• No results found

Collegebrief-inzake-beleidsregels-Gehandicaptenparkeren-2012-2022.pdf PDF, 2.6 mb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Collegebrief-inzake-beleidsregels-Gehandicaptenparkeren-2012-2022.pdf PDF, 2.6 mb"

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

B e s t u u r s d i e n s t

Afdelmg Verkeer & Vervoer Steller N.deJong

Onderwerp Beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012 - 2022

De leden van de raad van de gemeente Groningen te

GRONINGEN

{jrorfinger)

Telefoon ( 0 5 0 ) 3 6 7 8 1 11 Bijlageln) 1 Onskenmerk R O l 1 . 2 8 0 1 7 0 5

Datum " ^ ^ ^ ^ Uwbrief van - Uwkenmerk -

Geachte heer, mevrouw.

Hierbij ontvangt u de concept Beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012 - 2022.

Het College van B&W is voomemens de Beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012 - 2022 op korte termijn vast te stellen. Het voorstel is dat burgers leges gaan betalen wanneer zij een gehandicaptenparkeerkaart of een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aanvragen. Verder is in de beleidsregels opgenomen dat gehandicapten voortaan net als alle andere burgers gaan betalen voor parkeren op straat (middels parkeerkaartjes of belparkeren) en dat in gebieden waarvoor de gemeente

parkeervergunningen afgeeft, burgers met een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken ook voor zo'n verguiming betalen.

Het College van B&W stelt de gemeenteraad in de gelegenheid zijn wensen en

bedenkingen ten aanzien van deze nota ter kennis van het college te brengen, alvorens het College van B&W de beleidsregels voor gehandicaptenparkeren vaststelt.

Aanleiding

Begin 2010 is de Parkeemota 'Parkeren in de stad - Dutirzaam bereikbaar' 2010 - 2020 vastgesteld. De Beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012 - 2022 zijn hier een uitwerking van.

Beoogd inhoudelijk resultaat

In de Beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012-2022 is het gemeentelijke parkeerbeleid ten aanzien van gehandicapten opgenomen. (jrondslag van dit parkeerbeleid is om de schaarse parkeermimte te verdelen onder alle doelgroepen, waarbij wij extra voorzieningen en mogelijkheden bieden als de deelname van gehandicapten aan het maatschappelijke verkeer onder druk komt te staan.

De Gemeente Groningen wil gehandicapten de mogelijkheid bieden deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Vaak zijn zij daarvoor afliankelijk van de auto. Andere vervoermiddelen, zoals de fiets, het openbaar vervoer en te voet zijn voor mensen met

S E 4 C

*3127323*

(2)

Volgvel 1

een beperking immers niet altijd een altematief. Ons gehandicaptenparkeer-beleid is dan ook gericht op het bieden van parkeerfaciliteiten aan gehandicapten.

Gehandicapten zijn echter niet de enigen die gebmik willen maken van de schaarse parkeercapaciteit. Wij willen de beschikbare parkeermimte dan ook zo optimaal mogelijk verdelen tussen alle verschillende doelgroepen. Daarbij maken wij uiteraard afwegingen over het nut en de noodzaak om een bepaalde doelgroep de mogelijkheid te bieden ergens te parkeren.

Beoogd financieel resultaat

Het beleid is er op gericht om fysieke barrieres weg te nemen. In tegenstelling tot onze beleidslijn tot nu toe zijn wij van mening dat gehandicapten voor deze voorzieningen moeten betalen.

De kosten voor het gehandicaptenparkeren gemeentebreed zijn 229.000 euro.

We zijn voomemens de gehandicapten te laten betalen voor het straatparkeren door middel van parkeerkaartjes en parkeervergimningen.

Het gehandicaptenparkeerbeleid is met een voorgestelde bijdrage voor de

gehandicaptenparkeerkaart, de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken en het betalen voor parkeren op straat gemeentebreed niet geheel kostendekkend, omdat

kostendekkendheid een te groot beslag legt op de gehandicapten.

Met de voorgestelde maatregelen wordt het parkeerregime wel voor alle gebmikers gelijk getrokken,

Uitvoering geven aan het voorgestelde beleid betekent tevens dat wij volledig bijdragen aan de bezuinigingen waar we gemeentebreed voor staan, door middel van het vragen van een legesbijdrage a € 75,- voor de parkeerproducten voor

gehandicapten. De legeskosten kuimen vanuit de bijzondere bijstand vergoed worden aan mensen met een minimum inkomen.

Overall resultaat

Met het gehandicaptenparkeerbeleid sluiten wij aan bij de principes die wij hanteren binnen de Wet maatschappelijke ondersteiming (Wmo): mensen met een beperking moeten kurmen blijven deelnemen aan de samenleving. Kembegrippen zijn eigen kracht en een informeel netwerk als basis; pas als dat niet lukt gebmik maken van collectieve in plaats van individuele voorzieningen. Deze kembegrippen onderstrepen ook de veranderde werkwijze biimen de Wmo: van aanbodgericht naar vraaggericht;

wat is, gegeven de persoonlijke situatie, de best passende voorziening?

Wij stellen beleid op om kaders te stellen, om duidelijk te maken hoe wij omgaan met een bepaald onderwerp. Dat geldt ook voor het gehandicaptenparkeerbeleid. Als wij constateren dat het beleid de deelname van gehandicapten aan het maatschappelijke verkeer belemmert, kunnen wij echter altijd besluiten om in bepaalde situaties maatwerk mogelijk te maken.

(3)

Volgvel 2

Maatschappelijk draagvlak/participatie

Wij hebben de officiele consultatie van de adviesraad voor het gehandicaptenbeleid meegenomen in de procedure.

De adviesraad heeft onder andere aangegeven het niet eens te zijn met het voorstel om te moeten gaan betalen voor parkeren op straat met parkeerkaartjes uit de automaat. Dit omdat het betalen met de parkeerautomaat zorgt voor extra fysieke belasting (toename van de loopafstand).

Wij blijven voomemens om gehandicapten te gaan laten betalen, omdat de mogelijkheden om te betalen met behulp van de mobiele telefoon goed zijn.

Er zijn eenmalige en abonnementskosten verbonden aan de service van Parkline voor mobiel parkeren: € 10 eenmalig, € 2,50 per maand en € 0,15 (per gesprek of minuut).

De fysieke beperkingen zijn dan geen minpunt meer.

In ons antwoord aan de adviesraad (zie bijlage) hebben we puntsgev\djs gereageerd op bovenstaande en de overige conclusies en adviezen van de adviesraad.

Vaak betreft het een nadere uitleg van onze werkwijze of toelichting op onze zienswijze.

Daar waar wij daar aanleiding toe zagen, hebben wij de Beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012 - 2022 aangepast.

In die gevallen hebben we dit expliciet aangegeven in de brief.

Realisering en evaluatie

Naast de in de nota opgenomen maatregelen voor 2012 tot en met 2014 evalueren wij het gehandicaptenparkeerbeleid halverwege zijn levensduur (2017). Uiteraard letten wij op eerdere signalen dat het gehandicaptenparkeerbeleid aanpassing behoeft.

Tot slot

Wij nemen graag kermis van uw wensen en bedenkingen over de Beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012 - 2022 voor wij overgaan tot vaststelling. Het vaststellen van de nota staat gepland na behandeling door uw raad.

Met vriendelijke groet,

burgemeester en wethouders van Groningen,

de burgemeester. de secretaris.

dr. J.P. (Peter) Rehwinkel drs. M. n) Ruys

(4)

lULAGE

Gemeente Groningen

concept

Datum 14 mei 2012

(5)

1 Inleiding 1 2 Geiiandicaptenparkeerkaart 3

2 1 Visie 3 2.2 Aanvragen 3 22.1 Wetgeving 3 2.2.2 Geldiglieidsduur 6 2.2.3 Verlenging 6 2 2.4 Duplicaat 6 2 2.5 Financien 6 2 2.6 Handiiaving 7

2 3 Gebruil< 8 2 3.1 Wetgeving 8 2.3 2 Financien 8 2.3 3 Handiiaving 8 2.4 Intrekken 10 2.4.1 Wetgeving 10 24.2 Financien 11 24.3 Handiiaving 11 3 Gehandicaptenparkeerplaats op kenteken 12

3.1 Visie 12 3.2 Aanvragen 12 3.2.1 Wettelijk kader 12 3 2.2 Criteria voor een gehandicaptenparkeerplaats bij liet woonadres 13

32.3 Criteria voor een geiiandicaptenparkeerplaats bij het werkadres 14

3.2.4 Geldigheidsduur 15 3.2 5 Financien 15 3.3 Gebruik 16 33.1 Wetgeving 16 3.3.2 Criteria 16 3.33 Wijzigingen 16 3.34 Financien 16 3 3.5 Handhaving 17

3 4 Opheffen 17 34.1 Wetgeving 17 3.4.2 Criteria 17 3.4.3 Financien 17 3.4.4 Handhaving 17 4 Algemene gehandicaptenparkeerplaats 19

4 1 Visie 19 4.2 Aantal en ligging 19

4.2.1 Wetgeving 19

(6)

4.2 2 Criteria i 20

4.3 Maatvoenng 21 4.4 Financien 21 4.5 Handhaving 21 Gehandicaptenvoertulgen 22

5.1 Visie 22 5.2 Wettelijk kader 22

5.2.1 Gemotoriseerd gehandicaptenvoertuig 22

5.2 2 Brommobiel 22 Aandachtspunten 24 6.1 Communicatie 24 6.1.1 Informatievoorziening 24

6.1 2 Communicatiecampagne 25

6 2 Een loket 25 6.3 Mantelzorg 25 6.4 Bouwontwikkelingen 25

6.5 Evenementen 26 6.6 Toegankelijkheid binnenstad 26

iVlaatregelen 27 7.1 Korte termijn 27 7.2 Middellange termijn 27

(7)

In deze beleidsregels Gehandicaptenparkeren 2012-2022 is het gemeentelijke parkeerbeleid ten aanzien van gehandicapten opgenomen. Grondslag van dit parkeerbeleid is om de schaarse parkeerruimte te verdelen onder alle doelgroepen, waarbij wij extra voorzieningen en mogelijkheden bieden als de deelname van gehandicapten aan het maatschappelijke verkeer onder druk komt te staan.

Algemene visie

De gemeente Groningen wil gehandicapten de mogelijkheid bieden deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Vaak zijn zij daan/oor afhankelijk van de auto. Andere vervoermiddelen, zoals de fiets, het openbaar vervoer en "de benenwagen" zijn voor mensen met een beperking immers met altijd een altematief. Ons gehandicaptenparkeerbeleid is dan ook gericht op het bieden van parkeerfaciliteiten aan gehandicapten.

Zij zijn echter niet de enigen die gebruik willen maken van de schaarse parkeercapaciteit. Wij willen de beschikbare parkeerruimte dan ook zo optimaal mogelijk verdelen tussen alle verschillende doelgroepen.

Daarbij maken wij uiteraard afwegingen over het nut en de noodzaak om een bepaalde doelgroep de mogelijkheid te bieden ergens te parkeren

Met het gehandicaptenparkeerbeleid sluiten wij aan bij de principes die wij hanteren binnen de Wet

maatschappelijke ondersteuning (Wmo): mensen met een beperking moeten kunnen blijven deelnemen aan de samenleving Kernbegnppen zijn eigen kracht en een informeel netwerk als basis; pas als dat niet lukt gebruik maken van collectieve in plaats van individuele voorzieningen. Deze kembegrippen onderstrepen ook de veranderde werkwijze binnen de Wmo: van aanbodgericht naar vraaggericht; wat is, gegeven de

persoonlijke situatie, de best passende voorziening?

Met het gehandicaptenparkeerbeleid willen wij gehandicapten de mogelijkheid bieden om mee te doen Het beleid is er dan ook op gericht om fysieke barrieres weg te nemen. In tegenstelling tot onze beleidslijn tot nu toe zijn wij van mening dat gehandicapten voor deze voorzieningen moeten betalen. Ook hier ligt een parallel met de Wmo: sinds 1 juli 2011 betalen inwoners van Groningen voor deze woon- en vervoersvoorzieningen een eigen bijdrage

Wij stellen beleid op om kaders te stellen, om duidelijk te maken hoe wij omgaan met een bepaald ondenwerp.

Dat geldt ook voor het gehandicaptenparkeerbeleid. Als wij constateren dat het beleid de deelname van gehandicapten aan het maatschappelijke verkeer belemmert, kunnen wij echter altijd besluiten om in bepaalde situaties maatwerk mogelijk te maken.

Leeswijzer

Deze beleidsregels Gehandicaptenparkeren zijn opgebouwd rond de verschillende parkeervoorzieningen voor gehandicapten. In hoofdstuk 2 gaan wij in op het beleid rondom de gehandicaptenparkeerkaart. Het beleid rondom de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is ondenwerp van hoofdstuk 3, dat rondom de algemene

1

(8)

gehandicaptenparkeerplaats van hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 besteden we aandacht aan

gehandlcaptenvoertuigen. Overige aandachtspunten met betrekking tot het parkeren door gehandicapten bespreken we in hoofdstuk 6 De maatregelen die voortvloeien uit deze beleidsregels zijn tenslotte in hoofdstuk 7 opgenomen.

(9)

In dit hoofdstuk staat het beleid rondom de gehandicaptenparkeerkaart centraai. Daartoe is allereerst in paragraaf 2.1 onze visie opgenomen. Ven/olgens komt het beleid aan bod, samenhangend met de verschillende fasen rondom de gehandicaptenparkeerkaart: het aanvragen (paragraaf 2.2), het gebruik

(paragraaf 2 3) en het intrekken (paragraaf 2.4) van de gehandicaptenparkeerkaart

2.1 Visie

Een gehandicaptenparkeerkaart is bedoeld om gehandicapten de mogelijkheid te bieden algemene voorzieningen, zoals overheidsinstellingen, gezondheidszorgmstellingen, publieke gebouwen en winkels, te bereiken. Een gehandicapte kan met een gehandicaptenparkeerkaart namelijk dicht bij de bestemming parkeren Het beleid ten aanzien van de gehandicaptenparkeerkaart is hier dan ook op gericht, zonder ook de andere doelgroepen die gebruik willen maken van de schaarse parkeercapaciteit uit het oog te verliezen.

Een gemeente kan naast de Europese Gehandicaptenparkeerkaart ook een eigen gehandicaptenparkeerkaart uitgeven, bijvoorbeeld aan gehandicapten die net niet aan de landelijke criteria voldoen (artikel 87, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990). Deze gemeentelijke kaart is alleen in de eigen gemeente geldig De gemeente Groningen maakt geen gebruik van deze mogelijkheid. Wij vinden dat de landelijke regelgeving, en daarmee de Europese Gehandicaptenparkeerkaart, voldoende mogelijkheden biedt om gehandicapten deel te laten nemen aan het maatschappelijke verkeer. Waar in de beleidsregels wordt gesproken over

gehandicaptenparkeerkaart wordt dus de Europese Gehandicaptenparkeerkaart bedoeld

2.2 Aanvragen

Het beleid met betrekking tot het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart bespreken we aan de hand van de wetgeving gericht op het verstrekken van de kaart (paragraaf 2.2.1), de geldigheidsduur van de kaart (paragraaf 2.2 2), het, na afloop van de geldigheidsduur, verlengen van de kaart (paragraaf 2.2 3), het aanvragen van een duplicaat (paragraaf 2.2.4), financien rondom de aanvraag (paragraaf 2.2.5) en handhaving rondom de aanvraag (paragraaf 2.2.6)

2.2.1 Wetgeving

De Regeling Gehandicaptenparkeerkaart^ bevat de wettelijke regels voor het verstrekken van Europese Gehandicaptenparkeerkaarten Deze regeling is gebaseerd op de Wegenverkeerswet (artikel 13, tweede lid),

^ Regeling gehandicaptenparkeerkaart d.d. 2 juli 2001, laatstelijk gewijzigd d d 3 apnl 2008

(10)

het Besluit administratieve bepalmgen (artikel 49 en 55) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (artikei 85 en 86). De gemeente kan geen eigen, aanvullende criteria stellen.

Er zijn dne verschillende type kaarten:

de bestuurderskaart voor degene die zelf autorijdt,

de passagierskaart voor degene die ven/oerd moet worden,

een kaart voor insteilingen die zorg leveren volgens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders

Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen komen in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerkaart als zij:

1. in de gemeentelijke basisadminlstratie ingeschreven staan;

2. in het bezit zijn van een geldig rijbewijs voor een personenauto of bromfiets;

3. ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard

(tenminste 6 maanden) hebben, waardoor zij met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

4. en/of permanent rolstoelgebonden zijn;

5. en/of ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, anders dan loopbeperkingen, hebben

Een medisch advies moet duidelijk maken of een aanvrager aan een of meer critena (3 tot met 5) voldoet. Dit geneeskundige onderzoek wordt verricht door een bevoegde keuringsinstantie Wij verstrekken een

gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders als de aanvrager voldoet aan criterium 1, criterium 2 en criterium 3, 4 en/of 5

Het IS niet vereist dat aanvragers van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders ook beschikken over een eigen motorvoertuig op meer dan 2 wielen of een brommobiel. Zij kunnen immers ook gebruik maken van bijvoorbeeld een huurauto of deelauto.

Gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers

Passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen komen in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerkaart als zij

1. in de gemeentelijke basisadminlstratie ingeschreven staan;

2. voor het ven/oer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;

3. ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard

(tenminste 6 maanden) hebben, waardoor zij met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

4. en/of permanent rolstoelgebonden zijn;

5. en/of ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, anders dan loopbeperkingen, hebben

(11)

Een medisch advies moet duidelijk maken of een aanvrager aan een of meer criteria (2 tot en met 5) voldoet.

Dit geneeskundige onderzoek wordt verricht door een bevoegde keuringsinstantie Wij verstrekken een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers als de aanvrager voldoet aan criterium 1, critenum 2 en criterium 3, 4 en/of 5.

Gehandicaptenparkeerkaart voor insteilingen^

Insteilingen waar gehandicapten verblijven, komen voor het ven/oer van bewoners in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerkaart als deze bewoners:

1. ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard

(tenminste 6 maanden) hebben, waardoor zij met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan e6n stuk te voet te overbruggen en voor het ven/oer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;

2. en/of permanent rolstoelgebonden zijn;

3. en/of ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, anders dan loopbeperkingen, hebben.

WIJ verstrekken een gehandicaptenparkeerkaart voor insteilingen als een of meer bewoners van een instelling voldoen aan criterium 1, 2 en/of 3. Het gaat hierbij nadrukkelijk om insteilingen die zijn toegelaten op grond van artikei 5, eerste lid van de Wet toelating zorginstellingen en die zorg verlenen als bedoeld in artikel 6 van de AWBZ Dit zijn bijvoorbeeld insteilingen voor gehandicapten en verzorgingstehuizen. Taxibedrijven, busbedrijven, vrijwilligers. Rode Kruis en dergelijke vallen hier met onder Zij kunnen wel gebruik maken van de gehandicaptenparkeerkaart van de instelling waarvoor zij vervoeren of van de gehandicaptenparkeerkaart van de passagier (niet zijnde een bestuurderskaart) die zij vervoeren.

Bij de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart dient de betreffende instelling onderbouwd aan te geven over hoeveel kaarten de instelling wenst te beschikken Omdat de gehandicaptenparkeerkaart voor

insteilingen ook gebruikt mag worden voor individueel vervoer, kunnen dat meer kaarten zijn dan het aantal voertuigen dat de instelling tot haar beschikking heeft voor collectief vervoer. Wij verstrekken echter nooit

meer kaarten dan het aantal bewoners dat voldoet aan criterium 1, 2 en/of 3.

Waar mogelijk zijn de beleidsregels in de rest van dit hoofdstuk uniform beschreven voor elk type

gehandicaptenparkeerkaart De situatie rondom de kaart voor insteilingen is echter in sommige gevallen dusdanig afwijkend dat bepaalde beleidsregels met opgaan voor de gehandicaptenparkeerkaart voor insteilingen Omdat er nauwelijks gehandicaptenparkeerkaarten voor insteilingen in omioop zijn (anno 2011 4 stuks), benoemen wij ten behoeve van de leesbaarheid van deze beleidsregels met dat een bepaalde regel niet voor de kaart voor insteilingen geldt. Ook benoemen wij met welke regel dan wel geldt (over het algemeen is dit voldoende duidelijk), tenzij dit expliciet van belang is

(12)

2.2.2 G e l d i g h e i d s d u u r

Een gehandicaptenparkeerkaart is op grond van artikel 51 BABW vijf jaar geldig vanaf de dag van afgifte. Wij beperken de geldigheidsduur als volgens de keuringsarts venwacht mag worden dat binnen deze termijn verbetering optreedt waardoor de aanvrager niet meer aan de gestelde criteria voldoet.

Naar aanleiding van het geneeskundige onderzoek adviseert de keuringsarts over de geldigheidsduur.

2.2.3 Verlenging

Een gehandicapte is zelf verantwoordelijk voor de tijdige verienging van zijn of haar

gehandicaptenparkeerkaart Als service informeren wij gehandicapten een halfjaar van te voren over het verstrijken van de geldigheidsduur en de te volgen procedure.

De gemeente is bij de verienging van een gehandicaptenparkeerkaart niet verplicht een geneeskundig onderzoek uit te voeren. Wanneer is te voorzien dat de gehandicapte ook in de toekomst blijft voldoen aan de criteria voor een gehandicaptenparkeerkaart, bijvoorbeeld in geval van een chronische handicap, neemt een keuringsarts dit in zijn advlesrapport op

Bij een verienging beoordeelt de keuringsarts op basis van het dossier of herkeuring wenselijk is. Daarbij weegt hij of zij ook mee of verandenngen in de medische wereld kunnen leiden tot een ander oordeel dan destijds is afgegeven. Bij deze beoordeling betrekt de keuringsarts bijvoorbeeld ook eventuele gegevens uit het Wmo-dossier.

Wanneer een gehandicaptenparkeerkaart voor minder dan 5 jaar is afgegeven, volgt altijd een fysieke herkeuring Een kortere geldigheidsduur duidt immers op de mogelijkheid dat verandering in de situatie is ontstaan.

2.2.4 Duplicaat

Een gehandicaptenparkeerkaart is persoonsgebonden en per aanvrager wordt slechts een kaart verstrekt Alleen als een gehandicaptenparkeerkaart kwijtgeraakt, verioren of gestolen is, verstrekken wij een duplicaat.

Hiervoor is wettelijk gezien geen proces-verbaal nodig Wel laten wij de aanvrager een verklaring

ondertekenen waarin de omstandigheden worden beschreven Bij het verstrekken van een duplicaat wordt de geldigheidsduur niet aangepast; de oorspronkelijke ven/aldatum bhjft dus gehandhaafd De kwijtgeraakte, verioren of gestolen kaart wordt tevens als ongeldig aangemerkt.

2.2.5 Financien

De gemeente mag kosten in rekening brengen voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart. De gemeente mag zelf de hoogte van de leges bepalen, zolang deze maar niet hoger zijn dan de daadwerkelijke kosten Ook de kosten voor de medische keuring mogen voor rekening van de aanvrager komen, gemeenten zijn daarin vrij

Bij het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart zijn er 3 momenten waarop leges gevraagd kunnen worden: bij de eerste veriening, bij verienging en bij het verstrekken van een duplicaat

(13)

Eerste verlening

In tegenstelling tot onze beleidslijn tot nu toe gaan gehandicapten leges betalen voor hun gehandicaptenparkeerkaart als zij deze voor de eerste keer aanvragen Het tarief bedraagt € 75,-.

De daadwerkelijke kosten zijn opgenomen in tabel 2.1 (prijspeil 2011). Wij hanteren derhalve geen kostendekkende leges voor het verienen van de gehandicaptenparkeerkaart, maar zien de leges als een tegemoetkoming in de kosten

onderdeel kosten l\/ledische advieskosten

aaiflcostenn; i Parkeerschijf

Administratiekosten

(1,5 uren loket medewerker k € 63,-)^

Tabel 2.1: Kosten aanvraag gehandicaptenparkeerkaart (prijspeil 2011)

Daarnaast betalen gehandicapten een borg voor de gehandicaptenparkeerkaart, net als voor de andere parkeerproducten. Deze borg stimuleert het inleveren van de gehandicaptenparkeerkaart als deze niet meer geldig of niet meer nodig is.

Verlenging

Het verlengen van een gehandicaptenparkeeri<aart kan zowel een administratieve afhandeling zijn als een beoordeling die overeenkomt met de eerste veriening. De kosten voor het veriengen kunnen dan ook flink uiteen lopen. Wij vinden het onwenselijk om hier onderscheid in te maken, en veriengen elke

gehandicaptenparkeerkaart dan ook kosteloos.

Duplicaat

Het verstrekken van een duplicaat is een administratieve handeling. Wij brengen hier voor geen kosten in rekening. Wel moet de gehandicapte opnieuw borg betalen voor de gehandicaptenparkeerkaart.

2.2.6 H a n d h a v i n g

Bij de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart moet minimaal een pasfoto worden ingeleverd. In de wet- en regelgeving is echter geen identificatieplicht opgenomen. De keurend arts kan bij twijfel de aanvrager verzoeken zich te legitimeren dan wel zijn twijfel melden aan de gemeente. Om discussies te voorkomen maakt identificatie standaard onderdeel uit van de werkwijze van de keuringsartsen. Deze taak wordt door de receptie van het Zorgloket uitgevoerd.

(14)

2.3 Gebruil^

Het beleid met betrekking tot het gebruik van een gehandicaptenparkeerkaart bespreken we aan de hand van de wetgeving (paragraaf 2.3.1), financien (paragraaf 2.3 2) en handhaving (paragraaf 2.3.3)

2.3.1 Wetgeving

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ( R W 1990) bevat alle verkeersregels en

verkeerstekens die in Nederland van toepassing zijn. Artikei 85 en 86 bevatten de bijzondere bepalingen ten behoeve van gehandicapten. Daarin worden een aantal verkeersregels niet of beperkt van toepassing verklaard voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen waarin een gehandicaptenparkeerkaart is aangebracht.

Concreet betekent dit dat houders van een gehandicaptenparkeerkaart mogen pari^eren:

op een algemene gehandicaptenparkeerplaats;

voor onbeperkte tijd in een parkeerschijfeone (ook buiten de vakken);

met gebruik van een parkeerschijf en voor maximaal 3 uur:

o buiten de vakken in een woonerf;

o op plaatsen waar een parkeen/erbod geldt, o langs een gele onderbroken streep.

Deze verkeersregels gelden dus met voor andere weggebruikers.

2.3.2 Financien

Een gehandicaptenparkeerkaart geeft geen vrijstelling op het betalen van parkeergelden. Gemeenten zijn vrij om hier eigen beleid op te maken.

In tegenstelling tot onze beleidslijn tot nu toe gaan gehandicapten betalen voor straatparkeren, net als elke andere parkeerder, De gehandicapten moeten in het bezit zijn van een geldig parkeerbewijs (parkeerticket of parkeervergunning) wanneer zij parkeren binnen het gereguleerde gebied Dit geldt niet alleen voor de reguliere gehandicaptenparkeerplaatsen, maar voor elk type parkeerpiaats. Hierbij gelden de regels uit de gemeentelijke parkeen/erordening

2.3.3 H a n d h a v i n g

Handhavers hebben verschillende mogelijkheden om te handhaven op het gebruik van de gehandicaptenpari<eerkaart. Toch lopen zij ook tegen een paar onmogelijkheden aan.

IVIogelijkheden

Misbruik van gehandicaptenparkeerkaarten kan niet worden beboet omdat in de wet de koppeling tussen de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart met de sanctiebepalingen in de Wegenverkeerswet ontbreekt. Een gehandicaptenparkeerkaart intrekken (zie paragraaf 2 4) is de emge mogelijke sanctie.

(15)

Wij beboeten uiteraard wel onterechte parkeerhandelmgen, zoals het langer dan 3 uur parkeren op plaatsen waar een parkeerverbod geldt of het zonder gehandicaptenparkeerkaart parkeren op een algemene parkeerpiaats voor gehandicapten.

De gemeente Groningen heeft de uitgifte van gehandicaptenparkeerkaarten onlangs gedigitaliseerd De handhaving op het gebruik van de gehandicaptenparkeerkaart gebeurt echter nog handmatig, in tegenstelling tot de handhaving op de andere parkeerproducten. Handmatig is echter niet vast te stellen of een

gehandicaptenparkeerkaart voor het verstrijken van de geldigheidstermijn ongeldig is veri<laard. Daarom gaan we verkennen welke mogelijkheden er zijn om digitaal te handhaven op de geldigheid van

gehandicaptenparkeerkaarten.

Omdat de gemeente alleen gegevens heeft over kaarten die door haar zelf zijn uitgegeven, gaan we tevens verkennen of en op welke wijze aansluiting bij het registratiesysteem voor gehandicaptenparkeerkaarten van het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten (SHPV) mogelijk is.^ Het SHPV heeft in samenwerking met de RDW dit registratiesysteem opgericht, omdat gehandicaptenparkeerkaarten regelmatig worden gestolen en vervolgens misbruikt. Aangesloten gemeenten kunnen op basis van het kaartnummer van de

gehandicaptenparkeerkaart digitaal controleren of de betreffende kaart geldig of ongeldig is.

Onmogelijkheden

De gehandicaptenparkeerkaart is persoongebonden Dit betekent dat de kaart in verschillende voertuigen mag worden gebruikt, maar dat de houder de gehandicaptenparkeerkaart niet door anderen mag laten gebruiken als het parkeren niet rechtstreeks verband houdt met het vervoer van de gehandicapte zelf. Op de gehandicaptenparkeerkaart is op de achterzijde een pasfoto van de houder aangebracht, wij kunnen hierop echter nauwelijks handhaven

Bij een passagierskaart is de bestuurder van het motorvoertuig overigens verantwoordelijk voor het juiste gebruik en niet de passagier

Aanvragers van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders hoeven niet in het bezit te zijn van een voertuig. Dit betekent dat, in strijd met de gebruiksvoorschriften, de gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders gebruikt kan worden als passagierskaart. Dit oneigenhjke gebruik wordt in de hand gewerkt doordat de criteria voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers aanzienlijk strenger zijn dan voor bestuurders. Handhaving op dit oneigenhjke gebruik is echter nauwelijks mogelijk.

Extra informatie op de gehandicaptenparkeerkaart, bijvoorbeeld een of meerdere kentekens, zou misbruik kunnen tegen gaan. Op grond van de regelgeving mogen wij echter geen extra informatie, zoals een

Het SHPV is pnmair gencht op de ondersteuning van gemeenten in de uitvoering van hun parkeerbeleid Wij moeten verkennen in hoeverre wij alleen gebruik kunnen maken van het registratiesysteem voor gehandicaptenparkeerkaarten Wlj willen de mogelijkheden benutten om misbruik tegen te gaan, maar wegen tevens mee dat vooralsnog geen enkele gemeente uit de dne noordelijke provincies is aangesloten bij het SHPV

(16)

kenteken, aanbrengen de eigenaar van een gehandicaptenparkeerkaart moet deze kaart m elk willekeung voertuig kunnen gebruiken. Wlj, eametons vele anderen, vinden.'dat de

.„. !^.' f t ' , --t^ . . «» •||-- :•- . > * ' . « 'fe- .-f •

(Europese). regelgeving rondom de. , g^andicaptenpa^ee|kaart misbruik in de.

hand werkt en.handhavinglastig maakt. Wij kunnen die regelgeving echter.niet veranderen. Wel is het belangrijk om bij de Tot slot

Het gebruik van de gehandicaptenparkeerkaart brengt dus enkele onmogelijkheden voor de handhaving met zich mee Het is goed om ons hiervan bewust te zijn. Waar mogelijk pakken wij uiteraard de kansen om misbruik tegen te gaan Daarbij kijken wij wel wat redelijkenwijs mogehjk en wenselijk is, zowel vanuit het perspectief van de gemeente als vanuit de gehandicapte zelf. Daarbij wegen wij mee dat wij inschatten

dat het vermeende misbruik niet dusdanig is dat de beschikbaarheid van parkeerruimte voor de gehandicapten of een van de andere doelgroepen onder dmk komt te staan.

' VNG te blijven aairidringen optagendering op • t Europees niveau.'lrlet misbruik zet. ,

* » ? ! , . .

et maakt de kaart;tot roofgoed. ,.

2.4 Intrekken

Het beleid met betrekking tot het intrekken van een gehandicaptenparkeerkaart bespreken we aan de hand van de wetgeving (paragraaf 2 4.1), financien (paragraaf 2.4.2) en handhaving (paragraaf 2.4.3).

2.4.1 Wetgeving

In artikei 53 van het BABW is geformuleerd wanneer de gehandicaptenparkeerkaart zijn geldigheid veriiest.

Dit betreft-

het verstrijken van de geldigheidsduur;

de afgifte van een nieuwe gehandicaptenparkeerkaart of een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart;

het onbevoegd aanbrengen van wijzigmgen, het overiijden van de houder,

ongeldigverklanng (zie toelichting hieronder).

Een kaart die zijn geldigheid heeft verioren, moet zo spoedig mogelijk worden ingeleverd (artikel 54 BABW).

Overtreding hiervan is een straflsaar feit (artikei 59 BABW).

Ongeldigverklaring

In hd 2 en 3 van artikel 53 van het BABW zijn extra voonwaarden geformuleerd die het bevoegd gezag de mogelijkheid geven om een gehandicaptenparkeerkaart ongeldig te laten verklaren Hiertoe zijn

mogelijkheden indien de aanvrager onjuiste gegevens heeft verschaft en de kaart niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest Daarnaast is het mogehjk om de gehandicaptenparkeerkaart ongeldig te laten verklaren indien het gebruik van de

gehandicaptenparkeerkaart geen verband houdt met het vervoer van de houder/passagier/instelling waaraan de vergunning is verstrekt.

10

(17)

2.4.2 Financien

Aan het intrekken van de gehandicaptenparkeerkaart zijn voor de eigenaar van de kaart geen kosten verbonden

2.4.3 H a n d h a v i n g

Wanneer de gemeente constateert dat een gehandicaptenparkeerkaart zijn geldigheid heeft verioren, stuurt de gemeente een schriftelijk verzoek aan de betreffende persoon om deze voor een bepaalde datum in te leveren bij de gemeente.'' Wanneer aan dit verzoek geen gehoor wordt gegeven, volgt schriftelijk een tweede verzoek, waarin wij tevens wijzen op de gevolgen van het niet inleveren, namelijk het opmaken van een proces-verbaal door de politie en het in beslag nemen van de kaart door de politie. Wanneer ook geen gehoor wordt gegeven aan dit tweede verzoek, vraagt de gemeente aan de pohtie om daadwerkelijk proces-veriDaal op te maken en de gehandicaptenparkeerkaart in beslag te nemen.

De gemeente infonneert gehandicapten een halfjaar van te voren over het verstrijken van de geldigheidsduur en de te volgen procedure (zie paragraaf 2 2.3) In deze paragraaf wordt daarom alleen ingegaan op de handhaving in geval de gehandicaptenparkeerkaart zijn geldigheid heeft verloren oftewel handhaving gericht op het intrekken van de kaart

11

(18)

In dit hoofdstuk staat het beleid rondom de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken centraai. Daartoe is allereerst in paragraaf 3.1 onze visie opgenomen Vervolgens komt het beleid aan bod, samenhangend met de verschillende fasen rondom de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken: het aanvragen (paragraaf 3.2), het gebruik (paragraaf 3.3) en het opheffen (paragraaf 3.4) van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

3.1 Visie

Een gehandicaptenpariceerplaats op kenteken is bedoeld om gehandicapten de mogelijkheid te bieden dicht bij de woning of het werkadres te parkeren. Het beleid ten aanzien van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is hier dan ook op gericht Een zo optimaal mogelijke verdeling van de schaarse parkeerruimte onder de doelgroepen en een zo flexibel mogehjk te gebruiken parkeerareaal zijn daarbij wederom uitgangspunt.

Dit betekent dat de gemeente alleen een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aanlegt als de

gehandicapte beperkt is in de mogelijkheden om de afstand tussen parkeerpiaats en bestemming zelfstandig te overbruggen en de kans op een vrije parkeerpiaats op beperkte afstand van de bestemming klein is, bijvoorbeeld doordat het druk is met parkeren op straat. Dit betekent ook dat aan een gehandicapte geen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt toegewezen als hij kan beschikken over een eigen parkeerpiaats, zoals een oprit.

Dit betekent echter niet dat wij op voorhand een maximum stellen aan het aantal

gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken in een straat of een gebied. De parkeermogelijkheid voor gehandicapten prevaleert dan boven het minder fiexibele gebruik van de beschikbare parkeerruimte voor anderen.

3.2 Aanvragen

Het beleid met betrekking tot het aanvragen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bespreken we aan de hand van de wetgeving (paragraaf 3 2.1), de criteria voor het aanvragen van een

gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij het woonadres (paragraaf 3.2.2) en het werkadres (paragraaf 3.2 3), de geldigheidsduur (paragraaf 3.2.4) en de financien (paragraaf 3.2.5).

3.2.1 Wettelijk kader

Er is geen wetgeving vanuit het Rijk ten aanzien van het toekennen van gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken. Gemeenten zijn derhalve vrij in het bepalen van de criteria die worden gehanteerd

12

(19)

Het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken gebeurt middels een Veri<eersbesluit als bedoeld in artikel 12 van het BABW.

3.2.2 Criteria v o o r een g e h a n d i c a p t e n p a r k e e r p l a a t s b i j h e t w o o n a d r e s

Om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij het woonadres moet:

1. de aanvrager ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadminlstratie en woonachtig zijn op het adres waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd,

2. de aanvrager beschikken over een geldig (minimaal 6 maanden)^ rijbewijs;

3. de aanvrager beschikken over een geldige (minimaal 6 maanden)^ gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder;®

4. (het leasecontract van) de auto waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd op naam van de aanvrager staan;

5 de aanvrager niet over eigen parkeergelegenheid kunnen beschikken (zie toehchting), 6. de parkeerdruk in de directe omgeving 85% of hoger zijn (zie toelichting)

7. de aanleg technisch mogehjk zijn (zie toelichting).

Het college kan, overeenkomstig artikel 3, lid 7 van de gemeentelijke parkeerverordening, een brede belangenafweging maken en afwijken van bovenstaande criteria als toepassing van de criteria leidt tot strijdigheid met het beoogde resultaat

Ad 5 - Eigen parkeergelegenheid

Wanneer een aanvrager over eigen parkeergelegenheid, zoals een oprit, kan beschikken, kennen wij een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken niet toe. Men wordt dan geacht om op eigen terrein te parkeren.

Uit de 'berekemngsaantallen parkeervoorzieningen bij woningen met garage en/of oprit' uit de vigerende beleidsregels voor parkeemormen is afte leiden wat wij als eigen parkeergelegenheid beschouwen.

een oprit;

een garage met een opnt;

een gereserveerde parkeerpiaats op eigen erf, een losse garagebox.^

Een garage zonder oprit die bij de woning is gelegen, beschouwen wij dus niet als eigen parkeergelegenheid Aanvullend op deze opsomming beschouwen wij ook een voorde aanvrager toegankelijk priveparkeerterrem, bijvoorbeeld achter een flat, als eigen parkeergelegenheid.

Hiemnee voorkomen we dat de gehandicaptenparkeerplaats binnen een half jaar moet worden opgeheven omdat de aanvrager niet meer aan een van de gestelde critena voldoet

Daarmee is gewaarborgd dat een arts heeft verklaard dat aanvrager een loopbeperking met een pemianent of progressief karakter heeft, waarbij de aanvrager zonder hulp van anderen en met de gebruikelijke loophulpmiddelen met in staat is een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen.

Dit IS een, los van de woning, gehuurde of gekochte garagebox. Uiteraard geldt dat deze garagebox alleen als eigen parkeergelegenheid wordt beschouwd als deze binnen een afstand van 100 meter van de woning ligt

13

(20)

Ad 6 - Hoge parkeerdruk

De aanvrager moet zijn auto nabij de woning, oftewel binnen 100 meter, kunnen parkeren. Wanneer de parkeerdruk laag is, zal men redelijkenwijs altijd een vrije parkeerpiaats binnen deze afstand kunnen vinden.

Het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is dan niet nodig Als de parkeerdruk hoger dan of gelijk aan 85% is, kan het vinden van een vrije parkeerpiaats lastig worden. De aanvrager loopt dan het risico om verder te moeten lopen voor een parkeerpiaats dan de maximale afstand die hij/zij zelfstandig te voet en aan een stuk kan afleggen. Daarom hanteren wij het uitgangspunt dat een

gehandicaptenparkeerplaats op kenteken alleen wordt toegekend als de parkeerdruk binnen een straal van 70 meter® rondom de woning hoger dan of gelijk aan 85% is Om de hoogte van de parkeerdruk te bepalen maken wij gebruik van de parkeertellingen die structureel worden uitgevoerd

Ad 7 - Technisch mogelijk

Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt afgewezen als:

1. daan/oor binnen een straal van 70 meter van de woning een nieuwe parkeerpiaats aangelegd moet worden en dit technisch niet mogelijk is,

2. als de verkeersveihgheid in het geding komt;

3. als het doelmatig gebruik van de weg in het geding komt, bijvoorbeeld als de rijbaan niet meer voldoet aan de maatvoenngseisen of als de doorstroming van het verkeer wordt belemmerd

3.2.3 Criteria v o o r een g e h a n d i c a p t e n p a r k e e r p l a a t s b i j h e t werkadres

Om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij het werkadres moet:

1. de werknemer voor wie de plaats wordt aangevraagd, in dienst zijn bij het bedrijf dat de aanvraag doet;

2. het bedrijf dat de aanvraag doet, ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel (KvK) en, blijkens een uittreksel van de KvK, gevestigd zijn op het adres waan/oor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd;

3. de werknemer beschikken over een geldig (minimaal 6 maanden) njbewijs,

4. de werknemer beschikken over een geldige (minimaal 6 maanden) gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder;

5. (het leasecontract van) de auto waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd op naam van de werknemer staan,

6 de vestiging van het bedrijf dat de aanvraag doet niet over eigen parkeergelegenheid kunnen beschikken (zie toelichting in paragraaf 3.2.2),

7. de parkeerdruk in de directe omgeving 85% of hoger zijn (zie toelichting in paragraaf 3.2.2) 8. de aanleg technisch mogelijk zijn (zie toelichting in paragraaf 3.2.2).

De werkgever vraagt de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan.

Een loopafstand van 100 meter blijkt over het algemeen overeen te komen met een straal van 70 meter.

14

(21)

Een onderbord geeft het tijdvenster aan waarbinnen de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken beschikbaar is voor de werknemer. Buiten deze tijden kan iedereen op deze parkeerpiaats parkeren.

Het college kan, overeenkomstig artikei 3, hd 7 van de gemeentelijke parkeen/erordening, een brede belangenafweging maken en afwijken van bovenstaande criteria als toepassing van de criteria leidt tot strijdigheid met het beoogde resultaat.

3.2.4 G e l d i g h e i d s d u u r

Wij wijzen een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken toe voor de periode dat de

gehandicaptenparkeerkaart van de aanvrager nog geldig is Wanneer de geldigheidsduur van de gehandicaptenparkeerkaart wordt veriengd, veriengen wij automatisch de geldigheidsduur van de gehandicaptenpari^eerplaats op kenteken. Dit betekent ook dat wanneer een gehandicaptenparkeerkaart wordt ingetrokken, de geldigheid van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken vervalt

3.2.5 F i n a n c i e n

Op grond van artikel 29 van het BABW mag een gemeente de kosten die voortvloeien uit de plaatsing van een verkeersbord waarmee een gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven (E6) in rekening bij degene ten behoeve van wie het bord is geplaatst.

In tegenstelling tot onze beleidslijn tot nu toe gaan gehandicapten betalen voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Het tarief van de leges bedraagt € 75,-.

De daadwerkelijke kosten zijn opgenomen in tabel 3 2 (prijspeil 2011),. Wij hanteren derhalve geen

kostendekkende leges voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, maar zien de leges als tegemoetkoming in de kosten

onderdeel kosten Vooronderzoek €36,18 FAfnlegge«plaa[ts : €-1,74;;!

Parkeerfolder € 1,09 f A W W a p c p e n ' ' ' • " " ^ l ' ~ " '"€•94,50";

l,(lSaS^8ketlnedewerker Sjg 63,-) . ,-: ^ _ ,

Totaal ' ' " €133,51

Tabel 3.1: Kosten aanvraag gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (prijspeil 2011)

Het veriengen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is een kleine administratieve handeling en is kosteloos.

Aanvragers van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken met een inkomen tot maximaal 120% van de geldende bijstandsnorm, kunnen voor de kosten van de parkeerpiaats een aanvraag "bijzondere bijstand"

indienen.

15

(22)

3.3 Gebruik

Het beleid met betrekking tot het gebruik van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bespreken we aan de hand van de wetgeving (paragraaf 3.3 1), de criteria die de gemeente stelt (paragraaf 3.3 2), de wijzigingen die kunnen optreden tijdens het gebruik (paragraaf 3 3.3), de financien (paragraaf 3 3.4) en de handhaving (paragraaf 3.3.5).

3.3.1 Wetgeving

Er bestaat geen wetgeving ten aanzien van het gebruik van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.

3.3.2 Criteria

Op een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken mag alleen een voertuig met het betreffende kenteken geparkeerd worden. In gebieden waar betaald parkeren is ingevoerd, moet tevens een geldige

parkeervergunning in het voertuig zijn geplaatst. In gebieden waar per adres 1 parkeervergunning wordt uitgegeven, geldt deze parkeervergunning dus meteen als de enige parkeen/ergunning voor het betreffende adres Beschikt het huishouden bij de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken al over een parkeervergunning voor een ander voertuig, dan wordt deze ingetrokken.

Als een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd in een gebied waar een wachtlijst voor parkeen/ergunningen bestaat en het betreffende huishouden beschikt nog niet over een parkeen/ergunning, dan wijzen wij de parkeerpiaats en de vergunning toch toe. Het belang om de gehandicapte tegemoet te komen in zijn of haar behoefte prevaleert in dat geval.

3.3.3 Wijzigingen

Wijzigingen in de omstandigheden leiden over het algemeen tot opheffing van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (zie paragraaf 3 4) Wanneer een gehandicapte verhuist of wanneer het bedrijf waar de

gehandicapte werkt verhuist, moet voor het nieuwe adres een nieuwe aanvraag worden ingediend

De enige situatie die niet leidt tot het opheffen van de parkeerpiaats is wanneer de gehandicapte een nieuw voertuig aanschaft De gehandicapte moet het nieuwe kenteken doorgeven, waarna op de parkeerpiaats een nieuw onderbord wordt geplaatst

3.3.4 Financien

Aan het gebruik van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken zijn voor de houder geen kosten verbonden.

Ook het plaatsen van een nieuw onderbord vanwege een kentekenwijzigmg is kosteloos. Alleen als de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in gereguleerd gebied is gelegen, maakt de houder kosten voor de parkeen/ergunning.

16

(23)

3.3.5 Handhaving

De handhaving op het gebruik van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken betreft de overeenkomst tussen het kenteken van het geparkeerde voertuig en het onderbord en, indien van toepassing, het beschikken over een geldige parkeervergunning.

Als op een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken een voertuig met een afwijkend kenteken geparkeerd staat, gaan wij direct over tot het in gang zetten van het wegslepen van het betreffende voertuig

3.4 Opheffen

Het beleid met betrekking tot het opheffen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bespreken we aan de hand van de wetgeving (paragraaf 3.4.1), de criteria die de gemeente stelt (paragraaf 3.4.2), de financien (paragraaf 3.4 3) en de handhaving (paragraaf 3 4 4).

3.4.1 Wetgeving

Het opheffen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken gebeurt middels een Verkeersbesluit als bedoeld in artikel 12 van het BABW. De wetgeving benoemt geen gronden voor het opheffen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.

3.4.2 Criteria

Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt opgeheven als een of meer van de volgende situaties van toepassing zijn-

de houder van de parkeerpiaats verhuist;

het bedrijf dat de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken heeft aangevraagd, verhuist;

de houder is niet meer in dienst bij het bednjf dat de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken heeft aangevraagd;

de houder van de parkeerpiaats komt te overiijden;

de houder heeft geen geldig rijbewijs meer,

de houder heeft geen gehandicaptenparkeerkaart Bestuurder meer;

de houder heeft geen voertuig meer op zijn naam staan

3.4.3 Financien

Aan het opheffen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken zijn voor de houder geen kosten verbonden

3.4.4 Handhaving

De gehandicapte, de familie van de gehandicapte of het bedrijf waar de gehandicapte werkzaam is, is verantwoordelijk om aan te geven dat de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken kan worden opgeheven.

Een periodieke check tussen de gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie en de

17

(24)

gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken brengt tevens een aantal situaties waarbij de

gehandicaptenparkeerplaats op kenteken moet worden opgeheven, zoals een verhuizing of overiijden, aan het hcht.

18

(25)

4 !A!gennene gehandicaptenparkeerplaats

In dit hoofdstuk staat het beleid rondom de algemene gehandicaptenparkeerplaatsen centraai. Daartoe is allereerst in paragraaf 4.1 onze visie opgenomen Vervolgens gaan we in op het aantal algemene

gehandicaptenparkeerplaatsen en hun ligging (paragraaf 4.2) en de maatvoering (paragraaf 4.3). De financien (paragraaf 4.4) en de handhaving (paragraaf 4.5) komen vervolgens aan bod.

4.1 Visie

Een algemene gehandicaptenparkeerplaats is bestemd voor het parkeren van voertuigen met een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders, passagiers of insteilingen. Om gehandicapten te laten deelnemen aan het maatschappelijk verkeer moeten verspreid over de hele stad voldoende algemene gehandicaptenparkeerplaatsen beschikbaar zijn. Extra aandacht vragen specifieke bestemmingen, zoals de binnenstad, winkelvoorzienmgen, dynamo's (station, stadion), publieke voorzieningen en zorgvoorzieningen.

Ook buiten het gereguleerde gebied moeten algemene gehandicaptenparkeerplaatsen liggen.

Naast het bieden van voldoende algemene gehandicaptenparkeerplaatsen is het ook belangrijk dat deze parkeerplaatsen goed bruikbaar zijn Dit betekent niet alleen dat de maatvoering ruimer moet zijn dan van reguliere parkeerplaatsen, maar ook dat het mogelijk moet zijn om uit te stappen, aan beide zijden en de achterkant van het voertuig, met of zonder rolstoel, et cetera.

Gehandicapten zijn zelf de beste ervaringsdeskundigen. Wij nemen signalen vanuit de doelgroep dan ook ter harte. Daar waar de parkeerruimte schaars is, wegen wij het nut en de noodzaak om een bepaalde doelgroep de mogelijkheid te bieden hierte parkeren af. Uitgangspunt blijft een zo optimaal mogelijke verdeling van de beschikbare pari^eerruimte tussen alle verschillende doelgroepen.

4.2 Aantal en ligging

Het beleid met betrekking tot het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen en hun ligging bespreken we aan de hand van de wetgeving (paragraaf 4.2.1) en de criteria die de gemeente stelt (paragraaf 4.2.2).

4.2.1 Wetgeving

Er is geen wetgeving ten aanzien van het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. Gemeenten zijn derhalve vrij in het bepalen van de criteria die worden gehanteerd.

Het aanwijzen van een algemene gehandicaptenparkeerplaats gebeurt middels een Verkeersbesluit als bedoeld in artikel 12 van het BABW Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen dienen aangeduid te worden met een wegmarkering en een bord (E6).

19

(26)

4.2.2 Criteria

De criteria betrekking tot het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen en hun ligging splitsen we uit naar algemene gehandicaptenparkeerplaatsen op straat en in parkeen/oorzieningen

Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen op straat

Een richtlijn van het CROW geeft aan dat bij publieke voorzieningen zoals een bibliotheek of een

gemeentehuis 5% van het parkeeraanbod moet bestaan uit algemene gehandicaptenparkeerplaatsen Naast ruimere afmetingen mogen ze maximaal op 100 meter afstand liggen tot de ingang van het gebouw.

Bij gebouwen die voor gehandicapten toegankelijk moeten zijn, zoals ziekenhuizen, is deze afstand idealiter minder dan 50 meter.

De gemeente Groningen voldoet momenteel niet aan deze CROW-richtlijn. Dit levert echter geen knelpunten op: zowel van gehandicapten zelf als van handhavers krijgen wij signalen dat er momenteel voldoende algemene gehandicaptenpari<eerplaatsen beschikbaar zijn.

Wlj hanteren dan ook de pragmatische insteek dat vraagvolgend voorzien wordt in algemene

gehandicaptenparkeerplaatsen. Dit betekent dat als op een locatie de beschikbaarheid van algemene

gehandicaptenparkeerplaatsen onder druk staat, wordt voorzien in meer gehandicaptenparkeerplaatsen als dit de zo optimaal mogelijke verdeling van de schaarse parkeerruimte onder de verschillende doelgroepen niet ondermijnt. Wij hanteren dus geen criterium voor het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen op straat en hun ligging.

Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen in parkeervoorzieningen

In de NEN 2443® staat de aanbeveling om 1% van de openbare pari<eerplaatsen in een parkeen/oorziening uit te voeren als algemene gehandicaptenparkeerplaats, met een minimum van 1 parkeervak. De NEN 2443 venwijst ook naar de NEN 1814^°, die eisen geeft voor de toegankelijkheid met bijvoorbeeld een rolstoel of een taststok. Aandachtspunten voor de toegankelijkheid zijn bijvoorbeeld de plaatsing van bedieningselementen en de aanwezigheid van een lift. De NEN 1814 stelt dat minimaal 2% van de totale parkeercapaciteit als algemene gehandicaptenparkeerplaats moet zijn uitgevoerd. Ook het CROW hanteert de richtlijn van 1 algemene gehandicaptenparkeerplaats op 50 reguliere parkeerplaatsen (oftewel 2%) op parkeerterreinen en in parkeergarages

De gemeente Groningen houdt de NEN 2443 als uitgangspunt aan, tenzij in de nabijheid een voorziening aanwezig is waar veel gehandicapten te venwachten zijn In de praktijk blijkt dat minimaal 2% van het parkeerareaal uitvoeren als gehandicaptenparkeerplaats veel is, omdat gehandicapten over het algemeen de voorkeur geven aan parkeren op straat.

Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages Toegankelijkheid van buitenruimten, gebouwen en woningen

20

(27)

4.3 Maatvoering

Voor de maatvoering van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen sluiten wij aan bij de NEN 2443 Dit betekent dat een algemene gehandicaptenparkeerplaats minimaal 3,5 bij 5 meter is in geval van haaks parkeren. Dit type parkeerpiaats heeft ook de voorkeur boven een langsparkeerplaats vanwege het gebruiksgemak voor gehandicapten.

De maatvoering van een algemene gehandicaptenparkeerplaats is erop gericht dat gehandicapten vanuit de auto kunnen overstappen in een rolstoel. Gehandicapten die bijvoorbeeld gebruik maken van een rollator kunnen vaak prima gebmik maken van reguliere parkeerplaatsen. De rollator zelf komt meestal uit de achterbak.

Aanvullend op de wetgeving stelt de gemeente Groningen geen criteria op.

4.4 Financien

Een gehandicaptenparkeerkaart geeft geen vrijstelling op het betalen van parkeergelden. Gemeenten zijn vrij om hier eigen beleid op te maken.

In tegenstelling tot onze beleidslijn tot nu toe moeten gehandicapten, net als elke andere parkeerder, in het bezit zijn van een geldig parkeerbewijs (parkeerticket of parkeen/ergunning) wanneer zij parkeren op een algemene gehandicaptenparkeerplaats binnen het gereguleerde gebied. Hierbij gelden de regels uit de gemeentelijke parkeerverordening

4.5 Handhaving

De handhaving op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen betreft de aanwezigheid van een (geldige) gehandicaptenparkeerkaart en, indien van toepassing, een geldig pari^eerbewijs (een parkeervergunning of een parkeerticket).

Als op een algemene gehandicaptenparkeerplaats een voertuig zonder gehandicaptenparkeerkaart staat en er in de directe omgeving geen vrije algemene gehandicaptenparkeerplaatsen beschikbaar zijn, gaat de handhaving direct over tot het in gang zetten van het wegslepen van het betreffende voertuig. Dit komt zeer sporadisch voor.

21

(28)

shanciicapterivoe'rtyigen

in dit hoofdstuk staan de gehandlcaptenvoertuigen centraai. Daartoe is allereerst in paragraaf 5.1 onze visie opgenomen. Ven/olgens gaan we in op het wettelijk kader met betrekking tot deze voertuigen (paragraaf 5 2).

5.1 Visie

Gehandicapten kunnen aangepaste voertuigen, zogenaamde gehandlcaptenvoertuigen, gebruiken om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. In de wetgeving zijn regels ten aanzien van deze voertuigen

opgenomen. Afgezien van deze regels formuleren we geen aanvullend beleid, omdat de wetgeving voldoet en de praktijk hier niet om vraagt.

5.2 Wettelijk kader

In de volksmond worden brommobielen en gemotoriseerde gehandlcaptenvoertuigen aangeduid als gehandlcaptenvoertuigen. Voor de Verkeerswet zijn het twee verschillende voertuigen met elk eigen regels voor het deelnemen aan het wegverkeer

5.2.1 G e m o t o r i s e e r d g e h a n d i c a p t e n v o e r t u i g

Gehandlcaptenvoertuigen mogen niet breder zijn dan 1,1 meter, niet langer dan 3,5 meter en niet hoger dan 2,0 meter. Voorbeelden zijn elektnsche rolstoelen, scootmobielen en gesloten gehandlcaptenvoertuigen (zoals de Canta).

Een gehandicaptenvoertuig mag zich overal in het verkeer begeven waar een voetganger dat mag:

op de stoep en in de voetgangerspassage van het winkelcentrum (qua rechtspositie gehjkgesteld aan de voetganger);

op het fietspad (qua rechtspositie gehjkgesteld aan de fietser);

op de rijbaan (qua rechtspositie gehjkgesteld aan de bromfietser), binnen en buiten de bebouwde kom, met uitzondering van autowegen en snelwegen

Parkeren is overal mogelijk daar waar een voetganger toegang heeft.

5.2.2 B r o m m o b i e l

Voor het besturen van een brommobiel is een bromfietsrijbewijs nodig, de bestuurder moet minimaal 16 jaar zijn. Daarnaast moet de brommobiel over een kentekenbewijs en kentekenplaat beschikken.

Een brommobiel is in de Europese wetgeving een bromfiets met een gesloten carrossene waan/an het gewicht minder is dan 350 kg en die een snelheid van 45 km per uur kan halen Vanwege de breedte mag een brommobiel alleen op de rijbaan rijden (dus niet op het fietspad, de stoep of een weg die verboden is voor

22

(29)

tractoren die 45 km/uur rijden) met uitzondering van autowegen en snelwegen Parkeren met een brommobiel is alleen toegestaan op plaatsen waar ook reguliere motorvoertuigen mogen parkeren.

Voor een brommobiel gelden wettelijk gezien dus dezelfde parkeerregels als voor reguliere motorvoertuigen Dit geldt voor alle auto's die zijn aangepast voor het ven/oer van gehandicapten. Voor deze voertuigen voeren we derhalve geen apart beleid

23

(30)

idachtspunteo

In dit hoofdstuk bespreken we een aantal aandachtspunten met betrekking tot het parkeren door gehandicapten

6.1 Communicatie

Het aandachtspunt communicatie valt uiteen in drie ondenwerpen informatievoorziening op de gemeentelijke website (paragraaf 6.1.1) en het opzetten van communicatiecampagne rondom de veranderingen in het gehandicaptenparkeerbeleid (paragraaf 6.1 2).

6.1.1 Informatievoorziening

Ons streefbeeld is dat de gemeentelijke website de volgende informatie bevat over het gehandicaptenparkeerbeleid:

het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart;

het aanvragen van een gehandicaptenpari^eerplaats op kenteken;

het parkeren met een gehandicaptenpari<eerkaart;

een kaartje met de locaties van de algemene gehandicaptenparkeerplaatsen;

Informatie over het parkeren in de parkeergarages, waar ook algemene gehandicaptenpari<eerplaatsen zijn, ontbreekt

De informatie op internet passen wij op basis van deze beleidsregels aan. Ook vullen wij ontbrekende informatie aan. De informatie over het gehandicaptenparkeerbeleid is nu gencht op het parkeren van de auto in de stad. Informatie over bijvoorbeeld parkeren op een van de P+R-terreinen, waar ook algemene

gehandicaptenparkeerplaatsen zijn ingericht, en doorreizen met de citybus wordt niet gegeven Voor sommige gehandicapten kan dit echter een prima altematief zijn.

Gehandicapten worden nu ook nog niet gewezen op alternatieven voor de auto. Zo is het openbaar vervoer in Groningen recent toegankelijk gemaakt voor minden/aliden. Ook hien/oor geldt dat dit niet voor iedereen, maar voor sommigen goed is om te weten.

Daarnaast gaan wij in samenspraak met de doelgroep bespreken aan welke aanvullende

informatievoorziening behoefte is Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het verstrekken van mformatiefolders op nader te bepalen locaties of de mogelijkheid om via intemet een

gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan te vragen.

24

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bijstandsgerechtigden die belangstelling hebben voor (parttime) ondernemen, en start-ups die ondersteuning van de gemeente willen hebben, melden zich aan en volgen een.

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop de milieu- en

Deze activiteiten hebben als doel dat materiële belemmeringen worden weggenomen voor kinderen, jongeren en volwassenen in armoede om van voorzieningen gebruik te maken die er

Het beeld dat mensen meer op eigen kracht of binnen het eigen netwerk kunnen regelen, komt nu ook naar voren uit recent onderzoek dat we gestart zijn naar de groep mensen die op

We willen zorgen dat er voldoende gezinswoningen in de sociale huurvoorraad aanwe- zig zijn voor deze doelgroep en gaan terughoudend om met onttrekking van gezinswoningen uit de

Dit betekent dat niet alleen voor nieuwe aanvragen, maar ook voor verlengingen en duplicaten leges geheven gaan worden, in tegenstelling tot het in juli 2012 met uw

Deze beleidsregels Gehandicaptenparkeren leiden tot enkele wezenlijke veranderingen in de beleidslijn die tot nu toe gevoerd is: gehandicapten gaan betalen voor de

Het normenkader rechtmatigheid wordt opgesteld door ons college en betreft een overzicht van alle relevante wet- en regelgeving, relevante gemeentelijke verordeningen en