LEERJAAR 1 HOOFDSTUK 1 WOONPLAATS AARDE
© Malmberg 1
WERKBLAD ACTUALITEIT ZWAARSTE STORM OOIT TREFT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Lees het artikel en gebruik de bronnen op de website.
1 Maak een samenvatting van het artikel over wat er op Sint-Maarten gebeurd is. Gebruik daarvoor ook de video’s in bron 1 en 2.
Elk jaar zijn er in enkele gebieden op aarde orkanen. Deze grote
. . .
stormen richten daar veel schade aan. Dit jaar zorgde orkaan
. . .
Irma voor veel schade en slachtoffers op Sint-Maarten.
. . .
2 Zoek in de atlas kaart 199 op. Bekijk kaartvak J4. Schrijf de namen op die behoren bij het gebied waar Sint-Maarten ligt. Kies uit: Grote Antillen / Kleine Antillen /
Benedenwindse Eilanden / Bovenwindse Eilanden / Golf van Mexico / Atlantische Oceaan / Caribische Zee.
De juiste antwoorden zijn: Kleine Antillen, Bovenwindse Eilanden,
. . .
Atlantische Oceaan en Caribische Zee.
. . .
3 Bestudeer kaart 20 en 209D. Noem twee natuurlijke verschillen tussen Sint-Maarten en Nederland.
1) Op Sint-Maarten is meer en hoger reliëf dan in Nederland.
. . .
2) Sint-Maarten is een eiland, Nederland niet.
. . .
4 Bekijk bron 3 en 4. Beschrijf een verschil tussen een storm in Nederland en een orkaan op bijvoorbeeld Sint-Maarten.
In Nederland heeft de zwaarste storm, windkracht 12. Dat is ongeveer
. . .
115 km/uur.
. . .
De orkaan die Sint-Maarten trof, was zo krachtig, dat ze nog maar net in
. . .
klasse 5 paste. De windsnelheid was er meer dan 300 km/uur.
. . .
5 Leg uit met welk Europees land Nederland waarschijnlijk vooral zal gaan samenwerken met de hulpverlening en wederopbouw. Gebruik voor je antwoord kaart 209D.
Frankrijk, want de zuidelijke helft van het eiland behoort bij het Koninkrijk der
. . .
landen en de noordelijke helft bij Frankrijk.
. . .
6 Maak een top vijf van zaken waarvan jij denkt dat de inwoners op Sint-Maarten het meest behoefte hebben. Zet het belangrijkste eerst, het minst belangrijke als laatst. Kies uit: onderwijs / medische zorg / kleding / onderdak / voedsel.
Bijvoorbeeld: voedsel, kleding, onderdak, medische zorg, onderwijs.
. . .
LEERJAAR 1 HOOFDSTUK 1 WOONPLAATS AARDE
© Malmberg 2
7 Waarschijnlijk heb je getwijfeld aan de volgorde die je bij de vorige opgave maakte. Leg uit waarom het lastig is zo’n volgorde te maken.
Mensen in nood hebben verschillende behoeften. De ene is z’n huis kwijt,
. . .
maar niet gewond. Een ander is gewond maar heeft nog een huis.
. . .
8 Beschrijf (na wat je bij de vorige twee opgaven hebt bedacht) wat hulpverlening aan grote groepen mensen tijdens een ramp zo lastig maakt.
Reddingswerkers en overheden moeten zo snel mogelijk uitvinden wie wat
. . .
het meest nodig heeft. Dat is extra moeilijk als er slecht gecommuniceerd kan
. . .
worden.
. . .
9 Bekijk bron 5. Je zou verwachten dat de hulpverlening op het eiland Sint-Maarten geregeld wordt door de aanvoer van hulpgoederen en reddingswerkers via de havens.
Dat is niet zo. Geef daarvoor de reden die genoemd wordt in de videoclip van bron 5.
De orkaan heeft het water van de oceaan zo ver opgestuwd, dat er in en rond
. . .
de havens zo veel vernielingen zijn, dat er geen schepen kunnen aanmeren.
. . .
10 Bedenk en beschrijf of een natuurramp zoals op Sint-Maarten ook in Nederland zou kunnen gebeuren. Schrijf je antwoord zo op: ‘Aan de ene kant…, aan de andere kant…’
Tip: gebruik atlaskaart 20.
Aan de ene kant niet, omdat Nederland niet ligt in een gebied waar orkanen
. . .
voorkomen.
. . .
Aan de andere kant kan Nederland wel worden getroffen door overstromingen
. . .
vanuit zee of de rivieren, omdat Nederland erg laag ligt.
. . .
