• No results found

REGIONAAL BELEIDSKADER SOCIAL RETURN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "REGIONAAL BELEIDSKADER SOCIAL RETURN "

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aan de gemeenten in het Rijk van Nijmegen

Datum Contactpersoon

12 november 2015 Evelien Peetsold

Onderwerp Telefoonnummer

Regionaal social return beleid 06-53381467

Geacht College van Burgemeester en Wethouders,

Begin 2015 hebben de zeven gemeenteraden in het Rijk van Nijmegen met de vaststelling van het strategisch beleidskader ‘Werk is de uitkomst’ besloten om Social Return regionaal af te stemmen en de opdracht hiervoor bij het WerkBedrijf neer te leggen. Dit heeft geleid tot het bijgevoegde

beleidskader social return, waarin we de regionale uitgangspunten schetsen voor de inzet van social return en de ontwikkelingen op de markt beschrijven.

We vragen uw college nu om het regionaal beleidskader social return ter vaststelling in uw college te agenderen en na positief besluit uw inkoopbeleid aan te passen naar dit beleid. Concreet betekent dit het volgende:

Eventuele social return passages in uw huidige inkoopbeleid worden vervangen door de volgende tekst of dit wordt toegevoegd aan uw inkoopbeleid:

Wij houden mede rekening met maatschappelijke doelstellingen door optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden in de wetgeving om sociale criteria in aanbestedingen te stellen.

Het betreft hier criteria, die vooral ten doel hebben de beroepsopleiding op de werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het werkproces te integreren personen te bevorderen of de werkloosheid te bestrijden. Uitgangspunt hierbij is dat 5% van de aanneemsom wordt ingezet voor social return activiteiten. Bij projecten waar een grote toeleveringscomponent aanwezig is wordt 7% berekend over de in te zetten arbeidsuren. Afwijken van bovenstaande richtlijnen is in uitzonderlijke gevallen mogelijk, mits voldoende gemotiveerd en na afstemming met de coördinator social return.

Bij aanbestedingen boven de € 50.000,- hanteert u voortaan de bestektekst social return zoals deze is vastgelegd in bijlage 2 van het regionaal beleidskader.

De uitvoeringstaak social return ligt bij het WerkBedrijf (advisering voor de aanbesteding, toetsing en controle social return).

(2)

2

Na vaststelling van het regionaal social returnbeleid in uw college, zorgt het team Social Return van het WerkBedrijf samen met uw medewerkers voor een goede implementatie van dit beleid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan voorlichtingsbijeenkomsten, een stappenplan en een duidelijke werkinstructie.

Hoogachtend,

Dagelijks Bestuur modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen,

De Voorzitter, De Secretaris,

drs. H.M.F. Bruls I. Hol

(3)

REGIONAAL BELEIDSKADER SOCIAL RETURN

WerkBedrijf Rijk van Nijmegen Oktober 2015

(4)

2 INHOUDSOPGAVE

Blz.

1. Inleiding 3

2. Social return in vogelvlucht 3

3. Doelen social return 4

4. Ondernemers en social return 4

5. Huidige situatie 5

6. Social return en de Participatiewet 6 7. Regionale uitgangspunten social return 7

8. Inclusieve ondernemers 9

9. Tot slot: landelijke ontwikkelingen 9

(5)

3 1. INLEIDING

Gemeentelijke aanbestedingen kunnen ons helpen om banen te realiseren voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Door inzet van social return nemen opdrachtnemers bij aanbestedingen boven een bepaald bedrag de verplichting op zich om een aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. In onze regio zetten vrijwel alle gemeentes dit instrument in om inclusief ondernemen te stimuleren. De wijze waarop social return wordt ingezet verschilt echter per gemeente. Omdat we als Regionaal WerkBedrijf de gehele arbeidsmarktregio bedienen, is door de gemeenteraden begin 2015 besloten om het Social return beleid ook regionaal op te pakken en op elkaar af te stemmen1. Eenduidig regionaal beleid creëert duidelijkheid voor de opdrachtnemers, biedt meer kansen voor onze kandidaten en maakt de uitvoeringspraktijk van het WerkBedrijf eenvoudiger. Dit beleidskader biedt hiervoor de basis.

Social return maakt deel uit van het inkoopbeleid en is daarmee een bevoegdheid van het College van B&W en niet van het WerkBedrijf. Het WerkBedrijf is echter wel de uitvoerder van de social returnafspraken; ze ondersteunt, adviseert en faciliteert opdrachtgevers bij het vormen van de social returnverplichting en ondernemers bij het invullen van hun social returnverplichting. Het WerkBedrijf adviseert en faciliteert opdrachtgevers ook over de mogelijkheden van social return en de monitoring van de uitvoering. De hieronder geformuleerde regionale uitgangspunten zijn afgestemd binnen de Bestuurscommissie en worden ter vaststelling naar de Colleges van B&W van de deelnemende gemeentes in de MGR verstuurd met het verzoek dit op te nemen in hun

inkoopbeleid.

Naast de regionale uitgangspunten voor het social return beleid, biedt dit beleidskader ook een aantal scenario’s om inclusieve ondernemers voordeel te bieden bij de invulling van hun SROI verplichting.

2. SOCIAL RETURN IN VOGELVLUCHT

Social return is het stellen van sociale voorwaarden en eisen aan leveranciers om ze een bijdrage te laten leveren aan het arbeidsmarktbeleid en de werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Social return maakt altijd deel uit van het inkoopbeleid. Het is geen wettelijke verplichting, maar een strategische beleidskeuze van de overheid bij de inkoop van diensten, werken en/of leveringen. Met de inzet van social return organiseren we samenwerking met het

bedrijfsleven, gericht op sociale inclusie van doelgroepen. Social return verbindt de sociale

doelstellingen van de overheid met reële (economische) activiteiten van het bedrijfsleven. Het biedt extra kansen en openingen voor specifieke doelgroepen en bevordert hiermee inclusief

ondernemerschap.

Verdringing

Bij de inzet van Social Return komt soms de discussie over verdringing om de hoek kijken.

Verdringing is een reëel maatschappelijk probleem; als je op een functie solliciteert en iemand anders wordt aangenomen, is dat feitelijk ook verdringing. We zetten Social Return in om een

1 Beleidskader strategisch arbeidsmarktbeleid, begin 2015 vastgesteld door alle deelnemende gemeenten MGR.

(6)

4 inclusieve arbeidsmarkt te stimuleren, om een opening voor specifieke doelgroepen te creëren, die dit zonder extra steuntje in de rug niet redden. Verdringing is echter ongewenst als social return leidt tot ontslag van personeel of omdat gewerkt wordt met behoud van uitkering (oneerlijke concurrentie). Het WerkBedrijf is hier ten allen tijde alert op en voert hierover het gesprek met de opdrachtnemer (als er bijvoorbeeld sprake is van ontslag van vaste medewerkers als gevolg van social return).

3. DOELEN SOCIAL RETURN

Social return is een middel, geen doel op zich. Door Social return toe te passen streven we de volgende doelen na:

 Extra openingen creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt; vergroten van de arbeidsparticipatie van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

 Contacten met ondernemers tot stand brengen; in gesprek komen over inclusief

ondernemen; stimuleren maatschappelijk verantwoord ondernemen en verder uitbouwen van publiek-private samenwerking.

 Verlagen van de uitkeringslasten.

4. ONDERNEMERS EN SOCIAL RETURN

Social return wordt volop toegepast in het land, maar blijft onderwerp van discussie, zeker in tijden van recessie. Hoe kijken werkgevers-en werknemersorganisaties nu aan tegen de inzet van dit instrument? Werkgeversorganisaties zijn gematigd positief over social return2. Toen de Rijksoverheid in 2011 overging tot social return heeft VNO-NCW ook zijn standpunt hierover naar buiten gebracht.

Kernpunten waren dat de overheid geen onredelijke eisen mag stellen bij aanbestedingen en dat afspraken over langdurig werkzoekenden wel realistisch moeten blijven. VNO-NCW verwacht dat de inzet van social return niet meer zal opleveren dan een ‘druppel op een gloeiende plaat’. De

werkgevers verenigd in Bouwend Nederland staan positiever tegenover social return, maar vragen wel oog te hebben voor de inzet die er al geleverd wordt. De vakbonden ondersteunen social return, maar wijzen op het risico van verdringing.

Ondernemers hebben ons inziens wel degelijk baat bij social return. Door als ondernemer invulling te geven aan social return, investeert hij in:

Het MVO-beleid van het eigen bedrijf

Human capital: scholing van toekomstig personeel

Een arbeidsmarkt waarbij niemand aan de kant staat: bijzondere werknemers krijgen een betere kans op de arbeidsmarkt

Het vergroten van het eigen bedrijfsnetwerk

VNO-NCW en MKB Nederland hebben een aantal do’s en don’ts opgesteld bij de inzet van social return. Dit advies heeft betrekking op het social returnbeleid van de Rijksoverheid, maar biedt ook

2 VNG Informatiebrief over social return, november 2012

(7)

5 een aantal relevante aandachtspunten voor de regionale uitvoering van social return. Deze

aandachtspunten zijn meegenomen bij de ontwikkeling van dit regionale beleidskader:

 Social return mag niet worden ingezet als dit leidt tot ontslag van bestaand personeel om aan de social return verplichting te kunnen voldoen.

 Inzet van relatief veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de uitvoering van de opdracht is alleen mogelijk als voldoende ondersteuning wordt gegeven om de doelgroep te begeleiden. Dat betekent dat daar wel een reële minimumprijs tegenover moet staan en dat de aanbestedende partij een rol heeft in het faciliteren/ontzorgen van de ondernemer.

 Social return dient binnen het wettelijk kader te passen. Zo mag het gebruik van social return niet leiden tot het beperken van de vrije concurrentie en moet het in verhouding staan met de uitvoeringslast.

 Gemeentelijke ondersteuningsinstrumenten zoals jobcoaching, loonkostensubsidie-of dispensatie zijn ook van kracht voor de doelgroep social return.

Na het vaststellen van de regionale uitgangspunten organiseren we een bijeenkomst voor ondernemers die veel met social return te maken hebben om hen te informeren over het nieuwe beleid. Daarnaast kunnen we, na besluitvorming in de Bestuurscommissie, de ondernemers ook de scenario´s voorleggen (zie hoofdstuk 8) met de vraag hoe zij hier tegen aan kijken.

5. HUIDIGE SITUATIE

Op dit moment passen vrijwel alle gemeenten in het Rijk van Nijmegen social return in meer of mindere mate toe bij hun inkoopproces. De uitgangspunten verschillen per gemeente. Denk hierbij aan de doelgroepen, het drempelbedrag en de inrichting van het werkproces. In bijlage 1 staan de verschillen per gemeente benoemd. Er is afgesproken

met de gemeenten dat aanbestedingen met een social return paragraaf worden gemeld bij het team Social Return van het WerkBedrijf. Dit team denkt bij de voorbereiding van de aanbesteding al mee over de invulling van de social return, de mogelijkheden van de opdrachtnemers en gaat alvast aan de slag met de selectie van mogelijk geschikte kandidaten. Na gunning van de opdracht legt het team Social Return vervolgens contact met de opdrachtnemer om afspraken te maken over de invulling, het voorstellen van kandidaten en controleert tot slot de verantwoording van de

opdrachtnemer. Deze afspraken werken in de praktijk nog niet altijd naar behoren. Met dit beleidskader willen we deze afspraken herbezien en aanpassen waar nodig, zodat er optimaal rendement uit Social Return gehaald kan worden.

Resultaten Nijmegen

Ter illustratie geven we hier de resultaten van social return van de gemeente Nijmegen over 2014. Het doel was om in 2014 1,5 miljoen euro social return verplichtingen op te halen (met een besparing van €500.00,- op de uitkeringslasten en

€300.000,- omzet voor Breed). Het uiteindelijke social return resultaat bedroeg ruim 1.8 miljoen euro, waarmee het doel ruimschoots is behaald (met een besparing van € 550.000,- op de

uitkeringslasten en een omzet van bijna

€600.000,- voor Breed). Bijna een derde van de kandidaten met een WWB-uitkering die op een social returnplek aan de slag ging, kwam uit een regiogemeente.

(8)

6 De verantwoording van de social returnopgave 2014 van de gemeente Nijmegen schetst het

volgende beeld:

16% van de opdrachten komt van buiten de gemeente. Dit betekent dat steeds meer organisaties (zoals de universiteit en Portaal) zelf ook SROI-verplichtingen in hun aanbestedingen meenemen.

Het is steeds lastiger om passende kandidaten met bijstand te vinden en we wijken hiervoor uit naar andere doelgroepen.

Kandidaten zijn langer dan zes maanden aan het werk (samengevoegde periode van werk).

De interne samenwerking om social return te doen slagen is goed georganiseerd (vaste aanspreekpunten, vast overleg en de invulling van social return vacatures).

Veel groen-en grijsopdrachten zijn inbesteed aan de DAR ten behoeve van Breed.

Veel vastgoedopdrachten gaan naar het Stimuleringsfonds* ten behoeve van BBL- opdrachten.

* Het Stimuleringsfonds

Het Stimuleringsfonds Leren/Werken (stifo) organiseert leerwerkplekken in samenwerking met opdrachtgevers in de bouw. Het stifo is opgezet omdat de bouwsector een groot tekort verwacht aan technisch opgeleid personeel door de afname van leerlingeninstroom en de vergrijzing in de sector. Om over voldoende vakmensen te kunnen beschikken worden leerwerkplekken gecreëerd.

Opdrachtgevers, werkgevers, overheid en opleidingsbedrijven werken samen om deze

leerwerkplekken te realiseren. Het stifo organiseert een groot deel van de leerwerkplekken ten behoeve van social return verplichtingen van opdrachtnemers. Niet alleen leerlingen worden op leerwerkplekken geplaatst; ook kandidaten in de bijstand of met een sw-indicatie gaan aan de slag op een leerwerkplek.

6. SOCIAL RETURN EN DE PARTICIPATIEWET

Met de invoering van de Participatiewet en het afsluiten van het Sociaal Akkoord is er een overlap in deze doelstelling en het regionale beleid rondom social return: beiden willen meer kansen en werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt realiseren. De vraag is dan ook hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt. Er is geen wettelijke belemmering om doelgroepen die onder de

baanafspraak en quotumwet vallen binnen het bereik van SROI te brengen. Dit doen we dus ook en stimuleren het zelfs door de doelgroep baanafspraak op te nemen in doelgroep social return.

Social return en inzet voorzieningen

We behandelen social return-vacatures hetzelfde als gewone vacatures die bij het WerkBedrijf gemeld worden. Dit betekent dat een social return werkgever ook recht heeft op loonkostensubsidie of een jobcoach als hij een kandidaat aanneemt met een afstand tot de arbeidsmarkt of

verminderde loonwaarde, zodat de kandidaat dezelfde kansen en mogelijkheden krijgt als andere kandidaten. Opdrachtnemers die er voor kiezen om te werken met een kandidaat met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt mogen hierbij ook goed gefaciliteerd worden. Deze subsidies voeren we niet op bij de controle van de social returnverplichting, we monitoren alleen de loonkosten van de kandidaat.

(9)

7 7. REGIONALE UITGANGSPUNTEN SOCIAL RETURN

Deze uitgangspunten zijn op regionaal ambtelijk niveau afgestemd en bieden het nieuwe regionale kader voor de inzet van social return.

Doel regionaal social return

Het doel is om social return per 1 januari 2016 uniform regionaal toe te passen bij de

aanbestedingen van alle diensten, leveringen en werken boven de € 50.000,-. Via social return stimuleren we werkgevers om bij te dragen aan diverse gemeentelijke en regionale doelstellingen:

Zoveel mogelijk kandidaten aan werk helpen of werkfit maken

Vergroten van vakmanschap door het bieden van leer/werkervaringsplaatsen en/of stageplaatsen

Inclusief ondernemerschap stimuleren Juridische vorm regionaal social return

In artikel 2.80 van de Aanbestedingswet 2012 is de mogelijkheid gecreëerd om bijzondere voorwaarden te stellen aan de uitvoering van een overheidsopdracht, als die voorwaarden verenigbaar zijn met het EG-verdrag en als deze in de aanbesteding zijn vermeld. We beschouwen social return als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde. Elke gemeente in de regio Rijk van Nijmegen stelt bij elke aanbesteding boven de € 50.000,- de voorwaarde dat bij het uitvoeren van de opdracht een percentage van de loon-of aanneemsom wordt ingezet voor SROI. Dit geeft het WerkBedrijf en de ondernemer veel vrijheid om na de gunning samen maatwerkoplossingen af te spreken. Er wordt meestal 5% van de aanneemsom of 7% van het looncomponent opgenomen in de voorwaarden.

Het uitgangspunt is dat we niet zomaar uitgaan van deze percentages, maar altijd de mogelijkheden bekijken om een zo hoog mogelijk percentage te realiseren. Daarbij kan gedacht worden aan het uitbesteden van werkzaamheden in bepaalde branches waarbij een hoger percentage social return past, zoals schoonmaak of groenvoorziening. Een tweede aangrijpingspunt is om het volume van de aanbesteding te verhogen, door bijvoorbeeld met meerdere gemeenten gezamenlijk aan te

besteden.

In een vroeg stadium wordt dit onderzocht en afgestemd met het team social return.

Doelgroepen

Als het gaat om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn er grofweg drie groepen te onderscheiden. We richten ons op de doelgroepen die onder de Participatiewet (en baanafspraak) vallen en de groep uitkeringsgerechtigden die onder het UWV valt. Daarnaast is er de groep

leerlingen van het VMBO, VSO, MBO en

praktijkscholen. Ook de voortijdig schoolverlaters behoren tot de doelgroep. Onze eigen ervaring en die van andere gemeentes die Social Return toepassen is dat maatwerk van groot belang is. We kiezen er daarom bestuurlijk voor om niet vooraf één doelgroep te selecteren, maar per aanbesteding een inschatting te maken van de doelgroep(en) die het meest geschikt is.

Overzicht doelgroepen social return:

P-wet/WWB

Wajong

SW

WW

BBL/BOL (leerlingen

VMBO/VSO/MBO/praktijkscholen)

Indicatie baanafspraak (nieuwe doelgroep)

Voortijdig schoolverlaters (nieuwe doelgroep)

(10)

8 Bij welk type inkoop passen we social return toe?

We kiezen ervoor om social return toe te passen bij alle aanbestedingen boven de € 50.000,-, dus ook bij Europese aanbestedingen. We kiezen ervoor om het drempelbedrag laag te houden om ook regionale MKB-ondernemingen te stimuleren om sociaal te ondernemen. Bij Europese

aanbestedingen gelden strengere eisen en is bij het opstellen van de bestekteksten een goede afstemming met Inkoop, Control en Juridische Zaken extra van belang. In bijlage 2 staat de bestektekst zoals alle gemeentes dit opnemen in hun aanbestedingen bij vaststelling van dit beleidskader.

Social return is het eenvoudigst toe te passen bij de inkoop van diensten, leveringen en werken waarbij veel gebruik gemaakt wordt van laaggeschoolde banen, zoals bijvoorbeeld in de bouw, infra, onderhoud, groenvoorziening, schoonmaak, catering en zorg. Het is ook eenvoudig om regelingen te treffen in sectoren waar het plaatsen van mensen core-business is, zoals bij uitzendbureau en re- integratiediensten. De focus van social return ligt bij de toepassing van het instrument bij dergelijke type inkoopopdrachten.

Uitvoering social return

De gemeenten in het Rijk van Nijmegen kopen allemaal diensten, leveringen en werken in. De verantwoordelijkheid voor de inkoop ligt ook bij hen. Dit betekent dat het opnemen van een social return verplichting bij inkoop een taak is van de gemeente. Zodra de voorbereiding van een

aanbesteding start zoekt de gemeente contact met het team social return van het WerkBedrijf. Het team denkt mee over de toepassing van social return, de gevraagde omvang van social return en adviseert bij de invulling van de bestektekst. Als bekend is welke opdrachtnemer de opdracht gegund krijgt, geeft de gemeente dit door aan het team social return. De opdrachtnemer neemt zelf ook contact op met het team Social Return en zij maken vervolgens afspraken met de

opdrachtnemer over de verplichting en verantwoording en start met de werving van kandidaten. Dit is altijd maatwerk. Het WerkBedrijf controleert of de opdrachtnemers aan hun Social Return

verplichting voldoen en rapporteren hierover in de kwartaalrapportages van de MGR. Deze werkzaamheden maken deel uit van de basisdienstverlening van het WerkBedrijf. Er wordt een implementatieplan opgesteld waarin staat hoe het regionale social return beleid ingevoerd wordt.

Handhaving

Wanneer inschrijvers een opdracht gegund krijgen, maar op den duur niet voldoen aan de eisen met betrekking tot social return volgt er een boete, te storten in een geoormerkt fonds. Het is aan de opdrachtgever om vast te stellen of er sprake is van het niet nakomen van de contractafspraken. Zij moet dan ook de sanctie opleggen en uitvoeren. Het team social return adviseert hierbij. Tot op heden is er nog nooit een boete opgelegd. Het team social return bekijkt altijd samen met de opdrachtnemer en opdrachtgever of er een oplossing gevonden kan worden.

Juridische aspecten

Bij aanbestedingen mag een gemeente juridisch gezien niet discrimineren. Dat betekent dat de opdrachtnemer vrij is om social return met mensen uit bijvoorbeeld de eigen vestigingsplaats in te vullen. We ondervangen dit (deels) doordat het WerkBedrijf de opdrachtnemers ondersteuning biedt bij het vinden van geschikte kandidaten. Dit is vooral het geval bij werken (bijvoorbeeld onderhoud aan wegen).

(11)

9 8. INCLUSIEVE ONDERNEMERS

De ondernemers in het Rijk van Nijmegen hebben een sociaal hart: veel ondernemers hebben al stappen gezet op weg naar inclusief ondernemerschap. Van hen komt dan ook de boodschap dat ze af en toe moeite hebben met het invullen van de sroi-verplichting, omdat ze al op duurzame wijze mensen werk bieden (in plaats van alleen de duur van een aanbesteding). In ons huidige beleid belonen we deze inclusieve ondernemers als volgt:

Inclusieve ondernemers krijgen voordeel bij de invulling van hun social returnverplichting. Elke ondernemer die een aanbesteding gegund krijgt mag:

 Werknemers meetellen die onder de Participatiewet / ww vallen en al werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. Deze werknemers tellen met terugwerkende kracht voor een halfjaar mee en mogen in totaal voor de duur van één jaar worden meegeteld.

 Leerlingen op een BBL-plek die hij al heeft de gehele opleidingsperiode meetellen

 Kandidaten met een SW-indicatie en Wajongers altijd meetellen

Vanwege de komst van de Participatiewet en de nieuwe doelgroep voor gemeenten stellen we voor om hier het volgende aan toe te voegen:

 Kandidaten die opgenomen zijn in het doelgroepregister tellen altijd mee.

Hierbij geldt wel de randvoorwaarde dat elke kandidaat uniek moet worden opgevoerd. Dit om te voorkomen dat een opdrachtnemer dezelfde kandidaat/werknemer voor verschillende opdrachten opvoert. Het team social return van het WerkBedrijf voert deze controles uit.

9. TOT SLOT: LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN

Er is een trend gaande waarin steeds meer gemeenten social return breder inzetten. Zo werken Amsterdam en Tilburg bijvoorbeeld met social returnarrangementen of compensatieorders. Dit houdt in dat werkgevers voor wie het niet mogelijk of wenselijk is om werk aan te bieden, op een andere manier aan hun social return verplichting kunnen voldoen. In Amsterdam wordt de social return verplichting uitgedrukt in een exact bedrag gebaseerd op een percentage van de

opdrachtsom. De gemeente ontvangt dit geld niet, maar vraagt de opdrachtnemer de waarde te herinvesteren op een manier die voor zowel de kandidaten, gemeente Amsterdam als de ondernemer het hoogst mogelijke (sociaal) rendement oplevert. Met deze arrangementen wil Amsterdam social return zo nauw mogelijk laten aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van het bedrijfsleven.

Tilburg biedt compensatieorders, relevant voor ondernemers die niet is staat of bereid zijn om binnen de eigen organisatie werkgelegenheid te creëren voor de doelgroep. Bijvoorbeeld omdat de onderneming een product, dienst of werk levert dat specialistische kennis, opleiding en

vaardigheden vraagt waaraan de doelgroep niet voldoet. In plaats van het bieden van

werkgelegenheid kan de werkgever een compensatieorder plaatsen bij een onderneming die wel werk biedt aan de doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan het uitbesteden van verpakkingswerk aan Breed. Tilburg biedt opdrachtnemers ook de mogelijkheid om maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten ten behoeve van de social return verplichting.

(12)

10 De arbeidsmarktregio Utrecht geeft opdrachtnemers de mogelijkheid om naast de inzet van mensen uit de doelgroep ook orders te plaatsen bij de sociale werkvoorziening. Maar ze kunnen ook invulling geven aan de social return verplichting door samenwerking met een sociale ondernemers, het delen van kennis, expertise en middelen of de verbinding met een lokaal wijkinitiatief.

Het WerkBedrijf volgt de landelijke ontwikkelingen op het gebied van social return en zal in 2016 met een voorstel komen op welke wijze social return in deze regio breder ingezet kan worden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Advies bij bepalen Social Return en leveren bestekteksten Afspraken maken met de opdrachtnemer. Leveren

In this Asian population where also men scheduled for initial biopsy underwent mpMRi and targeted biopsy, there were no significant difference in the detection rate of PCa

The aim of the current study was to assess feasibility and short- term effects of the Activity Coach þ intervention programme with regards to PA behaviour and biopsychosocial aspects

Als Zuidervaart de Nederlandse bijdrage aan deze onderzoekingen heeft behandeld, gaat hij over tot een prosopografisch aandoende studie van de totale groep van konstgenoten,

To determine the normal perivalvular 18 F-Fluorodeoxyglucose ( 18 F-FDG) uptake on positron emission tomography (PET) with computed tomography (CT) within one year after

Este proceso de reflexión partió de la siguiente idea: si el buen vivir surgió en la Amazonía ecuato- riana a comienzos de la década de los noventa del siglo XX como una

Het kan dan ook niet anders dan dat de eerste afdeling, en daarmee het hele boek, opent met het klassiek geworden artikel uit Revue historique uit 1964 waarin Jeannin de vaart door

Na afloop van het project sturen aannemers die mensen weer terug en zit het SW-bedrijf met de problemen.’ Smid: ‘Ik had graag zelfs nog meer mensen in dienst genomen;.. veel van