• No results found

HET LAND VAN HERLE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "HET LAND VAN HERLE "

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

7e Jaargang Afieverinr!(. jnli ·okt. 1957

BULLETIN

van de Historische Kring

HET LAND VAN HERLE

OPGERICHT 4 APRIL1945

Twee-maandelijks tijdschrift ter versteviging van het contact tnssen de historie- beoefenaars en historie-belangstellenden, wonende in het onde Heerlener land.

van

VERGELIJKING

Heerlen's toen en heden

aan de hand van Dichter

J M. DAUTZENBERG

Wie wist toch mooier te bezingen Oud Heerlen, met zijn land' lijk Si' hoon, Dan Dautzenberg, de trouwe zor!., Wiens hart en ziel aan 't plekje hingen?

Als minnaar van Gods werk, natuur, Laat hij volop ons mee genieten, Van wat zijn ziel deed overvlieten, Doortinteld van het dichtervuur.

Rond dolend door de bloem' ge weien, Waar de morielje welig groeit En langs de beek de heester bloeit, Wist hij en vriend zich te vermeien.

Ook volgde hij het klaar kristal, Waar het langs molens en kasteelen, Beg'leid door 't lied der filomeelen, Lief kronkelt door het schoone dal.

Wat kon hij bij het weer aanschouwen Van zijn geliefde bakermat,

Waar op hij steeds was trotsch en pra(

Geestdriftig roemen die landouwen'

(2)

Mocht Dantzenberg nu wederzien Zijn Eden na zoo' n tal van jaren, Hoe zou hij daarop neder staren, Met weemoed in het hart misschien.

Want wat hij eens zo hoog' lijk roemde, Heeft van zijn glans veel ingeboet, Nu 't land'lijk schoon steeds wijken moet V oor de industrie, die op hier doemde.

Zoo is vermengd de beek, zoo rein, Met 't vuil der Heerlensche riolen En met de giftige phenolen Van 't kolenslik der steenkoolmijn.

Aan Heerlen is 't alzoo beschoren, Te zijn bestemd tot mijngebied, Waardoor het welvaart meer géniet, Doch anders zeer veel heeft verloren.

Kwam hij nu weer van Klimmen af, Wanneer de zon was neergedoken En Heerlen' s lichten aangestoken, Hoe zou hij staan heel stom en paf.

En als hij verder dan aanschouwde Wat hier te HeerZen is verricht En groots en schoons sinds is gesticht, Geloof ik, dat hij niet meer rouwde.

Want 't Dorp, tot Stad thans omgebouwd, Wil met zijn "mooi" gebouwen pralen, Waaruit hem hel zou tegenstralen :

"Nieuw Heerlen overtreft het Oud'".

H. 0.

Uit: Manuscripten Notaris Dolmans te Heerlen.

70

(3)

Uit Ö€ hJStORI€ Ö€R

OUÖ€ hUIZ€0 te heeRten

h€t hUIS "b€ WURG"

A

AN de '.ve.stzijde v .. an de A_k.er. straat, tussen de Uilegats en boekhandel ALEERTS lag eertijds het huis in de volks- mond genaamd ,.IGGEN WURG".

Aan de drir ter plaatse gelegen winkelpanden is de oor- epronkelijke toestand van dit grote huis niet meer te her- kennen. Met zekerheid kan worden aangenomen. dat het huis in de eerste helft van de vorige eeuw opnieuw i~ opgetr~kken en van het oude gebouw vrijwel niets is behouden gebleven.

Vooraf een korte opmerking omtrent de naam UILEGAT~>. Deze is niet de vroegste naam van deze steeg. Reeds in de zestiende eeuw werd deze aangeduid met NIEUW STRAATJE.

In de 25 november 1596 vernieuwde "cacrte van den Domme" te Welten - waarvan een copie in het oud-archief der gemeente Heerlen berust - komt de naam NIEUWSTRAAT voor met de toevoeging "der schutten- kleffer", terwijl meerdere malen wordt vermeld "de wegh der schutten- kleffer". Het is dus zePr wel mogelijk, dat de oorspronkelijke naam van de Uilegats "schuttenkleffer" is geweest. De naam Uilegats is van latere tijd en dankt zijn ontstaan aan een op de noordhoek van de Uilegats- Akerstraat gelegen huis, genaamd "DEN lJ IJL". Volgens de legger, opgemaakt in 1779, behoorde dit huis destijds toe aan Peter LAUWERIJS in huwelijk met Maria Sibilla VONKEN. LAUWERIJS had dit huis geërfd van zijn schoonouders Steven VONKEN X Anna Elisabeth CORNIPS. In de negentiende eeuw woonde in dit huis

J.

CLAAS>SEN, die aldaar een herberg had.

Y oordat de huizen van nummers waren voorzien, hetgeen eerst in 1796 onder het Franse bewind heeft plaats gehad, droegen herbergen en win- kels, evenals grote huizen, meestal een naam. Men treft vaak de aller- zonderlingste benamingen aan, waarvan de herkomst veelal niet kan worden achterhaald. De naam "lggen w-urg" is hiervan een sprekend voorbeeld.

Sommigen beweren, dat zich ter plaatse een paard zou hebben geworgd.

Dat men deze naam aan het huis zou hebben gegeven, nadat dit onbe- duidende voorval had plaats gehad, is hoogst onwaarschijnlijk en nog minder denkbaar is, dat het huis zou zijn gebouwd op een plaats, die deze naam droeg in verband met dit feit.

Het is niet onmogelijk, dat de naam "Iggen Wurg" oorspronkelijk een spotnaam is geweest, waarmede men te kennen wilde geven, dat het bedrijf, dat in het huis werd uitgeoefend, slechts een sober bestaan opleverde.

(4)

ln 1795, toen in het huis een herberg was gevestigd, komt dit pand voor onder de naam "DE WURG" alias "DE ZON" (Akte verleden voor Notaris J. G. SCHAESSEERG 23 Juni 1795). De vcrklaring van deze naamsverandering is, dat de waard aan het huis een uithangbord had aangebracht met de naam "DE ZON".

Blijkens de kaart van landmeter MERTENS 1), omstreeks 1785 getekend, was DE WURG voor de toenmalige begrippen een vrij groot gebouw. Het was het type van een Zuidlimburgs boerenhuis met een binnenplaats, die, zoals wij nader zullen zien, aan de Uilegats met een poort was afgesloten.

Rechts van de binnenplaats, dus langs de Akerstraat, lag het woonhuis.

Aan de tegenoverliggende zijde bevonden zich de schuur en de stallingen.

Aan het einde van de binnenplaats tegenover de poort bevonden zich eveneens nog gebouwen, die waarschijnlijk voor het landbouwbedrijf bestemd waren.

Wanneer het huis is gebouwd kan niet met zekerheid worden vastgesteld. Het bestond reeds in 1686, toen "het huis DE WURGE binnen Herle met lant daer outrent gelegen" ter verrekening van voorgeschoten alimentatie- kosten door Catharina RAEDERMEECKERS weduwe van Jan HO ENEN werd verkocht aan haar halfbroer en -zuster Mathijs en Anna VLIEGEN.

(L.v.O. 2030 blz. 106)

Het huis DIE WURGE met de daarachter gelegen koolhof, benevens "een weijtien groot omtrent eenen halven morgen, regenoet eene lange sijde den Akerwegh d'ander die gatz, ende een voorhoeft Jaspar S•CHILS, noch een stuck ackerlants op het LAEN groot omtrent eenen morgen, en noch omtrent 81 roeden ackerlants aldaar", alles toebehorende aan de weduwe Jan HEIJNEN, werd op verzoek van Gillis LAUSBERGH 20 januari 1687 gerechtelijk verkocht. Koper was Franciscus KLINKEN- BERGH voor de som van 500 guldens licht geld. (L.v.O. 1924)

De hiervoren vermelde verkoop door de weduwe Jan HEIJNEN aan Matthijs en Anna VLIEGEN schijnt niet rechtsgeldig te zijn geweest;

althans de gerechtelijke verkoop heeft voortgang gevonden ondanks dat Matthijs VLIEGEN en consorten "inbrachten tot laste van de goederen van Jan HEIJNEN twee distincte actens onder anderen de copie hier van t'selve voor UE. gerealiseert en ter griffie berustende".

22 september 1689 Vf'rkoeht "Franciscus KLINKENBERGH, notaris binnen Aeken seeker huijs, hof, weijde en ackerland, voor decsen toe- behoort hebbende aen de weduwe van wijlen Jan HEIJNEN en aen hem met het uijtgaen van de brandende kertsc verbleven voor deese justitie op den 20 Januari 16n7, aen Jasper SCHILTS Jacobs zoon X Geertruijd BLOEM" voor 246 guldens. (L.v.O. 2030 blz. 246)

23 september 1689 werd het huis door Jasper SCHILS• X Gertruyd BLOEM verkocht aan Gerrit PENRIS (PENNERS·) X Magdalena CORNIPS,

De akte van overdracht lui.dt, als volgt :

"Op huyden den 23 Septemhn 1(,89, cornparc.-rde voor ons LerH'rt CARTIER, schoutet, Nicolaes HOKELS, Jacobus QUARTlEH en Willrm FHANSSEN, seht'r-Jw- nen der hooftbanke Herle, den !'<'rsaemcn Jasper SCH!LTS in <~<'n;Len <'<'stod si'-

72

(5)

tende (in eerste huwelijk) met de ecrbaere Gertruyd BLOEM, den welken bekende met hand, halm en monde gecedeert en overgedraegen te hebben, aen en ten behoeve van Gerrit PENRIS mede in eersten eestoei sittende met de ecrbaere Magdalena CORNIPS, seeker huys hoff en moeshoff genaempt DE WURGHE geleegen binnen deesen dorpc van Herle, reijgt. een lange sijde d'erfgenamen Willem DOUVEN, d'ander het Nieuw straetje, Pen voorhooft Jan DOUVEN, d'ander de straet, met alle geschitichheijt (gerechtigheid) dacr a en g"hoorende ende signantelijk de hellichte (helft) van den put, soo tuschen den voors. huyse en d'crfgenaemen Willem DOU- VEN gelegen is, sulx om en voor de somma van vijfhondert ses en negentigh guldens brahans: Maestr. cours, met een nieuwen hoed in den coop, van welke cooppen- ningen, den voorn. complten vollen bekent betaelt te zijn, voorbehoudens twee- hondert vijftig guldens cours voors. aen capitael, die op het voors. huys en hoff sijn staende, en competeerende 2en de erfgen. van wijlen Matthijs VOORAETZEN, die oock daer op sullen geaffecteert blijven en aen de voors. cooppenningen gekort zijnt, swerende den voorn. compt. het voors. huys en dependentie van dien te weesen los liber en vrij van alle grontlasten, behoudens de schattinge, waer voor hem den voorn.

eompt is verobligeerend<e als nacr rechten, lycoop *) lentlijk (volgens landsgebruik), godshdler (godspenning) <'en halve schelling, aldus hebben wij schoutet en scheepe·

nen, den voorn. compt van het voors. erfve, onterft, en den voorn. Gerrit PENRIS, sijne huysvrouw en rechte erfven, daer inne gegigt en gegoyt, behoudelijk, den hoogen heer, en een ijd('r sijn goedt recht. Was geteekend Jas per SCHILS, L.

CAR1l.IER, Nico HOKELS, J. QUARTIER en Wil FRANSEN". (L.v.O. 2030 blz. 247)

De bloedverwanten van de verkoper Jasper SCHILS X Gertruyd BLOEM betwistten de geldigheid van deze overdracht. Als naaste familieleden meenden zij bij verkoop recht van voorkeur te hebben op de bezittingen van de familie. Aangezien zij blijkbaar hadden verzuimd van het recht Yan naasting binnen de gestelde termijn gebruik te maken, werd de aangelegenheid voor de rechter gebracht.

De zaak werd uitgevochten tot in hoogste instantie, doch eindigde ten slotte in 1724 met een vergelijk, zoals wij aanstonds zullen zien.

Hangende dit proces, dat in eerste instantie voor de Hoofdbank Heerlen werd behandeld, werd door deze de 26 januari 1708 besloten een onder·

zoek in te stellen naar de verbeteringen, die door Gerrit PENRIS na de aankoop aan het huis waren aangebracht. Dit onderzoek had ten doel de door PENNERS gemaakte kosten vast te stellen, die hem waren te vergoeden, ingeval de verkoop ongedaan zou worden gemaakt en het huis alsnog aan de verwanten van SCHTLS-BLOEM zou worden toe- gewezen.

Bedoeld onderzoek had plaats op 30 januari 1708.

De daarvan opgemaakte akte, die interessante bijzonderheden omtrent het huis DE WURG bevat, laten wij hieronder volgen :

"Op huijden d. 30 Janrij 1708 coram (ten ov<erstaan van) d'hre schouteth QUAR- TIER en rcspec. schepenen der hooft Bancke Heerle, signantelr (met name) CROON, VAN OCKEN, JACOBS Ft LEMMENS, In confonnitcijt van onsen Decrete de dato cl. 26 Janrij 1708 hebben wij respec. schoutcth en voorsz. schepenen ons gelranspor- teert ten huijze van Gen·t PENNIS genaempt DE WURGH, en aldaer zijnde gevisi·

*) Lycoop betekent wijnkoop, afgeleid van het middelnederlands lit = appelwijn.

Aan de schepenen en getuigen werd bij het afsluiten van een overePnkomst wijn aangeboden, de z.g. wijnkoop of een vergoeding in geld. In het ene geval is sr1rake van een nattP lycoop, in het andere van een droge lyr.oop.

(6)

teert alle de Melioraticn (verbeteringen) gedaen t'zedcrt het V<'rcoop van Sr. Jas per SCHILS op den Kerckhoff ofte possessie van dito Gcn~t PENNIS tot dato deses toe. Voor eerst soo is door sceckeren Jasper SIJPERS als Timmerman, Lemmen LAM-. BERTS als Decker, en Crijn KEULAERTS als meurder (mctsdaar) gevisitecrt voor eerst een gebondt (gebint) aen de sehuijr ofte stallingh" uitschijtende op den cool en Meesthooft, en sonde in 't geheel soo aen houte werek en Arbeijdtsloon werdigh sijn gelijck door den Timmerman gewerdeert is 50 gl.

den stro ij deck er verclaert daer op verwerckt te zijn aan schrouff (uitgekamd stro) ontrent de 400 schauff (garven) jeder 100 a 4 gl 16 Item aen Arbeijdtsloon vau den Decker knechts en bijvaeren van den leijm (leem) voor 't minstens geestimeert (geschat) met het bier

voor de somma van 10 13

waertoe geemployeert zijn ontrent 24 gantsche latten jeder lath ad

ro~~ 3

Item het ondervaenghen van den stal! mft steijn met vrachten mate·

rialen en arbeijdtsloon ten minsten 10 5

Item het maecken van eenen nieuwen Backhoven voor vrachten matc- rialen en arbeijdtsloon wordt geastimeert in 't geheel 50 Item voor het Beleggen van den solder boven de kaemer met Plan·

eken, Treven, naegels en arbeijdtsloon is ten minsten gewerdeert voor 29 11 Item het capwerk boven den flackboven, met den arbeijdtsloon en

materialen is geastimeert voor ten minsten 2 Rxcl. 8 Item den Teundel langhs de straet en gätsken is gereparcert, en is aen nieuwhoudt wel gerepareerd voor twee Rxcl. t'welck naer ver- meenen op 't eijgenste goedt ofte adpendentie sonde affgecapt zijn en soude aen Arbeijdtsloon verelient zijn naer besten onthoudt van

den Timmerman voors. de somme van 18

Item aen schouff over den selven Teumlel en d'Poort ontrent ander

halff hondert gelijck voor 4 gulcl. compt 6

Aen Arbeijdtsloon door den decker tegens 4lh daegben gereckent ieder dagh ad 23 st. de knechts elck 19 st. met 't bier, Item het vaeren van leem, latten en aen naegels alles op 't minste gereckent

soude bedraeghen 16 9 -

Tot den solder boven het Backhuijs is gelevert voor eerst een balcksken ad 1 gl. 10 st., 9 treeven ieder ad 10 voet jeder voet ad 2 st., doet 9 gl., 50 voet planeken jeder voet ad 5 orth compt 8 gl. 2 st. 2 orth, aen naegds 4 st. voor het dack in 't generael op den voors. solder van

't Backhuijs 8 gl. eens, maakt t'saemen 26 16 2

Item een belaghde ceuckendeur, met sijne gehangen (scharnieren)

en sijn toebehoor als arbeijdtsloon 4

Item de trapdeur en de deur naer 't backhuijs uijt, met den arbeijdts·

loon als booven 't saemen 7

• Item twee schaepkens (kastjes) soo in de keueken en kaemer inge·

meurt (ingemetseld) zijnde, worden geastimeert gelijck zij daer staen

ten minsten ad 3.- 12 _

Item den wijnckel in het voorhuijs (in cas dat den selven Geret PENNIS sonde uijttrccken moeten) gedenckt dien selven mcd" te nemen en uijt te breken. Ergo nihil.

Item de Breeder Oegplanken) en Kroecke bank (pottenbank) in de

keueken met den arbeijdtsloon is te saemen geastirneert ter somme ad 6 6 _ Item den Trap soo voor desen op den ouden neeren (portaal) gestacn

heeft is versett (verplaatst), daer aen voor arbeijdtsloon met d<!

reparatie gereckent 4

' 278 2

Item is noch nijlgebleven de slijk latten (steeklatten) en kieenen ( nwt lePm lw- kleden) va1_1_ den .Teundel, en mede ·t dack van 't huijs uaer de eoolhoffs sijd1, wa•·r ovf'r Pai1hiJen s1ch naeders moeten verstaen, vermits den stroijdeckcr absent en

(7)

ewegh was.

Gereserveert noch dan sinit soor daer eenigh ijserwerk mochte gelevert ofte ge·

rnaeekt zijn.

Aldus gevisiteert en gPastimeert ten overstaen van schout schepenen, timmerman, meurder en stroijdecker voorsz. en ter praesentie van wedersijdt Parthijen geinteres·

seerdens op dagh dato als Boven.

A. CROON P. LEMMENS (Op een los biJliggend blaadje komt dan de volgende aantekening voor)

acep voor staet van costen voor Timmerluijden, Meurder en Dacker als mede Crijn CEULARTS als meurder eijscht voor sijne moeiten 0 15 Item Lemmen LAMBERTS als Decker praetendeert 0 15 Item aen den Timmerman Jasper SUPERS voor een en andere te

reekenen 1

(L.v.O. 2033 blz. 381)

Uit dit lange relaas kan worden afgeleid

l o. dat de gt'"bouwen van steen waren opgetrokken, althans wat het woonhuis betreft, en met stro gedekt;

2

°.

dat aan de zijde van de Akerstraat en de Uilegats een z.g. "teundel"

was aangebracht, waaraan uit eigen bezit gekapt hout was verwerkt;

3 o. dat deze teundel met stro was gedekt en met leem was bepleisterd;

Wat precies onder "teundel" wordt verstaan is niet duidelijk; ver- moedelijk hebben wij hier te doen met een soort afdak tot bescher- ming van de muren tegen de van het dak druipende regen.

4°. dat de inrijpoort aan de Uilegats van een met stro gedekt afdak was voorzien;

5 °. dat de mestvaalt zich op de binnenplaats bevond;

6c. dat in het voorhuis een winkel was ingericht.

In het huis was dus een winkel gevestigd en naar alle waarschijnlijk- heid een herberg met stalhouderij, terwijl voorts het boerenbedrijf werd uitgeoefend. Welke waren door PENNIS• in zijn winkel werden verkocht is niet bekend.

Opgemerkt zij nog, dat nagels een vrij kostbaar materiaal moet zijn ge- weest, getuige het feit, dat deze telkenmale afzonderlijk worden vermeld.

De vervaardiging van nagels geschiedde destijds door een speciale smid de z.g. nagelsmid.

Zoals reeds gezegd kwam in 1724. een vergelijk tot stand.

De hiervan opgemaakte akte luidt, als volgt :

"Op he eden den neegenden J uny secventhicn hondert viter en twintigh compareerde voor ons onders. scheepenen en secretaris der Hoofdbancke van Heerle (bij absentie van den heere schoutet) Johan llendrick BLOEM als hebbende volmacht van sijne moeie (tante) Barbara BLOEM ons gebleeeken ende hier aghter geinsereert, ende meede als kindt van wijlen Hend. BLOEM, geassisteert met sijne Moeder Margaretha DOUVEN wede wijlen Hendrick BLOEM ende de selver voor- dere kinderen ofte doghters en Erffgen, Marie, Catharijn eii Barbara BLOEM, hun sterckmaeckende en vaceerende in solidum (ieder voor zich) voor de minderjaarige Gertruijdt, Margareth, ende Anna BLOEM ter eenrc ende Sr. Johan Baptista OFFERMANS eijdom (zwager) van wijlen d'herc Franciscus KLINCKENBERGH, soo voor hem als sig stcrck maeckende voor sij nc stielkinderen alsmecde d'Erfgen.

wijlen Jaspar SCHILS met naeme Frederick SCHILS, Lemmen CUUPERS en d'Erffgen. wijlen Jacob SCHILS nacmentl. Jacob SCHILS, Henricus MERCKEL- BACH, Nicolaes ende Jaspar SCHILS deese twee lacste hun sterck rnaeekende voor de wede ende Erffgen. wijlen Geli;, SCHILS ter andere zijde,

(8)

de welcke verclaerden ende gelransigeert te hebben over soodaenighe vt·rschillen en processen als tusschen hun ofte hunlieden resp. authcurs sijn alnoch ventileerende of geventileert hebhen soo voor deese Hoofdbanckc van Hcerle, voor het leenhoff van Valckenborgh, als voor den Edlen Raede van bbant in s'Gravenhaege weegens het huijs DE WURGE, alsmede noopende de goederen tot Bammerich in de com- mandeurs bancke van Mechelen gelecgen, naement. dat deese verschillen en proees- sen met allen hetgheene cenighsints dacruijt gesprooten is ofte soude cunnen spruijten, doet te niet ende geassosicrt is, en sal blijven ten eeuwigen daghe, sonder dat dienthalven, den een aen den anderen eenige pretentien of contreprctensien soo weegens de saaken principaal als gereesene costen sal meugen formeeren ende dat daer deur alle arresten, interdietien ofte andersints ter oorsaake van de voors.

verschillen geslaegen ofte gegeeven, sullen opgehaeven sijn ende in specie het inbrengen op de bij den Hre HELDEVIER geproclameerde go;~dfren hereoomende van wijlen Jan BLOEM ofte desselffs Erfgen. alsmee de dat alle eautien wedersijts sullen coomen te cessecren met renuntiatie op alle bedencklijcke Excepticn. (akte getekend) Johan Hend. BLOEM, Margaretha DOUVEN en hij Maria BLOEM met een

+,

bij Catharina BLOEM met een

+,

hij Barbara Bloem met een

+

en voirts Johannes Baptista OFF'ERMANS, Frederick SCHILS, Lemmen CUYPERS, Jacoh SCHILS, Hend. MERCKELBACH, Nicolaes SCHILS, Jaspar SCHILS en gcteeckent HOKELS, Hend. PELT".

(L.v.O. 2035 hL HL)

DE WURG is in het bezit van de familie PENNIS of PENNERS ge- bleven, hetgeen blijkt uit het feit, dat 13 april 1771 door "Nicolaes Joseph PENNERS X }enne Marie PLOUM, inwoonder van Scherpenseel"

werd verkocht aan Dionijs BLOEM X Maria Catharina PENNERS, inwoonder alhier, "seeker huijs, meesthoff en schuijre, stallinge en cool- hoff genaemt DE WURG, reyg. eene lange sijde de weduwe Gerard PENNERS, d'andere het Nieuwstraetje, een hoofd de straet, groot soo als aldaar geleegen is, voor 1600 guldens ieder gulden ad 18 m. Aix, godsheller een kopstuck, licoop vier kannen wijn, alwelcke cooppenningen ad 1600 gld. op voors. huijs als praetium fundi (onderpand) blijven geaffecteert tegens vier van t'hondert, alwelck capitaal sa! redimibel (aflosbaar) weesen met soo veel penningen en interesse naar rato van tijds als den verkooper voor en naar zal noodig hebben, t'zeije met hon- dert pattacons min ofte meer, mits aen den coopere ses weken te voren aentezeggen, zijnde voors. Erve Laatgoed belast met d'ordinaire schat- tinge naer maete van groote, alwelcken schatt den inkooper met den jaere 1771 tot zijnen laste neemt. Voorts soo liber en vrij. En is verders gecon- ditioneert, dat vermits deese bouagie veele reparatie en nootbouw noodig heeft, den cooper sa! vermoogen daeraen te laaten rnaaken en bouwen naer sijne commoditeijt, 't welck in cas van naastinge den eventueden naaster aen demielven volgens annotitie sa! moeten vero-oeden en be- taelen". (L.v.O. 2047 blz. 167) b

1 2 september 1783 komt nog de volgende aanteken in o- voor :

"Dionijs BLOEM, weduwcnaer van wijlen Maria Catharina bPENNERS, inwoonder dceser dorpe, te kennen gcevende, hoe dat hij compt van intentie was hem te begecven in tweede huwelijk met de Eerhaerc Anna Clara SCHROEN 'mccrder- jaarige ~onge dogter, inwoonde~esse mede _alhier, hetwelk cgtPr ni(:t e~ vermagh te geschieden, sonder alvorens mgevolge Haar Hoog Mooo·dende Eotn·o·lement. in behoeve v~n. sijne_ vijff voorkinderen, te hr·bben aengdH~gt, d~ :ash~ goede~·en, dewelke hiJ IS bes1ttende, ten effech' van diCn, soo brengt alhi('r aen:

Eerstens huijs, hoff, stallingen en coolhoff, gelegen binnen d1,esen doqw, ge1uwm•

76

(9)

DE WORG, rcygt. .een<> lange sijde Pieter Joseph GROENESCHILD, de ander het Nicuwstractje, een hooft de gPmeene straet, groot aan maete 24 kleine roeden", etc.

(volgt een opsomming van Vf'rdcre eigendommen). (L.v.O. 2052 blz. 413.)

In de legger, opgemaakt in 1779, komt omtrent het huis DE WURG de volgende omschrijving voor :

Dionijs BLOEM, weduwenaar van Maria Catharina PENNERS•, nu in tweede huwelijk met Anna Clara SCHROEN, bij hem voor de togte (vruchtgebruik) beseten hebbende :

24 kleine roeden, huys, coolhoff en schure DE WURG genaemt, rey·

genooten eene sijde Pieter Joseph GROENESCHILD, d'andere het Nieuw Straatje, een hoofd de straat.

Bij coop geacquireert van sijn swager Nicolaes Joseph PENNERS.

Als bijzonderheid zij vermeld, dat Anna Clara SCHROEN, weduwe van Dionijs BLOEM in W25 nog in leven was en met haar ongehuwde dochter Maria Josepha woonde in de Akerstraat 81 naast het huis DE HEUVEL nummer 82.

In 1796 woonde in DE WURG Joseph BLOEM, ongehuwd, oud 24 jaar, met zijn eveneens ongehuwde zuster .Maria A. BLOEM, oud 22 jaar.

BLOEM had aldaar een herberg.

Blijkens akte, verleden voor Notaris J. G. KEMMERLING 23 Brumaire jaar X (14 November 1801) verkocht Alowis BLOEM, ongehuwd doch meerderjarig, wonende te Heerlen, het huis en tuin, gelegen te Heerlen, kenbaar aan het uithangbord DE ZON, met schuur en stallingen, groot ongeveer 40 kleine roeden of 8 a 4 ca, reinende een zijde Petrus J oseph GROENESCHILD, de andere zijde het straatje genaamd Ulegatzke, een hoofd de grote weg, het andere Hendrik Joseph ROEBROEK, aan Mat·

thijs Joseph VAN DEN HOOF X Catharina GELEKERKEN, wonende te Oversteworm.

Het pand had toebehoord aan zijn vader Dionijs BLOEM en zijn moeder Maria Catharina PENNERS en was hem toebedeeld bij akte verleden voor Notaris J. G. SCHAESSEERG 23 juni 1795.

De boerderij DE WlJRG schijnt nog al van enige omvang te zijn geweest, aangezien VANDENHOOF blijkens de in 1821 en 1825 gehouden vee- telling twee paarden boven drie jaar, drie stuks hoornvee boven en een stuks ond~r twee jaar bezat. Bovendien had hij twee knechts en een meid in dienst.

Volgens akte verleden voor Notaris J. W. D. SMEETS 11 februari 1833 werd, op verzoek van de erfgenamen van Matthijs J oseph VANDEN- HOOF X Maria Calharina GELEKERKEN, publiek verkocht : het huis, genaamd DE ZON, met aanhebbende schuur, stallingen en aanhorig- heden, mistplaats en tuin, gelegen in het dorp Heerlen, ter plaatse genaamd IN DE WURG, reinende eene zijde Matthijs Joseph PENNERS, andere zijde het Nieuwstraatje, een hoofd eenen weg en ander hoofd Hendrik Joseph ROBROEK, groot acht vierkante roeden vier dito ellen.

In de verkoop was niet begrepen de veelding of mist op de mistplaats, de krip en roof in den groten paardestal, het dekhout op de beijershouten aldaar, de staken of beijershouten hoven de poorteplaats, alsmede de mantel of knophouten in het huis. Het huis werd ingezet voor 2000 francs,

(10)

doch door verkopers aan zich gehouden voor 5000 francs, zodat de verkoop geen voortgang vond.

Op 24 april 1833 werd het huis opnieuw geveild, bij welke gelegenheid het pand werd toegewezen aan Theodoor EIJMAEL, meerderjarig, onge- huwd, kunst-linneuwever, woonachtig te Schandelen, voor 5510 francs.

Nadat Jan Theodoor EIJMAEL op 23 juli 1834 in het huwelijk was getreden met Johanna Maria JAEGERS, dochter van de wijnhandelaar Arnold JAEGERS en zuster van de geneesheer en burgemeester van Heerlen Jan Jozef JAEGERS, betrok hij het huis DE WURG en vestigde aldaar zijn linnenweverij.

EIJMAEL heeft het pand toen algeheel verbouwd en ter plaatse twee woonhuizen opgericht, waarvan hij het ene bij akte verleden voor Notaris J. W. D. SMEETS 7 september 1839, met ingang van 1 oktober 1839 voor zes jaar verhuurde aan Christiaan WILLEMS, vader, landbouwer, woonachtig te Over-Streijthagerhof, gemeente Schaesberg en Chrisliaan WILLEMS, zoon, winkelier, woonachtig te Heerlen.

Het huis had gelijkvloers twee kamers en een keuken, en op de eerste verdieping drie kamers. Voorts had huurder het gemeenschappelijk gebruik van de achterplaats ( basse-cour) en was in de huur begrepen de helft van een tuin in de Uilegats naast de weide van de heer ROSS.

De jaarlijkse huursom bedroeg

f

101,58.

Omstreeks 1862, toen EIJMAEL naar zijn nieuw gebouwd pand aan de Schram verhuisde, werd DE WURG aangekocht door de banketbakbr Pieter JORIS, Luxemburger van geboorte, die in het huis een bakkerij met winkel inrichtte.

Als bijzonderheid zij vermeld, dat de rijksveearts Dr. DUYSENS, toen hij zich 5 september 1881 te Heerlen vestigde, enige tijd bij Pieter JORIS in DE WURG heeft gewoond.

De familie JORIS heeft het huis in 1889 verkocht. Het op de hoek Uilegats-Akerstraat gelegen gedeelte ging in eigendom over aan de letterzetter Frans Miehiel Hubert CREUWEN, die er een slagerij met winkel in vestigde.

Nadien werd het pand aangekocht door Hendrik Joseph GEURTEN, die het overdeed aan de tegenwoordige bewoner JANSSEN-BAUWENZ.

Het overige aan de Akerstraat gelegen gedeelte van het huis werd aan- gekocht door Mathias GERARDS X Anna CRIJNS, die met gebruik- making van de door Pieter JORIS gebouwde bakkerij, aldaar een bakkerij met winkel inrichtte.

De kinderen GERARDS hebben dit gedeelte, bestaande uit twee winkel- huizen, thans nog in bezit.

Vermeld zij nog, dat in een akte, opgemaakt voor Notaris S•WILDENS te Heerlen 21 juni 1755, zowel het huis DE WURG als DEN UIJL worden genoemd. Wij menen de inhoud van dit document de lezer niet te mogen onthouden, niet zozeer om wille van het daarin voorkomende relaas van de burenruzie, dan wel om de namen van bewoners van huizen in de tegenwoordige Akerstraat, die in de akte Heerlestraat wordt genoemd.

78

(11)

De akte luidt, als volgt :

1755, 21 Juni, compareerde voor Notaris SWILDENS: Sophia COEMOET, Jacob SCHOSMANS, Maria COEMOET, Paulus LINNERTS in huwelijk met Agnes STASSEN, REUMAN Emanurel Jode getr. met Judith JACOBS, alle inw. van Heerlen, welke declareren, ter requisitie van Juffr. J. M. A. FRENS, wede w. d'hr HOFFMAN, dat sij eerste comparante op gepasseerden Dinsdag, 17 dezes 's nade·

middag met de dogter van de juffr. Requirente met name Cath. Geertruy is gegaan van DE WURG in de Heerk stract naar de Nobel en komende voorbij het huys DE UYL de beyde dochters uyt het huys DEN UYL aen de deure stonden en een van dezelve aen gem. dogter Catharina Geertruy toeriep, die eanalje is bang, dat sy de moul versleet, omdat sij dogter in het voorby gaen niet sprak, waarop gem.

dogter seyde, ik kan spreken of ik wil, waarop d-e oudste dogter uyt DEN UYL met name Marie Cathrine CORNIPS repliceerde: ha u de moul clou gebrandmerkte canalje of ik stoot dig met voeten onder die vodt, waerop Catharine Geertruy HOFFMAN seyde: kom en doet dat eens, sij Dogter uyt DEN UYL daerop weer seyde: Swyg do u gebrandmerkte hex of ik kom het doen, waerop gem. dogter der requirante is naar haar moeders huys OP DEN NOBEL gegaan en dienselven naerdenmiddag tusschen 6 en 7 uren souder den netten tyd te kunnen bepalen, wederom voorby DE UYL is gekomen en door de gem. oudste dogter uyt DEN UYL wederom is a en gerant geworden met die woorden: wet stou wel Canalje wat ich dig eerst gesagt hebbe, waer op de gem. dogter repliceerde: houd stou dat staande dat dou mig huit gesagt hebst. Alle comparanten verklaren met hunne ooren gehoort te hebben, dat gem. oudste dogter uyt DEN UYL seyde tot de requirante haere dogter: Ja, Canalje dat hou ik staande en laat my voor het gerecht komen dan sa!

ik het nog staande houden, en eer wy de woorden terug soude roepen, wouden wy liever de galg op klimmen en als wy dan gehangen worden dan weete wy dat veer voor ondeuge !uv gehangen worden, hebben sy declaranten nog vele injurieuse scheldwoorden gehoor!, en o.a. dele dat wanneer hun huys soude verkocht worden en sy het sdve soude moeten verlaeten, het selve liever in brand te steken ....

gevende de eerste declarante redenen van wetenschappe dat sy aen DE WURG was gegaen en aldaer de sleutel van haer huys by haeren man hadde gehaald en met de dogter van de juffr, requirante voorby het huys DEN UYL is gegaen en alle het geenc voors. gezien en gehoort heeft, gevende sy met de verdere declaranten nog redenen van wetenschappe, dat sy comparanten alle in hunne deuren bij den avond staende synde in de naebuurschap van DEN UYL, op het schelden en rasen van de gem. dogter uyt DEN UYL by malkanderen gen of ontrent de deure van den derden comparant PAULUS LINNERTS gingen staen, synde outrent maar 15 passen van DEN UYL aL

De afloop van deze ruzie is niet zo dramatisch geweest als men wel zou verwachten. De oudste dochter uit DEN UYL heeft blijkbaar later spijt gekregen van haar woorden, althans in een even later voor dezelfde notaris opgemaakte akte verklaren de beide vijandinnen van elkaar niets dan goed te weten.

W. LINDELAUF

+

1) Explicatie en declaratie gehoorende tot de Caarte Figuratief raekende de Tem·

sen en waeter loopen door en om het dorph Heerle. (Oud.Hollands Archief Gcm. Heerlen.)

(12)

De Heerlense Familie

Roebroel{_

(Vervolg op artikel in afl. 3, mei-juni '9 5 5)

~----vi)r"d~--6~--

-

E

H

ENRICUS 1724, was ROEBROEK, een zoon van de Heerlense gedoopt te chirurgijn Heerlen 30 Hubertu: maar Roebroek X Petronelia Franssen. Ook twee broers va1 hem, Joannes en Mathias waren, zoals reeds vermeld chirurgijns. Rij zelf was landbouwer en pachter van boerde rijen. Hij koos tot zijn echtgenote Maria Catharina Bisschops.

21 juli 1763 verkocht hij met zijn zwagers Alexander Bischops )<

Maria Catharina Schiffders, halfwin op het Lottbroek, en Johanne!

Petrus Bischops X Petronelia Haerst, aan de Drie Vogels wonende, vie:

percelen land, respectievelijk gelegen in het Cunderveld ( 75 roeden 6,i voet), op den Daalsberg ( 37 roeden 8 voet), in den Wingerd ( 56 roeden, en op den Commandeur (dit laatste perceel groot 38% roeden, lag "neffen1 de Dommer goederen" te Welten). Koopprijs 236 gulden 2 stuiver Koper was hun neef Goswinus Bischops X Elisabeth Huijnen, wonendt te Welten. (Gichtregister L.v.O. 2046, blz. 400, Gemeente-Archic Heerlen.)

Anno 1764 was hij reeds pachter ( "halfwin") op de hof ter Eyck, toe behorende aan de Markies van Hoensbroek. (L.v.O. 2044, blz. 94.) 25 november 1765 verkocht hij aan zijn broeder Wilhelmus Roebroek meerderjarig jongman, een weide in de Puttgraven, groot 136 roeden voor 102 pattacons of 408 gld. (L.v.O. 2045, blz. 40.)

18 juli 1770 werd door de "Collecteur (Ontvanger) van de Vrijheijd er Hoofd Bancke Heerlen", wegens "veragterde schatt" verkocht een stu1 land van de Heer van Groenen "Heere tot Soureth", gelegen aan dt Heisterberg, tussen de Molenweg en de Graaf, groot 2 bunder en 16C roeden. Het werd aangekocht door Henricus Roebroek voor de som var 605 gulden, die hij op 31 juli d.a.v. voldeed. (L.v.O. 2047, blz. 6.) 25 aug. 1771 verklaarde Balbina Moesbier, "laatst weduwe van wijlen Herman V orage thans woonende alhier binnen decsen Dorpe, siek U bedde leggende, haare begeerte en wille te weesen, dat haeren neev{

Henricus Roebroek X Maria CathaTina Bischops, halfwin op ter Eijk haar naar haeren tijdelijke aflijvigheijd ter aarden sal laaten besteeden (na overlijden begraven) en de daartoe noodige kerkdiensten en solernni·

tcijten naar gewoonte te laten doen en sooals sij hunne moedere d{

weduwe Bischops gedaan hebben, en tot indemnisatie (schadeloosstelling) vandien verciaarde deselve aan hem Hcnricus Hoebroek vóór haareP 80

(13)

doot te sullen ter hand stellen drie hondert guldens". (Minuut No. 119, van Nots. J. B. v. Cotzhuyzen. Gem.-Archief, Heerlen.)

13 juli 1773 kocht "de Eersaeme Henricus Roebroek, halfwin op ter Eijck," van Hans Willem Rutten X Maria Catharina Brouwers "inwoon- der der Bancke Simpelveld", de helft van de z.g. "Vrösche weijde", gelegen aan de Wijnweg, groot 75 roeden, alsmede 75 roeden land op gen Roo en 46 rooden in de Delle aan de Beijtelsweg. Dit laatste perceel belast aan de Domeinen van Haar Hoog Mogeode met

"%

cop

%

Rumsel en 1 /:; Rumsel Haever". Koopsom 365 gulden 12% stuiver. De weide gelegen onder K.k.roede (Kerkrade) en het land onder Heerlen. De hypotheek ten behoeve van de Heer Veugen, groot 100 pattacons, werd door Roebroek overgenomen.

Ook kocht hij diezelfde dag nog van Jacobus Wolters X Mechtild Rutten es., wonende in de Bank Kerkrade, "de bouagie aen de drie verkoopers toebehoorende, bestaende in den agterbouw en schuijre, met 12 Roeden in het Höffken, gestaen en geleegen aen de Drie Vogels, reijgenooten een sijde en een hoofd den incooper, t'ander hoofd de erffgen. Zander Bisschops" voor 45 rijksdaalders. Van Anna Catharina Rutten kocht hij de Campweijde, groot 121 roeden, (deze weide belast met "3 cöp 1 Rumsel haever" domeinenpacht), land op den Breemond, .groot 56% roeden, land op het Veldje, groot 37% roeden, en de helft van het Eentje groot 29 roeden. Koopsom 1.50 rijksdaalders ( 1 rijksdaalder was 4 gulden waard). (L.v.O. 2048, blz. 39 en 43.)

4, jan. 1774 verklaarde Cornelis Lintzen X Maria Gertruyd Huijnen, dat hij de hof Ter Eyck gelegen binnen de Banke van Heerlen, gepacht had van "Syne Excellentie den Heere Marchall van Hoensbroek". (L.v.O.

2048, blz. 317.) Hendrik Roebroek zal dus vermoedelijk in het voorjaar van 1774 de hof ter Eyck als pachter verlaten hebben.

8 oktober had een permutatie ( landerijenruil) plaats tussen Henricus Roebroek, Halfwin op V aashartelt, X Maria Catharina Bisschops en de Heer Joseph Florantin de Cravatte, Heer van Soureth, X Mevr. Maria Anna Baronesse van Wijlre tot Hegem. Roebroek ontving van de Heer van Soureth een perceel land genaamd " de Ses Boender, gelegen agter Vröschen Huysken, eene sijde den weg lopende na Simpelvelt, met de andere ( sijde) den Bembd van den Heer (de Cravatte), een voorhooft de Vreuschen Huyskens off Beytels weyden, groot met den doorgaande voetpad, den welke sal worden uytgemeten en gekort, ses Boender en secventig kieene roeden, met t Regt van Oogst- en mestvaart door (den Bosch en Bembd van de Heer de Cravatte), d'Essen genoemt". De Heer van Soureth ontving van Roebroek land genaamd den Heyster Berg, begrensd aan een zijde door "den Meulenweg, en aan een hoofd door de Erffgen. Hans Willem Souren, groot twee bunder en 140 roeden.

Verder 300 roeden land en weide "ontrent de Drie Vogels gelegen, eene lange sijde de Erffgen. H. W. Souren de andere d'erffgen. Zander Bis- schops, een hooft de landstraat", met nog 1113 gulden in contanten.

Deze 300 roeden, bij de Drie Vogels gelegen, waren leengoed in Hoffalis Hof.

(14)

lY april 1783 verscheen Hendrik Roebroek op het kantoor van de Ont:

vanger der Domeinen van Haar Hoog Mogende, de Heer W. Bleron, te Maastricht, waar hij de wedschelling betaalde van de op 3 okt. 1781 geruilde percelen, "getaxeert ter waarde van tweduysent Guldens, waar voor (hij) tegens de twaalfde Penning heeft overgetelt de som van 166 guldens darthien stuivers een oort." (Domeinen Register L.v.O. 2063.

blz. 293-Gem. Archief Heerlen).

21 jan. 1788 verkochten Joannes Peter Bisschops inwoonder van Voeren·

daal X Petronelia I-laarst (deze mede optredend voor de kinderen van Zander· Bisschops), en Hubertus J oseph Roebroek (namens zijn vader Henricus Roebroek, weduwnaar van Maria Catharina Bisschops) aan Joannes Quaadvlieg inwoonder aan de Ghysen, (aan de Giezen te Heerler·

baan) in tweede huwelijk met Maria Louisa Romers, 35 roeden land in het Klein eaumerleen en 46 roeden land in het Horrigerveld, grenzend aan de gewande van Bensenraade (de goederen van de Hof Bensenrade). Koopprijs van het eerste stuk zes schellingen en van het tweede 4 schel- lingen de roede. (L.v.O. 20'>4, blz. 411).

4 mrt. 1790 verklaarden Maria Catharina Schiffelers wede van Alexander Bischops (vruchtgebruikster), Hans Peter van Wecrs X Maria Anna Bischops en Henricus J oseph Bischops nog ongehuwd, oud 21 jaar, vertegenwoordigd door diens oom Hans Peter Bischops, land ve1·kocht te hebben aan Henricus Roebroek weduwnaar van Maria Catharina Bischops, halfwin van Vaeshartelt (De Notaris schreef eerst abusievelijk:

"in woonder aan de drie voogels"). Het land omvatte 383V2 roeden waar·

van 92 roeden belast waren met "1 cop en 12/:: rumssel haever" erfpacht aan Haar Hoog Mogen de Domeinen. "De overige erflasten (moeten) aan Ciaosterraad geleevert worden. Voor Cooppenningen (te) betaaien voor ieder cleene roede drie guldens ad 18 merk aix en twee Carolinen in den coop, godsheller (armengeld) twee schellingen, Lieco ( o) p 15 fleschen wijn." Getuigen bij deze akte waren Henricus Joseph Roebroek (de Heer- lense chirurgijn) en Frans Anthon Roebroek. (Minuten Notaris J. B.

van Cotzhuijzen no. 25).

5 mrt. 1790 wendde Hendricus Roübroeck zich tot Notaris Lamberts voor een retract (terugkoop, geoorloofd binnen l jaar in geval men bloedverwant vl!n verkoper en koper een niet-bloedverwant was, ook beschut genoemd) : "Geintentioneert (van plan) zijnde te retraheeren weyde en land als desselfs neef, seekeren Peeter Velter, woonende in Aaken voor omtrent een 3d twee maanden verkogt he~ft aen Joannes Quaedvlieg aen den Giesen te saarnen ter maete en koopprijs als de acte zal uytweysen, om dien so word D Hr Notaris Lamberts gerequireert (verzocht) s-ig in debita forma te vervoegen aen en bij de Persoon van voornoemden Joannes Quaedvlieg en denselven te praesenteeren en over te tellen penningen volgens acte (was getekend) Hcndrus Roebroeck."

We laten nu, ook enigszins verkort, het "relaas" van de Notaris (]. H. G.

Lamberts) volgen: "Rebbe ik Notaris my getransporteert ten huyse en bij de Persoon van Joannes Quaedvlieg aan den Giesen denwelken mij 82

(15)

tot antwoord gaf Ik kan heeden geen geld optrekken (aannemen) omdat ik de Koopacte die bij D Heer Secretaris in den Dohm (hof de Dohm·te Welten) is nog niet en hebbe. Dog verklaarende het besêhut van nu af aen te accepteeren." (Minuten N ots. Lamberts, no. 45).

(Wordt vervolgd). JO HORST

abRiaan weustenRaebt

en de door hem sestichte studiebeurs

H

OENSBROEK heeft bij besluiten. van zijn gemeenteraad van 24 juni 19"13 en 1 oktober 1951 aan een der straten de naam "Weustenraedtstraat" gegeven. Weinigen dragen uiteraard kennis van die besluiten en zeer velen weten heus niet wat deze naam betekent. De motivering van het besluit van 24 juni 1943 luidt:

"Op 16 April 1630 werd te Hoensbroek geboren Adriaan W eustenracdt; hij was een uitmuntend Godgeleerde en Landdeken te Beringen; hij is de sticht:èr van een te Hoensbroek en te Beringen gevestigde beurs voor studenten die Priester willen worden, van welke studiebeurs alhier de Pastoor en de Burgemeester van Hoens- broek medebegevers z~jn".

De reden waarom men er toe overgegaan is deze straat aldus te noemen vond men in het feit, dat de burgemeester telkenjare bemoeienis had met genoemde beurzenstichting, dat de gemeente telkenjare rente te voldoen had aan die stichting van een z.g. gevestigde schuld, maar meer nog doordat Eg. Slanghen in het van hem meermalen aangehaalde boek

"Het MaFkgraafschap Hoensbroeck, enz .. , ( 1859) aan· Adriaan W eusten- raedt een voorname plaats toegekend heeft.

Zo is het, dat we ook in dit geval, nu we over deze W eustenraedt een bijdrage aan "Het Bulletin" willen leveren, ten dele aangewezen zijn op hetgeen Slanghen ons heeft nagelaten. Wij citeren uit zijn boek (pag.

128/129):

"Adriaan Weustenraedt, uitmuntend godgeleerde en Landdeken te Beringen, werd, den 16 April 1630, te Hoensbroeck geboren van Mathijs Wcustenraedt, Scholtis aldaar en van Agncs Van Erfft. Hij is de stichter van eene, te Hoensbroeck en te Beringen gevestigde studiebeurs ten kapitale van twee duizend pattacons, aangewezen en beschikbaar gesteld bij testament van den 27 Fcbruarij 1692. Tot deze beurs zijn berechtigd bloedverwanten des stichters, die zich den priesterlijken staat toewijden, vervolgens inboorlingen van Hoensbroeck en Beringen of bij gemis van deze, stu- denten van omliggende gemeenten. Tot begevers der beurze te Hoensbroeck heeft

(16)

de stichter aangestdd den oudste zijner blocdwrwanten, den Pastoor en den E~,;rgemeester of hij ontstent~nis van bloedvcrwanten den Officier (Scholtis) aldaar..

Wannet~r de beul's vacant is moet uit de opbreng!ilen volgens den wil des stichters, eene tweede beurs, van fl. 200. 's jaars, gevormd worden, ten behoeve der bloed- verwanten van den stichtrr, of zoo gcene afstammelingen van broeder of zusters zijn, ten behoeve eener vroegrnisse in de k<'rk van Hocnsbroeck.

In 1730 was tusschen Alexander Frans Klöcker, Kanonik te Thorn, bijgcstaan door zijn broeder Jan Adriaan, medevertegenwoordigers der beurs, en de weduwe Jan Gerard Limpens ondersteund door haar broeder Jan Mathijs Weustenraedt, voor de justitie van Hoensbroeck, een regtstrijd aanhangig wegens het tot stand brengen der tweede en zoo mogelijk eener derde beurs, bestemd beurtelings, voor studenten uit de jurisdictiën van Hoensbroeck en Beringen.

Toen de hooge Regering, in 1820, de herstelling der beurzenstichting voornam, bevonden zich de inkomsten dezer stichting in bekrompen staat. Een groot gedeelte harer renten was zoek geraakt, de schuldenaren overleden en de panden vervreemd;

weshalve de Heer Charles De Limpens, als naaste bloedverwant des stichters, in li?2l het ontYae>~erschap der beurs opvatte om, zoo ver mogelijk, tot de herstelling mede te werken. Deze post later hekleed door den Heer J. W. Vreuls, wordt thans waargenomen door den Notaris Cremers te Hoensbrocck.''

De naam Weustenraedt komen we al sedert enkele eeuwen niet meer tegen te Hoensbroek. Er woont te dezen tijde wel iemand van die naam, doch deze is waarschijnlijk niet meer identiek aan de vroegere familie.

In het verloop van ons verhaal zal dit blijken te meer wijl aangetoond kan worden, dat de· naam van onze Weustenraedt in de' afstammingslijn van diens vader uitstierf omstreeks he! midden van de 18e eeuw.

Zoals we zien, rangschikt S<Janghen Adriaan Weustenraedt onder de belangrijke mensen die te Hocnsbroek geboren werden. We menen hem daarin te moeten volgen en hopen in alle bescheidenheid aan te tonen, dat deze Weustenraedt inderdaad een van de weinige groten is die het vroeger toch zo kleine Hoensbroek heeft voortgebracht.

Door het geven van een straatnaam heeft de gemeente niet alleen Weusten- raedt geëerd, maar zeker ook Eg. Slanghen, die in de van hem aangehaalde woorden waarderend over Weustenraedt geschreven heeft.

Het is niet Slanghen's bedoeling geweest om de familie Weustenraedt te beschrijven; hij immers schreef over Hoensbroeck. Zijn werk echter levert ons tal van gegevens die ons in staat stellen om over W eustenraedt voor het huidige-en het nageslacht veel feiten vast te leggen. Verspreiding van bloedverwanten en actie der stichting in internationaal verband zijn voor ons een stimulans om Slanghen te completeren.

Zo ontmoeten we bij Slanghen:

] 479: Merten Spee van W eustenraedt, Scholtis van het graafschap Hoensbroeck.

De naam zou kunnen doen vermoeden, dat deze Merten Spee woonde te (of kwam van)· Weustenrade, het tegenwoordig aan de grens van Hoensbroek onder Klimmen bestaand gehucht en dat van hem afkomstig is de familienaam zoals hij hierna ver- meld wordt.

1505: Thys van Weustenrade oudt 60 jaren of D-omtrent, Johan Penre oudt 40 jaren of D-omtrent Schep-en der banck Clemmen.

Deze werden gehoord in een door de Stadhouder-Generaal van 84

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op de R.O.B. werden enige opgezonden scherven bestudeerd door de heer A. Bruijn, die de middeleeuwse pottenbakkers- ovens te Brunssum, Schinveld en Nieuwenhagen

Vervolgens begonnen de door Foegadius en Servatius opgestelde for- mules bekend te worden, waarin niet alleen Arius veroordeeld werd met al zijn trouweloosheid,

Officiële feestelijke opening nieuwe wijkgebouw &#34;De Steenberg&#34;, Schuinstraat 2a, Hoensbroek-Heerlen, door wethouder Jo An- driesma.. Installatie van pater

als representeerende de herthogen van Brabandt en Limborg, voortijds gecompeteert heeft de collatie van het beneficie of digniteit van personnaat van Heerlen, soa ook

693 l-Il (mei 1711); hij bericht daarin, dar hij graag meer bijzonderheden had verschaft, maar hij was daarin belemmerd, omdar &#34;door her overlyden van den onrfanger

Oude foto's zijn erg populair en uitgaven waarin oude foto's in groten getale verwerkt zijn, worden grif verkocht. Indien een auteur er echter op uit is om zonder veel werk

Het artikel werd echter door de meeste juristen, die zich daarbij op een ander tekstgedeelte beriepen, zo verstaan dat de verdachte ook naar de pijnbank moest worden verwezen,

De eerste luidt: &#34;De bokkerijdersprocessen getuigen voor een belangrijk deel van de voorstelling, dat er misdadigersbenden aan het werk zijn, die met alle kracht