Overzicht eisen grondgebonden helikopterluchthaven (Nationale norm) (Schematische vertaling van art 23 RVGLT exclusief eisen art 20 en 22. Alleen tijdens UDP)
FATO
(Final approach and take off) (Tenminste 1) (3.1.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.6 en
3.1.8)
Cirkel in kunnen beschrijven van minimaal
1 D
Heliport identification marking (5.2.2.1)
Witte H (art 20 lid 8)
FATO markers/
markering (5.2.5)
Safety area (3.1.19,3.1.22, 3.1.22, 3.1.24)
3 meter of 0,25 of 0.5 D Cirkel 2 D
geen obstakels 1:1 tot 10 meter afstand vanaf de buitenrand
safety area
TLOF
(Touchdown and lift off area) (3.1.13 -3.1.14) Cirkel 0,83 D grootste heli
TLOF Marking (5.2.8) Lucht taxiroute
(3.1.38 – 3.1.46)
Apron Helicopter stand (3.1.49 – 3.1.58) Cirkel 1,2 D bij hoveren en
draaien 2 D Windzak
(5.1.1) (art 20 lid 4, 5)
Aimingpoint Marking (5.2.7) Gelijkzijdige driehoek wit.
Indien noodzakelijk
Marking Taxiways (5.2.14 en 15)
Rescue Fire Fighting
art. 20 lid 2 RVGLT Legenda:
- De nummering is overeenkomstig Annex 14 Vol II 3e edition.
De kleuren in de vakken betekenen het volgende:
- groen onderdelen op grond van Annex 14 vol II altijd aanwezig
- geel zijn verplichte visual aids - blauw: onderdelen van Annex 14 vol II onder voorwaarden aanwezig.
- FATO en TLOF en parkeerplaats kunnen samenvallen.
In- en uitvliegsectoren
Geen obstakels in de in- en uitvliegsectoren Helling 1:8 (hoogte afstand)
Tot een afstand van 245 meter
Divergerend tot een breedte van 7x rotor diameter Versie 0.6: 17-08-12
ILT/Luchtvaart (Aan dit schema kunnen geen rechten worden ontleend, de teksten in Annex 14 volume II zijn onverminderd van toepassing.)