Lespakket over Prinsjesdag voor leerlingen van groep 8 van de basisschool.
Gemaakt door Ronald Koster van Chr.MAVO de Saad uit klas 2f.
Werkboek van ………
groep ……….
cijfer!
oorwoordje
Hallo, docent en leerlingen van de basisschool groep 8.
Dit is een klein lespakket over prinsjesdag gemaakt door een leerling van de Chr. Mavo de Saad uit Damwoude. Ik hoop dat het jullie wat bevalt want, Prinsjesdag is niet alleen hoedjes met een gouden koets. Achterin staan de
antwoorden.(niet spieken)
De vragen zijn in niveaus gedeeld
• Je hebt de oranje vragen
• Je hebt de rode vragen
• En je hebt de paarse vraag
Oranje is het makkelijkst, rood word moeilijker en paars is een zoek opdracht. Veel suc6!!
Ronald Koster
Blz. 1
V
Vraag: 1.
Wanneer (op welke dag) is Prinsjesdag?
……….
……….
rinsjesdag wordt op elke derde dinsdag in september gehouden.
Op deze dag wordt in Denhaag de troonreden gehouden in de ridderzaal van het Binnenhof.
In de ridderzaal worden door hare Majesteit de Koningin de plannen voor het komende jaar voorgelezen die door de regering zijn samen gesteld. Hier mee opent ze het nieuwe werkjaar van de Staten Generaal.
Vraag: 2.
Wie is de Koningin van ons land?
……….
……….
Vraag: 3.
Wat is de Staten Generaal?
A)
de Eerste KamerB)
de Tweede KamerC)
de Eerste en Tweede Kamerp Prinsjesdag is het een drukte van belang. Het Binnenhof staat vol met paarden, koetsen en militairen.
Deze mensen en paarden zijn in traditionele kledingdracht gekleed. Veder zijn er natuurlijk allerlei ministers en
journalisten.
P
O
Blz. 2
Dit gedoe gaat allemaal om de gouden koets waar de koningin in rijd door Den Haag. Dit was een cadeau uit 1898van het
Amsterdamse bevolking aan koningin Wilhelmina (de oma van koningin Beatrix)toen zij koningin werd. Daarvoor reden ze in de glazen koets die tegenwoordig word gebruikt voor de generale repetitie voor Prinsjesdag.
Vraag: 4.
In wat voor rijtuig rijd de koningin naar de ridderzaal?
……….
……….
Vraag: 5.
Wat voor paarden en hoeveel lopen er voor de koets?
A)
1 witte schimmelB)
8 Friese paardenC)
6 politie paardena de troonreden gaat de koningin samen met de rest van het
koninklijk huis naar Paleis
Noordeinde om daar het Nederlandse volk toe te zwaaien van af het balkon.
N
Blz. 3
Blz. 4
A)
Hier leest de koningin de troonreden voor.B)
Baldakijn boven de troon.C)
Hier zit de koninklijke familie.D)
Hier zit de hofhouding van de koningin.C. D.
F.
G.
Blz. 5
E)
Hier zitten de ministers en staats secretarissen.F)
Wantkleden met daarop een bijzonder document uit de Nederlandse geschiedenis.G)
Eerste en Tweede Kamerleden, leden raad van Staten en ambassadeurs.A.
B.
D.
G. E.
Vraag: 6.
Lees eerst de meningen van Lisa en Mark over Prinsjesdag en beantwoord daarna de vraag.
Met wie ben jij het eens of wie niet, en waarom ben je dat?
Ik ben het eens met ………. omdat,………
………
……….
at jouw mening ook mag zijn in heel Nederland is dat verschillend. Sommige mensen vinden die hoedjes parade geweldig, anderen vinden het geld verspilling en ga zo maar door. Jammer voor jou of niet, de hoedjes parade is een blijvende traditie.
Mark
Ik vind Prinsjesdag
niet leuk. Al die ministers hebben allemaal van die stomme hoedjes op.Elk jaar worden ze groter en lelijker. Volkome onzin!
Lisa xxx
Prinsjesdag is leuk en gezellig.
Overal is er muziek en de ministers hebben van die leuke hoedjes op Die van de Koningin vind ik het aller mooist ♥
W
Blz. 6
ater op de dag gaat de minister van Financiën met het koffertje naar de Tweede Kamer. Daar zit in, het overzicht van de ministers wat de plannen zijn voor het komende jaar, en wat dat wel mag kosten. Het eerste koffertje is ontstaan in 1947. Want in de Tweede
wereldoorlog vluchtte de regering naar Engeland en daar was de traditie met het koffertje al heel oud. Daarom heeft
minister Lieftinck dit van de Engelsen over genomen.
Vraag: 7.
Wat staat er op het koffertje tegenwoordig?
………..
………..
Vraag: 8.
Wie o wie is de minister van Financiën?
A)
is dat minister ZalmB)
is dat minister Wouter BosC)
is dat minister president Jan Peter BalkenendeBlz. 7
L
LEUK OM TE WETEN LEUK OM TE WETEN LEUK OM TE WETEN LEUK OM TE WETEN
Het allereerste koffertje was Het allereerste koffertje was Het allereerste koffertje was Het allereerste koffertje was
omgerekend maar omgerekend maar omgerekend maar
omgerekend maar € 1,70 1,70 1,70 1,70
A) B) C)
at in het koffertje zit noem je de rijksbegroting en de Miljoenennota. De rijks begroting is een over zicht
waar de overheid geld aan geeft en ook hoeveel dat is. Dit is gemaakt door de 14 ministers en bestaat uit een inkomsten uitgavenkant. De Miljoenennota geeft een uitleg en overzicht op de bedragen van de begrotingen. Deze 2 paketjes in het koffertje hebben een mooi
oranje lintje om.
Vraag: 9.
De overheid moet veel geld uit geven aan voorzieningen en andere belangrijke dingen zoals politie en brandweer.
Hoe komen ze aan al dat geld?
………
………
………
………
oorzieningen zijn dingen die jij en ik gebruik van maken. deze dingen kun je niet kopen in de winkel maar heb je gewoon in huis, zoals water. (je moet hier voor wel belasting betalen) Maar ook andere dingen, wegen bijvoorbeeld. Die kan je niet bij de supermarkt krijgen. Dit zijn overheidsproducten, dit word geleverd door de
overheid.
Vraag: 10.
Noem jij nog een paar overheidsproducten.
………
………
………
W
Blz. 8
V
LEUK OM TE LEUK OM TE LEUK OM TE LEUK OM TE
WETEN WETEN WETEN WETEN
dat de dat de dat de dat de miljoenennota miljoenennota miljoenennota miljoenennota officieel ‘Nota officieel ‘Nota officieel ‘Nota officieel ‘Nota over de toestand over de toestand over de toestand over de toestand
van ’s Rijks van ’s Rijks van ’s Rijks van ’s Rijks financiën’ heet!
financiën’ heet! financiën’ heet!
financiën’ heet!
e dagen na Prinsjesdag word er vergaderd over de
rijksbegroting en Miljoenennota. Ze gaan dan met elkaar in debat. Ze stellen vragen en discussiëren, de minister-
president (Jan Peter Balkenende) beantwoord en verdedigd de plannen namens de regering. Dit soort debatten over de
rijksbegroting heten de Algemene Politieke Beschouwingen.
Financiële specialisten bespreken de Miljoenennota in oktober met de minister van
Financiën. (Wouter Bos) Deze debatten heten dan de Algemene Financiële Beschouwingen.
In november en december worden alle begrotingen van de 14 ministers behandeld in de beide kamers.
Vraag: 11.
Waarom zijn ze zo serieus bezig?
……….
……….
Vraag: 12.
Lijkt jouw dat wat werken bij de overheid, en licht dat toe?
……….
……….
Vraag: 13.
Op de volgende pagina staan foto’s van een paar Kabinetsleden, zoek op de website
http://www.prinsjesdag2008.nl/pd08_nl/prinsjesdag- wie_is_wie-kabinetsleden.php wie het zijn. vul dat op de stippellijnen in.
Blz. 9
D
de Tweede Kamer
de Eerste Kamer
Blz. 10
A)
Mijn naam is ……….………… en ben minister van
………
………
B)
Mijn naam is ……….………… en ben minister van
………
………
D)
Mijn naam is ……….………… en ben minister van
………
………
C)
Mijn naam is ……….………… en ben minister van
………
………
E)
Mijn naam is ……….………… en ben minister van
………
………
Blz. 11 it zijn de antwoorden van het werkboekje, deze pagina
is alleen voor de docent.
Vraag: 1.
= Op elke derde dinsdag in september.
Vraag: 2.
= koningin Beatrix van Oranje.
Vraag: 3.
= antwoord C).
Vraag: 4.
= De gouden koets.
Vraag: 5.
= antwoord D).
Vraag: 6.
= Een eigen mening vraag.
Vraag: 7.
= In gouden letters ‘derde dinsdag in september’
Vraag: 8.
= antwoord B).
Vraag: 9.
= Belastingen, B.T.W. (belasting toegevoegde waarde) en boetes.
Vraag: 10.
= Straatverlichting, stoplichten, paspoort, dijk, fietspad, school, sportveld, openbaarvervoer, museum, politie, park, gas, elektriciteit, wegen…….
Vraag: 11.
= Het belasting geld kan maar 1× uitgegeven worden, en als een verkeerde beslissing word genomen kan dat erge gevolgen hebben.
Vraag: 12.
= Een openvraag. Ja of nee en waarom.
Vraag: 13.
A) =Andre Rouvoet, Minister voor Jeugd en Gezin.
B) =Piet Hein Donner, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
C) = Maria van der Hoeven, Minister van Economische Zaken.
D) = Wouter Bos, Minister van Financiën.
E) = Ronald Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.