• No results found

De middenstand in de knel',

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De middenstand in de knel', "

Copied!
102
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

juli-augustus 1980

olitiek en C ultuur

(2)

JULI· AUGUSTUS 1960

De middenstand in de knel M. Bakker 301

Een voorbeeld uit de practijk 308

Vraagstukken van het gemeenteraadswerk H. Verheij 310 Euromarkt en sociaal-democratie R. Haks 316

Eli te en massa F. Baruch 327

(discussie met prof. dr. Fr. L. Polak)

Tekst van het nieuwe Sowjet-plan voor algemene ontwapening 338 De grote strijd van het Japanse volk V.D. 351 De landbouw en de agrarische hervorming op Cuba 360

De martelaren van Coalbrook 367

Op de top der wereld 373

Mijn zakenloopbaan Russel Davis 376

CRITISCHE NOTITIES:

Een nuchtere kijk op ~e Sowjet-Unie 385

Een mislukt in memoriam 387

BOEKBESPREKINGEN:

Twee goede en goedkope Sowjet-romans F.B. 389 De ontwikkeling van het Duitse monopoliekapitaal G.V. 390 P ARTIJDOCUMENTEN:

Communiqué over zitting Partijbestuur der CPN 392

Waarheid-festival op 25 september 393

PKI veertig jaar 393

INGEZONDEN:

De Spaanse Burgeroorlog M. Meijer 394

De positie van Rotterdam J.H. 396

POLITIEK en CULTUUR

verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasus Leidsestraat 25, Amsterdam·C., tel. 35957.

De abonnementsprijs is f 4,50 per jaar, f 2,25 per half jaar, losse nummers 40 cent.

Ons gironummer is 173127, gemeentegiro: P 1527.

Correspondentie over betalingen en verkoop zenden naar de administratie p/a Pegasus.

Alle correspondentie over de inhoud naar de redactie van P. en C.

Prinsen.~:racht 473, Amsterdam-C. tel. 62565.

2

(3)

Jaargang-no. T.a

>. ~ "_ • • - "'"

-~~·~··'~

PoOtlek en·aaltlilf.·. ··

maandblad gewiJd aan de theorie en praktiJk van het

marxiÎime·lenlnl.•me onder lelding van het partljbelltuu~ der o.p.n.

De middenstand in de knel',

/ J ·""' . -•• ·;<,

E

r zullen. wel niet veel Nederlanders zijn, die er iets· van gemerkt ~ . hebben, dat in mei de Tweede Kamer een debat heeft gehóudt1î.

over de middenstand. '· ·

Of liever, debat ...

Bij zo'n gelegenheid steken. een. zes- tot zeventallieden een redè$~ ..

ring af over middenstandszaken en de staatssecretaris van Econ.om.iséhe Zaken, Veldkamp, gaat daar in een eindeloos. lang antwoord op iiï;

Allen zijn vóór, tijdens en. na deze praaturen best tevreden over ziel-- zelf en. over elkander en. als het gèval is afgelopen, worden. er han.djel geschud om elkaar te feliciteren. met het mooie stuk werk.

Ook dit jaar was hét alleen de communistische fractie, die een. ander:.

fel critisch geluid liet horen. · Afgerond·

·oaar

was alle reden toe.

Door het Ministerie van Economische Zaken was een midden~

standsnota opgesteld, die de Kamer en het publiek moest mededelE!fi;

hoe de zaken erbij stonden en die de lijn aangaf voor de te volgéfi

regeringspolitiek. .

In een schrijven aan de Kamer, dat door het Nederlands VerboUd ' van Middenstanders was opgesteld,, werd deze nieuwe regeringslijn gekenschetst als een koersverandering in de richting van passiviteit:

Het is de vraag, of deze kenschetsing juist is. Zeker is waar, dat d~

regering nu officieel het stàndpunt inneemt, dat ze min of meer passret moet zijn tegenover het lot van de middenstand. In de nota staat zwart op wit dat "het beleid (ten aanzien van de middenstand) is afgerond"

en dat "de desiderata (wenseliJkheden) voor zover mogelijk en wense- lijk is gebll!ken, zijn gerealiseerd". . . ?~"'

Dat wil dus zeggen: Er is een bepaalde situatie voor de .middenstand geschapen, waarin ze nu verder maar zeU haar weg moet vinden.

Maar is dit een ombuiging van de koers? Integendeel, h~t is een p:unt

waarop steeds gekoerst is. . ... . · ·

Sedért de bevrijding is het de economische politiek van de diverse ' elkaar opvolgende regeringen geweest, ruim baan te maken voor·. de

macht van de grote- bedrijven en monopolies. ·· ·

(4)

·,···.· ~~. , .SP.PP. · ... ~iek! bouwpolitiek, karteiwetgeving en ,pu~Mf!J;tre<:_h~~

•• £9;1W ~fsor}aniSatie waren erop gericht, de macht van de grote

·•· rn-.tsch,appijen. voortdurend te. versterkln en, de kleine middenstan-

~·het·lMB· s~ mqeilijker te,;makm· "}' .· • ·.· ·~

:~~~ed~~~= C,~~ :~:~:e=~:~ev~Ift~k v;~:r~

. · i'egeting ge\Vorden om bet kleine-bedrijf te liquideren of tot onderdeel

van een groot bedrijf te maken. . · . · ·

Met name minister Zijlstra laat geen gelegenbeid ongebruikt om,, .te .

· voor concen'tratie van bedrijven en voor de vortning van gro- tere ,economiscbe eenheden", die beter in staat zouden zijn de con- .$rrentie in de Westeuropese wildernis te voeren. .

''t.a aU,e · staUstiek.eh;:;:die· van. offici~le' zijde worden. g~produceerd, tonen

·~.:<ook ditzelfde beeld.'Misschien mogen wij een enkel voorbeeld noe-

.tiien, afkomstig uit de middenstandsnota van de regering. .

·. In een vijftiental bedrijfstakken is in vijf jaar bet aantal onderne- . ·, ... ~gen ·.met. minder dan 5 man. personeel teruggelopen van ongeveer

. '18.000 tot ongeveer 62.0001 dat wil zeggen met pl.m. · 20 pet. Het aantal Jrbeiders in deze ondernemingen liep terug van ruim 106.000 tot ruim 94.000.

;.<E~et aantal ondernemingen in diezelfde }?edrijfstakken met meer dan 49 man personeel.steeg van ruim 3600 tot ruim 44QO, ofwel met goed 2t;.pct. Het aa:ntal arbeiders in deze ondernemingen nam toe van ruiin

.120~000 tot een miljoen. d.w.z. met ruim 21 pet.

l!:n. dit was, v66rdat de rechtse regering-de Quay aan bet bewind

Ir.wam en voordat de Euromarkt. inging; namelijk van 1952 tot 1957~

· De hierbbven genoemde brief van bet Verbond ·van Middenstands- vcu-enigingen zegt zeer terecht, dat in de nota van de regering-de Quay

· voor de middenstand geen ander. perspectief wordt geboden dan dat

·wie niet mee kan komen, maar moet verdwijnen. Het is ecbter, gezien . bovenstaande cijfers, niet juist om, zoals in de eerder aangehaalde -pas- 1 _

~ge: ~aAt, te veronderstellen dat. dit een veranderde regeringskoers z.ou zijn. De cijfers Iaten juist zien, dat deze koers ook door de vorige rMeringen werd gevolgd. Het enige verschil is, ·dat deze rege_ring bet apenlijk zegt. In de nota zelf staat onomwonden dat .,de middenstan- ' ~~J:nQeten verdwijnen bij onvoldoende efficiency".

,·,i,\Yat. is tegenwoo:r4ig efficiency? E_en supermarkt van Albert Heyn met.:40 man._personeel-en een lopende band is efficienter dan de bedie- nl,ngszaa,k van kruidenier Jansen in. de steeg om de hoek. Maar heeft.

~·~ l:laarom geen recht op bestaan? .

W elvaart en . . . feiten

•. . . .

.

.

. . · . Q · · . · e officiele propaganda wil,. dat bet de midden stand be~t gaat. ..

··' • .·· Er\vord,en cijfers aangedragen ov~r verhoo.gde omzette:ri, men komt

· met verhalen over· verboUwde winkels en over. auto's, bet aantal mi- nifu'ri.mlijders onder de middenstanders neemt af. · · .. ··Maar wat is de.ze propaganda waard? .. .

'~Bezi~ wij weer de cijfers. . ·

'-:::fJ:en onderzoek van bet Econ9~isch. Institu~t voor de. Middenst~d.

(5)

heeft in 1957 ·uitgewezen; dat 47 pct van alle ambachts- en detailfuui..

delszaken- behoorden tot de zgn. randbedrijwn. Dat wil zeggen bijna de helft. En een randbedrijf-is een zaak, waarin het inkomen nd n.d er ··

is dan het loon van een geschoolde arbeider. ·

Zeker, het betreft hier o.ll. kleine dorpswinkeltjes, waarbij de echt- genoot nog voor een deel van zijn tijd ander werk doet. Maar . onder,;

tussen zijn het dan toch vrouw. en kinderen, die vaak meer dan èen .. - volle wer}tdag aan de zaak besteden, en die met al deze gezamenlijke inspanning nog niet aan een arbeidersloon toekomen! . .

Hóe de toestand in deze. randbedrijven is, blijkt trouwens ook uitde.

officiële gegevens. In de regeringsnota staat: "Uit de beschikbare g~

gevens blijkt, dat de vermindering van het aantal randbedrijven in \).et bijzonder is veroo;rzaakt door het opheffen van het bedrijf." ·

De regering is trots op deze vermindering van het tandbedrijf. . , • Maar is er reden om trots te zijn, als men ze eenvoudigweg blijktte·

'hebben geliquideeFd? . ·

Ook andere cijfers spreken in dit opzicht een duidelijke taal.

In de ambachtsbedrijven bijvoorbeeld verdient 2,1 pct van de mid- denstanders minder dan 1000 gulden per jaar, 4 pct verdient tussen d~

duizend en tweeduizend gulden, 7,6 pct van f 2000 tot f 3000, J.1,1 pct van J 3000 tot J 4000, 11,9 pct· van f 4000 tot f 5000, 11,1 pct van

f 5000 tot f 6000. · ·

· In de det~ilhanc;iel liggen de zaken ongeveer. gelijk: · ' 3, 7 pct verdient minder dan duizend gulden, 6,2 pct van f. 1.000 tot I 2000, 8,1 pct van I 2000 · tot J 3000, 12 · pct heeft een inkomen van

f . 3000 tot f 4000, 12 pct van I 4000 tot J 5000, 10,3 pct van I 5000 tot I 6000. In beide· gevallen heeft dus ongeveer. de helft vari deze "ze~~

staheiige ondernemers" een inkomen van minder dan 120 gulden per

week. .

En dat· zijn dan mensen, die dag en nacht in de we~r zijn voor hun zaakje, die van vandaag op morgen door een tegenslag kunnen worden getroffen, welke hun hele bestaan op de_helling zet! Die verder uit_ hun inkomen het bedrijf moeten financieren.

Wat een welvaart!

Groot$cheep$è _opruiming

I

n_ werkelijkheid vindt er in Nederland een grootscheepse liquidatie

·van de middenstand plaats. . · · · · · · - Neemt men bijvoorbeeld de verminde:t;ing van het aantal kleine b&. . drijfjes in het .ambacht, door ons hierboven genoemd, Hun aàntal.was ' .•

in vijf jaar tijds, zoals wij beschreven, met 16.000 afgenomen. Dat is

meer dan 20 pct. . . . ..

Slechts één vijfde deel van dit aantal was tot een groter bedrijf ge- worden; bijna 80 pct, dus ongeveer l3.000, zijn in de loop van deze vijf

jaar geliquideerd. ·

- Uiteindelijk blijkt dan ook, dat er in Nederland een stelselmatige terugloop is van het aantal kleine bedrijven. Tussen 1952 en 1957,.is hUn aantal. alleen al.· met 8 pct verminderd, aldus heeft het Economisch In• ·

ltituut voor de Middenstand uitgerekend. . ;

303

(6)

Gezien over een langere periode zijn deze cijfers nog onthullender.

In 1930 was het aantal middenstandsvestigingen in Nederland 48 per 1000 inwoners. In 1950. was dat teruggelopen tot 37. En naar schat- ting bedraagt het op het ogenblik niet meer dan 32 à 33 .

De groten dringen op

W

ij hebben' hiervoor reeds aangehaald, welke de hoofdreden is van deze ontwikkeling. Het kleine bedrijf wordt systematisch ver- · drongen, of opgeslokt, door het grootbedrijf.

Typerend hiervoor zijn enkele gege~ens.

In 1957 was in de kruideniersbranche 22 pct van de omzet in handen van het grootbedrijf.· Maar van de vestigingen in nieuwe stadswijken ' behoorde in datjaar reeds 40 pct tot het grootbedrijf. ..

In 1959 waren er 1300 zelfbedieningszaken in Nederland.

Een derde daarvan was in handen van het grootbedrijf. Maar op het totaal van· de winkels in Nederland maken de grootbedrijven slechts 2 pct u~tl

Over een periode van zes jaar .gezien, is het aantal verkoopp~aatsen

·van het grootbedrijf verhoudingsgewijs 5 maal zo snel toegenomen als het a~tal verkooppiaatsen van het kleine en. middenbedrijf. De geld- omzetten in de warenhuizen zijn naar verhouding alleen al tussen 1957 en 1959 twee maal zo snel toegenomen als die in de detailhandel.

Bij de kruidenierszaken is dit nog sterker..

Daar is in verho~ding gedurende de afgelopen twee jaren de omzet in het groot~drijf twee en een. half maal zo sterk toegenomen als in het klein- en midQ.enbedrijf. In de .grootbedrijven plus warenhuizen is dit zelfs vier en een half maal het geval. In het algemeen is in deze twèe jaar in de zelfbedieningszaken de omzet drie- en een half maal zo snel gestegen als in de winkels met "gewone" bediening".

De gegevens over klein- en grootwinkelbedrijf zijnzo sprekend,.om,.

dat bijna iedereen ze in zijn eigen omgeving kan vaststellen.

lndustriile slokops

. In het ambacht loopt de ontwikkeiing voor een deel parallel aan die

in het winkelbedrijf. ·

De snelle industrialisatie heeft .met zich meegebracht, dat middel- grote en grote bedrijven zich mede hebben toegelegd op de. vervaardi- ging van goederen die voorheen typische producten van het kleinbedrijf waren. We noemen slechts de scheepswerven, de plasticindustrie, de lederwarenindustrie, het ·bouwbedrijf enzovoorts.

·Grote bedrijven ,hebben hier voor een zeer belangrijk deeLhet een- mall$-werk (of paar-mans•werk) verd;'ongen. ·

Maar hièr, evenàls ·in de detailhandel, doet zieh een tweede concen- tratieverschijnsel voor, dat waarschijnlijk een even grote plaats in-

neemt. .

(7)

In de detailhandeL ziet men de snelle vorming van inkoopcombina;.

ties en zogenaamde vrijwillige filiaalbedrijven: · · Onder deze schone 'namen gaat het feit verborgen, dat de winkelier.

van dag tot dag· een ·steeds groter stuk van zijn zelfstandigheid heeft

OP.~egeven om als zetbaas van een groot concern in leven te kunnen bUJven.

Bekend zijn op dit gebied natuurlijk de kruidenierszaken en brood,.:.

bakkerijen, maar ook op andere.gebieden ziet men 'een snelle. ontwik· · keling. Philipsmet zijn vrijwel gemonopoliseerde positie op de Neder- landse markt oefent een ware dictatuur uit over zijn winkeliers, die aan de strengste voorschriften gebonden zijn o.a. bij hun prijspolitiek en hun assortiment.

In het garagebedrijf neemt men steeds meer. waar dat de kleine on•.

dernemers op gaan treden als verte.genwoordigers van grote autotrusts, in de vorm van dealer of service-bedrijf, hetgeen deze zaken in de regel met handen en voeten aan deze trusts bindt. · ·

Onr van de benzine dan nog maar niet te spreken.

In de industrie heeft men verder, met de groei van het grootbedrijf, · de toename gezien van het aantal zogenaamde toeleveringsbedrijven.

· Deze schijnbaar zelfstandige ondernemingen, die bepaalde onderde- len vervaardigen of bepaalde werkzaamheden verrichten.welke econo-.

miseher buiten het kader van het grote bedrijf kunnen worden ver- richt, zijn in werkelijkheid geheel onderworpen aan de willekeur van

· het_·grQotbedrijf waarvoor ze werken. Naarmate ze meer op dit bedrijf zijn ingesteld, wordt hun afhankelijkheid daarv~ groter. Naarmate dus het aantal middenstandsondernemingen afneemt, stijgt de afhan-, keiijkbeid van diegènen, die er het bestaan bij weten te houden.

De werkelijke vrijheid van de middenstanders, waarover zovele schone woorden worden gesproken, is dan ook tenslotte .meestal niet meer dan· een fictie, een vijgeblad waarachter hun volledige afhanke- lijkheid van het grote bedrijf verborgen gaat.

Noodzakeliik bondgenootschap

, Tijdens het Kamerdebat over deze zaken heeft de communistische 1 -fractie de eisen naar voren gebracht, die op dit ogenblik het meest urgent zijn voor de middenstanders: ruime belastingverlaging voor de meewerkende vrouw, een belastingaftrek voor investeringen beneden 3000 gulden, een algemene belastingverlaging aan de voet en belasting- -verhoging aan de top, ruime kredietmogelijkheden voor de midden-

stand, vooral in de gebieden waar de ontwikkeling achter blijft.

De communistische fractie was in, het debat de enige, die zich onver- deeld uitsprak voor het kleinbedrijf en voor de verdedigmg daarvan tegen het opdringende grootbedrijf.

Van regeringszijde werd over deze stellingname verbazing geveinsd.

Staatssecretaris Veldkamp zei, dat hij met verwondering had gehoord dat een -partij, die toch zo voor de socialisatie is, het kleinbedrijf tegen

het .grootbedrijf in bescherming nam. ·

Wij hebben hierop geantwoord, dat wij zeker. op de lange~e duur voor sociali~atie zijn en voor een opgaan van het kleinbedrijf in het

305

(8)

· · ,gr.Qte \}edrijf, maar dan niet in,-de vorm van eea "socia1isatW' van het

kleine bedrijf door Albert·Heyn. . - · ·

· · .... Dit is natuurlijk wel een zeer korte samenvatting van het probleem.

, . De zaak is na!rleliJk deze, d~t door de hierboven geschetste vraat- zucht van de grote trusts de middenstanders tegenover precies ,de ..

I. zelfde hoofdvijand worden geplaatst, waar de arbeiders mee te maken .. · bebben - en waartegenover. het hele volk staat. ·

· De. Euromarkt bijvoorbeeld geeft d.e heerschappij in West-Europa

aan de Duitse militaristen en kapitalisten. Dat is een bedreiging niet voor deze of gene -groep Nederlanders, maar voor het hele Nederlandse

volk.. ·

De Euromarkt jaagt de prijzen op. Pat treft de arbeider, maar het . ~ ook de middenstander - zoals de verscherpte concurrentie op

~ze Euromarkt hem treft.

·· , · Èn wie zijn de scheppers van deze Euromarkt? .

Het zijn de mammoetbedrijven, die door het. wegvallen van invoer- tarieven h:un markten wensen uit te breiden - naast het feit, dat· zij

· hun agressiekracht tegen het socialisme en tegen de eigen volken wil ..

Jen ,versterken.

De vrije loonpolitiek ~s doorgevoerd - op kosten van de arbeiders.

, Maar zijn zij de enige slachtoffers? De VVD-er Visser zei in de Kamer, dat ·hjj zich "niet ko~ onttrekken aan de gedachte, dat het belang van vele kleinen is opgeofferd aan dat van de grote ondernemers".

ffij zei het dus zeer duidelijk: De grote ondernemers,- de trusts en monopolies, hebben de vrijere loonpolitiek doorgevoerd om hun macht nog Jlleer onbelemmerd te kunnen uitoefenen. Arbeiders en midden- 'standers hebben dus één ·belang, als zij deze politiek van de .grote

trusts te lijf gaan .

. . Iedl;!re slag die. de arbeidersklasse . de grote trusts toebrengt wordt tevens toegebracht aan de vijanden van de middenst~nd ·...;.. en om-

gekeerd. .. . .

Is het dan niet broodnodig, dat de· arbeiders en middenstanders de hánden inéénslaan en samen de noodzakelijke strijd aanbinden?·

Wederziidse hulp

E

r rijzen hier een aantal vragen. Uet zijn vragen waarop wij niet . pretenderen, een afdoend antwoord te kunnen geven. Ze staan

open voor discussie. . . . . ·

. ~n van de. vragen is: HOE kan de arbeidersklasse de middenstand helpen?

. Vele middenstanders zijn geneigd te zeggen~ Koop dan bij ons. Dan . help. je. ons het beste. • . · '

In sommige gevallen, zoals bij middenstanders die direct de terreur van regering en BVD doorbreken door in het arbeidersdagblad "De

Wa~heid"~ te adverteren, is dit inderdaad juist. M~ar een al~emene

oplossing kan men hier niet verwachten. Dat zou het kweken van

illusies ~jn. . .

, De zaak is veeleer, dat de arbeidersklasse en haar politieke partij, juist door hun optreden tegen de grote trusts en het stell~n van hun

(9)

. . ~ : . . .'' , ·. ·-,:"""· ~····: "_ . .·--·-· ' - .. · ... , -~ .-~~.; _·":·(·-,-~~---;,.··-;:·v~.

..

eiSèn voor' de middenstand, de klein~ zakenman. ste~ Pi Z:Uii IY'iJ:èJ

·om het bestaan. . . · . · .. · . , .·· · .· · .. ; De middenstanders hebben hun duidelijke .eisen en verlangeb.$~ Ze . liggen' nationaal, bijvoorbeeld op financieel terrein, :z:e liggen ook ~pla~~.t<it' · selijk waar het betreft vestigingsmogelijkheden enz. . _ - :,

De CPN en de arbeidersklasse in het àlgemeen zilllen. steed~. (iie~

nen zijn, die het ernstigst strijden voor de verwezenlijking vän. d~ . eisen, waarvan de inwilliging alleen kan geschieden ten koste van~-

grote trusts. ·

En daarmee komen wij gelijk op de keerzijde van de vraag: ~Oé

brengt de middenstand haar wens tot bondgenootschap met de arbei.; ·.• ··

ders het beste·' tot uitdrukking?· . : ' _

De meest effectvolle weg is hier dat de middenstandsorganisaties: ;r

actief de strijd aanbinden tegen de ·heerschappij van de grote trustlt~

door te strijden voor de· belangen van hun leden.

Daarnaast kunnen de middenstanders een belangrijk aandeel levereri.

in de strijd door de actieve ondersteuning van de partij van de arbei;.

dersklasse, in materiële vorm of door middel van het lidmaatschap, Hoe groter en sterker de CPN is, met des te meer kracht kan -zij -ook opkomen voor. de belangen van de kleine winkelier en de kleine·· am~

baehtsman. ·

Nu en straks

E.

r zit aan dit ailes nog een .tweede vràag vast, die eigenlijk dus:d.o~

staatssecretaris Veldkamp werd gesteld: Waarom verdedigt de CPN het kleinbedrijf, als ze onder het ,socialisme toch. het grootbedrijf wil,?

De CPN wil het grootbedrijf onder het socialisme. Maar-De Gruyt~

is bepaald geen socialistisch grootbedrijf. · . . . Alleen al in het belang van de arbeidersklasse .is het noodzakelijk,.

dat de macht van de grote trusts, die ons volk uitplunderen en het de weg van een oorlog opdrijven, zoveel mogelijk aan· banden woJ;dt

gelegd. · . . ·.·

Daarom vindt de dagelijkse strijd. ons aan de zijde van de middenrt ·

stand. . . . .

Als wij onder het socialisme wèl voor· het grootbedrijf zijn, dari is dat, omdat onder het socialisme het .grootbedrijf georganiseerd kan worden zonder dat dat geschiedt op ·de puinhopen van de levens der kleine middenstanders.

In het kapitalisme vindt liquidatie van de middenstand plaats onder dwang, door middel van de harde wetten van de wildernis: De zwakste

gaat ten onder. .

Onder het socialisme zal de vorming van het grootbedrijfplaatsvin- den op basis van vrijwilligheid. Onder het socialisme wordt er naar . gestreefd, op basis van vrijwilligheid, de .mitide~tander er Van tft overtuigen, dat het samengaan in het -grote bedrijf hem;z;elf eri. :Zij~

volk alleen maar voordelen kan brengen. · ··. . ··

. In het kapitalisme is het zo, dat het grote bedrijf de kleinè zelf.stan~~

dige stuk voor stuk zijn beetjes persoonlijke- vrijheid öntneemt en hem ..

of· vernietigt, of tot de slaaf van de grote trust maakt. Door voor dt!

(10)

. .

.~<\çl~tarJ.d~ .. op· ~ .k?~n. ~edigen de; communisten zijn vrijheid

·fèWéil dö dreiging van hquidatie en sfavernij~ . .· ·

~~~r het .social~me ontstaat een· vrijheid van hogere or~e.

: D~ar wordt. de niens (}ntslagell. van de vrees voor honger en faillis- semènt en vindt hij zijn nieuwe vrijheid in de gezamenlijke opbouw . van eel\. betere wereld, waar.!n niet ·enkelen. parasiteren op allen.

· · . In de socialistische m~atschappij wordt dus de samenwerking ~et

anderen geen vorm van knechtschap, maar iets hogers en beters. Onder die· omstandigheden zullen de bewuste mensen alles doen om de kleine ze:!fstandige ertoe te bewegen, vrijwillig deze hogere vorm van een- heid te verkiezen . ... , .

De enige weg

J

a maar; zeggen dan sommigen wellicht: Is het dan niet een verspil- . ling van energie als je eerst het kleine bedrijf verdedigt om nader- hand te streven naar zijn verdwijning?· ·

Een dergelijke gedachtengang gaat voorbij aan het werkelijke

,probleem. ;

. · Het werkelijke probleem is namelijk nu, dat de strijd tegen de trusts het:: bondgenootschap van arbeiders, boeren en middenstanders dwin-

gend gebiedt. . .

Alleen door dit bondgenootschap kan de macht van de trusts wor- den overwonnen.

De strijd tegen het grote kapitaal, die de beslissende strijd is voor het. socialisme, vereist, dat aan de machtsontplooiing van dit grote

léap!~á1:4l ieder mogelijk verzet wordt geboden .

. , Pa~om is de verdediging van het kleine bedrijf en het bondgenoot- sehàp ~et de kleine zelfstandigen een onmisbare voorwaarde voor de

su~ce!Svollè revolutionaire strijd tegen het grote kapitaal -:... evenzeer

~. onder het socialisme de strijd voo.r coöperatie en grootbedrijf een Ol.llnisbare voorwaarde is Voor de socialistische opbouw. ·

. Het vraagstuk van de midderuitand is. voor de arbeidersklasse een vraagstuk van enorme betekenis. De middenstandsnota van de rege- ring was een goede gelegenheid het aan de orde te stellen. Moge dit . hél:Pèn om de discussie hierover ook verder op gang. te brengen, tot heil

van de gezamenlijk te voeren strijd.

MARCUS BAKKER.

Een voorbeeld uit de practij:k

Van een deskundige medewerker ontvingen wij de volgende

~titie, die wij ter illustratie van de beschouwingen van M. Bak- ker plaatsen.

1

:11;1956. waren er in'd.e stad Zaandam twee bec;lieningszaken van Albert ',Heyn, twee van Sirnon de Wit en één van P. de Gruyter .. Thans is . de stan4. vap. zaken als volgt: Albert Heyn heeft een zelfbedieningszaak eJ1 een supermarkt, Sirnon de Wit eveneens en P .. de Gruyter heeft

· twëe zelfbedieningszaken: . . . ·

(11)

De bedieningszaken verkoçhten uitsluitend kruideniersartikelen en haddeJl een gemiddelde weekomzèt van ca. f 8.000.-. (Een goode krui- denierswinkel heeft een weekomzet van ca. f 5.000), De totale omzet van de vijf bedieningazaken der grote drie bedroeg vier jaar. geleden cius 40.000 .gulden per week.

Nu is de situatie totaal veranderd. Een zelfbedieningszaak zet ca.

j 10.000.- per week om. Voor een middenstander is het buitengewoon moeilijk de grote investeringen te financieren die hiervoor nodig zijn.

De vier ~nieuwe zaken hebben een weekomzet van f 40.000.-. ·

Daarbij komen nu de twee supermarkts, met afdelingen voor vlees, groente, fruit, drogisterij-artikelen, galanteriewaren, tabaksartikelen, terwijl Albert Heyn nog een koffiebar geïnstalleerd heeft. De week- omzet van een supermarktis-laag geschat- 40.000.- gulden. De totale weekomzet van de grote drie is dus tezamen 120.000 gulden. Dit is een verdrievoudiging in vier jaar tijds.

Vier jaar geleden werd per Zaandams gezin in de grootwinkelbedrij- ven wekelijks f 3,40 besteed, nuf 10.-. Wij herhalen: Elke week ont- vangen deze. zes winkels een bedrag, overeenkomend met 10 gulden van elke in Zaandam wonende familie.

Omgekeerd heeft de Zaandamse middenstand sinds 1956 per geZin een omzet van f 6,60 verloren. De uitbreiding van het grootwinkelbe- drijf komt overeen met de vestiging van 16 zelfstandige winkeliers en wel in ~n gemeente, waar het aantal inwoners niet is uitgebreid!

Voor de vestiging van een supermarkt is een investering van ca. één miljoen gulden nodig. Bovendien worden deze bedrijven met behulp van eigen ondernemingen, installateurs en monteurs gebouwd. Verder kunnen de concerns zich veroorloven geruime tijd met verlies te wer- ken om de klanten van de particuliere winkels weg te trekken. Dit verlies wordt later weer ruimschoots goed gemaakt.

Ter illustratie van de omvang der grootwinkelbedrijven hier nog, enkele informaties over Albert Heyn:

De firma beschikt over 370 zaken in het land. Daarvan zijn 130 zelf- bedieningszaken (binnen tien jaar ontstaan), verder 230 bedienings- zaken en 7 supermarkts.

De omzet kan als volgt berekend worden:

130 zelfbedieningszaken, f 10.000 p. w. = f 1.300.000.- 280 bedieningszaken 8.000 1.840.000.-

7 supermarkts .40.000 280.000.-

Totale weekomzet f 3.420.000.-

Dit cijfer klopt aardig met de opgegeven omzet van 3,2 miljoen gulden.

Albert Heyn bezit verder de volgende nevenbedrijven: Sterovita, Vami, Patria Biscuitfabriek, Hoeve's Bakkerijen in Amsterdam, de

Formosa-re~taurants, ~erican Corner, Riva Garagebedrijf _'te Am- sterdam en Beers TechniSch Bureau te Hilversum. ·

(12)

'.~

.VRAAGSTUKKEN V ANi HET GEMEENTERAADS.WE:RK

I

n ons .land voltrekt zich een. steeds· meer om zich heengrijpénde con- , centratie van het kapitaal, gepaard aan -een versmelting en samen-

gaan met buitenlands kapitaal. .

. Dit bui~nlands (Amerikaans-Westduits) kapitaal richt hier óf recht- streeks bedrijven op, óf legt de hand op bestaande Nederlandse onder- nemingen. Het wordt hiertoe in staat gesteld door de faciliteiten die de · ,,Nederlandse" regering heeft verstrekt.

· Deze ontwikkeling is na de Tweede Wereldoorlog in volle omvang begonnen en is onmiddellijk verbonden - of misschien beter gezegd gebonden- aan de politiek van oorlogsvoorbereiding en bewapening.

De politiek van koude oorlog verschafte de Amerikaanse imperia- listen de kans tot· verovering van tal van posities in de gebieden en landen van hun bondgenoten. Die politiek bood ook West-Duitsland de kans op herstel van de oude machtspositie en op .een o,verheersende ,-' rol in West-Europa, in voorbereiding naar een gedroomde overheer-

sende rol in de wereld. In het kader daarvan staat het streven naar de Europese integratie. ·

· .·· · Dit alles oefent. zijn invloed uit op de binnenlandse politieke ver-

~oudingen in tal van kapitalistische landen, ook in Nederland. Het

buitenl~ndse kapitaal en de "eigen" monopolies verlangen niet alleen tegemoetkomingen, maar zij wensen absolute zekerheid voor .de uit-.

voering van hun toekomstplannen en de daarmee gepaard gaande winsten. De belangen van de monopolisten, binn~nlandse en buiten- , landse, vereisten een directe monopolie-regering en daaröm werd de

"machtsgreep" (mr Burger) doorgevoerd, die leidde via Beel naar de regering-De Quay. Die naam is een program, want De Quay is de man van de Nederlandse Unie, die samenwerking met de Duitse overheer- . · sers predikte eh verkondigde dat men oog moest hebben voor de nieu- we omstandigheden, kortom, dat men de "nieuwe orde" van Hitier moest aanvaarden.

Het laat ons zièri, dat de toenemende concentratie van het kapitaal leidt tot ondermijning en uitholling van de democratie met de be- doeling, de niet-monopolistische krachten te dwingen de politiek van de monopolies te aanvaarden en hun eventuele tegenstand te verlam-

me~ .

Het is de verdienste van de CPN dat zij deze ontwikkeling doorzag en dat zij de strijd voor uitbreiding van de qemocratie en voor beper- . ~ng van de macht der grote monopolies als het centrale vraagstuk

aan de orde stelde. Het Partijbestuur stelde het punt democratie in een ontwerp-program1) als sleutel-probleem aan de orde, dat mede op be-

1) Zie P. & C. No. 4, april 1960.

310

(13)

slissende wijze de. strijd ten aapzien van andere vraagstukken als ' .VI'$~; ·

de en ontwapening, loonsverhoging, woningbouw en nationale . zelf- · standigheid beïnvloedt.

De gemeenteraad - holwerk der democrati~

I

n het' reeds genoemde ontwerp-program wordt naast tal' van andere<

punten en eisen grote aandacht gewijd aan de positie der gemeente- raden.

De gemeenteraad is het lichaam, dat op staatkundig gebied direct met de sociale en maatschappelijke belangen van de bevolking heeft ' te maken, en daardoor nauwer dan de I>roVinciale Staten of het parle- : ment met het. volk is verbonden.

Het grote verschil in de positie tussen parlement, Provinciale Staten en ·gemeenteraad speelt in de huidige tijd een grotere rol dan voorheen.

Het vraagstuk van de gemeentelijke autonomie (zelfstandigheid) wordt vaak benaderd als een technisch of organisatorisch bestuurs- vraagstuk. Niets is minder waar! Het is een vraagstuk van politieké betekenis en het v.ormt een onderdeel van de politieke belangenstrijd, zoals die in ons land wordt gevoerd.

I~. het, vraagstuk van de zelfstandigheid der gemeenten komt de te- genstelling tussen de monopolies en de anti-monopolistische krachten · tot uitdrukking.

Terwijl de monopolies streven naar de centralisatie van het staats- apparaat, als uitvloeisel van de concentratie van het kapitaal, ontStaan er juist daardoor tegenstellingen,. die zich uiten in verzet van tal van

gemeentebesturen tegen "Den Haag" ..

"Den Haag", de regering, probeert alles te regelen. Zij bepaalt waar ea hoe industrie wordt aangetrokken (zie de noordelijke provincies);

zij bepaalt het- bouwvolume voor de diverse gemeenten; zij bepaalt het aantal woningen dat mag worden gebouwd; zij bepaalt of Amsterdam zijn IJ-tunnel zal Juijgen.

De regering-De Quay gaat daarbij uit vàn de belangen der grote monopolies en negeert daarbij de belangen van de plaatselijke bevol·

king, die de belangen· der gemeenschap zijn.

Dat kan niet anders dan verzet oproepen van de zijde der plaatse- lijke bevolking, van arbeider, boer en middenstander tot ondernemer.

Het plaatselijke bestuur, dus. de gemeenteraad, is het. aangewezen J.i.o chaam om dat verzet tot uitdrukking te brengen en de belangen der plaatselijke ·bevolking te behartigen tegen de politiek van de mono- polies. Dat vloeit op natuurlijke wijze voort uit de democratische rech·

ten van de bèvolking en de plaats, die de gemeenteraad inneemt .in . ons staatsbestel.

Dit betekent niet, dat deze strijd spontaan zal ontstaan. Integendeel;

ook in tal van gemeenteraden bevinden zich vertegenwoordigers der monopolies die de activiteit van het anti-monopolistische verzet pro- beren te verlammen. Die krachten moeten in de gemeenteraad scherp bestreden worden op basis van de belangenbehartiging der bevolking.

au

(14)

·Vaak

wordt de verhouding tus8en de staatsorganen weergegeven in de verhouding regering - Prov. Staten - gemeenteraad en dan

in de volgorde van hoog tot laag. Dat· is een onjuiste benadering, want de taak van een gemeentebestuur· is geen deel-taak in de uitvoering Van de regeringspolitiek.

De gemeenteraad :ijeeft een eigen, afzonderlijke taak, met ll.aa.r eigen verantwoordelijkheid die natuurlijk in het geheel van de nationale -8tafttSkundige gemeenschap· past.

De gemeenteraad staat aan het hoofd der gemeente en is belast met het -bestuur der gemeente.

. Elk ·gemeenteraadslid is bestuurslid van de gemeente en tussen de

• .gemeenteraadsleden bestaan geen verschillen in rang. Tezamen vor- men de raadsleden de raad, die aan het hoofd der gemeente staat. ''

>De wethouders zijn uit en door de raad gekozen raadsleden, belast met het dagelijks bestuur .en uit hoofde daarvan verantwoording schul-·

dig aan de raad. ·· ·

~- De raad moet voortdurend verantwoording eisen van haar dagelijkse bestuurders op grond van het feit, dat de raad de hoogste instantie is.

, .Die positie van de gemeenteraad bepaalt ook de positie van de raadsleden. Hun optreden :m:oet erop zijn gericht, de kwaliteit van het

bestur~m der, gèmeente zo hoog mogelijk op te voeren en daar persoon- lijk zo veel mogelijk toe bij te dra~n.

De communisten moeten ernaar streven tot de beste raadsleden te behoren en op dié wijze de belangen der bevolking zo intensief mo- _gelijk te behartigen.

" Daarom eisen zij consequent het recht op om deel uit te maken van de raadscommissies en stellen zij voortdurend deze ondemocratische uitsluiting scherp aan de kaak.

Deze uitsluiting is niet een onrecht, alleen dë co-mmunisten aan- gedaan, maar heeft een veel wijdere strekking omdat het deel uit- maakt van het anti-democratische drijven der monopolies tegen het

gehele volk. .

De strijd voor het opnemen der communisten in de raadscommissies is om die reden een onverbrekelijk deel van de strijd voor de demo- cratie van het gehele volk. . ·

De betekenis van de gemeenteraad voor -de bel~ngen der bevolking 'bepaalt. ook de stijl en de methode van werken van de communistische tàadsleden. Zij kunnen en mogen hun werk niet beperken tot het fot- meel deelnemen aan de raadsvergaderingen. Wij wijzen ook de sectari- . sche opvattingen af om de gemeenteraadsverga~eringen alleen als tri·

bune te gebruiken, dus uitsluitend, met het doel om er tegen de kapi- talistische ontréchting te protesteren.

Er moet iets bereikt worden voor de bevolking en daarom streven

~ naar het leggen van nauwe banden met de bevolking, om zich op de- hoogte. te kunnen stellen . van de problemen die het volk beroeren.

De communistische raadsleden moeten de wensen en verlangens lçep.nen die onder ·het volk leven. Daar vinden zij de vraagstukken, die door de gel?leenteraad moeten worden behandeld en daar vinden

(15)

zij de kennis op grond waarvan oplossingen voor de problemen ~jn

te vinden. .

Daar liggen ook de mogelijkheden voor initiatieven, om b.v. kwe8"- ties op de agenda der gemeenteraad geplaatst te krijgen, qie door B. & W. niet uit eigen beweging aan de orde worden gesteld. Vooral de directe, ,kleine, belangen moeten grote aandacht hebben van de communisten. Dat is vooral mogelijk door het advieswerk. Het advies· . werk is niet eenvoudig het alleen maar helpen van de mensen in hun· ··.

directe problemen. Dat is natuurlijk zeer belangrijk. Maar eveneenliJ ' belangrijk is het, dat door dit advieswerk de mensen worden opge- voed tot een bewust maatschappelijk inzicht. Met het advieswerk hel- , pen wij hen de weg te vinden om recht te verkrijgen en tevens dat zij en hoe zij voor hun rechten moeten optreden. ·

Bij het verbeteren van ons raadswerk moet daarom grote aandacht aan het advieswerk worden geschonken.

CPN voor handhaving en uitbreiding van democratische rechten,

D

e democratische verworvenheden op het gebied van het gemeen- telijk bestuur vormen een sta-in-de-weg voor het streven van de grote monopolies. Vandaar dat het vraagstuk van de gemeenteli;)'ke autonomie een actueel vraagstuk is, waarover veel wordt gesproken

en geschreven. . · ,

Het is tevens niet meer een theoretisch, maar ook een practisch vraagstuk. Het is b.v. direct in het geding bij de samenvoeging of het samengaan van diverse aangroeiende gemeenten, zoals enige jaren ge-l leden met het IJmond-plan en thans weer met het Rijnmond-plant)~

Al deze plannen, die een duidelijke anti-democratische strekkirlg hebben, kunnen en mogen de Nederlandse arbeidersbeweging niet

onverschillig laten~ J

Als kern van de democratische machtsvorming moet de arbeiders- beweging over inzichten en eisen beschikken die haar in staat stellen de strijd voor haar belan.gen, ook op dit terrein, te voeren. .

Wat .van de zijde der PvdA-leiding hierover wordt verkondigd,-·is. · direct schadelijk voor de arbeidersklasse. _ ' ·

-Die opvattingen spelen de reactionaire monopolisten in de kaart.

De grondslag van alles is de Amerikaanse manager-gedachte, waar- uit dan ideeën . voortspruiten, om niet gekozen doch_ benoemde des.

kundigen in de raad op te nemen, óf wethouders van buiten de raad .

aan te stellen. ·

Er is tevens een streven om bestaande overheidsbedrijven om . te · vormen tot N.V.'s, 'waa,rdoor ze aan de controle van de gemeenteraad worden onttrokken en de gemeenteraad eveneens geen beslissingsrecht' meer heeft ten aanzien van de benoeming van de leidingen.

Deze anti-democratische opvattingen zijn een hulp ·aan de . poU..:

tiek der grote monopolies en hangen samen met het verlaten van dè- socialistische weg door de sociaal-democraten. ·

Hun theoretische opvatting, ontleend aan Kautsky, dat de vorming van de monopolies een stap vooruit betekende naar het socialiSïne en . de overgang naar het socialisme .zich zou voltrekken . door een

2) Ziè P. &: C. No. 6, juni 1960.

31'3'

'

(16)

'W:eedzaam ingroeien van het sócialism:e in ·het· kapitalisme, vormt de · achtergrond van hun huidige stellingname. .

. · HUil gemeenteraadswerk stond en staat in het teken van vreedzaam ingroeien in het !:ltaatsapparaat, zonder die staat als kapitalistische itaat te bestrijden.

·. ~ · Vandaar, dat zij het parlementaire werk niet verbinden aan het

.. ;c bUiten-parlèmentaire werk, gericht op het doen deelnemen van het

volk in de strijd· tegen uitbuiting en onrecht. 1 . Zij gebruiken de hun door de arbeidersklasse gegeven posities om -de arbeiders en andere werkers met het kapitalisme te verzoenen . . Thans in de periode van steeds verdergaande monopolisering, vrezen zij de reacties van het volk en pogen zij - ten bate van de monopolies -

de volksinvloed terug te dringen. . ·

De PvdA-leiding moedigt dit alles aan en ondermijnt met deze praktijken de democratische rechten van het werkende volk: Het ont- werp-program van de CPN geeft de weg aan, hoe. aan de verderfelijke pOlitiek \Tah de reactie een halt kan worden toegeroepen.

Zij staat op het standpunt van de onverkorte handhaving van de gemeentelijke autonomie en het deelnemen van alle partijen aan het wèrk van de commissies en andere org~nen. ·

Maar niet alleen zijn haar eisen gericht op de handhaving van de democratie op staatkundig gebied, maar ook op de uitbreiding daar- van. Zo heeft het program de eis, dat de burgemeester moet worden verkozen uit en door de raad. Thans is de . burgemeester in wezen, en zeer , vaak in de practijk, een regeringsvertegenwooroiger in de ge- meenteraad. Verkiezing van de burgemeester door en uit de raad,

!;D.aakt de positie van de gemeenteraad zelfstandiger en biedt daar- door grotere waarborgen, dat de raad en het College van B. & W.

oonsequent voor de belangen van stad of dorp opkomen. ·

Een zeer belangrijk punt uit het program is de e~ van democrati- sering van overheidsbedrijven door het betrekken van de arbeiders en de vakbonden in de leiding van deze bedrijven.

Deze eis is van zeer grote betekenis en gericht ·op het betrekken van het volk in het staatsbestuur, te beginnen bij het ovetheidsbedrijf.

Welke krachten en initiatieven zou de doorvoering van deze eis : niet los kunnen maken!

-:;In welk een _tegenstelling .. staat deze eis tot de plannen en ideeën der monopaUsten en de onderdanige P\TdA-leiding, die de volksinvloed

··. 'vrezen en steeds meer willen terugdringen.

• De eisen ·vàn h~t program zijn eveneens gericht op de directe be.;

• langenbehartiging van het gehele volk tegen de monopolies, hetgeen tot uitdrukking komt in de eis van het instellen· van bijzondere tarie- ven door de overheidsbedrijven ten gunste van de klein- en midden-

~vén en geen bevoordeling toe te passen van de grote monopolies . ~r gunstige ·tarieven.

. CPN • strijder voor democratie

H

et ontwerp-program is er· eeiJ. getuigenis van, dat de CPN het . vaandel van de democratie hooghoudt en dat de communistische beweging als voorhoede van het proleta!iaat dit vaandel heeft over-

I

(17)

genomen, daar waar het uit de handen van vroegere democratische1.~'.

krachten door de historisdle loop der ontwikkeling is ontgleden. ·- . . . · De CPN bouwt voort op wat historisch verworven en gegroeid is• ' De communisten weten dat de historische ontwikkeling niet tot stand kwam door samenspel van toevalligheden,, net zo .min als de toekom- stige ontwikkeling daardoor zal worden bepaald. Zij ontleden de gang van zaken in het verleden, om daaruit de lessen te trekken voor het

heden. . ~

Thorbecke was in 1848 de vernieuwer van de Nederlandse staats..

inrichting en hij gaf daaraan vorm en inhoud voor een gehele histo- rische periode. Hij was het, die in het Nederlandse staatsbestel de plaats van de gemeenten aanwees en een zelfstandige verantwoord.e·

lijkheid voor hen vaststelde, passend in het geheel der nationale ver-

antwoordelijkheden. .

Hij bakende de verhouding, tussen regering, provincie en gemeente · 1 af, waarbij die afbakening der verantwoordelijkheden tegelijkertijd de onderlinge binding vormde tussen die organen.

Dè liberale stroming onder leiding van Thorbecke volbracht deze taak niet vanuit humanitaire ideeën. De vernieuwing van de staats- inrichting was noodzakelijk voor. de ontwiltkeling van handel en indu•

strie en had dus een maatschappelijke, economische grondslag . . In die tijd vervulde de burgerij in nationaal en democratisch op- zicht een progressieve rol, omdat zij draagster. was van nieuwe maat- schappelijke verhoudingen. Maar die tijden zijn voorbij.

Het vraagstuk van de nationale zelfstandigheid is - dat leert ons de geschiedenis - onverbrekelijk verbonden met het vraagstuk va:p de democratie.

Bij de opgang van Nederland, bij de ontwikkeling van Nederland tot een nationaal zelfstandig geheel,. ziet men een voorwaartse ontwik- · keling der democratische verhoudingen.

Nu, bij het loslaten van de nationale zelfstandigheid, het uitleveren van de zëlfstandigheid aan z.g. Europese organen, ziet men naast het devalueren van de :qationale zelfstandigheid de devaluati• van de de-:

mocratie.

Het is die ontwikkeling, ·die zich laat gelden bij. de talrijke actuele problemen waarvoor de gemeenteraden zich gesteld zien. Daarom: moet meJl het vraagstuk van de gemeentelijke autonomie benaderen vanuit het vraagstuk der democratie in zijn totaliteit. En dat is niet los te. _ ·

mak~n van de economische verhoudingen waarin wij thans leven, · Om die reden is de strijd voor de gemeentelijke zelfstandigheid

strijd tegen de grote monopolies. · . · ·.

Vanuit die grote actuele en noodzakelijke strijd moeten de commu•

nisten het werk in de gemeenteraden aanpakken. Zij moeten met en ..

door hun activiteit in de gemeenteraden een bijdrage leveren in·· het bijeenbrengen van de .nationale democratische krachten. Zij moeten door een actieve en principiële strijd de arbeidersklasse mobillse~.

voor de strijd voor vrede en democratie ..

H .. VERHEY

310

(18)

Euromarkt

en sociaal-democratie I

n Politiek en Cultuur zijn in de afgelopen tijd reeds verschillende be-

~chouwingen gewijd aan de_ ontwikkeling binnen de sociaal-demo- cratische beweging in West-Europa.

Zij behandelden de verandering van . positie van de rechtse sociaal- democratie na de Tweede Wereldoorlog, die bepalend is voor de rich- ting van de door de leidende kringen in de sociaal-democratische par- tijen gevoerde politiek.

Deze politiek berust er op, dat de leiders zich deel voelen van de kapitalistische staat en opgenomen zijn in het st.aatsapparaat.

Het als op "Befehl" op de helling zetten van de beginselprogramma's om deze programma's in overeenstemming te brengen met deze na- oorlogse politiek, is een algemeen verschijnsel in de ontwikkeling van de sociaal-democratische partijen. Het gaat hier om een verdere aan- passing bij de nieuwe verschijnselen van het kapitalistische stelsel.

Onder de dekking van uitgedachte en aangewaaide, maar unaniem als "wetenschappelijk" aangeprezen theorieën, worden de laatste restan- ten van strijd voor een socialistische maatschappij en zelfs van een

"socialistisch perspectief" aan de kant geschoven.

De lefdende kringen in de sociaal-democratie pogen deze gelijkscha- keling van hun beginselen, dit "aanpassen aan de veranderde maat- schappij", zoals zij dat plegen te noemen, te rechtv~rdigen. door te beweren dat het nodig is een "heroriëntatie" in de tegenwoordige. tijd tot stand. te brengen.

Het is duidelijk, dat deze heroriëntering va:n de sociaal-democrati- sche leiders aaroenhangt met de ontwikkeling in het kapitalisme en het optreden van de grote kapitaalsmachten in een aantal Westeuropese landen.

De grote monopolies hebben, optredende op internationaal niveau, in

<Jeze landen rechtse regeringen aan de macht gebracht, die hun heèr- . schappij rechtstreeks tot uitdrukking brengen. De aanwezigheid in het

- kabinet-de Quay van vier vroegere secretarissen van ondernemers- . organisaties, zoals drs de Pous van het Prot. Chr. Werkgeversverl:iond,

irVisser van het Ned. Werkgevers Verbond, mr Marijnen van het Kath.

Werkgeversverbond en mr Aartsen, eveneens van het Prot. Chr. Werk- geversverbond, spreekt duidelijke taal.

. Bij deze machtsgreep van de grote monopolies zijn de sociaal-demo- cratische ministers, na jaren van trouwe dienst, buiten de· deur gezet.

··Dit rechtse offensief van de reactie vindt in het bijzond~r plaats in de landen, die samengebracht zijn in de Europese Economische Ge- meenschap, de Euromarktlanden, waartoe ook Nederland behoort.

Zij vloeit voort uit de concentratie, samensmelting en internationale samenwerking van de grote monopolies in de Euroma:rkt.

316

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We show that the mathematical model of the data cost game introduced in Dehez and Tellone (JPET, 2013) coincides with the model of the library cost game studied in

In Sjeptowka, het stadje dat jarenlang een belangrijke grensplaats zou zijn tussen Polen en de Sowjet-Unie, werd Nikolaj Ostrowski in een arbeidersgezin

Ook de regio’s waarmee de Noordvleugel concurreert op financiële en zakelijke dienstverlening kenmerken zich vooral door een hoge score op innovatie, maar Noord-Holland

Een gelijkaardige oefe- ning op ECHP-data voor de wat recentere periode 1995-2001 levert een wat minder duidelijk afgelijnd beeld op, maar bevestigt de vaststelling dat

Niet alleen maakt kinderbijslag in 1997 ongeveer 15% uit van het beschikbaar inkomen van eenoudergezinnen, de ontvangst ervan zorgt daarenboven ook voor een belangrijke reductie van

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Delen van het sociaal beleid, die zich niet meer adequaat laten oplossen op nationaal niveau, zullen naar het Europese niveau dienen te verschuiven, om daar de

Bij een ontslag wegens disfunctioneren is het bijvoorbeeld niet meer voldoende om aan te tonen dat de werknemer ongeschikt is voor de overeengekomen arbeid, maar moet ook