• No results found

Weten waarover je schrijft en schrijven over wat je weet. Over de vruchtbare verbinding van schrijven met de zaakvakken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Weten waarover je schrijft en schrijven over wat je weet. Over de vruchtbare verbinding van schrijven met de zaakvakken"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• de gedegen coachingsopleiding voor schoolinterne coaches;

• structureel ingebouwde tijd voor coaches en ondersteuning van de directie;

• taalcoaches betrekken bij het uitbouwen van een taalbeleid;

• schooloverstijgende bijeenkomsten voor coaches, leerkrachten en directies;

• ondersteuning van leerkrachten op drie vlakken: mentaal, praktisch en inhoudelijk;

• succeservaringen bij leerkrachten en coaches;

• een gezamenlijke focus over de verschillende scholen heen;

• voldoende tijd om de implementatie te realiseren.

Referenties

Loman, J., P. Versteden, C. Moons & K. Van Gorp (2015). ‘Iedereen Taalt.

Effectonderzoek naar de implementatie van principes van krachtige leeromgeving door schoolinterne coaches’. Leuven: KU Leuven/Centrum voor Taal en Onderwijs. [niet gepubliceerd].

Ronde 3

Suzanne van Norden

Iedereen kan leren schrijven / Pabo Marnix Academie Contact: ikls@xs4all.nl

Weten waarover je schrijft en schrijven over wat je weet.

Over de vruchtbare verbinding van schrijven met de zaak- vakken

1. Schrijven begint bij de inhoud

Kinderen lezen beter als ze iets weten over het onderwerp van de tekst of als ze daar een sterke interesse in hebben. Uit onderzoek is bekend (o.a. van Gelderen 2018: 12- 13) dat ‘voorkennis’ – ook wel ‘kennis van de wereld’ genoemd – een van de bepalen- de componenten is van leesvaardigheid. Of dat ook geldt voor schrijfvaardigheid is minder onderzocht. Schrijven kinderen beter over een onderwerp waarover ze iets weten? “Ja”, zegt het gezond verstand. Hoe kan je überhaupt schrijven over iets waar je nauwelijks iets over weet? “Ja”, zeg ik ook zelf, op grond van mijn persoonlijke erva- ring met kinderen die bekendstaan als ‘taalzwak’ en die plotseling heel goede teksten blijken te kunnen schrijven als die gaan over een onderwerp waarvan ze genoeg afwe-

(2)

ten en waarbij ze zich betrokken voelen. Met een goede tekst bedoel ik hier: een goed opgebouwde, begrijpelijke tekst met relevante details.

Schrijven over eigen ervaringen of over goed voorbereide en besproken onderwerpen leidt over het algemeen tot betere teksten dan schrijven over uit de lucht vallende (fan- tasie)schrijfonderwerpen, zoals je vaak in taalmethodes tegenkomt. Anders gezegd: de inhoud van schrijftaken doet ertoe. Op de basisscholen die ik begeleid, proberen leer- krachten schrijfopdrachten te ontwerpen die verband houden met de (zaakvak)onder- werpen waarmee ze in hun groep bezig zijn. Het schrijfonderwijs krijgt hiermee meest- al een impuls, terwijl de teksten die kinderen bij de zaakvakken moeten schrijven kwa- litatief beter worden. In deze HSN-workshop wil ik deze ervaring graag delen met de aanwezigen.

2. Schrijven bij de zaakvakken in het basisonderwijs

De vaak scherpe, programmatische scheiding tussen ‘taalonderwijs’ en ‘zaakvakonder- wijs’ maakt een koppeling tussen schrijfonderwijs en zaakvakken niet gemakkelijk.

Wat kinderen in de taalles leren bij begrijpend lezen en schrijven passen ze niet zomaar toe als ze een tekst moeten lezen of schrijven bij geschiedenis of science. Dit, terwijl er vaak van alles geschreven wordt bij de zaakvakken en bij het steeds populairdere

‘onderzoekend leren’. Behalve het wat ouderwetse ‘werkstuk’ over een zelfgekozen onderwerp, schrijven kinderen ook kortere teksten zoals ‘logboekjes of verslagen van proefjes’, ‘allerlei vormen van aantekeningen’, ‘werkdocumenten bij eigen bronnenon- derzoek’, ‘verslagen van excursies’, ‘teksten voor posters en PowerPointpresentaties’ of gewoon ‘antwoorden op vragen uit de methode’. In deze schrijftaken staat de zaakvak- kennis meestal centraal en wordt weinig aandacht besteed aan de aanpak van het schrijven. Tegelijkertijd observeren leerkrachten dat de kwaliteit van deze teksten nogal eens te wensen overlaat en dat daardoor ook de bedoelde zaakvakkennis niet goed overkomt. Kinderen beschrijven proefjes bijvoorbeeld in niet kloppende volgor- de, vergeten een feitelijke tekst in te leiden met een korte vaststelling van het onder- werp of gebruiken vaktermen op de verkeerde manier. Waardoor je er soms geen touw meer aan kan vastknopen of waardoor misconcepties worden versterkt. Er is dus een nauwe relatie tussen kennis en de taal waarin die kennis wordt overgebracht.

Wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen schrijven en zaakvakkennis toont aan – meestal onder de noemer ‘writing to learn’ – dat schrijven over zaakvakinhoud helpt bij het verwerven van kennis. Maar het laat ook zien dat het naar twee kanten werkt: niet alleen begrijp je iets beter als je erover moet schrijven, je leert er ook beter door schrijven (o.a. Fidalgo 2018: 155-179). Kennis en vaardigheid vormen een geheel. Dat werkt niet vanzelf zo: expliciete instructie en begeleiding bij het schrijven zijn daarvoor noodzakelijk. Het is de taak van de leerkracht om goed na te denken over de doelen van een schrijfopdracht en de criteria waaraan een tekst moet voldoen, en

(3)

hierbij ook effectieve didactische strategieën in te zetten zoals ‘praten over inhoud’,

‘voorbeeldteksten analyseren’, ‘modelen van het schrijven’, ‘structuur-instructie geven’

en ‘(peer)feedback organiseren’. Kinderen kunnen dan geleidelijk leren om de kennis die ze opdoen bij de zaakvakken in tekst om te zetten. Juist voor de zwakkere schrij- vers en voor NT2-leerlingen is stapsgewijze ondersteuning bij schrijven van belang.

3. Werken vanuit genrekennis

Duidelijke doelen stellen is volgens onderzoek (Koster e.a. 2015) een van de meest effectieve didactische strategieën voor schrijfonderwijs. Dat lijkt een open deur, maar vaak zijn schrijfdoelen in het onderwijs niet specifiek genoeg en blijven ze hangen op algemene vormaspecten als ‘tekstlengte’, ‘spelling’ en ‘interpunctie’. Meer kennis van genres kan hierin verbetering brengen.

Ik definieer de term ‘genre’, in navolging van de Sydney School (Rose & Martin 2012), als een talige uiting met een specifiek, aan een situatie gebonden doel en daarbij beho- rende structuur en taalkenmerken. Op basis van die definitie heb ik een indeling in tien genres geïntroduceerd voor het basisonderwijs (van Norden 2018). Deze basis- kennis over genres blijkt leerkrachten goed te helpen bij het specificeren van de succe- scriteria voor schrijfopdrachten.

Genrefamilie Genres Kenmerkend aspect

verhalende genres vertelling ervaring

verhaal complicatie

feitelijke genres verslag chronologie

beschrijving classificatie

procedure instructie

verklaring causaliteit

oproep/verzoek motivatie

waarderende genres beschouwing perspectieven

betoog argumenten

respons reactie

Tabel 1 – De tien genres voor het basisonderwijs (van Norden 2018).

De genres maken het mogelijk om te bedenken welke schrijfdoelen goed passen bij bepaalde zaakvakinhouden. Vaak liggen de feitelijke genres voor de hand: over landen, diersoorten, historische ontwikkelingen of natuurverschijnselen laat je je kennis zien in de vorm van overzichtelijke beschrijvingen, classificaties en verklaringen. Wat zijn belangrijke kenmerken van Japan? Welke eigenschappen en leefomstandigheden heeft de dolfijn? Hoe ontstonden de steden in Europa? Hoe groeit uit een zaadje een plant?

(4)

Waardoor ontstaat slijtage van je fiets? Hierbij passen goed gestructureerde teksten met een objectieve toon. Maar ook waarderende genres kunnen bij zaakvakonderwerpen aan de orde komen, bijvoorbeeld als het gaat om standpunten over maatschappelijke kwesties zoals ‘de plastic soep’ of ‘vuurwerk’. Leerkrachten kunnen kinderen leren hoe ze een feitelijke of waarderende tekst kunnen structureren en welke woordkeus daar- bij past, mits ze dit ook zelf goed voor ogen hebben. Basiskennis over genres helpt daarbij.

4. Schrijfdidactiek tijdens zaakvaklessen?

Voor leerkrachten die zaakvakken en schrijven willen combineren, is het belangrijk om te ervaren dat aandacht voor schrijven (en lezen) de vaklessen kan versterken, en is het fijn als de bijbehorende didactiek helder en niet al te tijdrovend is. Het is mijn erva- ring dat het schrijven van korte teksten over aspecten van vakinhoud ervoor zorgt dat kinderen actief met die vakinhoud bezig zijn. Daarbij worden ze ondersteund door:

• goed geleide gesprekken over die inhoud;

• korte instructies op kenmerken van het betreffende genre;

• het vergelijken van voorbeeldteksten op een of meer aspecten van het genre;

• het werken met structuurschema’s;

• het klassikaal en in tweetallen bespreken van tekstversies.

Deze didactische strategieën heb ik in mijn boek beschreven (van Norden 2018) en zal ik tijdens de workshop verder toelichten.

Mijn bevindingen worden door allerlei onderzoek ondersteund (zie bijvoorbeeld Cervetti 2008 en www.scienceandliteracy.org). Maar het belangrijkste vind ik de erva- ringen van leerkrachten die met de hierboven genoemde didactische bouwstenen dur- ven te experimenteren, die daar de tijd voor nemen en er plezier in hebben, en die zich bewust worden van de opbrengst: betere teksten over zaakvakkennis, meer motivatie voor schrijven bij de kinderen en actievere deelname van taalzwakkere en/of NT2-leer- lingen aan alle onderdelen van vaklessen. Voor basisschoolleerkrachten is het daarbij een voordeel dat ze alle vakken geven en kan op termijn blijken dat de ontwikkeling van schrijfvaardigheid en de verwerving van vakkennis samen op gaan.

Referenties

Cervetti, G., M. Bravo, T. Duong, S. Hernandez & J. Tilson (2008). A Research-based Approach to Instruction for English Language Learners in Science. A Report to the Noyce Foundation. Berkeley: University of California.

(5)

Fidalgo, R., K. Harris & M. Braaksma (eds.) (2017). Design Principles for Teaching Effective Writing. Leiden/Boston: Brill.

Gelderen, A. van (2018). ‘Begrijpend lezen: wat is dat? De componenten die een rol spelen bij begrijpend lezen’. Enschede: SLO.

Koster, M., E. Tribushinina, P. de Jong & H. van den Bergh (2015). “Teaching chil- dren to write: A meta-analysis of writing intervention research”. In: Journal of Writing Research, 7 (2), p. 249-274.

Norden, S. van (2018). Iedereen kan leren schrijven. Schrijfplezier en schrijfvaardigheid in het basisonderwijs. Bussum: Coutinho.

Rose, D. & J. Martin (2012). Learning to write, reading to learn. Genre, knowledge and pedagogy in the Sydney School. Sheffield: Equinox.

Ronde 4

Maaike Hajer (a), Jantien Smit (a), Suzanne van Norden (b) (a) Hogeschool Utrecht

(b) Marnixacademie

Contact: maaike.hajer@hu.nl jantien.smit@hu.nl suzanor@xs4all.nl

Inclusief Natuur en Techniekonderwijs in meertalige klas- sen – een internationaal ontwerpgericht onderzoek

1. Inleiding

In veel West-Europese landen lopen leraren tegen uitdagingen aan om nieuwkomers en andere tweedetaalleerders adequaat te ondersteunen, ook na de fase van eerste opvang en onthaalklassen. Aandacht voor taal in vak- en vormingsgebieden – zoals Natuur en Techniek – is hierbij onontbeerlijk (Schrijfgroep LPTN 2017). Maar de tra- dities verschillen en de voorbereidingen op taalontwikkelend vakonderwijs verschillen.

In Zweden zijn leerkrachten bijvoorbeeld bekend met scaffolding van taal: het bieden van adaptieve, talige ondersteuning in interactie en in lesmateriaal. In Nederland is dat niet of nauwelijks het geval. In Noorwegen en vooral Zweden stuurt de overheid sterk op het benutten van moedertalen van leerlingen in het (vak)onderwijs; in Nederland is de inzet van andere talen dan het Nederlands juist eerder een taboe (in Vlaanderen is talensensibilisering wel een aandachtspunt) (Hajer, Kootstra & van Popta 2018).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Woorden zonder contour wijzen naar iets dat je niet kan zien.. Woorden met contour wijzen naar iets dat je wel

Leerkrachten kunnen hun leerlingen ondersteunen door het schrijfproces te modelen, aan te geven wat belangrijke kenmerken zijn van een goede en slechte tekst en door feedback

Van zodra 6- à 7-jarige kinderen de belangrijkste principes van aanvankelijk schrijven onder de knie hebben, kunnen ze hun stelvaardigheid verder ontplooien. ‘Verder’, want

Nieuwsbegrip, een veelgebruikte methode voor begrijpend lezen, biedt sinds 2012 schrijflessen aan voor groep 5 tot 8 (leerlingen van 9 tot 12 jaar).. Hieronder gaan we in op

In het project wordt een experiment uitgevoerd waarbij leerlingen bij het schoolvak Nederlands instructie en oefening wordt geboden in het schrijven van tekstgenres en waarbij

De ervaringen die studenten hiermee opdoen, kunnen op beeld worden vastgelegd en op de Pabo worden herhaald en diepgaand worden besproken op alle aspecten die te maken hebben met

- Geef bij elke schrijftaak duidelijk aan waarom de leerlingen hun tekst moeten her- schrijven: ze doen dit niet 'zomaar', maar altijd in functie van de lezer.. (Als je het

Verder bleek er een positieve samenhang te zijn voor de interventiegroep op de nameting tussen kennis over schrijven en de kwali- teit van de teksten: hoe meer metacogni-