• No results found

Notitie „Adoptie anders dan door een echtpaar”

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Notitie „Adoptie anders dan door een echtpaar”"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

28 oktober 1988

2

0

7

"

°

^

^

A* T lJ lt y UTl£K£

MÊMÏTDE

TWEEDE KAMER

Notitie „Adoptie anders dan

door een echtpaar”

In een UCV op maandag 24 oktober j.l. is in de Tweede Kamer gesproken over een notitie van de bewindslieden van Justitie met betrekking tot de wenselijkheid of on­ wenselijkheid van adoptie door een eenouderpaar en door ongehuwd samenwonenden al of niet van gelijke. De WD-fractie heeft zich bij de bespreking van deze notitie als volgt opgesteld.

Als eerste opmerking terzijde heeft de fractie laten dóór­ schemeren dat het conflict, dat in de publiciteit tussen het kabinet en de fractie zou zijn geconstateerd, vooralsnog niet bestaat.

Als tweede opmerking terzijde heeft de fractie laten weten er niets voor te voelen een discussie over de belangen van het kind te belasten met een algemene discussie over andere samenlevingsvormen, emancipa­ tie, discriminatie en dergelijke. Daarvoor was het thans niet het moment. De overheid dient zich overigens wel te onthouden van morele oordelen.

De fractie heeft naar voren gebracht dat in een groot aantal westerse landen een tendens te bespeuren valt van een afname van de keuze voor het traditionele gezin, van een toename van het aantal buitenechtelijke geboor­ ten en van een toename van het aantal eenouderge­ zinnen.

Vervolgens heeft zij er op gewezen dat in het regeerac- coord niets over deze materie is geregeld. De woordvoer­ der heeft toen teruggegrepen naar een passage uit het WD-verkiezingsprogramma, waarin staat dat het adop­ tierecht ook moet worden toegekend aan niet-huwelijkse samenlevingsvormen en aan alleenstaanden. Het belang van het kind dient daarbij wel voorop te staan.

Met dit uitgangspunt voor ogen heeft de fractie gemeend met grote nadruk te moeten pleiten voor het in stand houden van het individuele aspect. Het belang van het kind immers vergt een individuele benadering. Ook het belang van de volwassene verdient een individuele bena­ dering. Hierbij past geen stelsel van algemene criteria en beleidsdoelstellingen. De overheid dient slechts de voor­ waarden te scheppen, waarbinnen die individuele belan­ gen optimaal tot hun recht kunnen komen.

De WD-fractie kiest nadrukkelijker dan in de notitie is weergegeven voor het belang van het kind. De fractie is van oordeel dat de praktijk een breed scala van situaties laat zien, waarin het kind gunstige perspectieven heeft voor evenwichtig opgroeien. Zij is van mening dat de wijze waarop het ouderschap gestalte krijgt het belang­ rijkste is. Vanuit het belang van het kind is geen gegronde reden aan te voeren voor een wettelijk onderscheid

tussen vormen van ouderschap. Ook de Raad voor het Jeugdbeleid is deze mening toegedaan.

De conclusie van de fractie is dan ook dat wettelijke belemmeringen voor diverse vormen van adoptie moeten worden weggenomen. Ons wetsstelsel in formele zin stelt het echtpaarvereiste. Het kabinet constateert terecht dat dit vereiste in de praktijk reeds is uitgehold, bij voorbeeld in geval van postume adoptie, scheiding van tafel en bed en op handen zijnde echtscheidingen. De WD-fractie staat op het standpunt dat het echtpaarvereiste dient te worden losgelaten.

Het gegeven dat donorlanden het echtpaarvereiste stel­ len bij interlandelijke adoptie is niet zo relevant. In dat geval dient aan die eis te worden voldaan. Maar dat hoeft geen reden te zijn om niet ons eigen beleid te voeren met betrekking tot Nederlandse kinderen.

De fractie deelt het oordeel van de regering dat een- ouderadoptie mogelijk moet worden in alle genoemde situaties, inclusief bij pleegouder-pleegkindrelaties waar­ bij van bijzondere omstandigheden sprake is.

De fractie is voorstander van een stelsel, waarbij het absolute vetorecht van de biologische ouder wordt om­ gezet in een suspensief vetorecht. Zij is van mening dat de rechter de mogelijkheid moet worden gegeven van het vetorecht af te wijken, indien de weigering kennelijk onredelijk is en kennelijk niet in het belang van het kind. De WD-fractie stelt het belang van het kind voorop. Vanuit die benadering valt niet in te zien, om welke redenen adoptie door ongehuwd samenwonenden al of niet van gelijke kunne moet worden afgewezen. De fractie denkt bij voorbeeld aan het geval dat reeds een hechte, affectieve binding bestaat met een of twee van de volwassenen. Indien dit tot juridische problemen leidt in het familierecht, stelt de fractie voor dit te laten onder­ zoeken.

De discussie met de bewindslieden over dit onderwerp is nog niet afgerond. De fractie is voor de uiteindelijke meningsvorming in afwachting van de uitkomsten van het gevraagde juridische onderzoek. Over een aantal moties, ingediend door de oppositie, moet overigens nog worden gestemd. De fractie zal alsdan haar standpunt over deze moties formuleren.

(2)

207 2

Surinamebeleid

Sinds de beëindiging van h e t g e d o o g b e le id je g e n s S u ri- n a m e r s is er het één en ander gebeurd. In maart jl. is de Kamer daarmee in grote lijnen akkoord gegaan, onder aanneming van een motie, neerkomend op de wens dat het uitzettingsbeleid zorgvuldig zal geschieden (o.m. in verband met de onzekere situatie in Suriname). De rech­ ter heeft eenmaal bij tussenvonnis de staat om nadere uitleg verzocht; inmiddels is ca. zeven maal een kort geding gewonnen door de staat, en ook een enkel kort geding door de staat verloren.

WD-woordvoerder Jan Kees Wiebenga stelde, dat op grond van het bovenstaande het volgende duidelijk is: a. Er geldt geen generaal pardon voor de groep van ca.

5.000 aanvankelijk gedoogde Surinamers;

b. Uitzetting vindt plaats na individuele beoordeling van elk geval. De W D kan zich daarmee in hoofdlijnen verenigen, en gaat er vanuit dat het beleid zorgvuldig wordt gevoerd.

Vervolgens roerde de WD-woordvoerder nog enige dis­ cussiepunten aan.

Ten eerste stelde hij, dat de WD-fractie het zinvol vond nog eens nader met de regering van gedachten te wisselen over de status van de ambtsberichten van het ministerie van buitenlandse zaken en de mate waarin zij vertrouweljk moeten blijven. Aan de ene kant kan de Kamer er alleen vertrouwelijk kennis van nemen. Anderzijds worden grote stukken van deze ambtsberich­ ten in brieven van advocaten en belangengroeperingen en in rechterlijke uitspraken letterlijk weergegeven. De WD-fractie meent dat het mogelijk moet zijn een grotere openbaarheid van de ambtsberichten te bewerkstelligen, zodat ook de Kamer er beter over kan spreken. Vervolgens stelde de woordvoerder, dat d e r o l v a n d e N e d e r la n d s e p o lit ie bij het uitzettingsbeleid vragen op­ wierp bij de WD-fractie. Blijkens persberichten is overleg gepleegd tussen het ministerie van justitie en een aantal politiekorpsen, waarbij „afspraken” zouden zijn gemaakt inzake een „vertrekregeling” . De W D is natuurlijk niet tegen overleg, maar is van mening dat de Tweede Kamer uitvoerig moet worden ingelicht over deze gang van zaken.

Op grond van het bovenstaande stelde de woordvoerder een aantal v ra g e n : Wat moet worden verstaan onder het begrip „niet bindende gedragscode” , waarvan bij deze vertrekregeling sprake zou zijn? Geldt de vertrekregeling alleen voor de groep gedoogde Surinamers? Waarom niet voor andere groepen illegalen? Is er inderdaad sprake van het meegeven van een deel van de sociale uitkering? Maar hoe zal dat geschieden bij illegalen die geen uitkering hebben? En hoe bij Surinamers die in de ROA-regeling zitten? Welk bedrag kost dit op jaarbasis aan de staat? Wordt deze eenmalige bijdrage alleen gegeven bij vrijwillig vertrek of juist uitsluitend bij onvrij­ willig vertrek?

De W D behoudt zich hierover haar standpunt voor. Tot slot stelde de woordvoerder vast, dat de spanning onder de Surinaamse ex-gedoogden toeneemt. Hij vroeg de regering èn de Surinaamse gemeenschap om escala­ tie te vermijden.

De staatssecretaris van justitie, die deze - en meerdere - vragen niet afdoende kon beantwoorden, zal hierover nog nader uitsluitsel geven. Twee moties (van PvdA resp. PSP) die het beleid wilden aanpassen werden verworpen.

(V o o r n a d e re in lic h tin g e n : m r. J .G .C . W ie b e n g a , T w e e d e K a m e r, te l: 0 7 0 - 18 3 9 04).

Mededeling hoofdbestuur

Zoals eerder werd aangekondigd (zie o.a. activiteiten­ schema van augustus j.l.) was een buitengewone alge­ mene vergadering voorzien op 3 en 4 maart 1989. Het hoofdbestuur heeft op 24 oktober j.l. besloten een aantal voorstellen m.b.t. functie en taakstelling van on- dercentrales en partijraad nog niet aan die algemene vergadering voor te leggen maar eerst deze onderwerpen te bespreken tijdens een b e s lo te n extra vergadering van

de partijraad op 17 december a.s.

Daarna zal het hoofdbestuur, zo daar reden toe is, voorstellen concipiëren die zo mogelijk worden voorge­ legd aan de 42ste jaarlijkse algemene vergadering. Gelet op bovengenoemde ontwikkeling zal de voorziene buitengewone vergadering uitsluitend worden gehouden op 4 m a a r t 1 9 8 9 in Ontmoetingscentrum Koningshof te Maassluis. De 3e maart komt dus te vervallen!

Namens het hoofdbestuur, de algemeen secretaris, W.J.A. van den Berg

Verschijnt wekelijks met uitzondering van de reces­ periodes van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Uitgave van de Haya van Somerenstichting; waarin opgenomen de mededelingen van het hoofdbestuur van d e W D .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toch, als we hem dan opnemen, moet dat wel met grote wijsheid geschieden, want ook deze gehandicapte, en zeker diegene die 'alleen maar' blind is, zal overgevoelig

Voor dit overzicht zijn de resultaten van de monitor open standaarden, die wordt uitgevoerd in opdracht van BFS door ICTU, cruciaal. Deze worden verwacht in het

Zoals aangekondigd in de vorige Forum vergadering, is er een handreiking ontwikkeld om organisaties te helpen open standaarden in hun processen te borgen. Op dit moment is de nog

Binnen het consortium Integrate (NOIV, TNO, NOVAY en Forum Standaardisatie) is een instrument ontwikkeld dat een praktisch handvat biedt om de meest effectieve mix te kiezen

2) de handreiking voor documentstandaarden (ODF, PDF 1.7 en PDF/A) te verspreiden binnen uw eigen organisatie. 3) kennis te nemen van de ontwikkeling van het instrument voor

Behalve dat er gekeken wordt naar adoptiemiddelen, zal ook gekeken worden naar de mate van gebruik van de standaard en de obstakels voor adoptie.

De conclusie van Paapst is dat bij de helft van de onderzochte openbare aanbestedingen waar open standaarden van belang kunnen zijn, ook daadwerkelijk is gevraagd om toepassing

U wordt gevraagd om aan de hand van de instrumenten uit de handreiking actief te gaan sturen op het gebruik van open standaarden binnen uw eigen organisatie en hier