• No results found

Kwaliteitssystemen paramedische zorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kwaliteitssystemen paramedische zorg"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kwaliteitssystemen paramedische zorg

“Kijken naar kwaliteit: leren en verbeteren centraal”

Eindrapport 21 december 2018

(2)

© 2018 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative

Samenvatting (I)

Samen werken aan kwaliteit voor de patiënt

In 2017 ondertekenden Paramedisch Platform Nederland (PPN), Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), Stichting Keurmerk Fysiotherapie, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Patiëntenfederatie en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het

Hoofdlijnenakkoord Paramedische zorg (HLA-PZ). De samenwerkende partijen in de paramedische zorg geven hiermee invulling aan een

maatschappelijke ontwikkeling, waarbij gekeken wordt naar de gezondheid van de patiënt en de juiste zorg op de juiste plek. Zij formuleren hun ambitie als volgt: de kwaliteit van zorg en waarde voor zowel de patiënt als de maatschappij merkbaar, zichtbaar én toetsbaar te maken.

Volgend uit het HLA-PZ zijn meerdere afspraken gemaakt om deze ambitie te realiseren. Twee van deze afspraken gaan over kwaliteit en luiden als volgt: “De kwaliteit van zorgverleners is transparant en wordt geborgd.” en

“Partijen zetten zich optimaal in om de juiste zorg aan de juiste patiënt op het juiste moment op de juiste plaats te leveren.” Dit onderzoek brengt in kaart op welke wijze een beroepsgroepspecifiek kwaliteitssysteem kan helpen deze afspraken te realiseren.

Kwaliteitssystemen als hulpmiddel

Kwaliteit is ‘voor’ de patiënt: zijn persoonlijke situatie, hulpvraag en context vormt de basis voor de patiëntenreis: het bieden van juiste zorg op de juiste plek, die bij de persoon past. Een kwaliteitssysteem is een hulpmiddel, om gezamenlijk (met de patiënt, met zorgverleners en met de zorgverzekeraar) het gesprek te voeren over dat wat goed gaat, en dat wat misschien wel beter kan. Met als doel om:

―de professional te helpen met leren en verbeteren

―de patiënt te ondersteunen in het keuzeproces

―en om de zorgverzekeraar te helpen bij de zorginkoop.

Het gaat niet om het “instrument”, het gaat om wat je er mee doet Binnen en buiten de paramedische zorg bestaan veel verschillende manieren om kwaliteit inzichtelijk te maken. De laatste jaren wordt

bijvoorbeeld steeds meer gebruik gemaakt van de ervaringen van de patiënt (denk aan patient reported outcomes). De afgelopen jaren en ervaringen in andere zorgsectoren leren ons dat er geen heilige graal bestaat, die dé kwaliteit in kaart brengt. Een belangrijke les die in verschillende sectoren is geleerd is dat het niet gaat om het ‘instrument’ zelf, het gaat om wat je er mee doet. Inzichten die volgen uit een instrument, zijn een startpunt voor een gesprek om te leren, begrijpen en verbeteren.

Doel en vraagstelling

Het doel van dit onderzoek is de sector ondersteunen in het ontwikkelen van afspraken over het gebruik van kwaliteitsinformatie en het vertalen naar invulling per beroepsgroep. Dit rapport gaat over de uitgangspunten, een impactanalyse en een implementatieplan. De volgende vragen worden beantwoord:

A. Op welke wijze wordt kwaliteit van paramedische zorg het beste gemeten, geborgd en transparant gemaakt? Welke visie hebben de HLA-PZ partijen gezamenlijk op kwaliteitsinformatie?

B. Wat zijn zinvolle, reeds bestaande en gebruikte elementen uit de huidige manier van meten, borgen en transparant maken van kwaliteit van zorg?

C. Wat zijn de implicaties van het advies voor de verdere ontwikkeling van beroepsgroepspecifieke instrumenten om kwaliteit te meten, borgen en transparant te maken?

D. Wat is er nodig voor de implementatie van het advies?

(3)

3

© 2018 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.

Samenvatting (II)

Visie op kwaliteitsinformatie

Gezamenlijk met de betrokken partijen is een visie op kwaliteitsinformatie ontwikkeld, die aan de basis ligt voor de uitkomsten van dit onderzoek. De visie is opgebouwd uit de volgende uitgangspunten:

―Kwaliteitsinformatie ondersteunt de professional in het leren en verbeteren

―Kwaliteitsinformatie ondersteunt de patiënt bij het maken van keuzes rondom zorg

―Kwaliteit is voor de patiënt, wordt vormgegeven door de beroepsgroep en de verzekeraar vertrouwt op de borging ervan

―Bij kwaliteitsverschillen kan een verzekeraar bij het inkoopproces differentiëren (inkopen) op kwaliteit

―Kwaliteitsinformatie draagt bij aan het leveren van de juiste zorg op de juiste plek in de context van positieve gezondheid

―Waar passend worden afspraken tripartiet gemaakt

―Inzichtelijk maken, gebruiken en verbeteren van kwaliteitsinformatie levert zo min mogelijk administratieve lasten op

Kwaliteitsinformatie dient meerdere doelen: leren en verbeteren, keuze- informatie en zorginkoop

De uitkomsten van het onderzoek worden samengevat in de figuur rechts.

De figuur laat zien hoe in de toekomst de verschillende typen informatie transparant worden gemaakt en welke instrumenten als hulpmiddel dienen.

Niet alle instrumenten zijn voor alle beroepsgroepen of alle gebruiksdoelen (leren en verbeteren, keuze-informatie, zorginkoop) relevant. Ook verschillen de beroepsgroepen en instrumenten in de mate waarin zij al ontwikkeld zijn.

Daarom is er geen overkoepelende tijdslijn opgenomen.

Ontwikkelagenda geeft invulling aan de implicatie van het advies per beroepsgroep en de implementatie

Het doel van de ontwikkelagenda is dat beroepsgroepen, patiënten (Patiëntenfederatie) en verzekeraars op basis van deze afspraken de komende jaren de kwaliteitsinstrumenten (door)ontwikkelen in lijn met deze afspraken en informatie waar passend, met elkaar delen. Zodat

kwaliteitsinformatie wordt gebruikt om de kwaliteit van zorgverleners transparant te maken, te borgen en bij te dragen aan een optimale inzet om de juiste zorg aan de juiste patiënt op het juiste moment en op de juiste plaats te leveren.

(4)

© 2018 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative

Samenvatting (III)

Toelichting op de context en stand van zaken bij publiceren van dit onderzoek

De uitdaging voor de partijen in de paramedische zorg is om

kwaliteitsinformatie goed, makkelijk en overzichtelijk te ontsluiten zodat in de praktijk zo goed als mogelijk gewerkt kan worden aan leren en verbeteren, het beschikbaar maken van keuze-informatie voor de patiënt en zorginkoop.

Daarnaast willen de partijen elkaar graag nog beter betrekken in de (door)ontwikkeling van kwaliteitsinformatie. De partijen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit onderzoek (beroepsgroepen, verzekeraars, Patiëntenfederatie) committeren zich aan het verbeteren van kwaliteitsinformatie in de paramedische zorg.

Op plaatsen geven de betrokken partijen aan graag nog in gezamenlijkheid nader te willen onderzoeken wat de gewenste route naar de toekomst is. Dat betekent dat er soms een uitspraak of aanbeveling wordt gedaan voor rekening KPMG is, die niet noodzakelijkerwijs gedragen wordt door (alle) betrokken partijen. Dat geven we steeds aan door toe te voegen dat het een aanbeveling betreft.

(5)

5

© 2018 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.

Aanbevolen acties samengevat

Thema Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Trekker

Uitkomstinformatie

PREM

Beroepsgroepen

• Uitlijnen uitkomsten voorliggend onderzoek met bestaande onderzoek naar PREM (Equalis)

• Actief afstemmen met verzekeraars en PFN t.b.v.

draagvlak

• Volgt uit lopend onderzoek naar gebruik PREM (Equalis)

• Volgt uit lopend onderzoek naar gebruik PREM (Equalis)

• Volgt uit lopend onderzoek naar gebruik PREM (Equalis)

Beroepsgroepen Verzekeraars en Patiëntenfederatie worden actief betrokken in de voortgang

Verzekeraars

• Actief betrokken in inhoudelijke afstemming t.b.v. draagvlak

• Uitwerken uitlijning processen en afspraken tussen verzekeraars m.b.t. gebruik en consequenties PREM

• Beschikbaar voor consultatie

• In lijn met ontwikkeling instrument (waar nodig):

invoeren uitlijning processen/

afspraken tussen verzekeraars

• Start van/aansluiting bij regulier proces evaluatie en onderhoud

ZN

PFN

• Actief betrokken in inhoudelijke afstemming t.b.v. draagvlak

• Onderzoeken uitlijning met keuze-informatie en evt.

publicatie ZorgkaartNederland

PFN

PROM

Huidtherapie

• Skindex-29 is gevalideerd instrument. Vervolgstappen focussen op implementatie. De eerste stap is het opstellen van een projectplan t.b.v.

implementatie (in lijn met bestaande plannen).

Communicatie en ondersteuning van professionals belangrijk.

• Onderzoeken wens en mogelijkheden multidisciplinaire PROM

• Consulteren verzekeraars en Patiëntenfederatie waar relevant/nodig m.b.t. proces delen data

• Onderzoeken wens aansluiting PROM bij keuze-informatie waar relevant

• Informeren

praktijken/professionals waar nodig

• Uitrol afhankelijk van plan (indien nodig: start met toets op betrouwbaarheid instrument en uitrol pas later)

• Start regulier proces evaluatie en onderhoud

Aansluiting bij bestaand eigenaarschap Skindex (beroepsgroep trekker)

Fysiotherapie

• Opstellen projectplan met focus op brede uitrol bestaande PROMs en delen data met verzekeraar en patIënten

• Onderzoeken wens en mogelijkheden multidisciplinaire PROM

• Consulteren verzekeraars en Patiëntenfederatie (in lijn met actie verzekeraars)

• Uitrol afhankelijk van plan (indien nodig: start met toets op betrouwbaarheid – nieuwe – PROMs en uitrol later)

• Start regulier proces evaluatie en onderhoud

• NB: afhankelijk van status per PROM (aandoeningsniveau) kan een afwijkend tijdspad gekozen worden

Beroepsgroep in aansluiting met huidig eigenaarschap ontwikkeling en beheer PROMs

Overige beroepsgroepen

• Onderzoek naar de toepassing van PROM(s) t.b.v. leren en verbeteren, keuze-informatie en zorginkoop incl.

onderzoeken mogelijkheden multidisciplinaire PROM.

Consulteren Patiëntenfederatie en verzekeraars

• Opstellen projectplan t.b.v.

ontwikkeling PROMs (inhoudelijke uitgangspunten, ontwikkelpad, proces, budget en budgetverdeling, planning en scope)

• Ontwikkeling afhankelijk van plan

• Uitrol afhankelijk van plan Beroepsgroepen

(6)

© 2018 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative

Aanbevolen acties samengevat

Thema Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Trekker

Uitkomstinformatie

Verzekeraars

• Bijdragen aan onderzoek naar toepassingen PROM (inhoudelijke bijdrage)

• Uitwerken uitlijning processen en afspraken tussen verzekeraars m.b.t. gebruik en consequenties PROM

• Beschikbaar voor consultatie

• In lijn met ontwikkeling instrument (waar nodig):

invoeren uitlijning processen en afspraken tussen verzekeraars

• Start van/aansluiting bij regulier proces evaluatie en onderhoud

• Uniforme aansluiting afspraken ZN

Klinische uitkomsten

Beroepsgroepen

• Per beroepsgroep breed gesprek voeren over potentieel relevante klinische uitkomsten

• Betrekken verzekeraars op inhoudelijke discussie

NB: alleen in geval van relevantie n.a.v. vorige stap gelden de stappen 2 t/m 4

• Uitwerken plan op hoofdlijnen

• Opstellen maatschappelijke business case meerwaarde tegen kosten

• Ontwerpen registratie, proces van dataverzameling, datadeling (binnen praktijk, beroepsgroep en met verzekeraar), opstellen criteria software-applicatie t.b.v.

ondersteuning, uitgangspunten administratieve lasten.

• Start regulier proces evaluatie en onderhoud

Beroepsgroep

Verzekeraars

• Bijdragen aan gesprek toepassingen registratie (inhoudelijke bijdrage)

• Uitwerken uitlijning/ontwikkelen processen en afspraken tussen verzekeraars m.b.t.

gebruik

• In lijn met ontwikkeling instrument (waar nodig):

invoeren uitlijning processen en afspraken tussen verzekeraars

ZN

Proces-informatie

Resultatenindex

Fysiotherapie

• Ontwikkeling resultatenindex in bestaande onderzoek

“Doorontwikkeling resultatenindex”

• Uitrol in lijn met bestaande acties

n.v.t. (in lijn met bestaande werkgroep)

Logopedie, oefentherapie

• Samenbrengen werkgroep (indien aansluiting bij fysiotherapie niet mogelijk/wenselijk)

• Ontwikkeling inhoudelijk ontwerp/opstellen projectplan

• Ontwikkelen procesontwerp (data verzamelen, delen) en ontwikkeling instrument

• Consulteren verzekeraars en concretiseren afspraken gebruik resultatenindex

• Ontwikkeling instrument, onderzoek betrouwbaarheid en bruikbaarheid (bijv. in pilot)

• Communicatie naar praktijken (bijv. factsheet)

• Indien nodig langere ontwikkelperiode

Beroepsgroepen (evt aansluiting bij bestaande werkgroep fysiotherapie)

Huidtherapie, ergotherapie, diëtetiek

• Onderzoeken in welke mate een resultatenindex voor de eigen beroepsgroep een relevant hulpmiddel kan zijn t.b.v. leren en verbeteren

• Indien relevant: idem stappen aan logopedie en

oefentherapie.

Beroepsgroepen

Verzekeraars

• Inhoudelijke bijdrage aan onderzoek naar toepassingen resultatenindex

• Beschikbaar voor consultatie

• Uitwerken uitlijning processen en afspraken tussen verzekeraars m.b.t. gebruik

• Beschikbaar voor consultatie

• In lijn met ontwikkeling instrument (waar nodig):

invoeren uitlijning processen/

afspraken tussen verzekeraars

• Start van/aansluiting bij regulier proces evaluatie en onderhoud (in lijn met tijdspad ontwikkeling)

ZN

(7)

7

© 2018 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.

Aanbevolen acties samengevat

Thema Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Trekker

Procesinformatie

Register en keurmerk

• Onderzoek mogelijkheden en wensen ontsluiten van informatie op praktijkniveau (waar relevant)

• Consulteren verzekeraars en Patiëntenfederatie t.b.v.

verbeteren actief ontsluiten informatie

• Bestendigen afspraken tripartiete betrokkenheid doorontwikkelproces

Bestaande registers vormen een werkgroep:

Kwaliteitsregister Paramedici, Centraal Kwaliteitsregister en Keurmerk Fysiotherapie

Keuze- informatie

• Vaststellen elementen keuze- informatie binnen de beroepsgroepen o.b.v. Argo- rapport (opstellen standaard of basis overzicht); onderzoek in welke mate de overige genoemde instrumenten input leveren.

• Consulteren Patiëntenfederatie

• Ontwikkelen factsheet voor praktijken/

zorgprofessionals met uitleg over verzamelen en tonen keuze-informatie

• Implementatie: informeren zorgprofessionals/praktijken

• Waar passend

evalueren/stimuleren tonen keuze-informatie

Individuele beroepsgroepen

Patiëntenfederatie

• Beschikbaar voor consultatie beroepsgroepen

• Onderzoeken in welke mate ZorgkaartNederland (of vergelijkbaar medium) de gevraagde keuze-informatie al toont. Indien nee: ontwikkelen onderzoeksopdracht verbeteren vindbaarheid keuze-informatie

• Evt update

ZorgkaartNederland (of ander medium)

Patiëntenfederatie

Verzekeraars

• Onderzoeken in welke mate de keuze-informatie die verzekeraars aanbieden, aansluit bij onderdelen Argorapport (bijvoorbeeld tonen inkoopafspraken)

ZN

Governance

Governance

• A.d.h.v. in dit onderzoek genoemde acties inrichten governance. Bijvoorbeeld d.m.v. inrichting

overkoepelende werkgroep en waar mogelijk in aansluiting bij bestaande structuren. In klankbordgroep rol voor beroepsgroepen, verzekeraars,

Patiëntenfederatie. VWS n.t.b.

• Tussentijdse bijeenkomst t.b.v.

stand van zaken en bespreken overkoepelende issues.

Agenda:

Inhoudelijke voortgang

Voortgang proces, scope, planning en kosten

Bespreken bestaande taakverdeling

• Tussentijdse bijeenkomst t.b.v.

stand van zaken en bespreken overkoepelende issues

• Afsluitende bijeenkomst n.t.b. – aanwijzen voorzitter in overleg. Kan ook een onafhankelijke voorzitter zijn.

(8)

Inhoudsopgave

Samenvatting p. 2

1. Inleiding p. 9

2. Visie op kwaliteitsinformatie p. 13

3. Toekomstschets p. 21

5. Impactanalyse en vervolgstappen p. 29

(9)

1. Inleiding

Dit hoofdstuk schetst kort de aanleiding, het doel en de vraagstelling van dit onderzoek. Ook geven we een beknopte schets (inclusief kerncijfers) van de zes disciplines betrokken bij dit onderzoek. Als laatste gaan we in op de verschillende doelen om kwaliteitsinformatie inzichtelijk te maken: leren en verbeteren, keuze-informatie voor de patiënt en zorginkoop.

(10)

Een kwaliteitssysteem is een hulpmiddel om het gesprek over kwaliteit te ondersteunen

1. Inleiding

Aanleiding

Gezondheid draait om de mens met al zijn lichamelijke, emotionele en sociale behoeften, en niet slechts om de afwezigheid van ziekte. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid. Wanneer er zorg nodig is, wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de patiënt en manieren om die te versterken.1 In lijn met deze gedachte is er in de paramedische sector steeds meer aandacht voor het leveren van zorg gericht op het

ondersteunen van de patiënt bij wat hij of zij belangrijk vindt. De zorg is gericht op participeren, functioneren en zelfregie, onder meer beschreven in het concept van positieve gezondheid.1

In 2017 is het Hoofdlijnenakkoord Paramedische zorg (hierna: HLA) ondertekend door KNGF, PPN, Stichting Keurmerk Fysiotherapie, ZN, de Patiëntenfederatie en de minister van VWS. Hierin stellen de partijen dat

“voor een houdbaar stelsel kwaliteit essentieel is”. De paramedische sector heeft de ambitie om de kwaliteit van deze zorg en waarde voor zowel de patiënt als de maatschappij merkbaar, zichtbaar én toetsbaar te maken.2In het HLA zijn inhoudelijke afspraken gemaakt om deze ambitie te realiseren.

Twee van deze afspraken zijn:

1. De kwaliteit van zorgverleners is transparant en wordt geborgd 2. Partijen zetten zich optimaal in om de juiste zorg aan de juiste patiënt

op het juiste moment op de juiste plaats te realiseren

Een kwaliteitssysteem is een hulpmiddel om gezamenlijk (met de patiënt, met zorgverleners en mogelijk met de zorgverzekeraar) het gesprek te voeren over dat wat goed gaat, en dat wat misschien wel beter kan.

Daarmee vormt het de basis, of een startpunt voor leren en verbeteren. Met een kwaliteitssysteem wordt dus bedoeld: een stelsel van afspraken over het inzichtelijk maken, verbeteren en het gebruik van informatie over kwaliteit.

Transparantie, borging en optimale inzet voor de juiste zorg op de juiste plek zijn daarmee randvoorwaarden om leren en verbeteren te faciliteren.

Doel en vraagstelling

Het doel van dit onderzoek is de sector ondersteunen in het ontwikkelen van afspraken over het gebruik van inzicht in kwaliteit en het vertalen naar invulling per beroepsgroep. Dit rapport gaat over de uitgangspunten, een impactanalyse en een implementatieplan van deze afspraken. De volgende vragen zijn leidend geweest in de totstandkoming van dit rapport:

A. Op welke wijze wordt kwaliteit van paramedische zorg het beste gemeten, geborgd en transparant gemaakt? Welke visie hebben de HLA-PZ partijen gezamenlijk op kwaliteitsinformatie? Zie hoofdstuk 3.

B. Wat zijn zinvolle, reeds bestaande en gebruikte elementen uit de huidige manier van meten, borgen en transparant maken van kwaliteit van zorg?

Zie hoofdstuk 3.

C. Wat zijn de implicaties van het advies voor de verdere ontwikkeling van beroepsgroepspecifieke instrumenten om kwaliteit te meten, borgen en transparant te maken? Zie hoofdstuk 4.

D. Wat is er nodig voor de implementatie van het advies? Zie hoofdstuk 4.

In hoofdstuk 2 wordt de visie op kwaliteitsinformatie uitgewerkt in een aantal uitgangspunten, welke als basis dienen voor de afspraken in het

kwaliteitssysteem.

1. Institute for positive Health, https://iph.nl/positieve-gezondheid/

2. Hoofdlijnenakkoord paramedische zorg 2017-2018, 19 juni 2017

(11)

11

© 2018 KPMG Advisory N.V., Alle rechten voorbehouden.

De paramedische zorg is divers in zorgvraag, samenwerking en vergoeding

1. Inleiding

Paramedische zorg bestaat uit diverse disciplines

In het HLA-PZ zijn zes paramedische disciplines betrokken: ergotherapie, diëtetiek, fysiotherapie, logopedie, oefentherapie (Cesar en Mensendieck) en huidtherapie. Vaak is de paramedische zorg onderdeel van een bredere patiëntreis en wordt samengewerkt met andere disciplines. Denk aan ondersteunende behandeling bij een revalidatietraject en ondersteuning bij behandeling van chronische ziekten. De verschillende beroepsgroepen verschillen in:

Zorgvraag en omvang. De disciplines leveren zorg aan een diverse groep patiënten. De disciplines hebben hierbij hun eigen

aandachtsgebieden en bijbehorende hulpvragen, wat zich mede vertaalt in verschillen in omvang tussen de disciplines (zie figuur 1).

Samenwerking. De wijze waarop wordt samengewerkt tussen aanbieders binnen dezelfde beroepsgroep en tussen de disciplines varieert. Dit varieert van solisten tot paramedici werkzaam in grote multidisciplinaire teams binnen een instelling of eerstelijnscentrum.

Zorgaanbod. Sommige disciplines zijn verantwoordelijk voor het volledige zorgtraject van de patiënt (van begin tot einde), waar anderen vooral onderdeel zijn van een bredere zorgketen (patiëntreis).

Wettelijke eisen. Het beroep fysiotherapeut heeft wettelijk gezien een andere status dan de andere disciplines. Fysiotherapeuten moeten voldoen aan de eisen zoals gesteld in artikel 3 van de Wet BIG, waarbij de overige beroepen vallen onder artikel 34.

Financiering. Er zijn verschillen in de wijze van financiering tussen de beroepsgroepen, zoals een in het aantal vergoede uren, urengrens of afbakening in aantallen. Ook de prestaties verschillen, dat kan op basis

van tijdseenheid of per patiëntencontact.

Kwaliteitsinstrumenten. Disciplines gebruiken op dit moment

verschillende instrumenten om kwaliteit en de wijze waarop borging van kwaliteit plaatsvindt, inzichtelijk te maken.

Deze verschillen leiden ertoe om een kwaliteitssysteem per discipline te ontwikkelen en niet overkoepelend op sectorniveau, zoals verder uitgewerkt in hoofdstuk 3 en 4.

Huidtherapie2

Fysiotherapie4

Ergotherapie3

2.459 fte is werkzaam intramuraal

1.215 fte is werkzaam extramuraal Logopedie2

Oefentherapie3

Diëtetiek2 Omzet

€ 1.5 mld Omzet

€ onbekend Omzet

€ 20,2mln basisver- zekering6

Omzet

€ 250 mlj.

Omzet

€ 41 mln (excl.

ketenzorg)7 Omzet

€ 45 mlj.

8.500 praktijken

9.386 vrijgevestigden

2.379

diëtisten werkzaam in eerstelijn (1.609 praktijken waarvan 1.309 solopraktijken)

1.900 praktijken

8.000 geregistreerde logopedisten

~2.000 zorgverleners6

1.086 geregistreerde huidtherapeuten

2. Paramedischplatform.nl, geraadpleegd op 13-07-2018 3. NIVEL 2018, Cijfers uit de registratie van ergotherapeuten 4. Kngf.nl, geraadpleegd op 13-07-2018

5. CBS statline, bedrijven; bedrijfstak. 21018 3dekwartaal - Praktijken van fysiotherapeuten en overige paramedische praktijken 6. Marktscan eerstelijnszorg NZa, 2016

7. Zorgcijfersdatabank.nl, data 2017

Figuur 1: schematische weergave omvang paramedische zorg

(12)

Zorginkoop: de zorgverzekeraars willen borgen dat de verleende zorg voor de burger zo goed mogelijk is, tegen zo laag mogelijke kosten voor de maatschappij en in lijn met het bieden van de juiste zorg op de juiste plek.

Kwaliteitsinformatie kan hen helpen bij het inkoopproces.

Partijen hebben verschillende doelen, waarbij kwaliteitsinformatie kan helpen

Partijen hebben verschillende rollen en ook andere doelstellingen Alle partijen – patiënt, zorgprofessional (en gezamenlijk de praktijk en de beroepsgroep) en de verzekeraar – hebben hun eigen rol in het realiseren van de afspraken zoals gesteld in het HLA (zie figuur 2) .

Vanwege een andere rol hebben deze partijen ook verschillende

doelstellingen als het gaat om het inzichtelijk maken van kwaliteitsinformatie (zie figuur 2). Om doelstelling van leren en verbeteren te bereiken moet er sprake zijn van systematische terugkoppeling, bespreking en een veilige ontwikkelomgeving.

Om de doelstellingen keuze-informatie en zorginkoop te bereiken moet na

worden gedacht over de relevante inzichten voor respectievelijk patiënt en zorgverzekeraar.

Deze drie doelen (leren en verbeteren, zorginkoop en keuze-informatie) voor kwaliteitsinformatie dienen als basis voor het uiteindelijke kwaliteitssysteem per paramedische discipline.

Het volgende hoofdstuk start met een gezamenlijke visie van de HLA-PZ partijen op kwaliteitsinformatie. De visie vormt de basis voor de verdere uitwerking per instrument voor kwaliteitsinformatie en beroepsgroep (hoofdstuk 3 en 4).

Zorgverzekeraars Beroepsgroepen Zorgprofessional

& praktijk Patiënt (Patiënten-

federatie)

Leren en verbeteren: de zorgprofessional (en gezamenlijk de praktijk en de beroepsgroep) willen de best mogelijke zorg leveren voor hun patiënten.

Kwaliteitsinformatie is een hulpmiddel voor leren en verbeteren.

Figuur 2: verschillende rollen en doelstellingen voor inzicht in kwaliteit

1. Inleiding

Rollen, doelstelling en informatiebehoefte

Keuze-informatie: de patiënt wil een geïnformeerde keuze maken om de voor hem meest passende zorg te kiezen. Kwaliteitsinformatie is een hulpmiddel om deze keuze te maken.

(13)

2. Visie op kwaliteitsinformatie:

uitgangspunten

Dit hoofdstuk gaat in op de uitgangspunten voor een (beroepsgroepspecifiek) kwaliteitssysteem en geeft daarmee invulling aan de visie van de betrokken partijen. De visie vormt een gezamenlijk vertrekpunt en de uitgangspunten bieden een kapstok om de concretisering van het kwaliteitssysteem aan te koppelen.

We starten met een samenvatting van de visie en lichten die kort toe. Vervolgens gaan we dieper in op ieder uitgangspunt. Per uitgangspunt starten we met een toelichting. Vervolgens beschrijven we wat het uitgangspunt in de praktijk betekent.

(14)

De visie op kwaliteitsinformatie vormt de basis voor beroepsgroepspecifieke afspraken

2. Visie

In onderstaande figuur zijn alle uitgangspunten opgenomen, op de volgende pagina’s worden deze uitgewerkt. In het volgende hoofdstuk wordt op basis van de visie een vertaling gemaakt naar de toekomstige praktijk.

Kwaliteit van zorg en waarde voor zowel de patiënt als de maatschappij merkbaar, zichtbaar én toetsbaar maken:

De kwaliteit van zorgverleners is transparant en wordt geborgd

Partijen zetten zich optimaal in om de juiste zorg aan de juiste patiënt op het juiste moment op de juiste plaats te realiseren

Ambitie en afspraken HLA

vormen het vertrekpunt Uitgangspunten

Kwaliteitsinformatie ondersteunt de patiënt bij het maken van keuzes rondom zorg

A B

Kwaliteit is voor de patiënt, wordt vormgegeven door de beroepsgroep en de verzekeraar vertrouwt op de borging ervan Kwaliteitsinformatie ondersteunt professionals in het leren en verbeteren

Afspraken over kwaliteitsinformatie worden waar passend, tripartiet erkend

Afspraken leveren zo min mogelijk administratieve lasten op X

Bij kwaliteitsverschillen kan een verzekeraar bij het inkoopproces differentiëren op kwaliteit

Kwaliteitsinformatie draagt bij aan het leveren van de juiste zorg op de juiste plek in de context van positieve gezondheid

Doelen voor

kwaliteitsinformatie

Keuze-informatie

Leren en verbeteren

Zorginkoop

(15)

15

© 2018 KPMG Advisory N.V., Alle rechten voorbehouden.

Visie

2. Visie

01

Kwaliteitsinformatie ondersteunt de professional in het leren en verbeteren Wat betekent het uitgangspunt?

Leren en verbeteren gaat over openheid. Professionals, praktijken en de beroepsgroep dragen op een lerende wijze zorg voor optimale zorg voor de patiënt. Dit betekent een cultuur waar men open is naar elkaar (bijv. over zaken die goed, maar ook minder goed gaan) en waar men open staat voor feedback en hier ook van wil leren. Het is het tegenovergestelde van een afrekencultuur, waar verbeteren niet het primaire doel is.

Leren en verbeteren kan in essentie alleen worden bereikt door als zorgprofessionals met elkaar, en ook met de cliënt, het gesprek te voeren. Randvoorwaardelijk is een leeromgeving. Dat wil zeggen: een veilige omgeving waar oog is voor verbeteren en openheid wordt gestimuleerd. Dat geldt voor professionals onderling, binnen de praktijk, binnen de beroepsgroep en andere stakeholders.

Kwaliteitsinformatie ondersteunt bij het gesprek over leren en verbeteren tussen alle betrokkenen. Om een leer- en verbetercultuur te faciliteren kunnen beroepsgroepen afspraken maken over hoe, wanneer en voor wie kwaliteitsinformatie inzichtelijk gemaakt kan worden, en hoe deze informatie het beste gebruikt en waar nodig verbeterd kan worden.

Wat betekent het uitgangspunt in de praktijk?

Leren en verbeteren gaat over alle vormen van kwaliteitsinformatie: uitkomsten van zorg, klinische informatie en keuze-informatie.

Dat betekent niet dat alle informatie voor iedereen (en/of op hetzelfde moment) transparant wordt (zie pagina 21). Daarnaast kan iedere praktijk of professional er voor kiezen andere vormen van informatie toe te voegen. Denk aan narratieven en casuïstiek of instrumenten die helpen te werken volgens positieve gezondheid. Om leren en verbeteren in de praktijk te brengen, bestaan de volgende randvoorwaarden:

Voor de verzameling van kwaliteitsinformatie zijn er heldere afspraken nodig binnen de beroepsgroep over hoe kwaliteit te meten zodat uitkomsten onderling (d.w.z. tussen professionals, praktijken of beroepsgroepen) vergelijkbaar zijn. Ook is het van belang om een veilige leeromgeving te creëren. Dat wil zeggen: door een ontwikkelperiode in te lassen waarbij stapsgewijs de kwaliteit en validiteit van informatie wordt getoetst alvorens deze breder te delen. Uitgangspunt 5 gaat hier nader op in.

Voor het gebruik van kwaliteitsinformatie zijn er heldere afspraken nodig binnen de beroepsgroep en stakeholders (patiënten en verzekeraars) over hoe, door wie en op welk moment kwaliteitsinformatie gebruikt kan worden om een leer- en verbetercultuur te faciliteren.

Deze randvoorwaarden zijn verwerkt in de toekomstschets (hoofdstuk 3) en het implementatieplan (hoofdstuk 4).

(16)

Visie

02

Kwaliteitsinformatie ondersteunt de patiënt bij het maken van keuzes rondom zorg

2. Visie

Wat betekent het uitgangspunt?

In het hoofdlijnenakkoord wordt gesteld dat “mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijkheid dragen voor hun gezondheid”. De patiënt moet dus, zo ver als mogelijk, de voor hem juiste zorg op de voor hem juiste plek kunnen organiseren. Om weloverwogen en goed geïnformeerde keuzes te maken in dit proces heeft de patiënt inzicht nodig in de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. Op basis van deze informatie kan een patiënt er bijvoorbeeld voor kiezen om naar een fysiotherapeut om de hoek te gaan, omdat toegankelijkheid voor deze patiënt belangrijker is dan het vinden van de gespecialiseerde behandelaar voor zijn specifieke behoefte.

Dit betekent dus dat de patiënt informatie moet kunnen vinden die helpt bij het maken van deze keuze. In januari 2018 heeft Argo een onderzoeksrapport6uitgebracht waarin zij concluderen dat de patiënt behoefte heeft aan de volgende categorieën keuze- informatie:

― keuze-informatie (locatie, kosten/vergoedingsregeling, wachttijd, BIG-registratie, specialisatie)

― Ervaringen (het advies van de verwijzer en patiëntervaringen, qua proces en uitkomsten zoals de PREM)

― Bejegening (de ervaring van de patiënt met de bejegening, kan tevens onderdeel zijn van het uitvragen van cliëntervaring zoals via een PREM)

― Resultaten (de verbetering in de gezondheid tijdens de behandeling, bijvoorbeeld via een PROM)

De patiënt kan deze informatie op meerdere manieren vinden: via de website van de praktijk of zorgverlener of via ZorgkaartNederland.

Wat betekent het uitgangspunt in de paramedische praktijk?

Kwaliteitsinformatie is het meest geschikt om de burger te ondersteunen bij het maken van keuzes rondom hem/ haar zorg als:

― Er heldere afspraken worden gemaakt over hoe de informatie nodig voor het maken van een zorgkeuze (in aansluiting met het Argo rapport6) voor patiënten inzichtelijk kan worden gemaakt.

Deze randvoorwaarden zijn verwerkt in de toekomstschets (hoofdstuk 3) en het implementatieplan (hoofdstuk 4).

A B

6. ARGO BV, Verbeterde informatie voorziening Paramedische zorg, 4 januari 2018

(17)

17

© 2018 KPMG Advisory N.V., Alle rechten voorbehouden.

Visie

03

Kwaliteit is voor de patiënt, wordt vormgegeven door de beroepsgroep en de verzekeraar vertrouwt op de borging ervan

2. Visie

Wat betekent het uitgangspunt?

Gezamenlijk werken aan kwaliteitsinformatie wordt door alle stakeholders gedaan om bij te dragen aan de kwaliteit voor de patiënt.

De individuele beroepsgroepen (en praktijken en zorgprofessionals binnen de beroepsgroepen) geven invulling aan die kwaliteit. Dat betekent dat beroepsgroepen dan ook in eerste instantie aan zet zijn om kwaliteitsinformatie te ontwikkelen. De verzekeraar sluit aan bij de ontwikkelingen in de beroepsgroep en kwaliteitsinformatie wordt waar passend tripartiet vastgesteld.

Wat betekent het uitgangspunt in de paramedische praktijk?

― Kwaliteitsinformatie is inzichtelijk voor de beroepsgroepen (in lijn met het uitgangspunt leren en verbeteren). Op basis van deze informatie kan men binnen de beroepsgroep verbeteracties inzetten (zie uitgangspunt 1) en/ of onderbouwen waarom de kwaliteit is zoals deze is (bijv. door een complexere doelgroep in vergelijking met andere beroepsgroepen of tussen praktijken).

― De beroepsgroepen delen op termijn ook informatie over uitkomsten met de patiënt en de verzekeraar, volgens een

ingroeimodel. Dat betekent dat (bij nieuwe indicatoren) kwaliteitsinformatie in eerste instantie alleen binnen de beroepsgroepen wordt gebruikt t.b.v. een veilige leeromgeving. In tweede instantie (bijvoorbeeld 2020 en afhankelijk van beroepsgroep en instrument) wordt kwaliteitsinformatie gedeeld met de Patiëntenfederatie en zorgverzekeraars en vanaf het jaar daarop kan kwaliteitsinformatie transparant aan het publiek gemaakt worden.

― Dit geldt niet voor alle vormen van kwaliteitsinformatie: het uitgangspunt is dat alleen uitkomstinformatie en in beperkte mate procesinformatie (zie pagina 21 voor een toelichting) op termijn transparant gemaakt wordt.

Deze randvoorwaarden zijn verwerkt in de toekomstschets (hoofdstuk 3) en het implementatieplan (hoofdstuk 4).

(18)

Visie

04

Bij kwaliteitsverschillen kan een verzekeraar bij het inkoopproces differentiëren op kwaliteit

2. Visie

Wat betekent het uitgangspunt?

Verzekeraars kunnen op kwaliteit en doelmatigheid van zorg sturen door afspraken over kwaliteit te borgen in het inkoopproces.

Deze afspraken moeten een reflectie zijn van wat in gezamenlijkheid met het veld wordt afgesproken en moeten aansluiten bij de ontwikkelbeweging die beroepsgroepen maken. Dit onderzoek biedt hier een belangrijke basis voor.

De verzekeraar kan bij de inkoop van zorgprofessionals/praktijken differentiëren op basis van de gemaakte afspraken over

kwaliteitsinformatie. De focus ligt op het stimuleren van de juiste zorg op de juiste plek. Verzekeraars zijn hier alleen toe in staat als de kwaliteit van zorg inzichtelijk en vergelijkbaar wordt gemaakt o.b.v. door de beroepsgroep opgestelde kwaliteitsinformatie.

Wat betekent het uitgangspunt in de paramedische praktijk?

Verzekeraars kunnen alleen sturen op kwaliteit en doelmatigheid en bij het inkoopproces differentiëren als:

― Kwaliteitsinformatie inzicht geeft in de verschillen in kwaliteit van geleverde zorg tussen beroepsgroepen, praktijken of zorgprofessionals (benchmarkinformatie) en differentiatie bijdraagt aan de juiste zorg op de juiste plek.

― Er rekening wordt gehouden met verschillen tussen beroepsgroepen, zowel in het type kwaliteitsinformatie als de wijze van (mogelijk) differentiëren in het inkoopproces. Differentiatie is namelijk niet altijd een doel opzich. Voor kleine beroepsgroepen gelden andere uitgangspunten (zoals landelijke dekking) en ook de aanspraak van beroepsgroepen verschilt.

― Verzekeraars zich committeren aan de tripartiete afspraken en daarnaast geen aanvullende zaken uitvragen, zodat beroepsgroepen en praktijken om dezelfde basis aan kwaliteitsinformatie wordt gevraagd.

― Daarnaast kunnen verzekeraars transparant zijn over de door hen gehanteerde inkoopcriteria en contractafspraken (in lijn met keuze-informatie voor de patiënt, zie hoofdstuk 3 en 4)

Binnen de beroepsgroepen zijn al voorlopers op het gebied van kwaliteitsinformatie. Door slim gebruik te maken van hun ervaringen kan ontwikkeling en implementatie versoepeld worden.

Deze randvoorwaarden zijn verwerkt in de toekomstschets (hoofdstuk 3) en het implementatieplan (hoofdstuk 4).

(19)

19

© 2018 KPMG Advisory N.V., Alle rechten voorbehouden.

Visie

05

Kwaliteitsinformatie draagt bij aan het leveren van de juiste zorg op de juiste plek in de context van positieve gezondheid

2. Visie

Wat betekent het uitgangspunt?

Paramedische zorg is een belangrijke schakel in het bieden van de juiste zorg op de juiste plek. De beroepsgroepen sluiten aan bij het gedachtegoed van positieve gezondheid. Kwaliteitsinformatie draagt bij aan deze doelen omdat op basis van informatie over uitkomsten en proces inzichten ontstaan die gebruikt kunnen worden om te leren en verbeteren. Daarnaast kan kwaliteitsinformatie multidisciplinair inzichtelijk gemaakt worden zodat ook over de keten heen inzicht ontstaat in de kwaliteit geleverd in de totale patiëntenreis. Dit komt terug in het ontwikkeladvies voor de PROM(s).

Alle vormen van kwaliteitsinformatie kunnen gebruikt worden om te bezien of de gewenste aansluiting bij positieve gezondheid en de juiste zorg op de juiste plek, worden bereikt. Het is van belang dit vanuit een ketenperspectief te benaderen.

Wat betekent het uitgangspunt in de paramedische praktijk?

Kwaliteitsinformatie helpt om de bewegingen juiste zorg op de juiste plek en positieve gezondheid inzichtelijk te maken door:

― De gebruikte instrumenten (en daarmee de kwaliteitsinformatie) uit te lijnen met de gewenste ontwikkeling. Zoals het aanpassen van de PREM-vragenlijst op de mate waarin volgens de cliënt voldoende aandacht is geweest voor functioneren en eigen regie, of het ontwikkelen van een multidisciplinaire PROM/PROMs.

― Daarnaast is het in de praktijk brengen van deze bewegingen (JZJP en positieve gezondheid) onderdeel van kwaliteitsbeleid (en niet af te dwingen met een kwaliteitssysteem). Er bestaan zeer veel instrumenten die de professional kan gebruiken om het werken volgens positieve gezondheid te ondersteunen en in brede zin ondersteunen bij inzicht in kwaliteit. Het ‘spinnenweb’

van positieve gezondheid is een voorbeeld. Andere voorbeelden zijn instrumenten voor 360-graden feedback of narratieven.

Individuele zorgprofessionals, praktijken en beroepsgroepen zijn aan zet om te bepalen of en zo ja welke instrumenten zij willen gebruiken om zorgprofessionals te ondersteunen te werken volgens positieve gezondheid. Deze informatie kan bijdragen aan leren en verbeteren (zie uitgangspunt 1).

Deze randvoorwaarden zijn opgenomen in de toekomstschets (hoofdstuk 3) en het implementatieplan (hoofdstuk 4).

(20)

Visie

06

Uitgangspunten worden waar passend tripartiet erkend

2. Visie

De uitgangspunten en afspraken zoals beschreven moeten bijdragen aan het vertrouwen onder zowel de beroepsgroepen, patiënten als zorgverzekeraars in de kwaliteit van de paramedische zorg. Het tripartiet erkennen van de uitgangspunten, en afspraken waar passend, draagt bij aan het bouwen aan dit vertrouwen. Dit betekent dat in de uitwerking van de kwaliteitsinformatie steeds wordt aangegeven waar tripartiete afspraken van toepassing zijn en waar beroepsgroepen, de patiënt en de verzekeraar primair zelf aan zet zijn.

Dit uitgangspunt is verwerkt in de toekomstschets (hoofdstuk 3) en het implementatieplan (hoofdstuk 4).

07

Inzichtelijk maken, gebruiken en verbeteren van kwaliteitsinformatie levert zo min mogelijk administratieve lasten op

Wat betekent het uitgangspunt?

Hoge administratieve lasten gaan ten koste van beschikbare tijd voor zorg, en daarmee kwaliteit van zorg. De administratieve lasten om kwaliteitsinformatie inzichtelijk te maken, te gebruiken en te verbeteren (m.a.w. het kwaliteitssysteem) moeten daarom zo beperkt mogelijk zijn. Dit kan worden bereikt door zo veel als mogelijk gebruik te maken en aan te sluiten bij wat er al gebeurt en ligt.

Wat betekent het uitgangspunt in de paramedische praktijk?

Er is al heel veel kwaliteitsinformatie beschikbaar binnen de paramedische sector. Het wiel hoeft daarom niet opnieuw uitgevonden te worden; het is zaak om deze informatie slim inzichtelijk te maken, te gebruiken en te verbeteren. Dit is mogelijk als:

― Zorgverzekeraars per beroepsgroep zich committeren aan de tripartiete afspraken en met eenzelfde set aan afspraken werken voor elke praktijk/ zorgprofessional.

― Gebruik wordt gemaakt van informatie die al inzichtelijk is gemaakt voor andere doeleinden.

― Zo veel als mogelijk wordt gewerkt volgens het principe eenmalige vastlegging, meervoudig gebruik.

Deze randvoorwaarden zijn verwerkt in de toekomstschets (hoofdstuk 3) en het implementatieplan (hoofdstuk 4).

X

(21)

3. Toekomstschets: welke

kwaliteitsinformatie is nodig en hoe wordt die verzameld?

In dit hoofdstuk beantwoorden we de volgende onderzoeksvragen:

A. Op welke wijze wordt kwaliteit van paramedische zorg het beste gemeten, geborgd en transparant gemaakt?

B. Wat zijn zinvolle, reeds bestaande en gebruikte elementen uit de huidige manier van meten, borgen en transparant maken van kwaliteit van zorg? Denk aan het meten van uitkomsten en het borgen van deskundigheid in een register.

Om deze vragen te beantwoorden vertalen we de visie (uitgangspunten) beschreven in hoofdstuk 2 naar kwaliteitsinformatie:

welke informatie is nodig om de drie gestelde doelen te bereiken (leren en verbeteren, keuze-informatie en zorginkoop)? Dit doen we door te kijken naar het type informatie dat past bij de gestelde doelen. We spreken af en toe over “instrumenten”. Niet omdat het instrument een doel is, of omdat het leidend is, maar omdat het een middel is om kwaliteitsinformatie op te halen.

We brengen in kaart op welke manieren nu al naar kwaliteitsinformatie wordt gekeken en vertalen dit, uitgaande van de afspraken in het HLA-PZ en de visie, naar een duurzame set aan afspraken die alle partijen in de paramedische zorg kunnen gebruiken om kwaliteit van zorg en waarde voor zowel de patiënt als de maatschappij merkbaar, zichtbaar én toetsbaar maken.

We zien dat de partijen in de paramedische zorg al mooie stappen hebben gemaakt in hun denken en doen omtrent

kwaliteitsinformatie. De belangrijkste uitdaging voor de toekomstschets (en de ontwikkeladviezen, die volgen in hoofdstuk 4) is om te realiseren dat het werken aan leren en verbeteren voor de professional, bieden van de juiste keuze-informatie voor de patiënt en delen van informatie voor zorgkoop gemeengoed wordt. En de belangrijkste randvoorwaarde die de partijen benoemen is om te blijven borgen dat beroepsgroepen, patiënten en verzekeraars met elkaar in gesprek blijven.

(22)

Stimuleren van werken conform positieve gezondheid d.m.v. ondersteuning professional bij selectie en gebruik kwaliteitsinstrumenten in de praktijk

Aansluiting bij beroepseisen Klinische

uitkomsten Keuze-informatie

Ervarings- uitkomsten

Inzicht in doelmatigheid en

praktijkvariatie

Kwaliteitsinformatie in 2022-2025: doelen, inzichten en transparantie

3. Toekomstschets

In dit hoofdstuk geven we invulling aan de uitgangspunten beschreven in hoofdstuk 1: welke kwaliteitsinformatie hebben we over bijvoorbeeld 5 jaar nodig en hoe gaan we dat verzamelen? Om recht te doen aan de kwaliteit van het bestaande en zo min mogelijk administratieve lasten en aanvullende kosten te genereren, nemen we als startpunt dat wat er al is en kijken we hoe we daar slim gebruik van kunnen maken.

Onderstaand figuur geeft een overzicht van kwaliteitsinformatie in 2022-2025. Het brengt in kaart welke typen kwaliteitsinformatie (uitkomst of proces) gebruikt kunnen worden voor de drie doelstellingen (zie ook hoofdstuk 1). Dit wordt gekoppeld aan bestaande hulpmiddelen (instrumenten) die ingezet kunnen worden voor het verzamelen van de desbetreffende informatie. Instrumenten zijn daarmee een middel, geen doel. De volgende pagina’s in dit hoofdstuk beschrijven per instrument hoe deze gebruikt kunnen worden en wat dit betekent voor de praktijk. Hoofdstuk 4 geeft per beroepsgroep invulling hoe van de huidige tot deze gewenste situatie te komen (ontwikkelopgave).

Leren en verbeteren

(gebruiker zorgprofessional)

Keuze-informatie

(gebruiker patiënt)

Zorginkoop

(gebruiker zorgverzekeraars)

Typen kwaliteitsinformatie (inzichten)

Doelen kwaliteitsinformatie

Keuze-informatie

(gebruiker patiënt)

Uitkomstinformatie Procesinformatie

PREM en PROM

Klinische

uitkomsten Resultatenindex

Register en keurmerk

Bijv. wachtlijst, kosten, specialisatie

Voor meer informatie over de definities van structuur-, proces- en

uitkomstindicatoren, zie bijv. dit rapport pagina 10 e.v.

(23)

23

© 2018 KPMG Advisory N.V., Alle rechten voorbehouden.

Ervaringsuitkomsten: toekomstschets PREM

3. Toekomstschets

Het doel van de PREM is om de patiënt te bevragen of volgens de patiënt, het doorlopen traject heeft bijgedragen aan zijn doelen. De PREM is

daarmee een middel dat goed gebruikt kan worden om aansluiting te zoeken bij de gewenste inbedding van positieve gezondheid door de PREM-vragen hierop aan te sluiten. De PREM bestaat uit een beknopt aantal vragen (maximaal 10 bijvoorbeeld) en wordt gestructureerd uitgevraagd via een software-applicatie die de zorgverlener minimale lasten oplevert. Per beroepsgroep kunnen andere vragen relevant zijn. De beroepsgroep is op basis van inhoudelijke kennis leidend in het vaststellen van deze vragen.

Tripartiet draagvlak is erg belangrijk. Daarom is het van belang dat de beroepsgroepen, Patiëntenfederatie en verzekeraars elkaar betrekken in de vervolgstappen en daar tijd voor vrijmaken.

Er loopt momenteel een traject gericht op verdere ontwikkeling en toepassing van de PREM (uitgevoerd door Equalis). Omdat dit traject al loopt nemen we hier slechts een beperkte toekomstschets voor de PREM op gericht op draagvlak voor de afspraken rondom het instrument. De

toekomstschets betreft een aanbeveling.

Dit betekent voor alle partijen dat zij:

― Beoordelen in welke mate zij de bestaande PREMs in de toekomst willen doorontwikkelen door de focus op positieve gezondheid explicieter terug te laten komen;

― Afspraken hebben over het investeren in ontwikkelen en onderhouden van het instrument (inclusief passende IT-infrastructuur en software);

― Elkaar actief betrekken bij ontwikkelingen en in de tijdsplanning van vervolgstappen rekening houden met voldoende ruimte voor consultatie, overleg e.d.;

― Afspraken maken over het uitzetten van de PREM: streefwaarde m.b.t.

de reikwijdte (streefwaarde is niet gelijk aan minimale response rate),

frequentie van uitzetten.

Dit betekent voor zorgverleners/de beroepsgroep dat zij:

― Een softwareomgeving gebruiken die delen en

vergelijken/benchmarken faciliteert en voor de zorgprofessional zo min mogelijk administratieve lasten betekent;

― Binnen de praktijk en binnen de eigen beroepsgroep op regelmatige basis met elkaar in gesprek gaan over de uitkomsten en daarmee de uitkomsten actief gebruiken om te leren en verbeteren;

― Behandelaars ondersteunen bij het gebruiken van de uitkomsten;

― De uitkomsten delen via ZorgkaartNederland en via de website van praktijken/behandelaars;

― De uitkomsten delen met de zorgverzekeraars.

Dit betekent voor zorgverzekeraars dat zij:

― De uitkomsten van de PREM en PROM op vaste momenten en op gestandaardiseerde wijze ontvangen en die indien gewenst door zorgprofessional voorzien is van een toelichting;

― Op basis van de uitkomsten bij de beroepsgroep en/of de individuele praktijk of zorgverlener, om achtergrond bij het cijfer kunnen vragen;

― Uitkomsten van de PREM en PROM kunnen gebruiken om te differentiëren in het inkoopproces;

― Allen hetzelfde hulpmiddel/instrument gebruiken en geen andere eisen stellen m.b.t. gebruik PREM.

Dit betekent voor patiënten dat zij:

― Via ZorgkaartNederland (of een vergelijkbaar medium) en de website van de praktijk of zorgverlener informatie over de PREM en PROM kunnen inzien op het niveau van de individuele zorgverlener;

― Bij de zorgverzekeraar advies kunnen inwinnen over patiëntervaringen.

PREM

(24)

Ervaringsuitkomsten: toekomstschets PROM

3. Toekomstschets

Een PROM geeft inzicht in de kwaliteit van de zorgverlening volgens de patiënt. Een PROM bevat vragen aan patiënten over de gezondheid van de patiënt. Denk hierbij aan de mate van pijn, vermoeidheid en het herstel van functie. Per beroepsgroep maar ook per zorgvraag of aandoening kunnen andere vragen relevant zijn. Het is dan ook goed denkbaar met meerdere PROMs te werken (mono- en multidisciplinair, generiek en specifiek).

Tripartiet draagvlak is belangrijk. Daarom is het van belang dat de beroeps- groepen, Patiëntenfederatie en verzekeraars elkaar betrekken in de vervolgstappen en daar tijd voor vrijmaken. De toekomstschets betreft een aanbeveling.

Dit betekent voor alle partijen dat zij:

― Afspraken hebben over het delen van de uitkomsten/inzichten volgend uit de PROM(s) en deze blijven evalueren/bijstellen;

― Afspraken hebben over het investeren in ontwikkelen en onderhouden van het instrument (inclusief passende IT-infrastructuur en software);

― Waar mogelijk aansluiten bij andere sectoren om te onderzoeken in welke mate multidisciplinaire PROM(s) ontwikkeld kunnen worden;

― Elkaar actief betrekken bij ontwikkelingen en in de tijdsplanning van vervolgstappen rekening houden met voldoende ruimte voor consultatie, overleg e.d.;

― Afspraken maken over het uitzetten van de PROM: streefwaarde m.b.t.

de reikwijdte (streefwaarde is niet gelijk aan minimale response rate), frequentie van uitzetten.

Dit betekent voor zorgverleners/de beroepsgroep dat zij:

― Afspraken hebben over de invulling van PROM(s) per beroepsgroep (keuze voor PROM per aandoening en/of beroepsgroepbreed, inhoudelijke uitlijning, doorontwikkeling vragen in lijn met positieve gezondheid) en deze jaarlijks evalueren/bijstellen;

― Waar passend, aansluiting zoeken bij PROM in andere sectoren (waar passend op aandoeningsniveau);

― Een streefwaarde voor de response rate bespreken met de

zorgverzekeraar en met de Patiëntenfederatie in gesprek gaan over het uitdragen van het belang van respons onder patiënten (NB:

streefwaarde is niet gelijk aan minimum response rate als harde eis);

― Een softwareomgeving gebruiken die delen en

vergelijken/benchmarken faciliteert en voor de zorgprofessional zo min mogelijk administratieve lasten betekent;

― Binnen de praktijk en binnen de eigen beroepsgroep op regelmatige basis met elkaar in gesprek gaan over de uitkomsten en daarmee de uitkomsten actief gebruiken om te leren en verbeteren;

― De behandelaars ondersteunen in het gebruiken van de uitkomsten;

― De uitkomsten delen via ZorgkaartNederland en via de website van praktijken/behandelaars;

― De uitkomsten delen met de zorgverzekeraars.

Dit betekent voor zorgverzekeraars dat zij:

― De uitkomsten van de PROM op vaste momenten en op

gestandaardiseerde wijze ontvangen en die indien gewenst door zorgprofessional voorzien is van een toelichting;

― Op basis van de uitkomsten bij de beroepsgroep en/of de individuele praktijk of zorgverlener, om achtergrond bij het cijfer kunnen vragen;

― Uitkomsten van de PROM kunnen gebruiken om te differentiëren in het inkoopproces;

― Allen hetzelfde hulpmiddel/instrument gebruiken en geen andere eisen stellen m.b.t. gebruik PROM.

Dit betekent voor patiënten dat zij:

― Via ZorgkaartNederland (of een vergelijkbaar medium) en de website van de praktijk of zorgverlener informatie over de PREM en PROM kunnen inzien op het niveau van de individuele zorgverlener;

― Bij de zorgverzekeraar advies kunnen inwinnen over patiëntervaringen.

PROM

(25)

25

© 2018 KPMG Advisory N.V., Alle rechten voorbehouden.

Klinische uitkomsten: toekomstschets

3. Toekomstschets

Klinische uitkomsten geven inzicht in de mate van doelbereik direct gerelateerd aan de resultaten van een behandeling. In geval van de paramedische zorg kan dit gaan over het al dan niet optreden van

complicaties (een onbedoelde of ongewenste gebeurtenis tijdens of volgend op de behandeling) en recidive (terugkeren van klachten). Het kan ook gaan over het voorkomen van een operatie, medicatiegebruik gelijktijdig aan de behandeling of behandeling bij meerdere zorgverleners/disciplines gelijktijdig.

Deze kunnen bijgehouden worden door middel van een registratie. De registratie kan ondersteunen bij de doelen leren en verbeteren en zorginkoop.

De partijen willen de mogelijkheden van klinische uitkomsten nog nader onderzoeken, daarom focust de toekomstschets op nader onderzoek. De toekomstschets betreft een aanbeveling.

Dit betekent voor de beroepsgroep en zorgverzekeraars dat zij:

― In gezamenlijkheid onderzoeken in welke mate het gebruik van klinische uitkomstmaten van toegevoegde waarde is voor het gesprek over kwaliteit;

― Afspraken hebben over het type klinische uitkomsten dat relevant is voor de beroepsgroep. In dit onderzoek zijn complicatie- en

recidiveregistratie alleen besproken in de context van de huidtherapie (beiden relevant) en de oefentherapie (recidive relevant).

- Let op: het is goed denkbaar dat dit niet voor alle beroepsgroepen een relevante uitkomstmaat is. Het is dan ook goed mogelijk om ervoor te kiezen dit voor beroepsgroepen niet te doen. Zie ook het ontwikkeladvies in hoofdstuk 4 voor beroepsgroepspecifieke aandachtspunten, die focust op het per beroepsgroep onderzoeken van de wensen en mogelijkheden.

― Een goede afweging maken van de kosten en de baten van registratie

van klinische uitkomsten. In geval van een positieve uitkomst zijn afspraken nodig over de invulling (bijvoorbeeld de gehanteerde categorisering) en een proces omtrent evalueren/bijstellen;

― Afspraken hebben over het delen van de uitkomsten/inzichten volgend uit de registraties en deze blijven evalueren/bijstellen;

― Afspraken hebben over het investeren in het ontwikkelen en

onderhouden van een eventueel instrument/registratie (wie doet het onderhoud, inclusief passende IT-infrastructuur en software).

Dit betekent voor zorgverleners/de beroepsgroep dat zij:

― Klinische uitkomsten waar passend registreren volgens een gestandaardiseerde methode;

― Een softwareomgeving gebruiken die delen en vergelijken/benchmarken faciliteert.

Dit betekent voor zorgverzekeraars dat zij:

― Allen dezelfde categorisering van klinische uitkomsten gebruiken;

― De informatie op vaste momenten en gestandaardiseerde wijze ontvangen;

― Geen aanvullende eisen stellen voor het registreren van klinische uitkomsten.

Voor patiënten heeft het gebruik van klinische uitkomsten geen directe impact.

Klinische uitkomsten

(26)

Inzicht in doelmatigheid en praktijkvariatie: toekomstschets

3. Toekomstschets

Een resultatenindex geeft inzicht in de resultaten per (type) behandeling en de spreiding tussen de verschillende zorgverleners ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Momenteel wordt gewerkt met een behandelindex (fysiotherapie loopt, logopedie en oefentherapie is in ontwikkeling) die inzicht geeft in hoeveel wordt behandeld ten opzichte van andere praktijken

(rekening houdend met een casemixcorrectie). Een resultatenindex is geen behandelindex: er wordt gekeken naar het resultaat (de uitkomst) en niet alleen naar het aantal behandelingen (een procesmaat). Het kan dus een beeld geven van doelmatigheid en praktijkvariatie. Voor een zinvolle resultatenindex is het van belang om een minimaal volume in zowel het aantal patiëntentrajecten (op aandoeningenniveau) als de aanspraak te hanteren. Bij een kleine aanspraak zal per definitie weinig sprake zijn van praktijkvariatie en variatie in doelmatigheid. Daarom geven we in hoofdstuk 4 per beroepsgroep aan waar wel/geen relevantie wordt gezien.

De resultatenindex wordt op het moment besproken in een separate werkgroep (alleen voor fysiotherapie). Het advies in dit onderzoek is hierbij aan te sluiten met als doel gebruik te maken van de resultatenindex t.b.v.

leren en verbeteren, keuze-informatie voor de patiënt en zorginkoop. De toekomstschets betreft een aanbeveling.

Dit betekent voor de beroepsgroep en zorgverzekeraars dat zij:

― Afspreken voor welke beroepsgroepen een resultatenindex geen toegevoegde waarde biedt (op aandoeningenniveau);

― Afspraken hebben over hoe de index berekend (welke broninformatie) en beheerd wordt en deze (bijvoorbeeld) jaarlijks evalueren/bijstellen;

― Deze afspraken zo veel als mogelijk baseren op reeds bestaande bronnen en hergebruik (zoals PROM en PREM, zie ook eerder in dit rapport);

― Afspraken hebben over het delen van de uitkomsten/inzichten volgend uit de indexen (op proces/software en inhoud) en deze driejaarlijks of wanneer nodig evalueren/bijstellen.

Dit betekent voor zorgverleners/de beroepsgroep dat zij:

― Via registraties informatie aandragen over behandelingen en behaalde resultaten (in aansluiting met de samen met verzekeraars vastgestelde broninformatie);

― De informatie binnen de beroepsgroep gebruiken om het leren en verbeteren te faciliteren. Voor beroepsgroepen waar een

resultatenindex geen toegevoegde waarde biedt kan onderzocht worden in welke mate op een andere manier invulling gegeven kan worden aan inzicht in praktijkvariatie en doelmatigheid (bijvoorbeeld door meerjarig onderzoek in plaats van vergelijkend onderzoek).

Dit betekent voor zorgverzekeraars dat zij:

― Allen dezelfde resultatenindex gebruiken en alleen voor de

beroepsgroepen en/of aandoeningen waarvoor dat is afgesproken met de beroepsgroepen;

― Geen behandelindex gebruiken (wanneer resultatenindex als valide instrument toegepast kan worden en erkend wordt);

― Alle dezelfde methodiek gebruiken bij het berekenen van de

resultatenindex (bijvoorbeeld individuele zorgverlener/praktijk t.o.v. het landelijk gemiddelde op aandoeningenniveau).

Dit betekent voor patiënten dat zij:

― Via ZorgkaartNederland en de website van de praktijk of zorgverlener informatie over de behaalde resultaten van de zorgverlener kunnen inzien;

― Bij de zorgverzekeraar advies kunnen inwinnen over doelmatigheid en praktijkvariatie.

Resultatenindex

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor fysiotherapie en logopedie past Zorg en Zekerheid binnen de instellingen en ziekenhuizen geen gedifferentieerde inkoop toe. Voor deze aanbieders gelden uitsluitend

Daarnaast is het verwerken van nieuwe verzoeken niet eenvoudig en de andere afdelingen in de organisatie kunnen denken dat ze niet belangrijk zijn voor de postafdeling.. 2

De zorgaanbieder informeert de patiënt/verzekerde voor aanvang behandeling indien uit de verzekerings- voorwaarden blijkt dat de verzekerde, op basis van de informatie waarover

ondernemerschap omdat daar is even gewoon iets minder ruimte voor want het moet gewoon even rustig worden hier, maar ten alle tijden staat teamwork wel voorop want omdat voor mij

Praktijken met een overeenkomst Fysiotherapie met ingangsdatum 1 januari 2020, die over de behandelperiode januari 2020 tot en met juli 2020 geen zorg gedeclareerd hebben,

Het inhalen van gezondheidsonderzoeken voor de cohorten 2014 en 2015 (de 5/6- jarigen) die door corona niet zijn doorgegaan in de periode maart 2020 t/m augustus 2021 met

Het klopt dat we goed zijn in het redden van mensen, maar we laten het veel te vaak te ver komen door onvoldoende preventie.’.. U geeft het voorbeeld van de griepvaccinatie:

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende