NAAM . . . . . Her : oefentoets spectrometrie t/m fluorescentie
docent(en) : R.A. van Iterson
klas : LCM3
tijdsduur : 60 min
1 Atoomabsorptiespectrometrie
2 . a Beschrijf elke stap kort van het atomaire absorptieproces wanneer een KCl oplossing verstoven wordt.
b Verklaar wat het nadeel kan zijn bij een oxiderende vlam .
c. Verklaar waarom een element als K een lijnenspectrum heeft met meerdere lijnen.
Apparatuur bij AAS
a Schets en beschrijf de onderdelen van de holle kathodelamp.
b. Waarom gebruikt men bij AAS een spleetbrander.?
-c. Noem twee voordelen van ICP boven AAS.
d. Beschrijf de opbouw van de toorts van een ICP
e. Leg uit of je met een AAS ook AES kunt doen? Welk gevaar bestaat dan?
Dat kan wel/niet en het gevaar is dan .. .. .. .. .. 4 Kwaliteitscontrole
Verklaar de volgende begrippen :
a. Detectiegrens en geef een rekenvoorbeeld dat op 3 ppm uitkomt.
b Welke functie heeft de extra lithiumdetector bij vlamfotometrie en hoe is dat verwerkt in de uiteindelijke meetwaarde ?
d Bolzmann-fractie
e Zeeman-correctie
5 Bij de bepaling van koper in grond bij een fabriek waar kopernaftanaat wordt geproduceerd
(houtverduurzamingsprodukt) wordt 6,4369 g grond
gedestrueerd met koningswater en gefiltreerd. Het filtraat wordt overgebracht in een maatkolf van 100 ml, aangevuld en
gehomogeniseerd.
Uit deze maatkolf wordt in verschillende maatkolven van 250 mL telkens 5,0 ml monsteroplossing gepipetteerd. Er wordt tevens een
verschillende hoeveelheid van 250 ppm koper standaard oplossing toegevoegd en aangevuld.
Na menging worden met AAS techniek de volgende resultaten verkregen:
oplossing E blanco 0,000 monster 0,116 monster + 1 ml standaardopl. -,---monster + 2 ml ,, -,---monster + 5 ml ,, 0,616
Bepaal met kalibratiecurve , voor monster en alleen het hoogste punt, het gehalte koper (molmassa 63,5 g/mol) in de gemeten
monsteroplossing en vervolgens in de grond in mg Cu per kilo .(geen m%)
a Het hoogste punt heeft als x-coordinaat . . . . ppm Cu b In y = ax+b is a = en b =
c De correct berekende waarde uit de grafiek: . . . . ppm Cu d De oorspronkelijke monsteroplossing bevat …… ppm Cu e Dus het gehalte Cu in de grond = mg/kilp
d. Wat is het grootste voordeel van de gebruikte methode en wat het enige nadeel ?
Voordeel Nadeel
7. Fluorescentiespectrometrie.
. a Kun je met een fluorimeter ook fosforescentie meten en zo ja hoe
en zo nee waarom niet.
b Als een groene ster van ons af beweegt, welke kleur neem je dan waar?
d Wat is het verschil tussen singlet en triplet ?