kans op: – Gezonde dochter – Dochter draagster – Gezonde zoon – Zoon aangetast 25 % 25 % 25 % 25 %
Achondroplasie:
een autosomaal,
dominant erfelijke aandoening.
• Enkel de vader is aangetast.
• Risico om de
aandoening door te geven:
• Kans op een gezond kind:
.
50 %
50 %
4. Veronderstel dat jullie - als
drager van een erfelijke
aandoening - in verwachting
zijn, welke beslissingen zullen
jullie dan nemen ?
1. Aanvaarden van het risico de erfelijke aandoening door te geven met de
mogelijke gevolgen
Prenatale Diagnose
• Welke zijn de 2 voornaamste methodes ?
– Vlokkentest
– Vruchtwaterpunctie
• Voor welke methode opteren jullie ? Motiveer.
– Vlokkentest
Prenatale Diagnose
• Na prenatale diagnose blijkt dat het kind de aandoening zal krijgen.
• Na prenatale diagnose blijkt dat de foetus niet is aangetast.
Na prenatale diagnose blijkt dat
het kind de aandoening zal krijgen.
• Welke beslissing nemen jullie ?
– De zwangerschap wordt verder gezet. – De zwangerschap wordt onderbroken.
• Bespreek de argumenten pro en contra voor beide keuzen:
– Genezingskansen
– Ernst van de aandoening – Secundaire gevolgen
Prenatale Diagnose
• Na prenatale diagnose blijkt dat de foetus niet is aangetast.
• De zwangerschap wordt verder opgevolgd via echografie.
Het kind wordt geboren met de
erfelijke aandoening.
• Medische verzorging zal nodig zijn.
• Welke behandelingen zijn beschikbaar ? Nu en in de nabije toekomst.
• Is celtherapie mogelijk ?
--> verlichting van symptomen
• Is (somatische) gentherapie mogelijk? --> genezing van het individu
Abortus provocatus.
• Of de ontwikkeling van een nieuw leven onderbroken mag worden, en tot op welk moment dat mag gebeuren, is een
ethische en persoonlijke kwestie.
• Abortus provocatus is een medische
ingreep waarbij zeker aandacht nodig is voor de mogelijke emotionele en
psychologische gevolgen voor de betrokkenen.
Aanvaarden van het risico de
erfelijke aandoening door te geven.
• Bespreek de argumenten pro en contra:
– Genezingskansen
– Ernst van de aandoening – Secundaire gevolgen
– Ethische argumenten
• Bij de geboorte blijkt dat het kind
– De aandoening heeft overgeërfd.
– De aandoening niet heeft overgeërfd en dus gezond is.
Prenatale Diagnose
• Prenataal betekent
• Voor wie is prenatale diagnose bestemd ?
– Paren die met een erfelijk probleem kampen – vrouw is 35 jaar of ouder
– IVF behandeling in combinatie met ICSI
Onderzoeken tijdens de
zwangerschap:
vlokkentest
.
• Uitgevoerd tijdens 10de tot 12de week van de
zwangerschap
• Met als doel het opsporen
van chromosoom-afwijkingen en
DNA-onderzoek
• Onderzoek houdt een risico op miskraam in van ongeveer 1 %.
Onderzoeken tijdens de
zwangerschap:
vruchtwaterpunctie
.
• Uitgevoerd tijdens de 14de tot 18de week van de
zwangerschap.
• Met als doel het opsporen van chromosoom-afwijkingen
en DNA-onderzoek
• Onderzoek houdt een risico op miskraam in van
ongeveer 0,5 %.
Bron:
Karyotypering
• Om chromosomale
gebreken op te sporen. • Voor gebreken op gen-niveau is DNA-analyse nodig. • Meer info: – Chromosomen onder de microscoop: www.pathology.washington.edu /galleries/cytogallery /
Toepassing van
PCR :
Een monogene aandoening op
DNA-niveau diagnosticeren, kan alleen wanneer het bepaalde gen precies omschreven is. Om dit kleine stukje DNA te onderzoeken moet het worden vermeerderd. Dat gebeurt met PCR of Polymerase Chain (ketting)
Principe (beknopt) van
PCR
:
• Het dubbelstreng DNA uit de blastomeren gaat in een buisje en wordt door het opvoeren van de temperatuur (ongeveer 95 °C) in
afzonderlijke strengen gescheiden. • Een primer verbindt zich met het
complementair stuk DNA (ongeveer 37° C). • Vrijzwevende nucleotiden vervolledigen de DNA-sequentie vanaf de primer (ongeveer 72° C). Aanvullen tot dubbelstrengig DNA
PCR: Animatie
• De hoeveelheid erfelijk materiaal verdubbelt dus tijdens elke cyclus.
Na 20 cycli heeft men theoretisch al een miljoen kopieën.
• De DNA-fragmenten in het buisje worden vervolgens met gelelektroforese op basis van hun grootte van elkaar gescheiden.
5. Veronderstel dat jullie – als
drager van een erfelijke
aandoening - kinderen willen,
welke beslissing zullen jullie
dan nemen?
Bespreek de mogelijkheden en
rangschik ze volgens voorkeur.
• Op natuurlijke wijze zwanger worden en hetrisico aanvaarden.
• Op natuurlijke wijze zwanger worden en
vervolgens overgaan tot prenatale diagnose. • Donatie (sperma, eicel of embryo).
• Pre-implantatie Genetische Diagnose PGD.
• Adoptie.
PGD
of Pre-implantatie
Genetische Diagnostiek
• Wat is dat ?
– Een procedure om erfelijke aandoeningen op te sporen door analyse van embryo’s
bekomen via IVF.
• Een alternatief voor prenatale diagnostiek ?
– Welke voor- en/of nadelen zie jij aan deze methode ?
PGD:
Voor wie ?
• Voor paren met zowel een erfelijk als een vruchtbaarheidsprobleem.
• Voor paren die niets voelen voor een eventuele onderbreking van de
Beantwoord de volgende vragen
over
PGD
:
• Komen afwijkingen meer voor bij IVF/PGD-kinderen dan bij gewone IVF/PGD-kinderen ?
• Stijgt met IVF/PGD de kans op een tweeling of drieling ?
• Zijn de hormoonbehandelingen schadelijk ? • Is het invriezen van embryo’s voor later
PGD: Hoe verloopt de procedure ?
• Eigen hormonen-productie wordt
onderdrukt.
• Inspuitingen van recFSH ter stimulatie van de eierstokken.
• bloedafnames en echografische monitoring • 36 uur voor pick-up: inspuiting van HCG om
eisprong uit te lokken
• eicel pick-up, diagnose en transfer. • verdere follow-up.
Duid op de figuur de hormonen aan.
1. ……..
2. ……..
3. ……..
4. ……..
5. ……..
1 2 4 5 3Duid op de figuur de hormonen aan.
1. GnRH gonadotrofine-releasing hormoon 2. FSH follikelstimulerend hormoon 3. LH luteïniserend hormoon 4. Oestradiol 5. Progesteron 2 4 5 3 1PGD: Eicel pick-up en diagnose
• Eicellen worden opgepikt.
• bevruchting via ICSI
• 3e dag na bevruchting: 8-cellige embryo’s
• embryobiopsie: 1 of 2 cellen van elk embryo worden weggenomen en onderzocht.
• DNA-verm. met PCR
Embryobiopsie
Waarvoor staat ICSI ?
• IntraCytoplasmatisch
Sperma-Injectie.
• De bevruchting gebeurt in het laboratorium,
door onder de verfijnde operatie-microscoop
één zaadcel in een eicel te injecteren via een
ultra-fijne glazen injectie-naald.
PGD: Diagnose en transfer
• Analyse van de gebiopseerde cellen (diagnose). • niet-aangetaste embryo(’s) worden teruggeplaatst.• indien het DNA’niet in orde’ is, worden de embryo’s vernietigd.
2 blastomeren na bioptie.
www.az.vub.ac.be/crg/fr/kijker/pgs.html Bioptie van een dag 3 embryo.
PGD: Selectie van embryo’s
• Is deze selectie van embryo’s aanvaardbaar ?
• Is het een goed alternatief om selectieve abortus later in de zwangerschap te
vermijden ? • Argumenteer.
Deel jullie beslissingen mee aan
de anderen. Motiveer je keuze.
In dit rollenspel is VRIJE KEUZE belangrijk. Mensen moeten zelf kunnen beslissen
welke conclusies ze verbinden aan genetische informatie.
Bronvermelding
• www.eibe.info
EIBE biedt uitgewerkte lessen aan via deze website. Vooral module 4 is interessant in dit kader.
• brochure erfelijkheid in de kijker (K.U.L.) • www.gen.unimaas.nl/htm/vloktest.htm • www.gen.unimaas.nl/htm/vrucpunc.htm • www.infertile.com
• www.layyous.com
Interessante links en literatuur:
• www.mijngenen.be
bevat o.a. interviews van patiënten, dokters, ouders,... • www.vib.be
een lespakket over biotechnologie in het algemeen, met o.a. een hoofdstuk over de PCR-techniek
Toepassing van
PCR :
Een monogene aandoening op
DNA-niveau diagnosticeren, kan alleen wanneer het bepaalde gen precies omschreven is. Om dit kleine stukje DNA te onderzoeken moet het worden vermeerderd. Dat gebeurt met PCR of Polymerase Chain (ketting)
Principe (beknopt) van
PCR
:
• Het dubbelstreng DNA uit de blastomeren gaat in een buisje en wordt door het opvoeren van de temperatuur (ongeveer 95 °C) in
afzonderlijke strengen gescheiden. • Een primer verbindt zich met het
complementair stuk DNA (ongeveer 37° C). • Vrijzwevende nucleotiden vervolledigen de DNA-sequentie vanaf de primer (ongeveer 72° C). Aanvullen tot dubbelstrengig DNA
• De hoeveelheid erfelijk materiaal verdubbelt dus tijdens elke cyclus.
Na 20 cycli heeft men theoretisch al een miljoen kopieën.
• De DNA-fragmenten in het buisje worden vervolgens met gelelektroforese op basis van hun grootte van elkaar gescheiden.