• No results found

Advies nr 30/2011 van 30 november 2011 Betreft:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Advies nr 30/2011 van 30 november 2011 Betreft:"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/3

Advies nr 30/2011 van 30 november 2011

Betreft: Adviesaanvraag betreffende het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering wat betreft de inwerkingtreding van artikel 863 van het Gerechtelijk Wetboek (CO-A-2011-041)

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29;

Gelet op het verzoek om advies van de heer André FLAHAUT, Voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers ontvangen op 16/11/2011;

Gelet op het verslag van mevrouw Mireille SALMON;

Brengt op 30 november 2011 het volgend advies uit:

. .

(2)

Advies 30/2011 - 2/3

A. ONDERWERP EN CONTEXT VAN DE AANVRAAG

1. De Commissie ontving op 16 november 2011, op vraag van de Commissie Justitie, een schrijven van 14 november 2011 van de heer André FLAHAUT, Voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers, waarmee deze een advies vraagt over het wetsvoorstel van 24 mei 2011 tot wijziging van de Wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering wat betreft de inwerkingtreding van artikel 863 van het Gerechtelijk Wetboek.

2. Dit wetsvoorstel beoogt de inwerkingtreding van artikel 23 van de Wet van 10 juli 2006 dat momenteel nog niet van kracht is1.

3. Dit artikel 23 is geformuleerd als volgt:

"Artikel 863 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 3 augustus 1992, wordt hersteld in de volgende lezing :" Art. 863. - In alle gevallen waarin de ondertekening vereist is voor de geldigheid van een proceshandeling kan het gebrek van de handtekening worden geregulariseerd ter zitting of binnen een do or de rechter vastgestelde termijn."

B. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG

4. Het aan de Commissie ter advies voorgelegde wetsvoorstel omvat twee artikelen. Het eerste handelt over het toepassingsgebied van de wet. Het tweede betreft de inwerkingtreding van artikel 23 van de Wet van 10 juli 2006 en is geformuleerd als volgt:

"In artikel 39 van de wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering wordt het tweede lid aangevuld met de woorden “, met uitzondering van artikel 23, dat uiterlijk op 1 september 2011 in werking treedt.”

5. Wat artikel 2 van het ter advies voorgelegde voorstel betreft, behoort het niet tot de bevoegdheden van de Commissie om zich uit te spreken over de inwerkingtreding van een wetsartikel.

1 Inderdaad, artikel 39 van de Wet van 10 juli 2006 stelt dat de artikelen 2 tot 38 in werking zullen treden op een door de Koning te bepalen datum en ten laatste op 1 januari 2013 (datum vastgesteld door de Wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen, artikel 4).

(3)

Advies 30/2011 - 3/3

6. De Commissie vestigt evenwel de aandacht van de aanvrager op het feit dat het wetsvoorstel van 23 december 2010, dat eveneens voor advies aan de Commissie werd voorgelegd2, tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de invoering van telecommunicatiemiddelen en van de elektronische handtekening in de gerechtelijke procedure3 reeds artikel 863 van het Gerechtelijk Wetboek als volgt formuleert:

“Art. 863. In alle gevallen waarin de ondertekening vereist is voor de geldigheid van een proceshandeling, kan de nietigheid slechts worden uitgesproken indien de ondertekening niet wordt geregulariseerd ter zitting of binnen een door de rechter vastgestelde termijn.

Het vereiste van de ondertekening staat er niet aan in de weg dat de handeling ook geldig per fax of per elektronische post kan worden verricht, maar de rechter kan op verzoek van een partij die daar belang bij heeft de auteur van de handeling bevelen de ondertekening te bevestigen.”

7. Dit nieuwe artikel 863 van het Gerechtelijk Wetboek dat wordt bedoeld door het wetsvoorstel van 23 december 2010 is vollediger dan de versie waarvan de inwerkingtreding wordt beoogd door artikel 23 van de Wet van 10 juli 2006. Bijgevolg lijkt het dat het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet van 10 juli 2006 doelloos wordt en suggereert de Commissie de aanvrager te verwijzen naar haar advies nr. 29/2011 van 30 november 2011.

OM DEZE REDENEN

Verstrekt de Commissie een gunstig advies over het wetsvoorstel dat haar werd voorgelegd op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met de opmerking die zij formuleerde in punt 7.

Voor de Administrateur m.v., De Voorzitter,

(get.) Patrick Van Wouwe (get.) Willem Debeuckelaere

2 Dit wetsvoorstel werd voor advies aan de Commissie voorgelegd: advies nr. 29/2011.

3 Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers, 23 december 2010, DOC 53 0895/001.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2/2011 van 19 januari 2011 oordeelt de Commissie dat de gegevens ontvangen door een verantwoordelijke voor de verwerking beschouwd dienen te worden als anoniem wanneer

Voor de uitwisseling van andere dan gezondheidsgegevens, zoals de verblijfsgegevens met betrekking tot Vlaamse sporters (zgn. whereabouts) moet bijkomend rekening worden gehouden

 mocht er toch een aansluiting bij verschillende integratoren plaatsvinden – wat zoals gezegd niet de voorkeur van de Commissie wegdraagt – kan er naargelang de aard

Met betrekking tot deze regeling voor aannemers uit de bouwsector heeft het Sectoraal Comité voor de Federale overheid destijds de volgende opmerking gemaakt: “Het

Voor alle gevallen waarin de KBR de gegevens uit andere authentieke bronnen opvraagt en vervolgens in zijn rol als dienstenintegrator wil doorgeven aan bepaalde

Betreffende de verwerking van persoonsgegevens met het oog op de karakterisatie van de organen en donoren voorziet het wetsontwerp (artikel 10) in het geheel niet wie hiervoor de

2° de elektronische gegevens kunnen met precisie worden geassocieerd aan een referentiedatum en een referentietijdstip die worden toegekend hetzij door het

a. Het ontwerp vermeldt dat een Organisator en een Verantwoordelijke, alsook iedereen die direct contact heeft met de opgevangen kinderen over een recent