Amsterdam 2010
Jaarverslag 2016
Stichting Exodus Amsterdam Overtoom 103-105
1054 HD Amsterdam T 020 589 18 80 F 020 589 18 85
M amsterdam@exodus.nl I www.exodus.nl/amsterdam KvK 41217578
Bank NL20 ABNA 0490 7934 28 Tekst
Exodus Amsterdam Fotografie
Exodus Amsterdam Ontwerp en opmaak
First Concept Communications Partners Ltd.
Inhoud
Voorwoord
...41. Inleiding
...52. Exodus landelijk
...62.1 Samenwerkingsverband Exodus Nederland ...6
2.2 Missie ...6
2.3 Visie ...6
2.4 Doelgroep ...7
3. Exodus Amsterdam
...83.1 Programma ...8
3.2 Methodiek ...8
3.3 Opbouw ...9
3.4 Wonen ... 10
3.5 Werken ... 10
3.6 Relaties ... 10
3.7 Zingeving ... 10
3.8 Succesbepalende factoren ...11
4. Gevoerd beleid en resultaten
... 124.1 Aanmelding en intake ... 12
4.2 Deelnemers ... 12
4.3 Vervolghuisvesting ... 14
4.4 Dagbesteding ... 14
4.5 Schuldhulpverlening ... 14
4.6 Thema avonden ... 15
4.7 Vrijwilligers ... 15
4.8 Materiële zaken ... 16
4.9 Audits ... 16
4.10 Samenwerking en toekomst ... 16
4.11 Begroting Exodus Noord-Holland 2017 ... 17
5. Raad van toezicht, bestuur en personeel
... 185.1 Organogram ... 18
5.2 Personele zaken ... 18
5.3 Onderdeelcommissie ... 18
5.4 Samenstelling Raad van Toezicht op 31 december 2016 ... 19
5.5 Personeelsgegevens op 31 december 2016 ... 19
6. Jaarrekening
... 21Voorwoord
In 2016 heeft de Raad van Toezicht zesmaal vergaderd, driemaal in Alkmaar en driemaal in Amsterdam.
Die relatief hoge frequentie heeft de samenhang binnen onze nieuwgevormde raad bevorderd.
Samengesteld uit de aanblijvende leden van de afzonderlijke Raden van Toezicht van Exodus Alkmaar en Exodus Amsterdam, heeft de nieuwe Raad van Toezicht vanaf het begin feitelijk gefunctioneerd als Raad van Toezicht van Exodus Noord-Holland, ook al waren we formeel nog steeds zowel Raad van Toezicht van Exodus Alkmaar als van Exodus Amsterdam.
Door op beide locaties te vergaderen hebben we ook zichtbaar gemaakt dat we bij beiden gezamenlijk evenveel betrokken waren. Kennismaking met de beide teams en aanwezig zijn bij twee gezamenlijke teambijeenkomsten over de fusie hebben dat verder bevorderd.
De fusie van Exodus Alkmaar en Exodus Amsterdam was het eerste doel voor 2016. Dankzij de kennis, ervaring en inzet van de directeur-bestuurder en van beide teams is de totstandkoming daarvan vlekkeloos en naar tevredenheid verlopen.
Daarbij heeft ook een belangrijke rol gespeeld, dat die fusie geen doel op zichzelf was, maar onderdeel vormde van een bredere visie op kwantitatieve en kwalitatieve groei van Exodus Noord- Holland in de regio. Die visie is door de directeur opgesteld in een groeidocument met die titel en gedurende het jaar zowel met de teams als met de Raad van Toezicht uitvoerig besproken en verder ontwikkeld. Daardoor is er voor Exodus Noord-Holland een helder perspectief, dat aansluit bij de huidige situatie en motiverend werkt voor alle betrokkenen.
Uitvloeisel daarvan is, dat voor de vernieuwing van de Raad van Toezicht in bredere kring naar leden worden gezocht dan we in Alkmaar en Amsterdam gewend waren. De benoeming van een lid, werkzaam in Haarlem, is een eerste resultaat. De verwachting is dat de Raad van Toezicht in februari 2017 compleet is.
In dit alles is de rol van de directeur-bestuurder van doorslaggevende betekenis geweest. Vooral door zijn vasthoudendheid en enthousiasme weet hij de medewerkers en Raad daarin mee te nemen. Dit is in het jaarlijkse gesprek over zijn functioneren dan ook met wederzijdse instemming en grote voldoening vastgesteld.
Namens de aftredende en nieuwe voorzitter, Eddy Reefhuis,
Hans Karssen
1. Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Exodus Amsterdam. Hierin zijn opgenomen de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en de resultaten die wij in 2016 hebben bereikt.
2016 is net als 2015 een jaar geweest dat stond in het teken van verandering.
In 2013 heeft de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland (SEN) het besluit genomen om te komen tot een landelijke transitie, die uiteindelijk moet leiden tot de vorming van vijf regionale stichtingen en een ondersteunend landelijk verenigingsbureau.
Een van deze beoogde stichtingen die tot stand moet worden gebracht is de stichting Exodus Noord- Holland, te realiseren door de stichtingen Exodus Alkmaar en de stichting Exodus Amsterdam te laten fuseren. Per 1 januari 2017 is de fusie een feit.
Conform het ALV besluit uit 2013 over de regiovorming is in 2016 gestart met de aanstelling van vijf regiodirecteuren die met ingang van 1 januari 2016 de nieuw te vormen regio’s gaan leiden.
Voor Amsterdam heeft dit ertoe geleid dat de heer Ed Deij met ingang van 1 januari 2016 is aangesteld als regiodirecteur-bestuurder van de stichting Exodus Amsterdam en van de stichting Exodus Alkmaar.
De heer Frank Stam, tot eind 2015 directeurbestuurder, is met ingang van 1 januari 2016 afgetreden als bestuurder en per 1 juni 2016 is zijn dienstverband beëindigd.
Het voornemen van de fusie heeft in 2016 uiteraard ook invloed gehad op de samenstelling van de Raad van Toezicht. De Raden van Toezicht van Alkmaar en Amsterdam zijn in 2016 samengevoegd.
Het jaar 2016 heeft ondermeer in het teken gestaan van de implementatie van het A3-jaarplan in de werkwijze van Exodus Amsterdam. Wessel van IJken, de nieuwe teamleider in Amsterdam heeft hierin een voortrekkersrol gehad.
Daarnaast heeft Exodus Nederland haar methodiek vernieuwd en herijkt. In april 2016 is verenigingsbreed in de praktijk van start gegaan met de nieuwe methodiek.
Ed Deij
Regiodirecteur-bestuurder Exodus Noord-Holland
2. Exodus Landelijk
2.1 Samenwerkingsverband Exodus Nederland
De Stichting Exodus Amsterdam is onderdeel van de vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland (SEN). De vereniging bestond in 2016 uit het landelijk bureau SEN, het landelijk vrijwilligersnetwerk (V&K) en acht autonome stichtingen, verspreid over het land. De vereniging is statutair gevestigd te Leiden en heeft als leden de lokale stichtingen. De vereniging wordt bestuurd door het bestuur en kent als hoogste orgaan de algemene ledenvergadering (ALV). De SEN, de stichtingen en het vrijwilligersnetwerk werken samen op alle terreinen die het lokale niveau overstijgen: ze delen dezelfde missie en doelstellingen, verbinden zich tot eenzelfde begeleidingsmethodiek en werken vanuit eenzelfde levensbeschouwelijke oriëntatie.
De SEN functioneert als landelijk servicebureau en verleent diensten aan de lokale/regionale
stichtingen en het vrijwilligersnetwerk. De SEN draagt, in nauwe samenwerking met de lokale stichtingen, onder andere zorg voor de financiële administratie, het gezamenlijke personeelsbeleid, de werkrelatie met de overheid, samenwerking met kerken, de landelijke fondsenwerving, deskundigheidsbevordering, methodiekontwikkeling, het kwaliteitsbeleid, de (pers)voorlichting en externe communicatie.
Er bestaat een verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de vereniging en de stichting Exodus Amsterdam en andere stichtingen. Leidraad hierbij: deze taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden decentraal verankerd waar dit kan, en centraal waar dit moet en waar dit tot beter resultaat zal leiden voor allen.
Op 30 juni 2015 heeft de ALV het document ‘Exodus in perspectief’ vastgesteld waarin een gezamenlijke missie en visie staat beschreven.
2.2 Missie
Exodus staat voor een veilige samenleving waarin mensen een zinvol bestaan kunnen opbouwen en nieuwe kansen kunnen creëren.
2.3 Visie
Exodus biedt deelnemers 4 sleutels tot een zinvol bestaan en om nieuwe kansen te creëren:
• Wonen: wij werken aan het realiseren van een stabiele woonsituatie
• Zingeving: wij dragen bij aan het betekenisvol kunnen leven
• Werken: wij werken aan het realiseren van zinvolle dagbesteding
• Relaties: wij werken aan het opbouwen en onderhouden van een krachtig netwerk Een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van de visie is:
Financiën: wij dragen eraan bij dat cliënten hun financiën op orde krijgen en houden
Kernwaarden:
Mensgericht: Medewerkers van Exodus staan naast de ander. We begeleiden ex-gedetineerden en hun familieleden, we behandelen ze niet. Het vertrekpunt is gelijkwaardig
Behulpzaam: Medewerkers van Exodus zijn behulpzaam naar elkaar en naar de ex-gedetineerden en hun familieleden. Hulp- en informatievragen beantwoorden we eerlijk en transparant. We werken mee, we handelen niet opportunistisch
Volhardend: Lukt het de eerste keer niet, dan lukt het de tweede keer. Gaat het niet linksom, dan misschien wel rechtsom. Medewerkers van Exodus geven niet op en zijn inventief en innovatief Betrokken: Medewerkers van Exodus doen dit werk vanuit de betrokkenheid op de ander. Deze houding verlangt Exodus ook van onze relaties zoals samenwerkingspartners, medewerkers en ex- gedetineerden.
2.4 Doelgroep
De doelgroep van Exodus bestaat uit mannen en vrouwen vanaf 18 jaar die in aanraking met justitie zijn (geweest). Veelal wordt een aantal van de volgende problemen ervaren:
• Ernstige schuldenproblematiek
• Tekort aan sociale vaardigheden
• Leven in een sociaal isolement
• Afgebroken schoolopleidingen
• Tekort aan praktische vaardigheden
• Langdurige werkloosheid
• Ernstige huisvestingsproblematiek
• Verslavingsproblematiek
• Relationele problematiek
• Agressieproblematiek
• Weinig weerbaarheid
• Grote kwetsbaarheid
• Moeite met leefritme
• Geen structuur in het leven
3. Exodus Amsterdam
3.1 Programma
Exodus Amsterdam leverde in 2016 diverse diensten:
• Opvang en begeleid wonen
• Ambulante begeleiding
• Schuldhulpverlening
• Nazorg door vrijwilligers
Het programma van Exodus bouwt aan verbeterde zelfredzaamheid op vier leefgebieden: wonen, werken, relaties en zingeving. Dit gebeurt door middel van een planmatige, doelgerichte en methodisch onderbouwde aanpak.
Met behulp van coaching van de persoonlijk begeleider en een vastgesteld weekprogramma wordt voortgang geboekt op de doelen die zijn opgenomen in het persoonlijk begeleidingsplan. Met een systeem van gele en groene kaarten worden de grenzen van de mogelijkheden en onmogelijkheden bewaakt. Op drugs en alcohol wordt meerdere malen per week via urineafname en blaastesten gecontroleerd.
Om de krachten van de deelnemers vast te stellen wordt in de eerste vier weken van het programma een krachteninventarisatie gemaakt. Aansluitend wordt met de individuele deelnemer een actieplan opgesteld dat 6 weken na opname gereed is. Hierbij worden de eventueel aanwezige rapportages van verwijzende en justitiële partijen betrokken, zoals forensische of psychologische rapportage, de risico- inventarisatie en het levensverhaal van de (ex-)gedetineerde. Het actieplan is maatwerk, maar in elke krachteninventarisatie en actieplan zijn de belangrijkste werkdoelen terug te vinden: wonen, werken, relaties en zingeving. De krachteninventarisatie wordt samen met de betrokken deelnemer elke drie maanden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
3.2 Methodiek
In 2015 heeft Exodus Nederland haar methodiek herijkt en vernieuwd. Met ‘Krachtwerk’ als
uitgangspunt. Samen met de werkgroep van begeleiders, directeuren van Exodus en een deelnemerspanel heeft Impuls, onderzoekscentrum van het Radboud/UMC, een nieuw methodiekschrift ontwikkeld.
Krachtwerk is een goed onderbouwde, gecertificeerde methodiek die is opgenomen in de Databank Effectieve Sociale Interventies van Movisie.
In beginsel bestaat de begeleiding vanuit Exodus uit drie samenhangende delen:
1. Focusbepaling: ontmoeten en aansluiten, inventariseren van krachten, taxatie van draagkrachten en het stellen van doelen.
2. Uitvoering: ondersteunen van herstel 3. Evaluatie: evalueren en afronden
Na de evaluatie kan worden besloten tot een vervolgtraject dat wederom bestaat uit focusbepaling, uitvoering en evaluatie. Afhankelijk van de setting en de doelgroep kan de duur van het traject
worden bepaald. Het standaardtraject dat wordt gehanteerd is voor de duur van 6 maanden: 4 weken Focusbepaling, 4 maanden Uitvoering en 4 weken Evaluatie.
De intensiteit van de begeleiding hangt af van de behoeften van de deelnemers. Dit kan ook
gedurende het traject variëren. De begeleiding bestaat uit een-op-een gesprekken met de deelnemer en systeemgesprekken tussen deelnemer en relevante derden (bijvoorbeeld familie, vrienden en sleutelfiguren van opleiding of werk). In deze gesprekken wordt besproken hoe het staat met de acties om de doelen
te bereiken, of de doelen al dichterbij komen, of er eventueel moet worden bijgestuurd en wie deze acties gaat uitvoeren. Deze acties worden genoteerd in het actieplan, dit wordt steevast bijgewerkt. De krachtgerichte basismethodiek draait om de werkrelatie. Gelijkwaardigheid is hier het uitgangspunt. Exodus begeleid deelnemers op de leefgebieden, wonen, werken, relaties, zingeving en financiën.
De kracht van Exodus ligt in de integrale aanpak, waarin alle betrokkenen- deelnemers zelf, begeleiders en vrijwilligers- ieder hun eigen rol hebben en hun taken vervullen.
3.3 Opbouw
Exodus Amsterdam heeft een aanbod dat verschilt in intensiteit. Er wordt in grote lijnen onderscheid gemaakt in twee niveaus: het eerste gedeelte van het begeleidingsprogramma vindt plaats in het
‘moederhuis’ op de Overtoom 105, het laatste gedeelte in een van de zes tussenvoorzieningen. In het moederhuis is sprake van 24-uursbegeleiding, op de tussenvoorzieningen is dit niet het geval. In beide vormen richt de begeleiding zich op vier pijlers (leefgebieden): wonen, werken, relaties en zingeving.
Het programma kenmerkt zich onder andere door een positief (leef)klimaat, een combinatie van groepsactiviteiten en individuele aanpak en een competentiegerichte benadering.
Iedere deelnemer heeft een persoonlijk mentor die met hem een krachteninventarisatie maakt met onderscheidende actieplannen voor de korte en langere duur van het begeleidingstraject. Belangrijk daarbij is dat in dit plan rekening wordt gehouden met justitiële maatregelen die van toepassing zijn en dat het tegelijkertijd juist ook gedragen wordt door de deelnemer zelf.
Hulpverlenend zijn we verder in de psychosociale begeleiding van onze deelnemers waarbij we naast crisisinterventie vooral aandacht besteden aan de reflectie op ‘delict, oorzaak en gedrag’. Per deelnemer wordt gekeken naar de meest geschikte woonvorm na Exodus en ook naar de haalbaarheid hiervan.
Dienstverlenend zijn we vooral in het begeleiden van het gezamenlijk wonen waar we, naast het uitvoeren van allerlei facilitaire zorgtaken, onze deelnemers opnieuw willen leren een ‘thuis’ voor zichzelf en anderen te creëren.
Per 1 mei 2016 is Exodus Amsterdam gestart met de pilot Ambulante Woonbegeleiding door Exodus Amsterdam. Hoofddoel van deze pilot is: woonbegeleiding bieden aan deelnemers die zich in verschillende omstandigheden bevinden zodat de effecten in verschillende situaties getoetst kunnen worden. Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende categorieën deelnemers:
1) Inzetten woonbegeleiding voor uitbreiden begeleidingsketen (ex)gedetineerden
• Woonbegeleiding die het mogelijk maakt dat een zwaardere categorie klanten eerder zelfstandig kan gaan wonen na een plek bij Exodus (of vergelijkbare instelling) bijvoorbeeld in een UMO woning (indien beschikbaar
• Woonbegeleiding gericht op verbeteren doorstroom van STEK bewoners
• Woonbegeleiding als middel om huisbewaring mogelijk te maken
• Woonbegeleiding als middel om onderkomen via netwerk mogelijk te maken 2) Inzetten woonbegeleiding voor mensen na detentie met een eigen woning
• Dit kunnen kwetsbare mensen zijn die intensieve woonbegeleiding nodig hebben maar ook zelfredzame mensen waarvan de Front Office D&T dan wel Exodus inschat dat zij toch ondersteuning kunnen gebruiken om de weg in de Amsterdamse samenleving te vinden.
Op deze manier kan onderzocht worden of de begeleiding de kansen op het verkrijgen en behouden van woonruimte vergroot waarmee de kans op recidive vermindert. En daarbij sluit het aan bij de kantelingsgedachte binnen Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen (MO-BW) dat minder zelfredzame mensen zo snel als mogelijk naar een zelfstandige woonplek begeleid worden.
Exodus heeft in 2016 ingeschreven op de aanbesteding Ambulante Ondersteuning en Dagbesteding van de gemeente Amsterdam voor 2017. Het is nog niet duidelijk of deze ons gegund wordt.
Tot slot biedt Exodus schuldhulpverlening. Ook in 2017 is het contract weer met een jaar verlengd.
3.4 Wonen
Het Amsterdamse Exodushuis (het moederhuis) is gevestigd aan de Overtoom, midden in de Amsterdamse samenleving. Het hoofdgebouw dient als woongebouw voor zestien van onze deelnemers.
Hier zijn zestien deelnemerskamers gelegen, met dus voor iedere deelnemer een eigen kamer. Daarnaast zijn hier een grote gezamenlijke huiskamer met keuken, douches, toiletten en wasruimtes ondergebracht.
In dit gebouw worden ook de gezamenlijke activiteiten aangeboden.
Niet ver van de Overtoom beschikt de stichting over zes tussenvoorzieningen, waarin negen
deelnemers geplaatst kunnen worden die in de laatste fase van het begeleidingsprogramma zitten. In drie van de tussenvoorzieningen kunnen twee deelnemers geplaatst worden, ieder beschikt over een eigen kamer met gemeenschappelijk gebruik van keuken, douche en sanitaire voorzieningen. In de andere drie tussenvoorzieningen, gelegen in een hofje van de diaconie Amsterdam, verblijven drie deelnemers in een zelfstandig appartement. Deze woningen, waarvan het huurcontract op naam van de stichting staat, worden gehuurd van de woningbouwvereniging ’Eigen Haard’ en van de Diaconie Amsterdam.
Wonen gaat ook over het leren van vaardigheden om zelfstandig een huishouden te kunnen voeren.
Het wonen in een groep is een samenleving op zich en dit is een oefenplaats om te leren samenleven:
zoals verantwoordelijkheid voor een schone leefomgeving voor ieder, rekening houden met elkaar, gezamenlijk eten en de zorg daarvoor.
3.5 Werken
Het vinden en behouden van een goede dagbesteding wordt als een voorwaarde gesteld aan deelnemers. Dit is een van de eerste doelen die tijdens een verblijf bij Exodus behaald moeten worden.
Betaald werk is het uiteindelijke doel, maar de weg daar naartoe is lang. Deelnemers starten meestal als vrijwilliger bij een met ons samenwerkende organisatie. Er wordt hierin intensief samengewerkt met Werk Participatie en Inkomen (gemeente Amsterdam).
3.6 Relaties
Samen met de individuele deelnemer houden we ons bezig met het opbouwen van een nieuw sociaal netwerk; onder meer door de onderlinge relaties in huis, het ‘maatjesproject’ (waar elke deelnemer bij binnenkomst een (Amsterdams) maatje krijgt toegewezen), contacten met kerken en sportverenigingen.
Per deelnemer wordt geïnventariseerd welke familiebanden en vriendschappen aanwezig zijn en welke in aanmerking komen om mogelijk hersteld te worden, met behulp van de persoonlijk begeleider.
3.7 Zingeving
Naast groepsgesprekken vinden er geplande en ongeplande gesprekken plaats tussen deelnemer en begeleiding. Zingeving binnen het Exodus-programma zorgt voor het verband tussen de componenten wonen, werk en relaties. Er wordt veel aandacht besteed aan de intrinsieke motivatie van onze deelnemers om de verandering die zij wensen, te verstevigen en te borgen. Zonder deze motivatie is het onzes inziens niet mogelijk echte verandering te bewerkstelligen. Voorts is er aandacht om tot een zinvolle vrijetijdsbesteding te komen.
3.8 Succesbepalende factoren
In het A3-jaarplan zijn de volgende succesbepalende factoren opgenomen:
1. Deelnemer centraal 2. Krachtgericht werken 3. Veilige werkomgeving
4. Bekendheid als essentiële partner in de Amsterdamse samenleving 5. Innovatie en differentiatie in producten/doelgroepen
6. Betrouwbare managementinformatie 7. Financieel gezond
8. Goed voorbereide fusie
4. Gevoerd beleid en resultaten
4.1 Aanmelding en intake
De aanmeldings- en plaatsingsprocedure zoals die is ontwikkeld in 2014 na de overgang naar DForZo is gecontinueerd in dit verslagjaar. In Exodus Amsterdam zijn twee begeleiders aangesteld die zich specifiek bezighouden met de plaatsingsprocedure,
Alle verzoeken voor opnames van potentiële deelnemers voor ons begeleidingsprogramma worden aangemeld bij het landelijke Centraal aanmeldteam (CAT) te Leiden. Deze afdeling verzorgt de eerste screening en verricht alle noodzakelijke administratieve handelingen. Na overleg met de plaatsers wordt de betreffende casus doorgestuurd naar een van de lokale stichtingen.
Met deze potentiële deelnemers wordt altijd een aanmeldingsgesprek gevoerd waarin de motivatie tot verandering van de betrokken deelnemer centraal staat. Onze ervaringen in 2014 hebben ons geleerd dat dit een betere uitgangspositie oplevert voor beide partijen om het begeleidingsprogramma positief te doorlopen. Er heeft afstemming plaats gevonden met de drie reclasseringsorganisaties binnen Amsterdam over deze werkwijze.
Voor plaatsingen die hebben plaatsgevonden binnen onze overeenkomst met de gemeente Amsterdam is overleg gevoerd met de voorzitter van de veldtafel. In een aantal gevallen is er sprake geweest dat de justitiële titel tijdens het begeleidingsproces eindigde en de plaatsing van de betreffende deelnemer gecontinueerd werd binnen de genoemde overeenkomst.
Dit beleid heeft in 2016 geleid tot minder negatieve uitstroom van deelnemer in de eerste vier maanden na plaatsing.
Het aantal aanmeldingen doorgestuurd naar Exodus Amsterdam is ongeveer op hetzelfde niveau gebleven, te weten 50 casussen. Hiervan zijn 11 personen om uiteenlopende redenen afgewezen door het CAT. 39 personen hebben een intake gehad waarvan 22 personen in 2016 zijn opgenomen in het programma. Zes personen staan op de wachtlijst en 11 personen hebben zich om verschillende redenen teruggetrokken.
Intakegegevens 2010-2015
2011 2012 2013 2014 2015 2016
Verrichte intakes en
aanmeldingsgesprekken 37 54 36 54 51 50
4.2 Deelnemers
Exodus Amsterdam heeft in 2015 de beschikking gehad over 25 begeleidingsplekken, verdeeld over 16 plaatsen op de Overtoom, 9 plaatsen in de zes tussenvoorzieningen.
Op 1 januari 2016 zijn 23 plaatsen hiervan bezet. In de loop van het jaar hebben 22 personen een start gemaakt met het begeleidingsprogramma en zijn 20 personen uitgestroomd, waarvan 15 met een positief resultaat. Dit laatste houdt in dat deze personen op het moment van uitstroom beschikten over een dagbesteding en passende woonruimte hebben weten te bemachtigen.
Aan alle deelnemers die in 2016 zijn uitgestroomd is nazorg aangeboden, verzorgd door een aan onze stichting verbonden vrijwilligers. Hiervan heeft een aantal deelnemers gebruik gemaakt.
In 2016 zijn 20 deelnemers met een justitiële titel ingestroomd, waarvan vier in een Penitentiair Programma, 10 deelnemers op basis van VI-titel of Bijzondere Voorwaarden, twee waren geschorst, twee
deelnemers met een ISD-maatregel, één deelnemer vanuit de Top 600 (bv) en één deelnemer met een TBS-maatregel. Één deelnemer is ingestroomd op vrijwillige titel. Het aantal opgenomen vrouwen is het afgelopen jaar beperkt gebleven tot één.
Er is een toename te zien geweest van incidenten.
De oorzaak ligt in de strikte toepassing van de zorgplicht, waardoor deelnemers, geplaatst in het kader van een justitiële titel, ondanks de contra-indicaties langer in het begeleidingsprogramma verbleven, dan gewenst. Deelnemers die stelselmatig de regels overtreden, lieten zich moeilijk corrigeren. Het door ons gehanteerde zero-tolerance beleid op het gebied van alcohol en drugs, bleek vaak een breekpunt.
Dit, in combinatie met, ernstige multi-problematiek van een deel van onze deelnemersgroep, heeft een aantal maal geleid tot heftige conflicten.
We hebben hier deels een oplossing in trachten te vinden door gebruik te maken van interne overplaatsingen tussen de verschillende Exodusvestigingen. Dit bleek in sommige gevallen een oplossing te bieden. Het afgelopen jaar is deze maatregel driemaal toegepast.
De hierboven beschreven toename van problematiek zijn gedeeltelijk terug te zien in de cijfers.
Van de justitiële deelnemers, die er niet in zijn geslaagd het programma positief af te ronden, zijn er vijf teruggeplaatst naar een penitentiaire inrichting.
In 2016 zijn geen klachten ontvangen van deelnemers, wat gezien de toename van problematische deelnemers een uitstekend resultaat te noemen is.
Het deelnemerstevredenheidsonderzoek in juli 2016 verricht leverde een ruime voldoende op. Het onderzoek is uitgevoerd door ZorgDNA. Zij hebben hierbij gebruik gemaakt van het CQI-meetinstrument
’Ervaringen met de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en zwerfjongerenopvang (niet-ambulant)’ In vergelijk met het vorige onderzoek is het resultaat is gestegen van 7,6 (2015) naar 7,8 in 2016.
2011 2012 2013 2013 2015 2016
Justitieel 6178
68% 6266
68% 6299
69% 6194
68% 6505
71% 6831
74%
Vrijwillig 2281
25%
2398 26%
2362 26%
2284 25%
2048 23%
2020 23%
Totaal 8459 8664 8661 8451 8553 8851
Jaarcapaciteit in nachten 9125 9125 9125 9125 9125 9125
Bezetting in % van de capaciteit 93% 95% 95% 93% 94% 97%
In vergelijk met 2015 is onze negatieve uitstroom van deelnemers gedaald. We zijn er in geslaagd het percentage positief uitgestroomde deelnemers te verhogen naar 75% (2015: 64%) en de negatieve uitstroom te verlagen met een percentage van 32% naar 25%.
Het aanbod in Amsterdam voor vergelijkbare forensische opvangplekken is beperkt. Mede hierdoor is een stijging te zien in het aantal justitiële opnames het afgelopen jaar. Er heeft het hele jaar een wachtlijst bestaan voor deze begeleidingsplekken. In 2016 zijn zeven deelnemers doorgestroomd na afloop van hun justitiële titel naar een plek gefinancierd door de gemeente Amsterdam.
De gemeente Amsterdam heeft evenals voorgaande jaren 2020 nachten ingekocht, gelijk verdeeld over de Overtoom en de tussenvoorzieningen. Het aantal ingekochte nachten is net niet gehaald. In het jaaroverzicht is te zien dat er een klein tekort van 60 nachten is gerealiseerd.
De verdeling van deze plekken is net als de afgelopen jaren een lastige opgave geweest. Vooral de stagnerende doorstroom is hier debet aan geweest, in combinatie met de diversiteit van deelnemers.
Hierdoor hebben we een overproductie behaald op de duurdere plekken op de Overtoom, en een onderproductie op de plaatsingen in de tussenvoorzieningen
4.3 Vervolghuisvesting
Andermaal is gebleken dat de uitstroom naar zelfstandige woonruimte een zeer lastige opgave is geweest binnen Amsterdam. De wachttijden voor doorstroom naar bijvoorbeeld Begeleid Wonen Amsterdam of naar een sociale huurwoning zijn de voorbije jaren alleen maar toegenomen, terwijl de situatie in voorgaande jaren al nijpend was.
Dit heeft ertoe geleid dat deelnemers langer dan strikt noodzakelijk bij Exodus verbleven.
Desondanks zijn we erin geslaagd om een groot aantal van onze deelnemers aan woonruimte te helpen na ommekomst van hun verblijf bij ons.
Van de deelnemers die positief zijn uitgestroomd zijn er zeven die een zelfstandige woning hebben weten te verkrijgen.
4.4 Dagbesteding
De samenwerking met Werk Participatie en Inkomen (voorheen Dienst Werk en Inkomen) is ook in 2016 voortgezet. Een deel van de deelnemers die bij ons zijn opgenomen worden via deze dienst geplaatst in geïndiceerde trajecten.
Met deze dienst zijn afspraken gemaakt over de periode direct na binnenkomst. Na onderling overleg met de betreffende klantmanager worden deelnemers ingezet bij een van de vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld bij de Voedselbank, Regenboog of bij Roads, een re-integratieproject voor mensen met psychosociale problematiek.
Een aantal deelnemers is erin geslaagd op eigen kracht aan een betaalde baan te komen.
4.5 Schuldhulpverlening
Eind 2016 is een hernieuwd contract afgesloten met de gemeente betreffende de uitvoering van de schuldhulpverlening binnen Exodus Amsterdam.
Conform de contractuele verplichtingen zijn de volgende zaken uitgevoerd:
1. Het uitvoeren van integrale schuldhulpverlening aan (ex-)gedetineerden waaraan Stichting Exodus Amsterdam onderdak en ondersteuning biedt.
2. Op jaarbasis wordt voor circa 40 (ex-)gedetineerden het schuldhulpverleningsdossier op orde gemaakt conform de afspraken.
3. Exodus Amsterdam verplicht zich om de schuldregelingen uit te voeren conform de stedelijke werkwijze zoals die is vastgelegd in het ‘Productenboek schuldhulpverlening Amsterdam’.
In 2016 zijn 21 intakes uitgevoerd, 21 uitgebreide dossiers opgebouwd, 22 Budgettrainingen voor groepen, 3 individuele budgettrainingen, 9 aanvragen voor de gemeentelijke kredietbank, 2 aanvraag WSNP en zijn 15 nazorgtrajecten verzorgd.
4.6 Thema-avonden
Binnen Exodus Amsterdam heeft een jarenlange traditie bestaan dat er tweewekelijks thema-avonden werden georganiseerd, die specifiek bedoeld voor de deelnemers in de laatste fase van hun verblijf.
Door bezuinigingen zijn de thema-avonden in 2015 uit het programma verdwenen. We zijn er in 2016 slechts zeer beperkt in geslaagd een aantal thema avonden met deelnemer te organiseren. Oorzaak ligt in de beperkte personele inzet en de mindere vraag vanuit onze deelnemersgroep.
In het aankomend jaar zal opnieuw gekeken moeten worden naar het opnieuw activeren van deze groepsgesprekken, waarin deelnemers elkaar kunnen inspireren en ondersteunen om hun begeleidingsdoelen te behalen.
4.7 Vrijwilligers
In 2016 zijn 19 vrijwilligers verbonden geweest aan Exodus Amsterdam. Het aantal koppelingen van deze vrijwilligers met deelnemers was in totaal 61. In 2015 waren 23 vrijwilligers verbonden en was het aantal koppelingen 65.
Hoewel in het afgelopen jaar veel vrijwilligers zich aanmeldden bij Exodus Amsterdam, is de vrijwilligersgroep kleiner dan vorig jaar. De vraag om een vrijwilliger is opnieuw afgenomen.
Ons vrijwilligersnetwerk is hetgeen ons uniek maakt.
De helft van de vrijwilligers is student of afgestudeerd en werkzoekend. Zij willen o.a. ervaring opdoen met de doelgroep. Er zijn drie gepensioneerden en twee mensen doen vrijwilligerswerk naast hun fulltimebaan. Drie mensen hebben geen betaalde baan naast hun werk als vrijwilliger.
Twee vrijwilligers zijn zelf afkomstig uit de doelgroep en één vrijwilliger is ook begeleider bij Exodus Amsterdam. Alle vrijwilligers willen iets betekenen voor en een bijdrage leveren aan mensen aan de onderkant van de samenleving, met name aan hen die gevangen zaten.
De meeste vrijwilligers melden zich aan om maatje te worden. Zij willen een luisterend oor bieden en bemoedigende gesprekken voeren. De vraag van een deelnemer gaat echter in eerste instantie om ondersteuning bij praktische zaken, zoals hulp bij de aanvraag van een uitkering en hulp bij het zoeken naar woonruimte. Er is tijd nodig voor het winnen van vertrouwen en om contact op te bouwen. Het is mooi om te zien dat vrijwilligers dat kunnen en doen.
Vragen naar ondersteuning komen in de eerste plaats van de deelnemers van het Exodushuis Amsterdam, die op zichzelf gaan wonen. Het begeleidingstraject wordt met de inzet van een vrijwilliger verlengd, wat de kans op blijvend succes vergroot. Een vrijwilliger blijft vaak jarenlang in contact met een deelnemer.
In de tweede plaats komen deze vragen van (ex-)gedetineerden die vrijkomen of net vrij zijn, die geen begeleidingstraject bij het Exodushuis gaan volgen maar wel ondersteuning kunnen gebruiken van een vrijwilliger. Ook zijn er altijd daklozen, die gedetineerd waren, die aan de poort van Exodus kloppen.
In de derde plaats komen er vragen om ondersteuning van de plaatser van het Exodushuis. Als een deelnemer op de wachtlijst van Exodus staat, kan een vrijwilliger alvast met de toekomstige deelnemer aan de slag met bijvoorbeeld regelzaken en een contact opbouwen.
Er zijn ook vrijwilligers die in en om het Exodushuis activiteiten doen. Dat zijn activiteiten die aansluiten op het werk van begeleiders. Er zijn vrijwilligers die samen met een deelnemer
• Oefenen met de Nederlandse taal op de computer
• Computervaardigheden oefenen
• Oefenen voor een toets m.b.v. de computer
• Reageren op Woningnet
• Naar het ziekenhuis gaan en een arts bezoeken
• Naar het theater ’De Omdenkers’ zijn geweest
4.8 Materiële zaken
In 2016 is de installatie van de brandmeldinstallatie, waar een start mee is gemaakt in 2015, volledig afgerond.
4.9 Audits
In 2016 heeft Exodus Amsterdam er voor gekozen, mede onder invloed van de transitie die wij als organisatie doormaken, om aan te sluiten bij het landelijke multisite Exodus keurmerk.
In 2016 heeft opnieuw een externe en interne audit plaatsgevonden. In beide audits is weer duidelijk geworden dat het team van Exodus Amsterdam voldoende stappen heeft gemaakt in het omgaan met en hanteren van het kwaliteitsmanagementsysteem. In de afgelopen jaren heeft dit een zeer positieve impuls gegeven aan het verder inhoud geven en werken met het handboek. Het team heeft gezien dat het niet slechts een ’verplicht nummer’ is maar dat een en ander werkelijk bijdraagt aan een verbetering van de interne processen en de borging hiervan.
Komend jaar zal de stichting Exodus Noord-Holland als één stichting geauditeerd worden. Er is daarom besloten over te gaan op één gezamenlijk handboek. De migratie van de twee handboeken wordt door de medewerker kwaliteit gerealiseerd. Er zal opnieuw gekeken worden naar het programma en de manier van belonen en straffen om zoveel mogelijk tot een eenduidig beleid te komen op zowel locatie Alkmaar als Amsterdam.
4.10 Samenwerking en toekomst
Voor de deelnemers van Stichting Exodus is er een intensief programma, dat veel energie en doorzettingsvermogen vraagt. Terugkeren in de samenleving is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het vinden van het gewenste werk, de verlangde woonlocatie, het sociale netwerk en het opdoen van zelfvertrouwen zijn allemaal aspecten die niet in korte tijd te realiseren zijn en waarbij teleurstellingen op de loer liggen. Met onverminderde energie zetten deelnemers, medewerkers en vrijwilligers zich in voor een goed resultaat. Het proces rond aanmelding en plaatsing vereist continue onze aandacht.
Belangrijk in het komende jaar is dat we ons nog sterker positioneren binnen de maatschappelijke opvang, gericht op een goede samenwerking met interne en externe partners. We zullen fuseren met de Stichting Exodus Alkmaar en ons richten op verdere groei in de regio. Wij zullen de handen ineenslaan en kijken ernaar uit om verder met elkaar op te trekken.
Financieel gezond worden zal het speerpunt worden van het beleid het komende jaar.
Het voortzetten en verder uitbouwen van ambulante begeleiding in de regio Noord-Holland zal het aankomend jaar een belangrijk speerpunt zijn in ons beleid.
Wij willen klaar staan voor een doelgroep met meervoudige problematiek, vaak ook met (gedrags-) stoornissen. Een oplossing vinden voor de betrokkene zelf en voor diens relaties.
Daarom is het ook in 2017 belangrijk, dat er aandacht is voor het verstevigen van contacten met de
Penitentiaire Inrichtingen, de veiligheidshuizen, reclasseringsorganisaties, justitiële instellingen, advocatuur, verslavingsorganisaties en dergelijke, omdat die als verwijzers invloed hebben op de instroom. Financieel sturen we op stabilisatie en door middel van groei, kwaliteit en kwantiteit willen we een belangrijke partij zijn in de forensische zorg en fungeren als kenniscentrum.
De bezuinigingen en transities welke de afgelopen jaren door het ministerie van Veiligheid en Justitie, en/of de lokale politiek zijn doorgevoerd, gaan ook aan Stichting Exodus Amsterdam niet voorbij. Ondanks dit blijven we sterk werken vanuit onze missie en visie en bieden we passende trajecten aan die aansluiten bij de behoefte van meerdere partijen. Zowel die van de deelnemer (een toekomst met perspectief), maar ook kijken we naar de het belang van en voor de burger, o.a. gericht op het vergroten van de veiligheid en acceptatie dat het niet voor iedereen even makkelijk is om aan te sluiten bij onze ‘snelle’ maatschappij.
4.11 Begroting Exodus Noord-Holland 2017
5. Raad van Toezicht, Bestuur en Personeel
5.1 Organogram
Onderstaand organogram laat de regio Noord-Holland zien, zoals deze heel 2016 was georganiseerd.
5.2 Personele zaken
Exodus Amsterdam heeft in 2016 een behoorlijke verandering meegemaakt op personeelsgebied.
Met het fusieplan in gedachte is er een start gemaakt met het ‘nieuwe werken’. Door een differentiatie in taakomschrijving van medewerkers, wordt er nu gewerkt met Senior en Junior Begeleiders. Het rooster wordt per 1 januari 2017 anders ingevuld. Ondanks een flinke bezuiniging, is het gelukt om het aantal FTE op peil te houden en hebben er geen gedwongen ontslagen plaatsgevonden. In 2016 is de implementatie van de nieuwe methodiek en de daarmee gepaard gaande opleiding aan het begeleidend personeel voortgezet. Een specifiek personeelslid ontvangt een meer uitgebreide training en kan mede hierdoor in de komende jaren gaan fungeren als ’krachtcoach’. Het ziektepercentage is gestegen van 7,28% in 2015 naar 12,61% in 2016. Deze stijging heeft te maken met twee langdurig zieke medewerkers.
5.3 Onderdeelcommissie (OC)
De onderdeel commissie is een lokale/regionale medezeggenschapsraad. Vanuit de onderdeel commissie hebben we aandacht voor communicatie en samenwerken, maar ook organisatorische aangelegenheden.
In het kader van alle landelijke veranderingen vertegenwoordigen we meerdere belangen. Onder andere die van het personeel, maar ook die van de organisatie. De OC kan benaderd worden over uiteenlopende
zaken/vragen die onder de aandacht gebracht moeten worden. In 2016 is in het kader van de personele unie ook een gezamenlijke Onderdeelcommissie gevormd tussen Exodus Alkmaar en Amsterdam. De OC heeft in 2016 zesmaal vergaderd met de bestuurder. De OC heeft onder andere advies uitgebracht over;
• De begroting en het daarbij behorende jaarplan 2017
• De fusie
• De statutenwijziging
Sinds de zomer van 2015 heeft Stichting Exodus ook een gemeenschappelijke landelijke
ondernemingsraad (GemOR). De GemOR houdt zich bezig met medezeggenschap van medewerkers die op landelijk niveau spelen. Een van de OC leden is namens de regio lid van de GemOR.
5.4 Samenstelling Raad van Toezicht op 31 december 2016
Dhr. E. Reefhuis Voorzitter
Mevr. L. Koning Secretaris
Mevr. A. Lases Dhr. H. Karssens Dhr. R. Kouwijzer Dhr. K. Hennekens
Lid RVT Lid RVT Lid RVT Lid RVT
De Raad van toezicht vergaderde in 2016 zesmaal. De belangrijkste onderwerpen waren:
De aanstaande fusie, het Jaarplan en de begroting, samenwerking met andere regio’s en de vereniging SEN en het functioneren van de bestuurder.
5.5 Personeelsgegevens op 31 december 2016
Ed Deij Directeur-bestuurder
Wessel van IJken Teamleider
Elvira Lindveld Senior Begeleider
Judith van Dommele Senior Begeleider/Vrijwilligerscoördinator Selene van Aartsen
Julie Skorepova
Senior Begeleider Senior Begeleider
Mike Wouters Senior Begeleider/Beleidsmedewerker
Clifton Brown Loubna Houda
Junior Begeleider/Slaapwacht Junior Begeleider
Alex Speijer
Annemieke Hazelhoff
Budgetconsulent Schuldhulpverlener
Gerard van Eunen Administratieve kracht
Michiel Buys Huismeester/Slaapwacht
Adil Zioui Slaapwacht
Boris van der Heijden Slaapwacht
Richard Strijk Slaapwacht/Oproepkracht
Jamal Mounsif Slaapwacht
Jerry Zaandam Slaapwacht
IJsbrand Abbas Oproepkracht
Serina Aalse Stagiaire
6. Jaarrekening 2016
Inhoudsopgave
6.1 Balans per 31 december 2016 ...22
6.2 Exploitatierekening over 2016 ...23
6.3 Kasstroomoverzicht ... 24
6.4 Toelichting ...25
6.5 Toelichting op de balans ...28
6.6 Toelichting op de exploitatierekening ...32
6.7 Analyse van het resultaat ... 37
6.8 Ondertekening ...38
6.9 Overige gegevens ...38 6.9.1 Resultaatbestemming
6.9.2 Gebeurtenissen na balansdatum
6.9.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
6.1 Balans per 31 december 2016
(na resultaatbestemming)
31-12-2016 31-12-2015
e e
Activa
Materiële vaste activa 427.701 442.055
Totaal vaste activa 427.701 442.055
Overige vorderingen 41.994 235.922
Liquide middelen 257.384 64.105
Totaal vlottende activa 299.378 300.027
Totaal Activa 727.078 742.082
Passiva
Bestemmingsreserves 428.250 499.590
Bestemmingsfondsen 83.098 1.876
Algemene reserves 107.057 126.025
Totaal eigen vermogen 618.405 627.491
Kortlopende schulden 108.674 114.591
Totaal Passiva 727.078 742.082
6.2 Exploitatierekening over 2016
Exploitatie Begroting Exploitatie 2016 2016 2015
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: € € €
Opbrengsten zorgprestaties 776.029 702.663 873.071
Subsidies 106.375 82.013 82.013
Overige bedrijfsopbrengsten 150.339 77.000 72.164
Som der bedrijfsopbrengsten 1.032.744 861.676 1.027.248
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 712.333 598.338 591.015
Afschrijvingen op materiële vaste activa 16.690 20.900 18.161
Overige bedrijfskosten 315.991 281.250 325.654
Som der bedrijfslasten 1.045.013 900.488 934.831
BEDRIJFSRESULTAAT -12.270 -38.812 92.418
Financiële baten en lasten 3.183 100 756
RESULTAAT BOEKJAAR -9.086 -38.712 93.173
RESULTAATBESTEMMING:
Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging bestemmingsreserve 4.000 0 81.340
Onttrekking bestemmingsreserve -75.340 0 0
Toevoeging bestemmingsfonds 82.180 0 3.000
Onttrekking bestemmingsfonds -958 0 -1.124
Mutatie algemene reserve (saldo) -18.968 -38.712 9.957
6.3 Kasstroomoverzicht
2016 2015
e e e e
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat -12.270 92.418
Aanpassingen voor:
- Afschrijvingen 16.690 18.161
16.690 18.161
Veranderingen in vlottende middelen:
- vorderingen 193.928 -144.517
- kortlopende schulden -5.917 -5.498
188.011 -150.015
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 192.431 -39.436
Ontvangen interest 3.252 756
Betaalde interest -69 0
3.183 756
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 195.614 -38.681
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa -2.314 -20.978
Ontvangen investeringssubsidie materiële vaste activa -22 14.235
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.336 -6.743
Mutatie geldmiddelen 193.278 -45.423
Aansluiting geldmiddelen
2016 2015
Stand per 1 januari 64.105 109.528
Mutatie geldmiddelen 193.278 -45.423
Stand per 31 december 257.384 64.105
6.4 Toelichting
Exodusorganisatie
Stichting Exodus Amsterdam is onderdeel van de Exodus organisatie. Stichting Exodus Amsterdam is statutair gevestigd te Amsterdam. Het adres van de stichting is Overtoom 103-105, 1054 HD Amsterdam.
Exodus bestaat uit verschillende leden, die werken vanuit dezelfde missie. Alle Exodus Stichtingen zijn lid van Vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland.
Activiteiten
De stichting heeft ten doel:
1. De opvang en begeleiding van personen die in aanrekening met justitie zijn geweest of dreigen te komen en die het perspectief missen op een menswaardig functioneren zodanig dat zij leren zelfstandig hun weg te vinden naar een nieuw en zinvol bestaan, alsmede aandacht te geven aan de maatschappelijke structuren die de oorzaak daarvoor vormen;
2. Het verlenen van steun aan predikanten en rooms-katholieke justitie-pastores werkzaam in inrichtingen van het gevangeniswezen.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving RJ 655 en Titel 9 BW 2.
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Grondslagen WNT
Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passiva
De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva is de verkrijgingsprijs- of de vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur.
De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:
• Bedrijfsgebouwen: 2,5%
• Verbouwing: 20-25%
• Inventaris: 20%
• Installaties: 20%
• Automatisering: 33,3%
• Vervoermiddelen: 20%
Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.
Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Er is geen sprake van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Voor de waardering van de financiële instrumenten wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen van de individuele jaarrekeningposten.
Vorderingen
De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde. De vervolgwaardering van vorderingen is tegen geamortiseerde kostprijs. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Schulden
De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde).
Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Opbrengsten
De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat).
De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
Personele kosten
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.
Pensioenregeling
Stichting Exodus Amsterdam heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling.
Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Exodus Amsterdam. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn.
Stichting Exodus Amsterdam betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen.
Daarbij behoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De ‘nieuwe’ dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. In december 2016 bedroeg de dekkingsgraad 90%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 127%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan binnen 12 jaar hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting Exodus Amsterdam heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies.
Afschrijvingslasten
Deze bepalen we op basis van de lineaire afschrijvingen die plaatsvinden op basis van de verwachte economische levensduur en eventuele restwaarde.
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
6.5 Toelichting op de balans
Materiële vaste activa
Het verloop van de materiële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Aanschafwaarde per 31-12-15 477.000 123.912 43.803 16.282 8.974 4.869 674.840 Geaccum afschr. per 31-12-15 46.706 120.466 40.026 12.221 8.497 4.869 232.785 Boekwaarde per 31-12-15 430.294 3.446 3.777 4.061 477 0 442.055
Investeringen 0 0 0 1.504 811 0 2.314
Ontvangen subsidies 0 0 0 22 0 0 22
Afschrijvingen 11.925 1.053 912 2.495 305 0 16.690
Aanschafwaarde per 31-12-16 477.000 123.912 43.803 17.808 9.785 4.869 677.176 Geaccum afschr. per 31-12-16 58.631 121.519 40.398 14.716 8.802 4.869 249.475 Boekwaarde per 31-12-16 418.369 2.393 2.865 3.092 983 0 427.702
Vorderingen
De specificatie is als volgt:
31-12-2016 31-12-2015
Nog te ontvangen waarborgsommen 250 250
Vordering op Exodus Nederland i.v.m. nog te ontvangen voorschot
DForZo 0 208.870
Nog te ontvangen bedragen 25.360 22.914
Nog te ontvangen subsidie Gemeente Amsterdam (schuldhulp) 8.760 0
Nog te ontvangen subsidie Gemeente 3.250 0
Zaanstad
Transitoria 1.348 3.887
Vorderingen op bewoners 2.649 0
Vooruitbetaalde bedragen 377 0
Totaal vorderingen 41.994 235.922
Liquide middelen
De specificatie is als volgt:
31-12-2016 31-12-2015
Bankrekeningen 255.840 60.856
Kassen 1.545 3.249
Totaal liquide middelen 257.384 64.105
De liquide middelen bestaan uit diverse banktegoeden en een kas op kantoor.
Gebouwen Verbouwing Inventaris Installaties Automatisering Vervoermiddelen Totaal
Eigen Vermogen
Bestemmingsreserves
Het verloop is als volgt weer te geven:
Continuïteitsreserve 2016 2015
Stand per 1 januari 342.000 342.000
+ toevoegingen 0 0
- onttrekkingen 0 0
Stand per 31 december 342.000 342.000
Reserve Groot Onderhoud
Stand per 1 januari 76.250 76.250
+toevoegingen 0 0
-onttrekkingen 0 0
Stand per 31 december 76.250 76.250
Reserve Opleiding
Stand per 1 januari 14.350 0
+toevoegingen 14.350
-onttrekkingen 14.350 0
Stand per 31 december 0 14.350
Reserve Transitie
Stand per 1 januari 21.500 0
+toevoegingen 21.500
-onttrekkingen 21.500 0
Stand per 31 december 0 21.500
Reserve Innovatie
Stand per 1 januari 6.000 0
+toevoegingen 4.000 6.000
-onttrekkingen 0 0
Stand per 31 december 10.000 6.000
Reserve Opvang tekort
Stand per 1 januari 39.490 0
+toevoegingen 0 39.490
-onttrekkingen 39.490 0
Stand per 31 december 0 39.490
Totaal Bestemmingsreserves 428.250 499.590
Continuïteitsreserve
Het bestuur heeft besloten dat deze reserve maximaal 50% van de begrootte personeelskosten dienen te zijn. De dekkingsgraad per 31-12-16 is 35% (regio breed). Er wordt naar gestreefd deze voorziening de komende jaren te laten groeien naar 50% van de hoogte van de salariskosten.
Reserve Groot onderhoud
De reserve groot onderhoud is bestemd voor het plegen van onderhoud aan de eigen panden.
Reserve Opleiding
Deze reserve is in het boekjaar 2016 helemaal vrijgevallen omdat de geplande opleidingskosten ook in dit boekjaar gemaakt zijn.
Reserve Transitie
Deze reserve is in het boekjaar 2016 helemaal vrijgevallen omdat de kosten samenhangend met de transitie ook in dit boekjaar gemaakt zijn.
Reserve Innovatie
De reserve Innovatie is gevormd om de mogelijkheden voor een aantal nieuwe activiteiten te onderzoeken en/of te ontwikkelen in de regio Noord-Holland.
Reserve Opvang tekort
Deze reserve is in het boekjaar 2016 helemaal vrijvallen vanwege het negatieve resultaat.
Bestemmingsfonds
Fonds t.b.v. bewoners (Muller) 2016 2015
Stand per 1 januari 1.876 0
+ toevoegingen 3.000 3.000
- onttrekkingen 958 1.124
Stand per 31 december 3.918 1.876
Fonds t.b.v. onderhoud pand Overtoom 2016 2015
Stand per 1 januari 0 0
+ toevoegingen 79.180 0
- onttrekkingen 0 0
Stand per 31 december 79.180 0
Totaal Bestemmingsfonds 83.098 1.876
Fonds t.b.v. bewoners (Muller)
Het Fonds heeft tot ten doel om individuele financiële noden van deelnemers (bewoners) van het Exodus huis in Amsterdam te verzachten. Het betreft noden waarvoor geen andere financiële middelen voor handen zijn.
Fonds t.b.v. onderhoud pand Overtoom
Het Fonds is in het boekjaar 2016 gevormd uit de giften die zijn ontvangen van de Stichting Vrienden van Exodus Amsterdam. Het Fonds heeft ten doel om het onderhoud aan het eigen pand van Exodus aan de Overtoom te kunnen bekostigen.
Algemene Reserve 2016 2015
Stand per 1 januari 126.025 116.068
Resultaat lopend jaar -18.968 9.957
Stand per 31 december 107.057 126.025
Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:
31-12-2016 31-12-2015
Groepsinterne schulden 66.844 59.283
Schulden aan bewoners 7.294 11.063
Te betalen vakantiegeld en dagen 14.832 42.595
Vooruit ontvangen subsidies 10.462 0
Overlopende passiva 9.243 1.650
Totaal kortlopende schulden 108.674 114.591
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Stichting Exodus Amsterdam huurt een aantal losse woningen. De totale huurverplichting hiervoor bedraagt 30.246 euro voor 2017. De huurcontracten zijn per jaar opzegbaar.
Stichting Exodus Amsterdam huurt vanaf 1 januari 2017 een copier voor 3 jaar lang conform contract.
De totale huurverplichting bedraagt voor 2017 1.427 euro. Voor de periode 2018-2021 bedraagt de totale huurverplichting 2.854 euro.
Op 31 december 2016 is de akte van fusie gepasseerd bij de notaris waarbij het vermogen van Stichting Exodus Alkmaar wordt verkregen door Stichting Exodus Amsterdam.
6.6 Toelichting op de exploitatierekening
Opbrengsten
Opbrengsten zorgprestaties De specificatie is als volgt:
2016 2015 Opbrengsten Justitie (exclusief subsidies) 776.029 873.071
Totaal opbrengsten zorgprestaties 776.029 873.071
De opbrengsten uit de inkooprelatie met het ministerie van Veiligheid en Justitie voor de deelname van (ex-) gedetineerden is ontvangen voor de gehele Exodus organisatie. De verstrekking betreft een vergoeding per dag voor het verblijf en de begeleiding in een van de Exodushuizen. De opbrengsten wordt doorberekend aan de lokale stichtingen op basis van het door het ministerie bepaalde tarief gekoppeld aan het aantal gerealiseerde nachten. Met betrekking tot de huidige inkooprelatie zal jaarlijks een offerte uitgebracht moeten worden aan het ministerie van Veiligheid en Justitie. De inkoopafspraken met het ministerie van Veiligheid en Justitie worden definitief vastgesteld op basis van een verantwoording van de bezetting waarbij een maximum van toepassing is. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening zijn de definitieve inkoopafspraken nog niet vastgesteld.
De opbrengsten uit de inkooprelatie met het ministerie van Veiligheid en Justitie is gemaximeerd. De totale opbrengsten uit de inkoopafspraken zijn door een intern verdeelmodel verdeeld over alle Exodus Stichtingen die lid zijn van de Vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland.
Subsidies
De specificatie is als volgt:
2016 2015 Subsidie ministerie van Veiligheid en Justitie voor vrijwilligers 5.500 5.500
Subsidie Gemeente Amsterdam 98.196 76.513
Subsidie Gemeente Zaandam 2.679 0
Totaal subsidies 106.375 82.013
De subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie voor het vrijwilligersnetwerk wordt toegekend aan de gehele Exodus organisatie. De subsidie wordt voor een deel doorberekend aan de lokale stichtingen ter dekking van gemaakte kosten om de vrijwilligers aan te sturen en voor de gemaakte onkosten. De subsidie moet jaarlijks worden aangevraagd.
De subsidie van de Gemeente Amsterdam bestaat uit een subsidie voor niet justitiabelen met een vergoeding per dag. De Gemeente Amsterdam geeft daarnaast een subsidie voor de pilot ambulante begeleiding.
De subsidie Gemeente Zaandam betreft de ingekochte begeleiding voor een deelnemer in een eigen woning, welke ambulante begeleiding ontvangt.
Overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt:
2016 2015
Giften van particulieren 835 3.735
Giften van ondernemingen 80.687 531
Giften van kerken 2.860 3.425
Giften van fondsen 3000 99
Opbrengst eigen bijdrage begeleidingskosten 16.628 18.974
Opbrengst Gemeente Zaandam begeleiding 3.250 0
Opbrengst Gemeente Amsterdam inzake schuldhulpverlening 43.080 45.400 Totaal overige bedrijfsopbrengsten 150.339 72.164 De opbrengsten eigen bijdrage begeleidingskosten betreft de eigen bijdrage die deelnemers, zonder justitieel kader, betalen voor de begeleiding in een Exodushuis.
Personeelskosten
De specificatie is als volgt:
2016 2015
Salariskosten 501.945 466.621
Terugontvangen ziekengeld -36.269 -26.873
Sociale lasten 83.515 77.028
Pensioenpremie 41.265 39.515
Overige personeelskosten 65.592 30.427
Doorbelaste salariskosten 51.278 0
Personeel derden 5.006 4.297
Totaal personeelskosten 712.333 591.015
In 2016 waren er gemiddeld 11,77 fte (2015: 10,91 fte) in dienst van Stichting Exodus Amsterdam.
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
Naam E.J. Deij
Functionaris Directeur
In dienst vanaf 1 januari 2016
In dienst tot 31 december
2016
Deeltijdfactor 50%
Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste
toelagen) 40.991
Winstdelingen en bonusbetalingen 0
Totaal beloning 40.991
Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 60
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 4.158
Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 0
Totaal bezoldiging in het kader van de WNT 45.209
Beloning 2015 93.388
Bezoldigingsklasse zorginstelling A
De Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp vereist dat de totaalscore ten behoeve van de klasseindeling jaarlijks wordt bepaald door de Raad van Toezicht en schriftelijk wordt vastgelegd. Tevens dient deze totaalscore te worden vermeld in de jaarrekening. Voor het boekjaar 2016 heeft deze bepaling en schriftelijke vastlegging niet plaatsgevonden.
De Raad van toezicht bestaat uit vrijwilligers en ontvangt geen bezoldiging. Gedurende het boekjaar bestond de Raad van Toezicht uit de volgende leden:
Naam Periode
Dhr. E. Reefhuis-Dahler 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 Mevr. W.L. Koning 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 Dhr. K.F.M. Hennekens 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 Mevr. A.C.M. Lases 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 Dhr. R. Kouwijzer 19 oktober 2016 tot en met 31 december 2016 Dhr. J.J.R. Karssens 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 Afschrijvingskosten
De specificatie is als volgt:
2016 2015
Afschrijving op gebouwen en verbouwingen 12.612 12.687
Afschrijving installaties 2.495 3.197
Afschrijving op verbouwing 366 102
Afschrijving inventaris 912 939
Afschrijving op automatiseringsapparatuur 305 1.236
Totaal afschrijvingen 16.690 18.161
Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2016 2015
Programmakosten 53.617 58.469
Onkosten vrijwilligers 1.904 1.479
Algemene kosten 260.470 265.707
Totaal overige bedrijfskosten 315.991 325.654
Programmakosten
2016 2015
Huishoudelijke kosten 1.938 7.273
Bewonerskosten 51.620 50.792
Bewonersactiviteiten 58 405
Totaal programmakosten 53.617 58.469
Programmakosten zijn alle direct aan bewoners en bewonersactiviteiten gerelateerde kosten.
Algemene kosten
2016 2015
Huisvestingskosten 81.820 70.534
Public relations kosten 801 1.235
Verenigingsbijdrage Exodus Nederland 139.879 155.274
Communicatiekosten 5.791 7.750
Advies - en accountantskosten 13.268 2.980
Bestuurskosten 427 2.112
Kosten automatisering 9.904 8.273
Kosten transitie 0 10.927
Overige algemene kosten 8.580 6.619
Totaal algemene kosten 260.470 265.703
De verenigingsbijdrage Exodus Nederland wordt door Exodus Nederland ingehouden op de
opbrengst voor de gemaakte dagen in het kader van de inkooprelatie met het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Exodus Nederland verricht activiteiten voor alle Exodus huizen op het gebied van:
• Missie;
• Identiteit;
• Kwaliteit;
• Deskundigheidsbevordering;
• Financiële administratie en personeelszaken;
• PR, communicatie en rapportage;
• Vertegenwoordiging naar landelijke subsidiegevers en overheden;
• Vertegenwoordiging naar grote fondsen;
• Vertegenwoordiging naar instituten zoals Kerken, werkgeversorganisaties;
• Coördinatie vrijwilligers;
• Inhoud van het begeleidingsprogramma.
Financiële baten en lasten
2016 2015
Rentebaten 3.252 756
Rentelasten 69 0
Saldo rentebaten en -lasten 3.183 756
6.7 Analyse van het resultaat
De bezetting van de kamers over 2016 bedraagt 96,99%. De totale capaciteit van Exodus Amsterdam is 9.125 dagen. In de begroting was rekening gehouden met een bezetting van 92,44%. De bezetting is dus hoger dan begroot.
6.831 Gemaakte dagen waren met een justitieel titel kader, dat zijn er 435 meer dan er aan het begin van het jaar begroot waren. Deze dagen zijn betaald door het ministerie door het individuele budget ophoging (IBO).
De overige gerealiseerde dagen, de zogenaamde vrijwillige plaatsingen, worden betaald door gemeentelijke overheden, door middel van een subsidie. Er zijn 2.020 van dit soort dagen gerealiseerd.
Dat zijn er 60 minder dan begroot en ingekocht middels de subsidie van de Gemeente Amsterdam.
Het boekjaar sluit met een negatief resultaat. Het resultaat is beter dan begroot. Dit komt onder andere doordat er extra dagen zijn ingekocht door DForZo (Individuele Budget Ophoging) en een gift van de vriendenstichting. Deze gift is opgenomen in een bestemmingsfonds Onderhoud Overtoom.
Doordat er extra middelen zijn toegevoegd aan het bestemmingsfonds sluit het boekjaar met een negatief saldo.
De opbrengsten zijn hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de hogere opbrengsten die gerealiseerd zijn uit het inkoopcontract met DForZo.
De bedrijfslasten zijn hoger dan begroot, dit heeft voornamelijk te maken met de stijging van personeelskosten. In 2016 was in het begin van het jaar de voormalige directeur nog werkzaam, daarnaast is er gestart met het aannemen van een teamleider, wat tot dubbele kosten leidde. De inzet van extra medewerkers om het ziekteverzuim op te vangen heeft in hogere kosten geresulteerd. De inhouding vanuit het landelijk bureau veroorzaakt een stijging van de kosten, dit heeft te maken met de hogere opbrengsten uit het inkoopcontract met DForZo.
6.8 Ondertekening
8 maart 2017
Stichting Exodus Amsterdam te Amsterdam
Het bestuur:
Dhr. E.J. Deij (directeur-bestuurder)
Leden van de raad van toezicht:
Dhr. E. Reefhuis-Dahler, voorzitter Mw. W.L. Koning, secretaris Dhr. K.F.M. Hennekens, lid Mw. A.C.M. Lases, lid Dhr. R. Kouwijzer, lid Dhr. J.J.R. Karssens, lid
6.9 Overige gegevens
6.9.1 Resultaatbestemming
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening -9.086
Het bestuur stelt voor het resultaat als volgt te bestemmen:
Toevoeging bestemmingsreserve 4.000
Onttrekking bestemmingsreserve -75.340
Toevoeging bestemmingsfonds 82.180
Onttrekking bestemmingsfonds -958
Mutatie algemene reserve (saldo) -18.968
6.9.2 Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.