• No results found

Een bijzonder lichtornament, 1920: zes gemeenten vormen eindelijk Groot-Eindhoven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een bijzonder lichtornament, 1920: zes gemeenten vormen eindelijk Groot-Eindhoven"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een bijzonder lichtornament, 1920

Citation for published version (APA):

Hooff, van, W. H. P. M. (2009). Een bijzonder lichtornament, 1920: zes gemeenten vormen eindelijk

Groot-Eindhoven. In H. W. Lintsen, & P. Thoben (editors), De canon van Eindhoven (blz. 121-128). Heinen.

Document status and date:

Gepubliceerd: 01/01/2009

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be

important differences between the submitted version and the official published version of record. People

interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the

DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page

numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

>>PER lODE 1920 1970: DE ‘COMPANY TOWN’ >> ICOON EEN BIJZONDER LICHTORNAMENT 1920 >>ICOON RONDOM DAF, 1920-1970 >>PERIODE 1920-1970: DE ‘COMPANY TOWN’ >> COON EEN BIJZONDER LICHTORNAMENT, 1920

EEN BIJZONDER LICHYORNAMENT,

1920

ZES GEMEENTEN VORMEN EINDELIJK GROOT-EINDHOVEN >> COON HET STEDELIJK VAN ABBEMUSEUM, 1936 >> ICOON HET BEVRIJDINGS MONUMENT OP ET STADHU ISPLEI N, 1954 >> COON EEN NIEUW STATION, 1956 >> ICOON HET EVOLUON 1966 >>ICOON DE BIJENKORF 1968 ftleEen.bijzonder hchtornaTnent .i~iirn~ ~ile.De.Cent rip.IILCII.WEII • ~ ‘~ T~ ~tt~L

~

•i .L ~‘ ‘ .~ ~ -÷ He 4.

I

•~•

Li

(3)

Een nietsvermoedende passant zal, evenals de meeste inwoners van Eind hoven, het monumentale lichtornament op het plein voor de Sint-Joriskerk zien als een uiting van roomse glorie. Nadere inspectie van de vier stenen in de vierhoekige voet leert dat dit monu ment is geplaatst ter gedachtenis van de laatste dag van Stratum als zelfstandige gemeente. De pastoor—die al ruim 40

jaar de parochie bediende—kreeg een

eigen steen, evenals de burgemeester, die net zijn 25-jarig ambtsjubileum had gehaald. De onthulling vond ook symbolisch genoeg plaats op de juiste datum: 31 december 1919, een koude winterdag. Op 1 januari 1920 ontstond Groot-Eindhoven.

Een blik op de kaart van Eindhoven en omgeving in de negentiende en begin twin tigste eeuw maakt direct duidelijk dat er een ruimtelijk probleem was. Het centrale stadje Eindhoven—veruit de kleinste kern —lag ingeklemd tussen een vijftal in opper

vlakte veel grotere plaatsen. De begrenzing van Eindhoven —voor een deel bepaald

door de oude stadswallen —vormde echter

niet zozeer het probleem. Het ging om de samenwerking. Ondanks de vele onderlinge raakvlakken tussen de centrumgemeente en de omringende randgemeenten bleef

de samenwerking tussen de zes afzonder lijke gemeentebesturen beperkt van aard en omvang. De bestuurderen gingen bij hun beleid uit van de beperkte belangen van de eigen gemeente en bevolking. De noodzakelijke uitbreidingen door woning bouw waren niet ingepast in een grotere stedebouwkundige structuur. Maar ook meer centrale voorzieningen zoals een behoorlijk ziekenhuis of zwembad, of een goed uitgerust politie- en brandweerkorps waren niet of moeilijk te realiseren doordat de gemeenten afzonderlijk te klein waren om er voor te zorgen en veelal ook de bestuurlijke capaciteiten misten. Onder tussen bereikte Eindhoven qua bebouwing en inwonertal de grenzen van de groei: bet telde, met 79 ha, rond 1910 meer inwoners dan vier van devijfomringende gemeenten die stuk voor stuk een acht tot dertien keer zo groot oppervlak telden. Alleen het ruim 37 keer grotere Woensel herbergde een absoluut groter inwonertal.

BEVOLKINGSGROEI EN HUISVESTING

In de tweede helft van de negentiende eeuw groeiden stad en bedrijvigheid fors. Inbreiding bestond toen ook al in de prak tijk, maar men liep letterlijk steeds meer tegen de grenzen aan, ondanks een enkele gebiedsuitbreiding in 1874. De Eindhovense Kamer van Koophandel constateerde in 1871 dat de vooruitgang een belangrijke schaduwkant had: ‘Thans is nog gebrek aan oppervlakte om Eindhoven dat te doen worden waarvoor zijne ligging geschikt is. Gronden voor bouwplaatsen worden(...)

tegen goud betaald.’ Desondanks bleef de bevolkingsgroei doorgaan, met tussen 1890 en 1919 een aanwas van 137%. De huisves ting was daarbij in de regel niet al te best. Zowel op de dorpen als in de stad ontbrak het voor 1900 aan initiatieven om hierin veel verbetering te brengen. Pas in 1899 ontstond uit er een eerste particulier initia tief dat voor volkswoningbouw zorgde, ook buiten Eindhoven.

De woningen werden later overgeno men door Philips & Co., die vervolgens verder het Philipsdorp in Strijp bouwde. In Eindhoven was geen plaats of geschikte ge legenheid voor grootschaligere nieuwbouw.

De meer gegoeden weken intussen uit naar villawijken in Tongeire en Stratum.

ONTSLUITING EN INFRASTRUCTUUR

Tussen Eindhoven en devijfdorpen rond om bestonden van oudsher wegverbindin gen. Langs deze wegen waren langgerekte lintbebouwingen ontstaan en deze zouden kenmerkend blijven voor de structurering van de stad. De tussenliggende laaggele gen gebieden waren in de regel minder geschikt voor bewoning en bebouwing. Daar liepen als natuurlijke barrières een aantal riviertjes als de Dommel, de Gender en de Tongeireep, waarvan de afwatering problematisch was. Voor de onderlinge communicatie had de natuurlijke gesteld heid ook gevolgen. Tussen Gestel en Strijp bestond bijvoorbeeld rond 1900 slechts een enkele vaste oeververbinding. In de negentiende eeuw waren in het gebied nog twee belangrijke kunstmatige scheidslijnen bijgekomen, het Eindhovens Kanaal en de spoorweg. De knooppunten van beide

—zowel de haven als het station—lagen

op voor Eindhoven vreemd grondgebied, kenmerkend voor het ruimtegebrek van de centrale stad. Eindhoven kreeg met een annexatie in 1874 wel bet station op haar grondgebied.

Met de toename van het landverkeer en de komst van de tram (in 1897) kwamen de verbindingen en verhoudingen steeds meer onder druk te staan. Aanleg en onderhoud van de wegen kwamen vooral ten laste van de randgemeenten, terwiji bet verkeer vooral op de stad gericht was. Zo woonde de grote meerderheid van de arbeiders in de Eindhovense fabrieken in de rand dorpen.

Ook de aanleg van openbare nuts voorzieningen als gas, water en riolering kwam in de dorpen niet of veel later dan in Eindhoven tot stand. Eindhoven had al sinds 1856 een particulier gasbedrijf. Na de overname daarvan door de gemeente, in 1892, worden na verloop van tijd ook randgemeenten als Woensel, Stratum en Strijp (beperkt) van gas voorzien. Bij de drinkwaterleiding die in 1904 in Eindhoven tot stand kwam volgde tussen 1910-1915 de aansluiting van buitengemeenten.

TERWIJL ONDERLINGE

GEMEENTEN VOORZIEN

BEVOLKING

LICHTORNANENT

STRIJP

BEPERKT

RANDGEMEENTEN

BEVOLKINGSGROEI WOENSEL

EINDHOVEN

KRE[G

TONGELRE

STRATUM

BEBOUWING

CENTRALE Afb. p. 121 Vanuit do randgemeenten werd gemengd geoordeeld over samenvoeging met Eindhoven. Bij de uitoindelijke annexatie werd in een onkele gemeente met enige ceremonie afscheid genomen van hot oude bestuur. Hot Iichtmonument staat nog steeds symbool voor do ophoffing van Stratum aix zelfstandige gemoento. op 31 december 1919. 2. Do kwalitoit on inrichting van bet bostuur hop bogin ~ oeuw bij do randgamoonton op sommigo onderdolon achter bij do actuele ontwikkehingon. Strijp telde rood 1910 met ongovoer 3000 inwonors slechts eon enkele veidwachter. Doze kreeg eon traktement vanwoge do gomeenta waar van hij olgenhilk

900flgazin kon onderhouden. Toch poseert hij hier met vrOuW, kindoron on ouders. ~I ~ •\ ,~-

~i’~:

~.z

~:.

~

(4)

ECONOMISCHE EN SOCIALEVERSCHILLEN

Tussen de centrumgemeente en devijf

dorpen rondom bestonden economische en sociale verschillen. Eindhoven was van oudsher een markt- en diensten centrum en deze functie zou in de loop van de negentiende en twintigste eeuw alleen maar belangrijker worden. Desal niettemin kende de industrie hier in de tweede helft van de negentiende eeuw een belangrijke opmars. Eind negentiende eeuw was Eindhoven dan ook in indus trieel opzicht belangrijker dan de rand gemeenten bij elkaar. Maar ruimtenood noodzaakte bedrijven om zich voor nieuwe vestigingen op de buitengemeenten te oriënteren: Philips breidde uit in Strijp, de luciferfabriek verhuisde naar Woensel en er ontstond bijvoorbeeld een belangrijke sigarennijverheid in Stratum.

Al eerder bestond in de meeste rand gemeenten een nijverheid, deels gebaseerd op thuisarbeid zoals in de sigaren- en textielnijverheid. Belangrijker werden de dorpen ook als woonplaats van de arbeidersgezinnen. Rond 1900 bestond, met uitzondering van Tongeire, de beroeps bevolking van de omliggende gemeenten voor de heift of meer uit werkzamen in de nijverheid. De inkomenspositie van deze gemeenten was met deze redelijk een zijdige bevolking niet bijzonder goed te noemen, terwijl de sociale problemen hier het grootst waren. Dan stond Eindhoven zeif er sociaal economisch een stuk beter voor. Een andere tegenstelling tussen stad en omgeving lag op levensbeschouwelijk gebied: tegenover de meer liberale stad stonden de dorpen met hun vrijwel homo gene katholieke bevolking en signatuur.

UITBREIDINGSPLANNEN EN SAM EN VOEGING

Vanuit de stad was er al vanaf het eind van de negentiende eeuw aangedrongen op een bestuurlijk samengaan met de randgemeenten. En binnen het bestuur van veel van de randgemeenten ontstond in het begin van de eeuw ook in meerderheid een beweging hiervoor, vooral met het oog op de grensoverschrijdende en gemeenschap pelijke problemen. Een in 1918 gereed

I. ri -//.~~ ~ trIj~p V. .1b~. ..‘.‘. -~ .r( ~ 3. Eindhoven en cie vijf omringende gemeenten op één kaart, circa 1870. ~NBI~I.INI)INI)I~ GI~MFENTI~N ,, .~: .~ ,. £ S k ~ .,‘ 4.. p.,-. • .~ I 0 ( ~ -—.~ ~ ~ I .. . ~ •pfrd~tJ~?

I

-

—•~-r

II id.- ~ ~ ~.. i~; ~• ._..,• .~ 4 . .~.•

\

/

.W SK14~ -, -. S a • 5.1 • A.. LII Pr—,.. SIr.— t~ /. / . .-..•--. 4.’ A. C. a

/

aII~UIITIIKIXIIUOVII~ ~ Jk~...

r:I1i10’I~Ii~(~I’~ I~I.

,_~•___n.#A#~...,..r. uI;)Is):ynI: I,xr.rI,II AW...A..7:rb... •MK~,1I IITRIJP. ~M £S.d.. ~i 1.__-. ~:*:I:yTI: NTJI,~TI1.%I ~“ fl...S.. IAAJI... In— 4.4 Sr 4

I

(5)

p.126

Do samon• voeging tot een nieuwe gornoente raad leidde oak tot nieuwe politieke verhoudingeri. Hier is de read voor het laatst bijeon in de raadzaal van het oude stacihuis aan

deRechtestraat Mede dankzij de vestiging van tabrikanten als Philips, Bruning en Glaudomans kon hat gemeente bostuur van Tongelre zich het permitteren om in 1911 eeri nieuw gemeentehuis to laton bouwen. Hat nu nog altiid bestaande gobouw is slechts 9 taren als zo. danig in gebruik geweest. Hot lag toentertijd op eon centrale pleats inTongelre, eon do doorgaande wag van Stratum near Liashout via Nuonen, met op doze hoogto hot marktploin.

in 1930, om near eon tijdolijk ondorkomon to varhuizon. Pas in1969hon hat niouwo stadhuis in gebruik genomon worden, Do politiek word 009behoerst door oudoro mannon.

:~‘

—7 — ~;J -. -~: Heron der in do gomeente zi~n 009sporen van do oude dorpsker nen to vindon. Van do centrale stad Eindhoven is woinig ouds over. Cityvorming met grootste dolijke allure on bijpassvnde hoogbouw is hior troef. Maar op hot Stratumsaind, do oudo ver bind ingsweg tusson Stratum en Eindhoven met van oudsher eon lintbobouwing, is nog deals oudore bebouwing aenwezig. Op do achtergrond do Vestadatoron, oon schepping van Jo Coonon sit2006. I, 1

V

P

‘l e f~— I’,

gekomen algemeen uitbreidingsplan legde de basis voor de eerste verdere vervlechting van centrum en randgemeenten. Een belangrijk aspect betrof de verb etering van de onderlinge verbindingen tussen de dorpen door middel van een ceintuurbaan’ ofwel rondweg. Verder werd voorzien in een ontwikkeling van de tussenliggende vrije gebieden, waarbij het Dommeldal vrijgehouden was. Ook was in aparte industriegebieden voorzien.

In 1921, direct na de samenvoeging, werd een tweede, aanvullend uitbreidings plan vastgesteld, waarin nader werd inge gaan op de verkeerssituatie en de sociale grondpolitiek. Voor het centrum met zijn verkeersdrukte voorzag het plan in diverse maatregelen, terwiji daarnaast het concept van de ringbaan duidelijk gedefinieerd werd. Ook het hoogspoor kreeg in dit plan al een plaats. Voor de industrie werden enkele specifieke industrieterreinen aange wezen, met name een nieuw havengebied in Gestel.

De groei van de stedelijke agglomeratie zou de eerste 20, 30 jaar grotendeels vol gens de hierin uitgezette lijnen geschieden. Maar nog lang zou de stad de sporen dragen van een door kunstmatige schakels bijeengebrachte verzameling aparte wijken. waarin de oude dorpen een nog zichtbare kern vormden. Ook in de historische beleving spelen de oude dorpen nog altijd een rol.

Giel van Hooff

I

I

.II~ .0 I K Ii —

H-v

I,

J_.

... —~, ‘I

r

j.

Tongoiro (blj Eindhovon) Rudhuls Muktp4eln A

‘r r

I ‘1

(6)

V ERW I J ZI N G EN Te bezoeken:

Tongelre, Woensel en Stratum: van drie van de vijf bij Eindhoven gevoegde gemeentes zijn de voor malige gemeentehuizen nog aanwezig

De ring(en) van Eindhove met hun kenmerkende grote knooppunten

Pastoor Harkxplein Lichtornament Literatuur:

Piet Beekman, Eindhoven stadsontwikkeling 1900-1960 (Mierlo 1982)

FAM, Messing, Het ont staan van Groot-Eindhoven 1890-1920 (Tilburg 1980) >>J.M.P. van Oorschot, Eindhoven een samenleving in verandering, deel 2 (Eindhoven 1982), hoofdstuk 1 Ad Otten, Volkshuisvesting in Eindhoven (Eindhoven 1987)

Ad Otten, Philips’ Woning bouw 1900-1990 (Eindhoven 1991) >>PER lODE 1920 1970: DE ‘COMPANY TOWN’ >>ICOON RONDOM DAF, 1920-1970

llhI1[

luLl BEDRIJVIGHEID IN DE SCHADUW VAN PHILIPS

~••,•I~•,,•, ~

RONDON DAF,

1920-1970

~II~ £~ile_O~F.Het.1e.@eeste.chassis File.Een.bijzonder.lichtornament

I

ftle_Eenbijzonder.ltahto,-nament

ii

I

j~q.

11.11

LH.J 11 - —

I, II

.11 1

!~IIII Ill I!

.11’ ~lI

e,.

~‘~~~~~1 liii IflI I LII

I

,IIl.~

• •;

:

141• • -f: -t: ~:~‘

j

•~‘~ a’...’ . -.~- .~. ~— -~ (‘ ~ —

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The aim of this study was to synthesise a series of 9-aminoacridines and artemisinin-acridine hybrids containing the acridine and artemisinin pharmacophores,

Hulp op maat voor Rotterdammers met een beperking Vanaf 1 januari 2015 kunnen mensen die het thuis niet alleen redden terecht bij de gemeente voor advies, hulp en ondersteuning

Het huidige WFC is voor iedereen goed bereikbaar: “Vooral kinderen komen niet meer als ze te ver moeten reizen.” Als slecht voorbeeld werd naar voren gebracht wat er in de

 De directie van de Werkorganisatie BUCH, en daarmee de colleges van de vier gemeenten, op te dragen in lijn met de ambtelijke fusie een procesvoorstel te doen om te komen

Door het vaststellen van de programmabegroting 2020-2023 in het algemeen bestuur van 21 juni 2019 zijn de afspraken die gemaakt zijn met de deelnemende gemeenten over wat de Regio

Wij vinden het belangrijk dat de rechtspositie van de medewerker van het Recreatieschap gelijk is aan die van onze gemeentelijke medewerkersP. Onze verwachting is dat dit met

Tranzo heeft in samenwerking met GGD West-Brabant, GGD Hart voor Brabant en het NIPED een onderzoek uitgevoerd naar de acceptatie van de PGC in de vier

Professionals vragen zich dan ook af of de PGC wel de mensen bereikt waar de meeste gezondheidswinst is te behalen aangezien het erop lijkt dat de meeste deelnemers in deze pilot al