• No results found

Oriënt - Een serious game academische woordenschat voor studenten hoger onderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Oriënt - Een serious game academische woordenschat voor studenten hoger onderwijs"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Referenties

Van den Branden, K. (2004). “Taalbeleid: een hefboom voor gelijke onderwijskansen”.

In: School en Samenleving, 5, p. 49-66.

Van den Heuij, K., R. Huysmans, E. van Ree, I. Westheim & E. Wertenbroek (2018).

Vo-hbo: aan de slag met taalbeleid! Naar een succesvol taalbeleid vo-hbo in de regio Rotterdam. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.

Wertenbroek, E., M. Cornelisse, M. Engelsman, K. van den Heuij, R. Huysmans, R.

de Zeeuw-Oprel, S. Hutten, R. van Atten & M. Smeman (2016). Vo-hbo: dat is andere taal! Naar een doorlopende leerlijn Nederlands in de regio Rotterdam.

Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.

Ronde 8

Guido Cajot & Jan Coenegrachts UC Leuven Limburg

Contact: guido.cajot@ucll.be jan.coenegrachts@ucll.be

Oriënt – Een serious game academische woordenschat voor studenten hoger onderwijs

1. Inleiding

De laatste jaren is er een verschuiving in het denken over taalbeleid gekomen n.a.v.

onderzoek naar de echte problemen bij leerlingen/studenten in het secundair en hoger onderwijs. Meer en meer komt de focus op taalcompetentie te liggen: een integratie van kennis, vaardigheden en attitudes. In deze driedeling van een taalcompetentie wordt er nu veel meer het accent gelegd op woordenkennis, naast informatiegeletterd- heid en communicatie.

Op de studiedag van het Nederlands/Vlaams Platform Taabeleid Hoger Onderwijs (Rotterdam, 16 februari 2018) bracht Jordi Casteleyn (Universiteit Antwerpen) de presentatie “Don’t mind the future. Try not to understand it.” Hierbij ging hij dieper in op de publicatie van de Nederlandse Taalunie ‘Iedereen taalcompetent (Vanhooren, Pereira & Bolhuis 2017) en m.b. op de nood aan specifieke training van woorden- schatkennis (= intentioneel en expliciet woordenschatonderwijs), zeker bij zwakkere

3. Hoger onderwijs

95

3

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:33 Pagina 95

(2)

taalleerders, omdat zij onvoldoende gebruik kunnen maken van incidentele en impli- ciete woordleersituaties. (o.a. Swanborn & De Glopper 2002).

Jan Coenegrachts (UCLL-lector Nederlands van de lerarenopleiding Bachelor Secundair Onderwijs) en Ruben Jans (UCLL-lector en senior researcher van de exper- tisecel [ed+ict]: Education & ICT) ontwikkelden vanaf het academiejaar 2014-2015 een digitale woordenschattrainer, Oriënt. De bedoeling was om de academische woor- denschat van laatstejaarsleerleerlingen secundair onderwijs en studenten hoger onder- wijs uit te breiden. Oriënt is een serious game (een ‘spel’ waarbij het leerdoel het ver- werven van kennis of vaardigheden is) en wordt reeds gebruikt door ongeveer 10.000 gebruikers in het secundair en het hoger onderwijs. De gebruikers kunnen deze seri- ous game spelen zowel op computer, smartphone als tablet. De game werkt zowel on- als offline.

2. Oriënt 1.0

Kennisoverdracht in het hoger onderwijs gebeurt meestal via geschreven teksten die door lesgevers in (vaak) grote groepen wordt overgebracht. Dit alles gebeurt in een school- en vaktaal die, zeker in het eerste jaar van een opleiding, verschilt van de leef- wereldtaal van de eerstejaarsstudenten. In het secundair onderwijs wordt dit ‘school- taal’ genoemd; in het hoger onderwijs ‘Academisch Nederlands’. Woorden zijn de basisele menten voor kennisoverdracht: de lector of de syllabus geven woord voor woord uitleg, verklarin gen worden ver woord, gedachteprocessen worden onder woor- den gebracht en in allerlei bewoordingen worden verschijn selen /gebeurte nis sen beschreven die zich elders in tijd en ruimte bevinden. Taal, leren en denken zijn nauw met elkaar verbonden en in het hoger onderwijs vormt woordenschat voor veel stu- denten een probleem: een groter abstractieniveau, minder contextuele steun en veel vakterminologie (in het bijzonder moeilijk bij woorden die in verschillende vakken een andere betekenis hebben).

Een nieuw woord dat door een lector terloops en intentioneel (of niet) aangebracht wordt, is vaak onbekend voor de student. Die probeert dit woord te begrijpen door gebruik te maken van de context en hanteert bepaalde taalleerstrategieën die hij zich eigen heeft gemaakt. De lector zal vaak zelf door herhaling, het gebruik van een syno- niem, een visualisering, enz. voor bijkomende ondersteuning zorgen.

Met Oriënt ontwikkelde UCLL een serious game academische woordenschat waarbij de gebruikers via zestien verschillende soorten oefeningen kennis maken met woorden op receptief, productief en strategisch vlak. Er wordt gebruik gemaakt van authentieke contexten uit kranten en tijdschriften en van afbeeldingen en foto’s die bijdragen tot woordbegrip. Oriënt blijft rekening houden met de Viertakt of de vierfasendidactiek van van den Nulft en Verhallen (2009). De essentie ervan is dat de gebruiker woorden leert

32steHSN-Conferentie

96

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:33 Pagina 96

(3)

door ze meerdere keren in verschillende contexten tegen te komen. Eerst moet de leraar ervoor zorgen dat leerlingen/studenten betrokken raken (voorbewerken). Daarna proberen ze vat te krijgen op de betekenis van een woord (semantiseren). Daarbij maken ze gebruik van een aantal woordstrategieën zoals delen van woorden herken- nen en de context exploreren. De derde fase is het inprenten in het geheugen of het vastzetten van de betekenis in het mentale lexicon (consolideren). Ten slotte controleert de leerkracht of de leerlingen het woord ook effectief verworven hebben (controleren).

3. Oriënt 2.0

Bij bevragingen bij leerlingen/studenten en leerkrachten/lectoren kwam telkens de bedenking dat Oriënt te moeilijk is voor meertalige/anderstalige studenten. Dat is jam- mer, omdat net zij nood hebben aan ondersteuning voor woordenschatverwerving.

Meertalige leerders hebben baat bij intentioneel en expliciet woordenschatonderwijs, omdat zij onvoldoende gebruik kunnen maken van incidentele en impliciete woord- leersituaties.

In de volgende ontwikkeling van Oriënt willen de Oriënt-onderzoekers ervoor zorgen dat de geselecteerde woorden en contexten ook voor de groep van meertalige leerlin- gen/studenten aangepast zijn aan hun beheersingsniveau. Oriënt 2.0 moet zo ontwik- keld worden dat de taaldrempel laag genoeg is. Rekening houdend met scaffolding biedt Oriënt oefeningen aan die gaandeweg steeds moeilijker worden en waarbij ondersteuning wordt afgebouwd. Het is een evolutie van het initieel aanbieden van veel ondersteuning (meer context) naar het geleidelijk afbouwen daarvan naarmate het woord wordt vastgezet.

De gamification bleek vanaf de start van Oriënt een belangrijke troef te zijn om gebrui- kers te motiveren. De mogelijkheid om ‘sterren’ te verzamelen, lokte de competitie binnen klasgroepen en tussen individuele gebruikers uit. Op basis van frequentielijs- ten van woorden zou het ook mogelijk moeten zijn om in een volgende ontwikkeling van Oriënt te starten met meer gebruikte/bekende woorden om daarna moeilijke, min- der frequent gebruikte woorden aan te leren. Op basis van de verzamelde data wordt de woordenreeks in real time aangepast aan wat – op dat moment – het beste bij de gebruiker past en hem op een hoger niveau brengt. Zo sluit het leerproces nauw aan bij de individuele leerbehoeften.

4. Een nieuw project

Oriënt 2.0 wordt een digitale woordenschattool met zeer veel mogelijkheden voor adaptief onderwijs. Lectoren gaan zelf de woorden voor de studenten selecteren.

Hierbij maken ze gebruik van frequentielijsten, maar houden ze ook rekening met de

3. Hoger onderwijs

97

3

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:33 Pagina 97

(4)

opleiding die de studenten volgen en de woordenschat die hiervoor nodig is. Lectoren kunnen de individuele trajecten van studenten beter opvolgen en aansturen, al blijft de student verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Er zullen verschillende profie- len van gebruikers ontwikkeld worden en de gamification moet hen stimuleren om tel- kens een ‘hoger’ profiel te bereiken. Oriënt lijkt zo in niets meer op het ‘lijstjes leren’

van vroeger, al is de doelstelling niet veranderd, nl. kennisverwerving op basis van woordenschatkennis.

Referenties

Swanborn, M.S.L. & K. de Glopper (2002). “Impact of reading purpose on inciden- tal word learning from context”. In: Language Learning, 52 (1), p. 95-117.

Van den Nulft, D. & M. Verhallen (2009). Met woorden in de weer. Bussum:

Coutinho.

Vanhooren, S., C. Pereira & M. Bolhuis (2017). Iedereen taalcompetent! Visie op de rol, de positie en de inhoud van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw. Den Haag:

Algemeen Secretariaat Nederlandse Taalunie.

32steHSN-Conferentie

98

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:33 Pagina 98

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

− Culturele beïnvloeding kan als positief worden gekwalificeerd als er sprake is van een verrijking van de ene cultuur door de ander op basis van wederzijdse interesse en respect. −

Even if the user does not create the model from scratch, the features de- scribed here allow her to take advantage of external data sources and allow the tool to assist in the

In the final game the cooking has been simplified even more. The player can click on a pan to put it on the stove with butter, oil or water in and fire underneath, but the vegetables

The list (A2- Negative usability findings) is the result of analysing data collected by think-aloud protocol in usability evaluations. The list prioritizes issues by severity

Beide vragen zijn hier ook of de proefpersonen zelf ondervinden dat samenwerking en een multiplayer spel toegevoegde waarde hebben.. Deze vragen zijn toegevoegd om te kijken

The game is currently limited to a number of learning outcomes which two local safety training companies identified as important from forklift operator training guides (Nirvana

To summarize, there are motivation indicators (Fun to play, Hard to play, Will play voluntarily), indicators on the learning process (Game is instructive, Prefers homework),

Abstract— Bullying is a serious social problem at schools, very prevalent independently of culture and country, and particularly acute for teenagers. With the irruption of