• No results found

Niveaugroepen in de rekenles: wat vinden leerlingen zelf?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Niveaugroepen in de rekenles: wat vinden leerlingen zelf?"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wat vinden leerlingen zelf?

Niveaugroepen in de rekenles

FOTO’S: FREEKJE GROENEMANS

(2)

Bij differentiatie staan de onderwijsbehoeften van de leerling centraal. Toch wordt bij dit onderwerp vooral over en weinig mét leerlingen

gepraat. Onderzoekers vroegen zich af: wat vinden leerlingen zelf van differentiatie met

behulp van niveaugroepen in de rekenles?

TEKST EMILIE PRAST

Leerlingen legden ook uit wat ze wel en niet leuk vonden aan hun niveaugroep. De meeste antwoorden hadden te maken met het reken­

werk. Een groot deel van de leerlingen uit hoge niveaugroepen vond de moeilijke op­

drachten en de uitdaging leuk. Leerlingen uit gemiddelde niveaugroepen noemden dat het werk precies goed was (niet te makkelijk en niet te moeilijk). Sommige leerlingen uit lagere niveaugroepen vonden het fijn dat hun werk niet te moeilijk was, dat ze hun werk afkregen, of dat ze extra uitleg kregen. Daar staat tegen­

over dat andere leerlingen uit lage niveau­

groepen, op de vraag wat ze niet leuk vonden aan hun niveaugroep, noemden dat het reken­

werk te makkelijk of saai was, of dat ze geen extra uitleg wilden. Een kleine minderheid van leerlingen uit hoge niveaugroepen noem­

de als negatieve aspecten dat ze te veel of te moeilijke opdrachten kregen, of dat het stress­

vol was.

HOEVEEL VINDEN LEERLINGEN DAT ZE LEREN?

De meeste leerlingen gaven aan dat ze er veel van leerden om in hun niveaugroep te zitten (gemiddeld rond vier op een vijfpuntsschaal).

De scores van leerlingen uit hoge niveau­

groepen waren gemiddeld iets hoger dan de scores van leerlingen uit lagere niveau­

groepen, maar deze verschillen waren niet significant.

Uit de toelichtingen van leerlingen bleken wel verschillen tussen de groepen. Leerlingen uit

H

et indelen van leerlingen met een vergelijkbaar rekenniveau in niveau groepen is een veelgebruik­

te manier om te differentiëren in de rekenles. Denk aan instructie­

groepen (bijvoorbeeld voor verlengde instruc­

tie) of verwerkingsopdrachten op drie niveaus.

In de wetenschappelijke literatuur is discussie over de wenselijkheid van niveaugroepen:

enerzijds kan dit een middel zijn om het onderwijs aan te passen aan de uiteenlopende onderwijs behoeften van leerlingen, anderzijds zijn er zorgen over mogelijke nadelige effecten voor leerlingen die in lage niveaugroepen worden geplaatst. Om te onderzoeken wat leerlingen zelf vinden van het werken met niveau groepen, namen onderzoekers Emilie Prast en Kim Stroet en studenten van de Uni­

versiteit Leiden vragenlijsten en interviews af bij 238 leerlingen uit groep 3, 5 en 7 uit klas­

sen waarin met niveaugroepen werd gewerkt.

Dit artikel bespreekt de belangrijkste resulta­

ten (in deze groep – dus niet zonder meer representatief voor heel Nederland).

WAT VINDEN LEERLINGEN (NIET) LEUK?

De meeste leerlingen gaven aan dat ze het leuk vonden om in hun niveaugroep te zitten (gemiddeld rond vier op een vijf­

puntsschaal). Hoewel de scores van leerlingen uit lage niveaugroepen gemiddeld iets lager waren dan de scores van leerlingen uit hoge niveau groepen, waren deze verschillen niet significant.

SPECIAL DIFFEREN­

TIËREN

33 JSW 5 2021

(3)

Redenen voor leerlingen uit lage niveau­

groepen om in die groep te willen blijven, waren bijvoorbeeld dat ze het een fijne groep vonden (goed contact met andere leerlingen) of dat het niet te moeilijk was. Redenen om in een hogere niveaugroep te willen zitten, waren onder andere de wens om moeilijker taken of uitdaging te krijgen (waarbij verrijkings­

werk specifiek werd genoemd), beter te leren rekenen of slimmer te worden. Ook noemden enkele leerlingen dat een hogere groep leuker zou zijn. Bij leerlingen uit gemiddelde en hoge niveaugroepen die in dezelfde groep wilden blijven, viel op dat ze, naast opmerkingen over gepaste moeilijkheidsgraad en uitdaging, regelmatig zeiden dat dit ‘hun niveau’ was.

POSITIEF OVER NIVEAUGROEPEN

De meeste leerlingen in dit onderzoek hadden een positieve mening over het werken met niveaugroepen, en specifiek de mogelijk­

heden die dit biedt voor differentiatie. Veel leerlingen noemden als voordelen dat de opdrachten bijvoorbeeld niet te makkelijk of niet te moeilijk waren, of dat ze meer of min­

der instructie konden krijgen, afhankelijk van hun behoefte.

Tegelijkertijd vonden we wel aanwijzingen dat plaatsing in een hoge niveaugroep als wense­

lijker wordt gezien dan plaatsing in een lage niveaugroep. De reacties van leerlingen uit lage niveaugroepen waren gemengder dan de reacties van leerlingen uit andere niveau­

groepen: sommige leerlingen vonden het fijn om bijvoorbeeld verlengde instructie en minder moeilijke opdrachten te krijgen, ande­

re leer lingen uit lage niveaugroepen vonden het juist vervelend om verlengde instructie te krijgen en zouden liever ook aan moeilijker opdrachten werken.

Werken met niveaugroepen kan een middel zijn om het onderwijs beter af te stemmen op de uiteenlopende onderwijsbehoeften van leerlingen, maar het is hierbij wel belangrijk om eventuele negatieve effecten op leerlingen in lage niveaugroepen te vermijden (in de tips voor de praktijk hiernaast vind je hiervoor suggesties).

hoge niveau groepen legden uit waarom ze er veel van leerden en verwezen daarbij vooral naar moeilijker opdrach­

ten en uitdaging. Bij leerlingen uit lagere niveaugroepen was het beeld gemengder: sommige leerlingen legden uit dat ze er veel van leerden, bijvoorbeeld omdat ze meer uitleg kregen van de juf en de stof daardoor beter begrepen. Andere leerlingen legden uit dat ze er weinig van leerden, bij­

voorbeeld omdat de opdrachten te makkelijk waren of omdat ze die niet snapten.

LIEVER IN EEN ANDERE NIVEAUGROEP?

Op de vraag ‘Zou je liever in een andere niveaugroep willen zitten?’ verschilden de antwoorden duidelijk en significant tussen niveaugroepen. Slechts 11 procent van de leerlingen die nu in een hoge niveaugroep zaten, zou liever in een andere (dus: gemid­

delde of lage) niveaugroep zitten. De meer­

derheid was dus tevreden met plaatsing in een hoge niveaugroep. Voor leerlingen die nu in een lage niveaugroep zaten, was de verdeling veel gemengder: ongeveer de helft van de leerlingen zou liever in een andere (dus gemiddelde of hoge) niveaugroep willen zitten, terwijl de andere helft van de leer­

lingen in de lage niveaugroep wilde blijven.

Leer lingen uit gemiddelde niveaugroepen zaten hier tussenin (36 procent zou liever in een andere niveaugroep willen zitten).

EMILIE PRAST

(e.j.prast@fsw.leidenuniv.

nl) is docent onderwijs­

wetenschappen aan de Universiteit Leiden. Zij voerde het in dit artikel beschreven onderzoek uit samen met Kim Stroet en studenten van de academische pabo

Kinderen denken verschillend over

niveaugroepen

Ga met leerlingen in gesprek over hun onderwijsbehoeften

(4)

Het clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften kan nuttig zijn, maar bij het gebruik van vaste niveaugroepen bestaat het risico dat leerlingen in hokjes worden ingedeeld (‘sterke rekenaar’,

‘zwakke rekenaar’) waar ze moeilijk weer uitkomen. Tips om dit te voorkomen:

Heb hoge verwachtingen van al je leerlingen en daag iedere leerling uit. Concreet kan dit bijvoorbeeld beteke­

nen dat je ook met leer lingen die (nu nog) moeite hebben met rekenen de doelen niet naar beneden bijstelt, maar alles in het werk stelt om ook met deze leerlingen de regu­

liere lesdoelen te behalen.

Wissel verschillende groeps- vormen af. Zet bijvoorbeeld afhankelijk van het lesdoel kinderen met vergelijkbare of juist uiteenlopende reken­

niveaus bij elkaar.

Als je leerlingen groepeert voor instructie (bijvoorbeeld verlengde instructie), zorg er dan voor dat deze indeling flexibel is. Bekijk per les of

er leerlingen zijn die de ver­

lengde instructie in die les/bij dat onderwerp juist wel of juist niet nodig hebben.

Geef leerlingen ook zelf een stem in het al dan niet vol- gen van verlengde en/of klassikale instructie. Wie wil graag nog meer uitleg en wie kan al zelf aan het werk? Stuur in dit geval wel bij waar nodig.

Zorg ervoor dat ook de differentiatie in de verwerkings opdrachten flexibel is. Zeker als je werkt met papieren werkboeken op verschillende niveaus lijkt het vanzelf sprekend dat leerlingen gedurende het hele blok op één niveau werken, terwijl het meest passende niveau best kan wisselen per les of onderwerp. Bekijk dit kritisch en pas het waar nodig aan.

Verrijkingsopdrachten kun- nen een grote aantrekkings- kracht hebben. Geef alle leerlingen af en toe de kans om hiermee aan de slag te gaan, zeker als ze het zelf graag willen.

Geef geen namen aan niveau groepen (bijvoor- beeld: de één-ster-groep), maar spreek leerlingen aan bij hun eigen naam. Dit wordt ook vanzelf praktischer naar­

mate niveau groepen flexibeler worden.

Ga met leerlingen in gesprek over hun onderwijsbehoef- ten. Veel leerlingen (zeker vanaf groep 5) kunnen goed verwoorden wat ze wel of niet leuk vinden en waar ze wel of niet veel van leren.

Als je leerlingen betrekt bij hun leerproces, kan dat gunsti­

ge effecten hebben op de motivatie en het leren leren.

Deze tips zijn gebaseerd op het hiervoor beschreven onderzoek en andere publicaties (Prast, Van de Weijer­Bergsma, Kroesbergen,

& Van Luit, 2015; Rubie­Davies, 2015; Van den Bergh, 2018; Van Geel, Keuning, Frèrejean, Dolmans, Van Merriënboer, & Visscher, 2019).

8 tips voor de praktijk

flexibele niveau- differentiatie

De literatuurlijst is te vinden op:

www.jsw.nl/artikelen

35 JSW 5 2021

1

2

3

4

5

7

8

6

(5)

Meer weten?

Ga naar www.jsw.nl of bel 088-2266692

Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen

in het basisonderwijs?

Neem een abonnement op JSW

Ontvang 10 x JS W

JSW lezen op tablet en pc

Krijg toegang tot het digit aal

archief

(>1.000 artik elen)

Debatteren om te leren

Selectief mutisme: wat als een kind niet praat?

Interview

Ronald Heidanus

Betrokke n bij werel d- problem en

nr 9

Mei

2020

THIE23_JSW magazine_#9_mei_v4.indd 1 THIE23_JSW magazine_#9_mei_v4.indd 1

08/05/2020 09:34 08/05/2020 09:34

Voor slechts

€79,95 per

jaar

Studenten

ontvangen

50%

korting

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Vanaf leerjaar 1 volgen leerlingen in de basis- en kader- beroepsgerichte leerwegen lessen praktijkgerichte onderwijs die onlosmakelijk deel uitmaakt van het aanbod, de profielen

De leerlingen verlaten de school dus NIET zonder dat het in de agenda is genoteerd en ondertekend door een opvoeder.. • Leerlingen van de tweede en de derde graad kunnen, om

Je mag pas weer naar school als je na deze 7 dagen ook 24 uur geen klachten meer hebt.. Zorg dat je de school op de

De gemiddelde score van eigen school (GSES) De gemiddelde score van andere scholen (GSOS) Het verschil tussen GSES en GSOS.

Om het heel boud te zeggen: elke toon die je speelt terwijl je diep in je muziek zit, is de moeite waard; elke toon die je speelt terwijl je niet of nauwelijks in de muziek zit,

Voor leerlingen die nu in een lage niveaugroep zaten, was de verdeling veel gemengder: ongeveer de helft van de leerlingen zou liever in een andere (dus gemiddelde of

De meeste verschillen tussen dagen zijn gevonden bij de vragen ‘Hoe moeilijk vond je deze rekenles?’, ‘Als ik mijn best doe, maak ik mijn sommen (beter – even goed – minder

- Geef bij elke schrijftaak duidelijk aan waarom de leerlingen hun tekst moeten her- schrijven: ze doen dit niet 'zomaar', maar altijd in functie van de lezer.. (Als je het