• No results found

Advies betreffende het bouwen van een windmeetmast in Nevele, met betrekking op een mogelijke impact op de fauna.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Advies betreffende het bouwen van een windmeetmast in Nevele, met betrekking op een mogelijke impact op de fauna."

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/3 INBO.A.2010.103

Advies betreffende het bouwen van

een windmeetmast in Nevele, met betrekking tot

een mogelijke impact op de fauna.

Nummer: INBO.A.2010.103

Datum: 31/03/2010

Auteur(s): Joris Everaert

Contact: Joris Everaert – joris.everaert@inbo.be

Kenmerk aanvraag: 8.00/44049/3198.2 op datum van 5/03/2010

Geadresseerden: Agentschap Ruimte & Erfgoed, afdeling Oost-Vlaanderen Karin Hahn

Gebr. Van Eyckstraat 4-6 9000 Gent

ruimte.erfgoed.ovl@rwo.vlaanderen.be

Cc: Agentschap voor Natuur en Bos, afdeling Oost-Vlaanderen Steven Laureys

(2)

2/3 INBO.A.2010.103

AANLEIDING

Storm Management N.V. wenst een windmeetmast te bouwen in Nevele. Deze mast zal verwijderd worden zodra aan de bouw van de voorziene windturbine op diezelfde locatie begonnen wordt en in elk geval uiterlijk drie jaar na het verlenen van de vergunning. De mast zal een hoogte hebben van 100 m, met bijhorende bevestigingskabels en verankering, anemometers, windvaantjes, dataloggers en stroomvoorziening.

VRAAGSTELLING

Het Agentschap Ruimte en Erfgoed (Oost-Vlaanderen) verzoekt het INBO om in kader van de vergunningsaanvraag een advies uit te brengen.

TOELICHTING

In dit advies is het geplande project enkel beoordeeld voor het aspect fauna.

Een VEN en habitatrichtlijngebied bestaande uit voornamelijk bos en de Kraenepoel waterplas, ligt op meer dan 2000 m van de geplande windmeetmast. De uitloper van een natuurgebied (gewestplan) met enkele verspreide bossen, komt tot op ongeveer 800 m van de mast.

Hoge constructies zoals masten kunnen onder bepaalde omstandigheden een gevaar vormen voor overvliegende vogels en vleermuizen. In de VS werd berekend dat er per jaar ongeveer 4-5 miljoen vogels het slachtoffer worden door aanvaring met communicatiemasten (Fish and Wildlife Service 2000). Vooral constructies met een hoogte van 60 m en meer, kunnen soms hoge aantallen slachtoffers veroorzaken bij overtrekkende zangvogels. Door de aanwezigheid van steundraden kan het aantal vogelslachtoffers sterk toenemen, ook bij lagere constructies (Fish and Wildlife Service 2000; Longcore et al. 2008).

Bovendien kan lichtbebakening (voor luchtvaart) ervoor zorgen dat trekvogels bij slechte weersomstandigheden naar de betreffende lichtbron worden aangetrokken waardoor de kans op aanvaring met de mast of steundraden toeneemt. Onderzoek toont aan dat vaste (constant brandende) lichten meer vogels aantrekken dan flitslichten en dat de tijdsduur van het flitsen ook belangrijk is. Hoe langer de ‘uit’ fase tussen de lichtflitsen, hoe minder vogels worden aangetrokken (Manville 2005; Evans et al. 2007).

Op basis van een statistisch model kunnen we inschatten dat er aan een mast met hoogte van 100 m, ongeveer 75% kans bestaat dat het jaarlijks aantal vogelslachtoffers onder de 250 zal blijven (Longcore et al. 2008). Vooral door de cumulatieve effecten van een groot aantal (reeds bestaande) masten kan het aantal aanvaringsslachtoffers op grote schaal aanzienlijk zijn, zelfs met een jaarlijks gemiddelde van maximaal enkele tientallen slachtoffers (vooral vogels) per mast. Het bijkomend negatief effect door de geplande windmeetmast in Nevele, kunnen we echter als relatief beperkt inschatten, zeker ook omwille van het tijdelijk karakter.

CONCLUSIE

(3)

3/3 INBO.A.2010.103

REFERENTIES

Evans W., Akashi Y., Altman N., Manville A. (2007) Response of night-migrating songbirds in cloud to colored and flashing light. North American Birds 60:476-488.

Fish and Wildlife Service (2000) Service Guidance on the Siting, Construction, Operation and Decommissioning of Communications Towers. United States Department of Interior, Fish and Wildlife Service. http://www.fws.gov/habitatconservation/com_tow_guidelines.pdf Longcore T., Rich C., Gauthreaux S.A. (2008) Height, Guy Wires, and Steady-Burning Lights Increase Hazard of Communication Towers to Nocturnal Migrants: A Review and Meta-Analysis. The Auk 125:485-492. http://caliber.ucpress.net/doi/abs/10.1525/auk.2008.06253

Zie ook rapport http://www.abcbirds.org/conservationissues/threats/LPPtowerkill.pdf

Manville A. (2005) Bird Strikes and Electrocutions at Power Lines, Communication Towers, and Wind Turbines: State of the Art and State of the Science – Next Steps Toward Mitigation. USDA Forest Service Gen. Tech. Rep. PSW-GTR-191.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel de verstoring bij broedvogels doorgaans inderdaad minder is als bij vogels buiten het broedseizoen, kunnen bepaalde broedvogels toch nog een verstoring ondervinden tot 200

Een pleister- en rustgebied met internationaal belang voor overwinterende kleine rietganzen ligt op een minimumafstand van ongeveer 450 m ten zuidwesten van de

Voor de vogels die niet op grote afstand uitwijken, gebruiken we een effectieve ‘aanvaringskans’ zoals gevonden bij de bestaande 1800kW windturbines langs de Pathoekeweg

De geplande turbine nummer 4, zal relatief gezien nog de grootste potentieel negatieve impact kunnen veroorzaken op vogels en vleermuizen omwille van de nabijheid van het kanaal en

Bij de meerderheid bleef de verstoring relatief beperkt tot ongeveer 200m, maar voor de Wulp was er een significant verminderde aanwezigheid tot 800m rond de turbines

In de beleidsondersteunende INBO vogelatlas is deze slaaptrekroute enkel nog ten oosten van de geplande locatie weergegeven (Figuur 1), maar de vogels komen ’s

Het slik ter hoogte van de geplande turbine is samen met de andere zones langs de Schelde van internationaal belang voor watervogels en steltlopers (zie INBO.A.2009.175).. Op p.14

Er kan verwacht worden dat de aanwezigheid van een windturbine langs de Rumbeeksegravier in Roeselare op de voorziene plaats een eerder geringe impact zal