VLAAMSE RAAD
ZITTING 1984- 1985 Nr. 10
1. VRAGEN VAN DE LEDEN EN ANTWOORDEN VAN DE REGERING A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O.
art. 65, 3 en 4)
G. Geens, Voorzitter van de Vlaamse Executieve, Gemeenschapsminister van Economie en Werkgelegenheid . . . . K. Poma, Vice-Voorzitter van de Vlaamse Executieve, Gemeenschapsmi- nister van Cultuur . . . . M. Galle, Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden . . Mevrouw R. Steyaert, Gemeenschapsminister van Gezin en Welzijnszorg P. Akkermans, Gemeenschapsminister van Ruimtelijke Ordening, Landin- richting en Natuurbehoud . . . . J. Buchmann, bemeenschapsminister van Huisvesting . . . . R. De Wulf, Gemeenschapsminister van Gezondheidsbeleid . . . . J. Lenssens, Gemeenschapsminister van Leefmilieu, Waterbeleid en Onderwijs B. Vragen waarop werd geantwoord na het verstrijken van de reglementaire
termijn (R.v.O. art. 65, 5)
G. Geens, Voorzitter van de Vlaamse Executieve, Gemeenschapsminister van Economie en Werkgelegenheid . . . . K. Poma, Vice-Voorzitter van de Vlaamse Executieve, Gemeenschapsmi- nister van Cultuur . . . . P. Akkermans, Gemeenschapsminister van Ruimtelijke Ordening, Landin- richting en Natuurbehoud . . . . J. Lenssens, Gemeenschapsminister van Leefmilieu, Waterbeleid en Onderwijs II. VRAGEN WAAROP EEN VOORLOPIG ANTWOORD WERD GEGEVEN
(R.v.O. art. 65, 6)
Nihil . . . . III. VRAGEN WAAROP NIET WERD GEANTWOORD BINNEN DE REGLE-
MENTAIRE TERMIJN (R.v.O. art. 65, 5)
Nihil . . . .
BULLETIN VAN
VRAGEN EN ANTWOORDEN
5 MAART 1985
INHOUDSOPGAVE
Blz.
401 402 406 406 407 411 413 415
422 423 426 427
446
446
Vlaamse Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 10 - 5 maart 1985 401
I. VRAGEN VAN DE LEDEN EN ANTWOOR- DEN VAN DE REGERING
A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O. art. 65, 3 en 4)
G. GEENS
V
OORZITTER VAN DE VLAAMSE
E
XECUTIEVE
GEMEENSCHAPSMINISTER VAN ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID
Vraag nr. 30 van 16 januari 1985 van de heer G. BEERDEN
Voormalige diensten van Waters en Bossen - In- krimping personeelskader
In de Administratie voor Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu (AROL) werd het kader van Waters en Bossen drastisch ingekrompen op een ogenblik dat voor een meer rationeel beheer van ons bosbestand een uitbreiding van deze zeer voortreffelijke dienst mocht verwacht worden.
Graag vernam ik welke de preciese toedracht en mo- tivering zijn van bedoelde reorganisatie en volgens welke ratio’s de inkrimping en de herschikking van het personeelskader is gepland?
Antwoord
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
- Vooreerst wil ik het geachte lid er op wijzen dat de vroegere Dienst van Waters en Bossen (van het Ministerie van Landbouw) als dusdanig niet be- staat in het Ministerie van de Vlaamse Gemeen- schap.
- Krachtens het koninklijk besluit van 24.11.198 1 tot overheveling van de ambtenaren werden 16 1 betrekkingen van het voormalig bestuur van Wa- ters en Bossen overgeheveld naar het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Effectief werden er 15 1 personeelsleden overgeheveld.
- Ingevolge de beslissing van de Vlaamse Executie- ve om aan het departement van de Vlaamse Ge-
\ meenschap een eigen structuur te geven, werden in de Administratie voor Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu een bestuur voor Landinrichting en een bestuur voor Leefmilieu opgericht, die beide taken verrichten die voorheen door het Bestuur van Waters en Bossen werden uitgevoerd. Boven- dien werd er een Dienst voor Coördinatie en Planning opgericht, waar de algemene aangelegen- heden in verband met de waters en bossen aan bod komen. Voor deze voormelde besturen zijn in de personeelsformatie, zoals vastgesteld bij besluit : i van de Vlaamse Executieve van 30.5.1984 respec- I tievelijk 198,77 en 7 betrekkingen voorzien.
.
i’t