r v t e
B e s t u u r s d i e n s t
Onderwerp Uitwerking motie tegenkracht Steiier R. Mathijsen/H. Wassink
^ r o n w g e n
De leden van de raad van de gemeente Groningen te
GRONINGEN
Telefoon ( 0 5 0 ) 3 6 7 6 1 4 1 BijIageln) 1
Datum 2 3 M f l 2 0 1 3 Uw brief van
Onskenmerk B D I 3 . 3 6 9 1 0 4 1
Uw kenmerk -
Geachte heer, mevrouw.
Op 19 januari heeft uw gemeenteraad de motie tegenkracht aangenomen. Hierin verzoekt u ons college "binnen een half jaar ideeen te ontwikkelen over hoe in voorkomende gevallen vormen van tegenkracht zouden kunnen worden
georganiseerd". In deze brief presenteren wij u onze ideeen. Uitgangspunt is hierbij het organiseren van tegenkracht in de situatie waarin onderdelen van deze gemeente (via verzelfstandiging) buiten de deur worden geplaatst. We kunnen ons echter voorstellen dat onderdelen van de in deze brief beschreven werkwijze kunnen worden toegepast bij grote projecten.
In uw raadsmotie wordt geconstateerd dat het ontbreken van tegenlo-acht of tegenmacht negatief heeft gewerkt op het traject van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Het effect hiervan is onder andere geweest dat gedurende het proces het gemeentelijk perspectief dominant is geweest. In onze brief van 04-12- 2012 kenmerk OS.12.3402333 onderschrijven wij de noodzaak voor het tijdig organiseren van de noodzakelijke tegenkracht. Daarbij hebben wij gewezen op de specifieke rol en positie van het GMT, de wijzigingen in de gemeentelijke organisatie en het bewerkstelligen van een fundamentele verandering in de bestuurscultuur.
De raadsmotie geeft een bredere dimensie aan het organiseren van tegenkracht. De verbreding bestaat er uit dat naast de maatregelen uit onze brief uit 2012 er
uitdrukkelijk behoefte is aan het organiseren van tegenkracht bij verzelfstandigingen en fiasies. Uw overwegingen uit de motie waren de volgende:
o Wanneer een proces van verzelfstandiging of fiisie eenmaal is gestart, het ontbreken van tegenkracht niet meer wordt gesignaleerd of niet meer kan worden georganiseerd; van het GMT kan en mag niet worden verwacht dat het de rol op zich neemt zoals het college in de brief van 04-12-2012 suggereert.
SE.4.C