• No results found

POLITIEK EN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "POLITIEK EN "

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

~ 0 111 -

iiC a.

POLITIEK EN

~ c(

:E

"'

0

CULTUUR . i

a: c(

.... c(

~ ..

...

N

(2)

MAART 1967

De verkiezingen van 15 februari H. Hoekstra 97

Het eigen risico

Anarchisme - vroeger en nu

C. de Rover 102

A. van Ommeren-Averink 108

Omzien in schaamte: de Wederdopers Th. de Vries 116

De militaire staatsgrepen in Afrika Yves Bériot 133

PARTIJDOCUMENT:

Communiqué van het Dagelijks

Bestuur van de CPN 143

POLITIEK EN CULTUUR verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasus

Leidsestraat 25, Amsterdam-C., tel. 23.11.38 De abonnementsprijs is f 7.20 per jaar,

f 3.60 per halfjaar, losse nummers f 0.70

Ons gironummer is 173127, Gem.giro: P 1527 Correspondentie over betaling en verkoop s.v.p.

zenden aan de administratie p/a Pegasus.

Alle correspondentie over de inhoud aan de redactie van P. & C., Prinsengracht 473, Amsterdam-C., tel. 62565

i I

:.

(3)

2 7 e jaargang no. 3 maart 1 96 7

POLITIEK

EN

CULTUUR

maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der C.P.N.

De verkiezingen van 15 februari

De verkiezingen van 15 februari hebben opnieuw bevestigd, dat de politieke verschuivingen die vorig jaar reeds gesigna- leerd werden, zich verder voortzetten. Alle demagogie, die tij- dens de korte verkiezingscampagne werd aangewend en die ook nadien op grote schaal wordt benut, kan dit voortschrijdende proces niet verbergen.

De voornaamste uitkomst van de vcrkiezingen was de aanzien- lijke vooruitgang van de Communistische Partij van Neder- land. ln een jaar tijds, in vcrgelijking dus met de Statenverkie- zingen van 1966, breidde haar stemmental zich met een derde uit. De stemmenwinst was algemeen en werd behaald door het gehele land, in vrijwel alle plaatsen. De sterkste vooruitgang werd daar bereikt, waar afdelingen van de CPN actief optre- den voor de belangen van de bevolking en met name in de industriële centra. In de gemeenten, waar communisten deel- nemen aan het dagelijks bestuur, werd aanzienlijke winst ge- boekt. Zowel in Amsterdam als in Finsterwolde, Beerta en Nieuwcsehans was dit het geval. In de Zaanstreek en in Am- sterdam werd de CPN in stemmenaantal de tweede partij. In een aantal plaatsen in Oost-Groningen versterkte zij haar posi- tic als grootste partij. Ook in de zuidelijke provincies - Lim- burg en Noord-Brabant - bleef de stijging zich voortzetten.

Onder de overwegend katholieke bevolking in deze gebieden, waar na de oorlog een sterke industriële ontwikkeling plaatshad en waar zich vooral in de laatste tijd een reeks sociale conflic- ten voordeden, ontwikkelen zich de klassentegenstellingen. Uit de win st van de communistische partij blijkt, dat zich hier ook

een proces van politieke bewustwording voltrekt. 97

11

11

(4)

98

In bijgaand staatje is de vooruitgang in stemmen en percentage van de CPN per provincie samengevat.

Tweede Kamer '67 Prov. Staten '66

stemmen % stemmen %

Groningen 18649 6,4 14435 5,0

Friesland 7919 2,8 6098 2,2

Drente 5397 2,9 4160 2,3

Overijssel 13918 2,8 11022 2,3

Gelderland 9317 1,2 5691 0,7

Utrecht 7378 1,8 4854 1,2

N.-Holland 109425 8,7 81517 6,6

Z.-Holland 52348 3,2 39691 2,5

Zeeland 1396 0,8 846 0,5

N.-Brabant 11644 1,3 6473 0,8

Limburg 10623 2,2 8784 1,8

Totaal 248.014 3,61 183.571 2,7

De verkiezingsuitslag was een nederlaag voor de KVP-AR- coalitie van de regering-Zijlstra-De Quay. Met het doel het door de regering-Zijlstra gevoerde beleid voort te zetten, wor- den thans alle mogelijke pogingen in het werk gesteld om deze nederlaag te verdoezelen.

De afwijzing van de door dit kabinet gevoerde politiek is het duidelijkst tot uiting gekomen in de zware verliezen, die de KVP als voornaamste regeringspartij heeft geleden. Vele bol- werken van de KVP in het Zuiden zijn aan het wankelen ge- bracht.

De PvdA heeft zich niet kunnen herstellen van de verliezen, die ze in de laatste jaren heeft geleden. Dit is vooral het gevolg van het feit dat de leiding van de PvdA en de fracties van deze partij in de Eerste en Tweede Kamer geen werkelijke oppositie tegen rechts hebben gevoerd. Integendeel, op alle essentiële punten gaven zij steun aan de rechtse politiek. Zij steunden de politiek van een "beperkte loonsverhoging" van de KVP-mi- nister Veldkamp. Zij dekten het optreden van minister Luns inzake Vietnam, dat neerkwam op verdediging van de Ameri- kaanse agressiepolitiek. Ofschoon onder de Nederlandse bevol- king de ongerustheid over het steeds verder opdringende Duitse militarisme toeneemt, steunde de Tweede-Kamerfractie van de PvdA de voorstellen tot vestiging van een NAVO-basis in Nederland en bood zij de helpende hand bij het binnenhalen van de oud-nazi-generaal Von Kielmansegg als opperhoofd van de NAVO-vestiging in Limburg. Het is niet verwonderlijk, dat de PvdA, die deze steun gaf aan rechtse, monopolistische krachten, zich niet kon herstellen van de eerder opgelopen averij.

Zo zien we, dat de kiezers zich niet alleen van de rechtse poli- tiek hebben afgekeerd, maar ook van het doen van concessies daaraan.

Een opmerkelijk feit in deze verkiezingen was de zware slag die de PSP heeft gekregen, vooral in de industriële centra. Deze

(5)

teruggang van de PSP was onvermijdelijk na de al eerder op- getreden stagnatie. Het moet tot de kiezers zijn doorgedrongen, dat van de figuren die bij de oprichting van de PSP een rol hebben gespeeld, er niet velen zijn overgebleven. De samen- stelling van het partijbestuur en van de Tweede-Kamerfractie is volkomen veranderd. Er zijn lieden naar voren geschoven die in de arbeidersbeweging volkomen onbekend zijn of zelfs een slechte naam hebben wegens hun verraderlijke optreden in het verleden. Het binnenhalen van een bankroete figuur als Gortzak was daarvan een aanwijzing. De PSP heeft zich steeds verder van het pacifisme en van het socialisme afgewend. Ze heeft zich ook afgekeerd van de belangen van de arbeiders- klasse. Op het gebied van de loonvorming werd door de PSP zelf gezegd, dat zij geen deskundigheid in sociale vraagstukken had. In de Tweede Kamer trad de PSP-fractie op voor werk- verschaffingskampen. Tijdens de verkiezingscampagne werd in een Open Brief van deze partij gezwegen over de noodzaak van verlaging der defensie-uitgaven, maar werd wel aangedrongen op vcrder uitstel van de belastingverlaging. Dit alles heeft de zware teruggang van de PSP veroorzaakt.

Misleiding Na het bekend worden van de verkiezingsuitslag is een nieuwe misleidingscampagne ingezet om de werkelijkheid te verbergen en daarmee te voorkomen, dat de mensen zich ervan bewust worden en actief zullen optreden.

Er wordt angstvallig gezwegen over de vooruitgang van de communisten. Blijkbaar is de indruk, die de communistische winst heeft gemaakt, toch wel zo groot, dat pers, radio en tv zich genoodzaakt voelen allerlei afleidingsmanoeuvres uit te voeren. Vandaar de speculaties, die over de CPN in omloop worden gebracht. Daarbij wedijveren Elsevier, Telegraaf, Han- delsblad, Haagse Post en ook Het Vrije Volk met elkaar wie de sappigste vcrhalen kan vertellen op de ouderwetse anti- communistische wijze.

Inmiddels gaan zij met een grote boog heen om de werkelijke grote tegenstellingen en scheuringen, die optreden in de burger- lijke partijen (!n in de bourgeoisie. Eén ding is thans volkomen duidelijk. Het politieke stramien waarop in Nederland in de naoorlogse jaren is geborduurd, ligt aan diggelen. Niet alleen dat de bevolking zich losmaakt van de partijen die de NAVO- politiek hebben ondersteund, maar in kringen van de bour- geoisie tekenen zich breukpunten af.

Dit proces is niet los te maken van de ontwikkeling van de tegenstellingen op internationaal gebied. Binnen de NAVO is een hevig gevecht gaande, waarbij West-Duitsland en Frank- rijk steeds zelfstandiger optreden om hun eigen imperialisti- sche belangen te boventoon te laten voeren. Hun streven in die richting is niet alleen merkbaar in de zogenaamde internatio- nale en Europese organen, maar ook in de kapitalistische lan- den afzonderlijk. Er treden stromingen of pressiegroepen op,

die of het Westduitse of het Franse streven ondersteunen. In 99

11

11

(6)

ons land is dit duidelijk tot uiting gekomen in de politiek van de Boerenpartij, die openlijke instemming en ondersteuning on- dervond van de zijde van de NPD in West-Duitsland. Vlak voor de Kamerverkiezingen is plotseling D'66 opgedoken, die door pers en televisie op een overrompelende manier aan de kiezers is gepresenteerd. Het program v;:tn deze partij ademt de geest van het gaullisme. D'66 wil een einde mZlken Zlan de evenredige vertegenwoordiging en voert propagand;:t voor de invoering van een districtenstelsel. Als belangrijkste program- punt hanteert zij het voorstel om de minister-president te kie- zen; die zou dan over grote volmachten moeten beschikken, terwijl hij, daar hij tussen twee vcrkiezingen niet ten val k;:tn worden gebracht, niet a;:tn uitspraken van het p;:trlement ge- bonden zou zijn. Het is daarom niet verwonderlijk, dat D'66 na de verkiezingen door de Franse en Westduitse pers werd toege- juicht.

Tot welke gevaarlijke redeneringen en opvattingen het revi- sionisme kZln leiden, blijkt uit de wijze waarop in het Oostduitse blad "Neucs Dcutschland" werd gere;:tgeerd op D'66. In dit blad werd D'66 eveneens voorgesteld als de partij, die "ver- frissing" zou brengen in de Nederlandse politieke verhoudin- gen. Deze opvatting is zeker niet vreemd a;:tn bepaalde gcv;:tar- lijke illusies, die bij revisionistische capitulantcn over het gaul- lisme bestaan.

Progressieve concentratie

Nu is meer dan ooit voor de arbeidersbeweging in Nederland de tijd aangebroken om zich te beraden over de methoden, waarmee de politiek van de monopolies in ons land een halt kan worden toegeroepen. De kansen om met succes op te treden worden groter, naarmate de vcrwarring onder de rechtse ele- menten toeneemt.

Daarom hecht onze partij veel waarde Zlan de eerste gcdach- tenwisscling, die op het ogenblik plaats vindt over de concen- tratie en het gemeenschappelijk optreden van progressieve men- sen en groeperingen in ons bnd. Reeds in het communiqué van het d;:tgelijks bestuur van de CPN van 20 februari bracht onze partij als haar mening naar voren, dat een progressieve concentratic voor directe praktische doelstellingen wenselijk zou zijn. Een concentratie kan slechts progressief zijn, Zlls zij steunt op de arbeidersklasse en als ze de PvdA, de CPN en de PSP en groepen van progressieve gelovige werkers zou omvat- ten. Hierin ligt een werkelijk alternatief tegen de rechtse krach- ten in ons land. Het dagelijks bestuur van de CPN waarschuw- de tevens tegen de neiging, die bij sommige socialistische leiders bestaat, om D'66 als een progressieve groep te beschouwen, ter- wijl deze integendeel uiterst rechts sta;:tt.

Waarom het gaat

De rechtse krachten willen ongeacht de verkiezingsuitslag hun 100 politiek voortzetten. Per slot van rekening had het zogenaamde

(7)

overgangskabinet-Zijlstra reeds alle mogelijke maatregelen ge- troffen voor zulk een voortzetting. Tijdens de regeringsforma- tic stelden de grote ondernemers ongegeneerd hun eisen, die ncerk wamen op het vcrder doorzetten van de bestedingsbe- perking.

De crisis die zich thans binnen de burgerlijke partijen ontwik- kelt, probeert men nu te ontgaan door het op touw zetten van een discussie over het kiesstelsel. Het vluchtige succes van D'66 wordt gebruikt als een soort alibi om aanvallen te doen op de evenredige vertegenwoordiging en daarmee de parlementaire democratie vcrder uit te hollen. Bij de laatste verkiezingen heb- ben de kiezers echter niet hun misnoegen over het kiesstelsel tot uiting gebracht, maar wel over de politiek van de KVP en het bukken daarvoor van rechtse PvdA-leiders.

Derhalve moet het thans niet gaan om een ander kiesstelsel, maar om een andere politiek.

De CPN is van mening, dat met alle kracht de evenredige ver- tegenwoordiging verdedigd moet worden en dat terzelfder tijd strijd gevoerd moet worden om een andere politiek in ons land tot stand te brengen.

Terwijl tijdens de verkiezingscampagne dag in, dag uit gespro- ken werd over een economische crisis, werden na de verkiezin- gen cijfers bekend, waaruit blijkt dat de winsten vcrder zijn ge- stegen en dat de export in de afgelopen maanden enorm is gegroeid. Voor een beperking van de loonstijging bestaat geen enkele reden. Om tegemoet te komen aan de prijsstijgingen die in de laatste maanden hebben plaatgehad, en om enige verbe- tering te brengen in het levenspeil is thans ten minste een loons- verhoging nodig van tien procent, met een minimum van tien r;ulden netto per week.

Door vcrbetering van de financiële positie van de gemeenten via hogere bijdragen uit de schatkist zullen werken die thans gestagneerd worden op het gebied van woning- en wegenbouw, direct kunnen worden aangepakt. Daardoor zal de werkloos- heid, die thans in enkele gebieden van ons land ernstige vormen heeft aangenomen, snel kunnen verdwijnen.

Van de Nederlandse regering moet geëist worden, dat zij geen enkele steun zal geven aan het bloeddorstige generaalsbewind in Indonesië. Nu de Amerikanen hun agressie tegen Vietnam met de dag verhevigen, zal grotere en strijdbare solidariteit met het strijdende volk van Vietnam noodzakelijk zijn. Van de re- gering moet worden verlangd, dat zij zal afzien van elke steun aan dit afschuwelijke Amerikaanse optreden. Met meer kracht dan ooit zal opgetreden moeten worden tegen het opdringende Duitse imperialisme en tegen de gaullistische stromingen, die dit bevorderen. Vooral gaat het erom te voorkomen, dat West- Duitsland - direct of via een Europese kernmacht - in het bezit komt van atoomwapens of door concessies de beschikkinf;

krijgt over grondstoffen en materialen die het in staat zullen stellen atoomwapens te vervaardigen.

Dit zijn de hoofdpunten, waarop zich de strijd in de komende periode ongetwijfeld zal concentreren.

HENK HOEKSTRA

11

11

101

(8)

Het eigen . .

riSICO

KVP-voorman Veldkamp heeft in de reeks jaren dat hij het ministerie van sociale zaken leidde. vele tot nu toe vruchteloze pogingen gedaan om een eigen risico voor verzekerden volgens de Ziekenfondswet in te voeren.

Aanvankelijk poneerde de minister de gedachte, dat een deel van de kosten voor huisarts, apotheek, enz. ten laste van de verzekerden zou dienen te worden gebracht. Dit werd voor het eerst aan de orde gesteld op 24 augustus 1962, toen de mi- nister aan de Sociaal-Economische Raad (SER) verzocht, ad- vies uit te brengen over het sociale-zekerheidsbeleid op langere termijn in verband met een eventuele invoering van een wet voor zware geneeskundige risico's. Tegelijkertijd verzocht hij toen, te willen bezien of de lichtere risico's als het huisartsen- en het apothekersrisico niet buiten de ziekenfondsverzekering zouden moeten vallen. De middelbare en zware risico's kon- den dan worden verzekerd door de in het leven te roepen wet voor zware geneeskundige risico's in de vorm van een volks- verzekering.

Dit plan, dat ten doel had te tornen aan het verstrekkingen- pakket voor ziekenfondsleden, werd echter niet warm ont- vangen.

De SER heeft nimmer een concreet antwoord op de vraag van de minister gegeven. Dit lichaZtm had zich trouwens al in 1961 in een rapport over een aantal onderdelen van de ziekenfonds- verzekering categorisch uitgesproken tegen verplichte bijbeta- ling door de verzekerden voor bepaalde verstrekkingen. De SER gaf in dit rapport te kennen er de voorkeur aan te geven, de stijging der kosten van de verplichte ziekenfondsverzekering door premieverhoging te laten opvangen en derhalve niet door beperking van het ziekenfondspakket. Het vragen van bijbeta- lingen, aldus de SER, drukt altijd op degenen die de verstrek- kingen nodig hebben. Het remt bovendien inroeping van medi- sche hulp Ztf, in het bijzonder ten Ztanzien van de minst draag- krachtigen.

Veldkamps plan stuitte voorts op krachtige weerstand van de zijde der huisartsen, apothekers, ziekenfondsen, van de Zieken- fondsraad en de Centrale Raad voor de Volksgezondheid.

Een belangrijk argument tegen het overhevelen van dokters- kosten naar de verzekerden wierpen de huisartsen op. Zij be- toogden o.a., dat invoering van een eigen risico de relatie tus- sen patiënt en arts sterk zal verzwakken, doordat het bezoek aan de arts langer wordt uitgesteld dan geboden is.

Campagne Bij een beschouwing over het eigen risico dient in herinnering te worden gebracht, dat van de zijde der VVD reeds jarenlang 102 een campagne wordt gevoerd voor afbraak van de aanspraken,

(9)

die de ziekenfondsverzekerden tot nu toe kunnen laten gelden.

De VVD wordt hierbij gesteund door de aan haar verwante Prof. Mr. B. M. Teldcrs-stichting, die in diverse geschriften aan- drong op het "beperken van de medische consumptie". Er zou volgens de Telders-stichting op dit punt overconsumptie ont- scun, doordat de verzekerden, alvorens een arts te bezoeken, niet voldoende zouden overwegen of dit wel werkelijk nodig is. Daaraan zou een einde worden gemaakt door bijbetaling voor enkele verstrekkingen te verlangen. "Het is juist één van onze grieven tegen het bestaande systeem, dat het geen ruimte laat voor het dragen van een eigen risico", aldus een citaat uit een dezer geschriften, dat de taal der ondernemers spreekt.

Gedacht wordt aan een bijbetaling, die op circa 150 gulden per jaar neerkomt. Dit wordt geen belemmering geacht, daar "bij de gestadige groei van de welvaart het voor de hand ligt, dat bepaalde risico's, die thans gemeenschappelijk worden gedragen nu voor een deel door patiënten zelf kunnen worden opgevan- gen" ...

Daarbij zou wel de mogelijk moeten worden geopend, zich tc- gen dit eigen risico te verzekeren. De Tclders-stichting wil hier- bij ook particuliere verzekeringsinstellingen inschakelen, karak- teristiek voor de bedoelingen, die in deze kring worden nage- streefd.

In "Medisch Contact", het orgaan van de Kon. Ned. Maat- schappij ter Bevordering van de Geneeskunst, werd de inhoud van het rapport op deskundige en sociale gronden ontzenuwd.

Intussen heeft het VVD-Tweede Kamerlid mej. Ten Broecke Hoekstra getoond een fanatieke vertolkster te zijn van de denkbeelden, die de Stichting propageert. Bij herhaling is zij daarvoor in het parlcment opgetreden.

Zo voerde zij in 1965 bij de behandeling van de begroting van sociale zaken aan, dat "het dragen van een eigen risico voor huisartsenhulp een dringende noodzaak is en wel in de eerste plaats om de mens weer eigen verantwoordelijkheid bij het in- roepen van hulp van de huisarts te geven" ... "Lichtvaardig gebruik van deze hulp wordt gemaakt onder het motto: 'Er is toch voor betaald' of 'Het kost toch niets'".

Bij een andere gelegenheid wierp zij in de Tweede Kamer het balletje op, dat op de uitgaven van de ziekenfondsen kon wor- den bespaard door het in rekening brengen van voedingskosten, gedurende de eerste vier weken van opneming in een zieken- huis. Haar redenering was: De patiënt betaalt dan alleen de kosten - zij dacht aan 3 à f 3.50 per dag - die thuis worden uitgespaard ...

Tijdens de laatste behandeling van de begroting van sociale zaken op het eind van 1966 maakte deze VVD-afgevaardigde het nog bonter door te stellen, dat een eigen risico bijzonder be- langrijk is voor vele patiënten zelf. Dit is niet het minst zo, omdat het verschijnsel, dat men voor elk pijntje maar naar het spreekuur van de huisarts gaat, minder zal worden, indien men geld op tafel zal moeten leggen. Zij verklaarde tevens ervan overtuigd te zijn, dat als het eigen risico er zal komen, onze ziekteverzuimstatistieken naar beneden zullen gaan.

lil

lil

103

(10)

Minister Veldkamp is in dit voetspoor nog vcrder gegaan bij enige interviews met de asociale redactie van Elseviers Week- blad. Hij speelde daarbij met de gedachte om "in deze tijd van wel vaart de kinderbijslag voor het eerste kind af te schaffen".

Voorts verklaarde hij er voorstander van te zijn de eerste weck ziekte niet te verzekeren en de loonderving over deze periode voor rekening van de verzekerde te laten. Tc betreuren viel, aldus Vcldkamp, dat zijn voorstel om de AOW-uitkering later dan op 65-jarige leeftijd te laten ingaan werd afgewezen. Uiter- aard zou bij deze maatregel de hele pensioenregeling betrokken moeten worden, opperde hij. Als verklaring voerde hij aan, dat volgens hem de mens bepaalde risico's zelf moet dragen.

Ten aanzien van het eigen (ziekenfonds)risico vertelde hij aan de redactie van Elsevier, dat de meeste mensen wel een auto of bromfiets hebben. Daarbij nemen zij bijna altijd een bepaald eigen risico. Dit bedrag zal waarschijnlijk per jaar groter zijn dan een eventueel risico inzake de geneeskundige verzorging.

Minister Vcldkamp, die in sommige vakbondskringen wel eens als een linkse figuur wordt bcschou wd, geeft er met bovcn- s~~andc uitspraken blijk van, uit reactionair hout gesneden te ZIJn.

Andere oplossingen denkbaar

Minister V cidkamp verdedigt het eigen risico met een verwij- zing naar het steeds stijgende tekort van de verplichte zieken- fondsverzekering. De zwaarste post van het ziekenfondsbudget V~lrmt de zickenhuisverpleging, met bijna 42 procent van de mtgaven.

Volgens ingewijden kan op deze post worden bezuinigd. Zo heeft met name de heer C. ]. van Lienden, een erkend deskun- dige op het gebied van het ziekenfondswezen, er bij herhaling op gewezen, dat de ziekenhuizen door een notoir gebrek aan coördinatie uiterst kostbare instituten zijn geworden. Hij voor- ziet, dat de tekorten van de oneconomisch functionerende zie- kenhuizen steeds meer zullen stijgen, als de overheid niet in- grijpt met een wettelijke regeling voor het ziekenhuiswezen. In dit verband wordt aangedrongen op instelling van een zieken- huisraad met een ruimer aantal vertegenwoordigers dan in de huidige ziekenhuisraad. Aan de nieuwe ziekenhuisraad zou de bevoegdheid moeten worden verleend, dwingende maatregelen te treffen, opdat geldverspillingen als thans voorkomen, onmo- gelijk worden gemaakt.

Te bezuinigen is eveneens op de post genees- en verbandmidde- len, die 15 procent van de ziekenfondsuitgaven vergt. Het is toch algemeen bekend, dat de farmaceutische industrieën een monopoliepositie hebben veroverd, die hen in staat stelt prijzen te rekenen, die soms het honderdvoudige bedragen van de wer- kelijke kostprijs. Deze industrieën vervaardigen o.a. de z.g. spé- cialités, die meer en meer in de vcrstrekkingen van de zieken- fondsen word~n opgenomen.

104 Niets belet de regering, prijsregelend op te treden, ten einde de

(11)

opgedreven prijzen van de op hoge winst beluste farmaceutische monopolie' te verlagen.

Overheidstoezicht op de prijzen van geneesmiddelen wordt sedert lang uitgeoefend in Frankrijk, Italië en België. In deze landen mag de verkoopprijs een bepaald percentage van de kostprijs niet overschrijden.

Het tekort, waarmede de ziekenfondsen te kampen hebben, zou overigens kunnen worden gelenigd door een grotere bijdrage uit de algemene middelen. Daarvoor heeft ook het NVV gepleit.

Dit vak vcrbond heeft er, zoals ook de communisten hebben ge- daan, op gewezen, dat Nederland, wat betreft de omvang van de overheidsbijdragen op het terrein van de sociale zekerheid, verhoudingsgewijs is achtergebleven bij landen als Italië, Bel- gië, Luxemburg en West-Duitsland.

Thans worden de overheidsbijdragen echter geringer: uit het jongste overzicht van de Ziekenfondsraad over de financiële positie van de verplichte ziekenfondsverzekering blijkt name- lijk, dat de lasten van de overheid op het gebied van de zie- kenfondsen een vermindering zullen ondergaan door een ver- laging van de overheidssubsidie voor de kraamcentra en andere vcrminderingen als gevolg van de werking van de Algemene Bijstandswet. De daling der lasten voor de overheid kan glo- baal op 39 miljoen gulden worden geschat.

Hieruit blijkt wel duidelijk, dat er voor de regering andere we- gen openstaan dan het afwentelen van nieuwe lasten op de ver- zekerden in de vorm van een eigen risico. De volksgezondheids- zorg is in de eerste instantie een taak van de overheid, met alle financiële consequenties die daaruit voortvloeien.

Het "tientje van Veldkamp"

De laatste ontwikkeling rondom het eigen risico voltrok zich eind vorig jaar.

Minister V eldkamp, kennelijk teleurgesteld door de grote tegen- stand die hem van allerlei zijden werd geboden bij het verwe- zenlijken van het eigen risico, deed een krampachtige en onver- hoedse poging, invoering van het eigen risico te forceren.

Dit geschiedde in een op 28 november 1966 gedateerde brief aan de Tweede Kamer. Daarin werd o.a. medegedeeld, dat het premiepercentage voor de verplichte ziekenfondsverzekering per 1 januari 1967 van 5.8 tot 6.2 zou worden verhoogd.

Tegelijkertijd liet hij de Tweede Kamer weten, dat het kabinet besloten had tot bezuiniging in het verstrekkingenpak- ket in de vorm van bijbetaling van tien gulden gedurende de eerste dertig dagen verpleging in een ziekenhuis of een daar- mede gelijkgcstelde inrichting.

Dit was de geboorte van het onmiddellijk beruchte "tientje van V cldkamp".

In een ingewikkeld betoog hield de minister de Kamer voor, dat de regering niet kon instemmen met het advies van de Zie- kenfondsraad, die had aanbevolen de ziekenfondspremie op

7 procent te stellen. Ook het verlenen van een hogere over- 105

lil

lil

(12)

heidsbijdrage, waarom de Ziekenfondsraad had verzocht, wees hij af.

De voorgenomen maatregel met het tientje liet niet na spanning te wekken. Er ontstond verontrusting bij mensen die in een ziekenhuis moesten worden opgenomen en er niet op gerekend hadden, dat van hen in beginsel een bijbetaling van 300 gulden werd verlangd. In het bijzonder in de gezinnen van bejaarden werd vrees gewekt.

Verontwaardiging en verzet

Het plan van Veldkamp vcrwekte grote beweging zowel bui- ten als binnen het parlement.

De centrale vakorganisaties keerden zich met kracht tegen het heilloze voornemen van Veldkamp. Zij voerden aan, dat de verzekerden een dergelijk risico niet konden dragen en dat vooral de gezinnen met lage inkomens het zwaarst zouden worden getroffen. Ook de ziekenfondsorganisaties protesteer- den fel.

In de Tweede Kamer keerden zich vrijwel alle fracties tegen de door Veldkamp aangekondigde maatregelen. De gronden waarop zij zich verzetten, liepen overigens nogal uiteen. De komende verkiezing van de Tweede Kamer was er nir:t vreemd aan, dat fracties die in de grond van de zaak niet tegen bijbe- taling van ziekenfondsverstrekkingen zijn, toch een bepaalde oppositie tegen het plan van V cidkamp voerden.

Van het debat, dat volgde op de regeringsverklaring door mi- nister Zijlstra in de Tweede-Kamerzitting op 1 december 1966, werd het grootste deel besteed aan de stuntachtigc poging van Veldkamp.

Het werd een zitting die zich kenmerkte door verwarring en parlementaire onmacht.

De communistische afgevaardigde in de Tweede Kamer Marcus Bakker heeft deze gang van zaken op een later tijdstip raak ge- kenschetst met de opmerking, dat de Kamer ooggetuige is ge- weest van een nogal triest toneelstuk met de heer V cidkamp als auteur en souffleur en de heer Zijlstra als hoofdrolspeler, met de strekking een eigen risico in te voeren voor ziekenhuiskosten van 300 gulden. De gesouffleerde tekst bleek echter niet te kloppen, zodat de maatregel tijdelijk moest worden ingetrok- ken, hekelde Marcus Bakker.

Zijlstra verzocht de Kamer met klem zich niet tegen het voor- nemen te verzetten. De regering zei overigens, niet van plan te zijn haar besluit terug te nemen.

De Kamer liet zich echter niet zJschrikken. Drie moties, af- komstig van de PvdA, de VVD en de AR, waarvan de formu- leringen nogal uiteenliepen, hadden in het algemeen wel als strekking, dat de regering de in voering van bijbetaling alsook de vaststelling der ziekenfondspremie opnieuw in overweging zou nemen.

In antwoord daarop beweerde minister Zijlstra, dat het te laat 106 was voor herziening van de premie per 1 januari 1967. Dit zou

(13)

administratief niet meer mogelijk zijn en bovendien moest een begin worden gemaakt met het eigen risico, betoogde de be- windsman.

Op de vraag uit de Kamer, waarom premieherziening niet meer mogelijk was, antwoordde Zijlstra: "Dat weet ik niet" ...

Later krabbelde hij terug met de mededeling, niet gezegd te hebben, dat er niets met de premie kon gebeuren; alleen tech- nisch niet meer vóór 1 januari 1967.

Het verdere vcrloop heeft echter aangetoond. dat vijf dagen later de prcmic wel kon worden gewijzigd, terwijl het bijbcta- lingsplan van Veldkamp (tijdelijk) werd ingetrokken.

Na verwerping of intrekking van de ingediende moties werd deze merkwaardige Kamerzitting beëindigd met een capitulatie van Zijlstra. Hij vcrklaarde ten slotte, ermee accoord te gaan, dat de kwestie nader bekeken zou worden in een onderhoud tussen minister Veldkamp en de vaste Kamercommissies voor Sociale Zaken en voor Volksgezondheid. Dit onderhoud vond op 6 december plaats.

De minister van sociale zaken zag zich toen genoodzaakt te erkennen, dat de aanvankelijk vastgestelde ziekenfondspremie wel kon worden herzien.

Het onderhoud liep er ten slotte op uit, dat de minister in- stemde met de wens van de commissies, de ziekenfondspremie van 6.2 procent tot 6.6 procent te verhogen in afwachting van nadere adviezen omtrent het eigen risico.

Eén der deelnemers aan deze bespreking ging niet accoord met de verhoging der ziekenfondspremie. Gezien het bekende stand- punt der CPN-fractie, die steeds voor bijdragen uit de algeme- ne middelen heeft gepleit, is dit kennelijk het CPN-Kamerlid H. Hoekstra geweest.

Het tientje van Veldkamp was toen van de baan. Doch V cidkamp wees er tijdens het onderhoud op, dat van verschil- lende zijden in de Tweede Kamer begrip getoond was voor bij- betaling in het kader van de ziekenfondsverzekering, waaraan hij de verwachting vastknoopte, dat zo spoedig mogelijk deze problematiek nader onder het oog zal worden gezien.

Het gevaar van invoering van eigen risico, in welke vorm dan ook, blijft derhalve bestaan. riet is te verwachten, dat in de komende maanden opnieuw zal worden geprobeerd, stappen in die richting te doen.

De nieuwe Tweede Kamer zal zich vóór 1 juli 1967 moeten uitspreken over de nadere plannen, die de opvolger van Veld- kamp aan de orde zal stellen, vooral omdat op de genoemde da- tum de wet Zware Genceskundige Risico's en de wet op de Arbeidsongeschiktheidvcrzekering in werking moeten treden.

Deze wetten hebben een aantal financiële gevolgen, waarover ongetwijfeld nog uitvoerige debatten zullen plaatsvinden. De invoering van eigen risico zal daarbij ongetwijfeld weer worden bepleit. Waakzaamheid blijft daarom geboden!

C. DE ROVER

lil

lil

107

(14)

Anarchisme - vroeger en nu

Het anarchisme heeft als stroming binnen de socialistische be- weging reeds lang afgedaan. In de vorige eeuw, bij het begin van de ontwikkeling der arbeidersbeweging, heeft het geruime tijd grote invloed uitgeoefend. Naarmate Marx en Engels crin slaagden de verschillende vormen en scholen van het toenmalige socialistische denken in de baan van gcmeenschappelijk hande- len te leiden en naarmate een gcmeenschappelijke tactiek van proletarische strijd tot stand kwam, verloren de anarchistische denkbeelden hun kracht en overwonnen de marxistische op- vattingen.

Toch blijft het nodig aandacht te blijven schenken aan de anar- chistische opvattingen. Steeds weer duiken gedachten en rede- neringen die hieraan verwant zijn, op in de arbeidersbeweging.

De vraag rijst natuurlijk, hoe dit te verklaren valt.

De kapitalistische maatschappij van vandaag, waarin het mo- nopolistische kapitaal de macht heeft en niet alleen de arbei- ders, maar alle niet-monopolistische groepen in zijn greep houdt, berooft de boeren, tuinders en middenstanders van hun zelfstandigheid. De arbeidersklasse wordt ieder jaar met dui- zenden mensen uit deze groepen uitgebreid. Zowel de materiële als de geestelijke wereld van de kleine ondernemers stort ineen.

In vrijwel alle lagen van de bevolking ontwikkelt zich door de slagen van en het verzet tegen de monopolies een radicalisc- ringsproces. Er is geen bevolkingsgroep te nocmen die niet in de afgelopen periode uitdrukking heeft gegeven aan haar onte- vredenheid, eisen heeft gesteld en daarvoor op vaak originele wijze is opgetreden. Het on recht in de wereld, het gevaar van een atoomoorlog, de herleving van het fascisme in West-Duits- land, de nco-koloniale gewelddaden en de strijd die tegen dit alles wordt gevoerd, schudden steeds weer nieuwe groepen men- sen wakker en brengen hen in beweging.

Daarbij wordt het hun duidelijk, dat het _kcpiulisme, __ ~.çlfs in een p_e~i9A.t:..~_an 11~ëiï1J~Ïif, -dcj?_C~g-iei1tïi_èiJ1i!~11!.Jan.

En d1 t, ,..!~I~()sJerruuè.!.h_c.n 1 ev1!~_g__Q_ç J?l---:lliildfl!.diri!dltcn zodanig heeft ontwikkclg(ó_gge productie ?-Q~ll..eJJ.QI!l~_l)l~J . .":ang heeft _äîi1 geîïüïrïëi1;-da t er _g~_e.n_Euill~~:ell....achtcr.l_ij_~_h_~i ':!..in de wcreld"lJ.ëhëieVëntei5êSt:1.an. In de ontwikkelde kapitalistische landen willen de hand- en hoof darbeiders een bestaan, dat vol-- doet aan hun stoffelijke en geestelijke behoeften en dat hun meer vrije tijd geeft om zich te kunnen ontplooien. In technisch en wetenschappelijk opzicht is dat mogelijk, doch zij blijven ge- ketend aan de bestaande uitbuitingsvcrhoudingen. Aldus blijkt, dat de ontwikkeling van wetenschap en techniek vóórligt op de maatschappijverhoudingen en daarmee steeds meer in tegen- stelling geraakt.

Het zijn al deze tegenstellingen, die de drijvende kracht vor- men van de ontwikkeling en zich ook op politiek gebied mani- festeren en lang vastliggende patronen doorbreken.

108 Daarbij duiken ook allerlei verlangens, denkbeelden, programs

(15)

en toekomstfantasieën op, die herinneren aan het voor-marxis- tische socialisme. Aan de anarchistische ideologie herinnerende gedachten komen weer te voorschijn. Ze worden vooral in half- intellectuele kringen ijverig opgepoetst en als gloednieuw ge- presenteerd.

De arbeidersbeweging heeft echter in haar lange praktijkerva- ring ontdekt, dat utopisme, anarchisme, anarcho-syndicalisme en schijnradicalisme ondeugdelijke wapens zijn. Wie er nu nog mee komt, leidt de massa op dwaalwegen en laat de energie, die in de massa vrijkomt, verloren gaan. Om dit te verhinderen, is het van belang deze denkbeelden te blijven bestrijden. En ten- einde dit te doen, moet men ze kennen en bereid zijn zich ook in de geschiedenis van de arbeidersbeweging te verdiepen.

Individu en massa

Zowel iu ~YJ est-Euro~ als_jn -~~-J~ika-.!2_J_!?:el~_lir2-'~P~I}~.tL.jlrO­

tc~tbcwcgingeiî"-0p-1:~!_ .. gr.:.ii:OS.Q.I_~~~), die we1 zijn samengevat o"~i.lerële-·ï1'iöclëtcï'n1 "nieuw links". In deze kringen ontmoet men vooral mensen dle-äfl(öïilstig zijn uit de middcnklassen, met name studenten en intellectuelen. Zij nemen in hun protest- optreden de onklaarhedcn, vooroordelen en individualistische opvattingen van hun afkomst mee.

Daarbij wordt vooral de gedachte van~ de i~~i.~id~1!:!~ vriib~!Q en het individuele vcrzet tegen de bestaande orde naar voren geschoven.

Dit stemt overeen met de. hoofdgedachte van de filosofie van h c'i:'"jfi~cr=ëhisï1ic,-··alc-1I1·-·a-e·~;ürlge._ëcï:i\V .. 'liltëëï1ie'Zër!S---a;;c;ï:·-fi- gurcn itS-Stirïïër~-'Prüt.iêlhon, Bakoenin en Kropotkin1) en door vele anderen van geringere betekenis is herhaald. (Uiteraard bestonden er tussen hen ook grote verschillen, waarop hier niet vcrder kan worden ingegaan.) Het anarchisme achtte de be- vrijding van lv~t individu de voorwaarde van de bevrijding van de massa. Het marxisme daarentegen ziet de materiële bevrij- ding van de massa als voorwaarde voor de bevrijding en het geluk van het individu.

Meer dan honderd jaar geleden, toen de grote arbeidersmassa in onvoorstelbare ellende leefde, schreef Max Stirner: "Als de be- langstelling voor het sociale vraagstuk minder hartstochtelijk en vcrblind zou zijn, zou men erkennen dat een maatschappij niet nieuw kan worden, zolang diegenen die er deel van uit-

1) M,rx Stimcr, P'eudoniem van Johann Caspar Schmidt (1806-1856). Schrij-

·.,c,· van "Der Finzige und sein Eigcntum" (Het individu en zijn eigendom -- 1845), een der bekendste anarchistische werken uit de 19de eeuw.

!'icrre- jo se ph l'roudhon (1809-1865 ). Zette zijn opvattingen uiteen in het in 1 H·\6 vcrschenen boek "Philosophic de b Misère" (Filosofie van de ellen- de), door Marx fel bestreden in "De Ellende der Filosofie" (1847).

Mich,û/ Alexandrowitsj Hakocnin (1814-1876), Russisch anarchist. Trad in 1 i\68 toe tot de Eerste Internationale, waaruit hij op het Haagse congres van 1872 werd r;eroycerd.

fljotr Alcxejc·witsj Kropotkin (1842-1921), Russisch anarchist, aanhanger v.1n Bakocnin, ondersteunde later de Russische contra-revolutionair Kerenski.

lil

lil

109

(16)

maken, haar vormen". J\i_et_a!?.9_c:_re woorden: wil_~e [1.1~<1:-~~~~<l.F­

pij veranderen, dan moeten eerst de mensêï1\iêr-~t1ge_t:~IJ,,_ . l\Ïfarx--äJ1tWëïë)r~:·:r:>-e-·arli.êldcrszoLtden dezelfden b li i-

ven, als zij mèt Stirner de schuld in zichzelf zochten ... Zij weten heel goed, dat zij alleen onder veranderde omstandig- heden ophouden dezelfden te zijn en daarom zijn zij vastbeslo- ten de omstandigheden bij de eerste de beste gelegenheid te vcr- anderen. In de revolutionaire activiteit valt het zichzelf vcr- anderen samen met het veranderen van de omstandigheden"2).

De strijd om het bestaan, om de sociale vraagstukken, is voor de arbeidersklasse een moeten, willen de arbyi'ders met hun ge- zinnen kunnen leven. Zo was het toen en io is 1tet nu. Deze strijd voltrekt zich anno 1967 in overeenstemming met de be- hoeften van deze tijd en de mogelijkheden, door wetenschap en techniek thans geboden, en op het niveau waarop de maatschap- pelijke ontwikkeling zich thans bevindt.

Stirner zag niet hoe het proletariaat, als deel van de oude maat- schappij, een nieuwe samenleving kan scheppen en hoe, in de strijd voor eigen lotsverbetering, ook de mensen die hieraan deelnemen, worden veranderd. Vele anarchisten meenden, dat de toekomststaat al binnen het kapitalisme door een verande- ring van de individuele levenshouding moet worden voorbereid en "zij gingen ernaar leven", persoonlijk of soms ook door het vestigen van nieuwe en "zuivere" gcmeenschappen.

De vrijheid zien deze anarchistische ideologen als losstaand van de materiële levensvoorwaarden, als een vrijheid in de geest, in het bewustzijn.

De handelingen van de mensen in de maatschappij kunnen ech- ter slechts begrepen worden. als we het productieproces, de ver- houding tussen de klassen en de strijd der klassen als de grond- slag van onze onderzoekingen nemen. Het bewustzijn ontwik- kelt zich niet los daarvan; het wordt uiteindelijk bepaald door de omstandigheden, waaronder de mensen leven. Daaruit spruit voort, dat een directeur van Unilever en een arbeider die bij hem in de faJbriek aan de lopende band werkt, maatschappelijk totaal verschillende mensen zijn. Zij nemen als uitbuiter en uit- gebuite een geheel verschillende plaats in de maatschappij in, een plaats die op hun bewustzijn beslissende invloed uitoefent.

De menselijke vcrhoudingen worden dus bepaald door de pro- ductieverhoudingen, die de mensen doen uiteenvallen in klassen met tegenovergestelde belangen.

Volgens de anarchistische denkbeelden moest alles van het indi- vidu, "van binnenuit", komen. Juist daardoor werd de betekc- nis van de klassenstrijd, als belangrijkste hefboom van de voor- uitgang, en de leidende rol die de arbeidersklasse daarin heeft te vervullen, miskend. Op de keper beschouwd is de anarchisti- sche opvatting nauw verwant aan de overlevering, dat "de mens van nature zondig is" en dat het daarom nodig is, ter verbetering van de wereld met jezelf te beginnen, in de hoop dat het goede voorbeeld zijn uitwerking niet zal missen.

Terwijl zij de massa wantrouwden, zagen zij in iedere leider een 110 2) Marx-Engcls, "Werkc", deel 3, blz. 195.

(17)

potentiële tiran. Zodra zij over de massa spreken, liggen allerlei beschuldigingen voor in de mond; zij zou "dadenloos", "slaafs"

of "afgestompt" zijn. Vroeger werd dit toegeschreven aan de armoe en nu aan de welvaart ...

In het verleden hanteerde het anarchisme een soort shockthera- pie om door h~t stellen van een daad deze "p;iiSÎViteJt13 te oVëf="

winnen. Er wdd dan gehoopt, dat de massa als reactie daarop spontaan in beweging zou komen. Aan deze spontaniteit werd de hoogste waarde toegekend. Dit uit zich thans bijvoorbeeld in die vorm, dat aan een niet-aangevraagde demonstratie (met de nadruk op de spontaniteit) verre de voorkeur gegeven wordt boven een aangevraagde, waarachter organisatie en doelgericht- heid steekt. In de klassenstrijd mag men echter niet afzien van het leiden en organiseren van de strijd door het stellen van eisen en het geven van parolen. Dit maakt de kracht van de acties zo groot mogelijk en draagt bij tot het op hoger plan brengen van de strijd.

Het vcrtrouwen op spontaniteit kan slechts leiden tot teleur- stellingen. Daarbij wordt vergeten, dat de massa bestaat uit be- wuste en onbewuste mensen, waarin krachten sluimeren die gewekt moeten worden. Dit kan niet zonder een goed klasse- inzicht, het geven van leiding aan en het organiseren van de massa.

Onder de omstandigheden van de hoogconjunctuur komen de geheel of gedeeltelijk anarchistische stromingen helemaal niet meer uit het probleem van de verhouding tussen individu en massa. Zij zien slechts "verburgerlijking" van de massa en heb- ben de neiging zichzelf te beschouwen als daarboven verheven en niet-burgerlijk, als in staat tot spontaan protest, terwijl de arbeidersklasse elke spontaniteit zou hebben verloren.

Een schrijver V<ln een der vele beschouwingen over provo's en anarchisme:: bijvoorbeeld laat een deelnemer aan een of andere bijeenkomst Je opmerking maken: "Zij hadden slechts twee on- derwerpen van gesprek, de sociale revolutie tijdens de debatten en hun nieuwste auto's tijdens de pauzes".

Met deze schimpscheut wordt het probleem verkeerd en mis- lcid,,nd gesteld. Elke arbeider weet, dat zijn bestaan, ook in een tijd van hoogconjunctuur, totaal verschilt met de wereld der kapitaalbezitters, ook al woont hij nu misschien in een betere woning (duizenden hebben er geen), heeft hij een tv-toestel of misschien een auto. Als gevolg van de sociale strijd en de tech- nisch-wctenschappelijke ontwikkeling is de levenstoestand ver- ,,nderd. D(;ze tijd is niet direct vergelijkbaar met die van hon- derd jaar geled(;n, toen de industrie-arbeiders op jeugdige leef- tijd aan tering ten gronde gingen. Gelukkig niet. Een auto en een tv zijn gebruiksgoederen van nu, zoals een fiets en een radio dat enkele tientallen jaren geleden waren. Het bezit van de moderne gebruiksgoederen veroordeelt iemand niet tot een bur- gerlijk bestaan, maar kan bijdragen tot verruiming van geest en in:t.icht.

Dat de arbeidersklasse ook burgerlijk beïnvloed wordt, is niet nieuw. De monopolistische bourgeoisie, die de macht uitoefent, maakt gebruik van alle middelen die haar ter beschikking staan

lil

lil

111

(18)

om politieke en culturele beïnvloeding uit te oefenen. Het niet- bezitten van een auto of tv is daartegen heus geen bescherming.

De bescherming daartegen ligt in het vcrder verhogen van het politieke inzicht en het klassebewustzijn en dit geschiedt door het deelnemen aan de strijd voor lotsverbetering, demoeratic en vooruitgang.

Dit werd door de anarchisten ontkend. Zij zagen in lotsverbe- tering en hervorming binnen het kapitalisme een vcrsterking van het kapitaal en de staat.

Toekomstverwachting

De anarchistische toekomstverwachtingen zijn steeds uiterst utopisch geweest. Ook liepen ze bij dC' vcrschillende voorman- nen van deze stroming uiteen. Proudhon bijvoorbeeld vcrwierp de gedachte van socialisatie van het bezit in handen van de ge- meenschap en vcrving deze door de gedachte, dat een ieder aan- deel moest hebben in het bezit. Het verkeer tussen de mensen wilde hij regelen door wederzijdse hulp, waarvoor hij een soort ruilbank wilde vormen. Bakocnin wilde, dat de maatschappij zich zou oplossen in federatieve arbcidsassociaties, waar geen wetten zouden bestaan en waar "absolute" vrijheid zou heersen.

In de toekomstverwachting van dt: nieuwste varianten van het anarchisme, zoals van de zich in Provo-kringen als theoreticus opwerpende R. van Duyn, komt de arbeid als scheppende kracht niet meer voor en zullen de robots de toon aangeven.

Over de vraag, hoe een klassenloze maatschappij tot stand ge- bracht moest worden, vcrschilden de anarchisten vanzelfspre- kend fundamenteel van mening met de marxisten.

De anarchisten wilden de staat "afschaffen" door het vernie- tigen van de publieke macht. Ze wilden deze "radicaal" en

"volledig" in alle staatsinstellingen teniet doen, zo stond het in het program van de door Bakoenin opgerichte Alliantie.

Daarna zou de anarchie worden uitgeroepen en het "vrije volksleven" zich kunnen ontwikkelen.

In de marxistische opvatting van de vernieuwing van de maat- schappij gaat het om een voortbouwen op en een doortrekken van de ontwikkelingslijnen, die uit de huidige maatschappij op noodzakelijke wijze voortkomen. Daarbij is steeds met nadruk gewezen op de noodzaak om de staatsmacht, geleid door het proletariaat en geladen met een nieuwe socialistische inhoud, voor dit vernieuwingsproces te benutten.

De anarchistische ideologen echter "bedachten" een nieuwe maatschappij en concentreerden zich op het bestrijden van alles wat zich als "gezag" en "autoriteit" tegenover de individuele vrijheid zou stellen.

Bij deze critische beoordeling moet bedacht worden, dat in de tijd van Proudhons en Bakoenins actie tegen de staat er in reek- sen landen absolute vorsten aan de macht waren en er vaak nog geheel of gedeeltelijk feodale toestanden heersten. Maar, moge dit de felheid van de aanvallen op "de" staat enigszins verkla- ren, het was een onjuiste redenering en Marx zag het toen reeds 112 anders.

(19)

ln de moderne tijd kan het de arbeidersklasse ook niet koud laten, welke vorm de kapitalistische staat heeft. Het is voor haar noodzakelijk, de burgerlijke parlementaire democratie te verdedigen tegen de pogingen, fascistische, dictatoriale rege- ringsvormen in te voeren.

Door hun verwardheid en onvoldoende inzicht konden de anarchistische stromingen nooit komen tot een uitgewerkte strategie en tactiek. Zij vertolkten slechts de ideeën van rebel- lerende burgers en zoekende intellectuelen. Marx en de marxis- ten konden een dergelijke strategie en tactiek wel uitwerken, omdat zij steunden op de industriearbeiders als de meest be- wuste en in aantal en gewicht groeiende klasse. Op de arbeiders kreeg het anarchisme in een aantallanden tijdelijk vat als reac- tie op het reformisme, dat zijn intrede had gedaan in de ar- beidersbeweging, toen deze zich in de breedte ontwikkelde en dat de leer van Marx ontdeed van de revolutionaire kern en klassenvrede predikte.

Ook de strijdmethoden die de anarchisten voorstaan, doemen hen tot machteloosheid. Zij zagen de verschillende opvattin- gen die in hun kringen werden gehuldigd, als een uiting van de rijkdom van hun geestelijke bagage. Ofschoon deze verscheiden- heid een bron van verwarring was, bestempelden zij deze trots als "pluralistisch" in tegenstelling tot het "eenzijdige" marxis- me. Van politieke machtsvorming van de arbeidersbeweging wilden zij niets weten. Weliswaar had Bakoenin zich uitgespro- ken voor de sociale revolutie, die door "een kern van toege- wijde kameraden" in vrijheidlievende banen geleid en gehou- den moest worden, maar door anderen werd een uitspraak van Stirner gehanteerd, die meende, dat als twee mensen bijeen zijn de een de ander al onderdrukt. Ook werd gevreesd, dat uit de kring van toegewijde kameraden een nieuwe machtselite zou ontstaan. (Ook hier wordt het individu weer los gezien van de omstandigheden.)

Domela Nieuwenhuis3), die voor de ontwikkeling van de socia- listische bewegmg in Nederland van grote betekenis is geweest, maar wiens latere anarchistische opvattingen voor de arbeiders geen kompas konden zijn, wees elke landelijke vorm van poli- tieke organisatie af. Landelijke organisatie achtte hij alleen voor vegetariërs, geheelonthouders, vrijdenkers en antimilitaristen juist. In deze organisaties hebben de anarchisten zich lange tijd verschanst, terwijl ze zich verder bepaalden tot het uitgeven van blaadjes met propaganda voor de anarchistische ideeën.

Er bestond in deze kringen steeds een panische angst voor het

"gezag". Zo zei Nieuwenhuis, toen op een nationale conferen-

3) Ferdinand Dame/a Nieuwenhu;s (1846-1919), een der grondleggers van de socialistische beweging in Nederland. Aanvankelijk Luthers predikant, legde hij in 1879 zijn ambt neer en richtte hij in datzelfde jaar het sociaal- democratische orgaan "Recht voor Allen" op. In 1882 werd hij de leider van de Sociaal-Democratische Bond. Na de oprichting van de Sociaal- Democratische Arbeiderspartij in 1884 ging deze SDB teniet. Nieuwenhuis, hoewel een man van grote betekenis voor de Nederlandse arbeidersklasse, verzandde aan het einde van zijn leven geheel in het anarchisme.

lil

lil

113

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 Alhoewel de meeste maatschappelijke veranderingen blijvend waren, kwam aan de polarisatie in de Nederlandse politiek aan het einde van de jaren zeventig weer een

Als uitgang 1 van teller A laag wordt, gaat er via de invertor een hoog signaal naar de reset van teller B waardoor deze gereset wordt.. Dus bij deze frequentie (en hoger)

2.3.12.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het

Hij bedacht een plan om kinderen met verschillende culturele achtergronden voor een dag met elkaar te laten ruilen van leven, zodat ze meer konden leren over elkaar.. Jullie gaan

Zwaar vrachtverkeer en bestelbusjes zijn oververtegenwoordigd in ongevallen met gewonden; twee tot drie keer vaker

Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar te zoeken... Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar

Één molucuul katalase kan 40.000 waterstofperoxide moleculen per

Om jongeren bekend te maken met water en de watersector moet in het primair en voortgezet onderwijs worden ingezet op watereducatie.. Water moet naar de mening van de Commissie