• No results found

Inspectierapport Kinderdagverblijf Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan PZ ZANDVOORT Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Kinderdagverblijf Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan PZ ZANDVOORT Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Kinderdagverblijf Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan 101 2042PZ ZANDVOORT

Registratienummer 104229998

Toezichthouder: GGD Kennemerland

In opdracht van gemeente: Zandvoort

Datum inspectie: 29-09-2015

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek

Status: Afegesloten

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 5

Ouderrecht ... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

3 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-09-2015

Kinderdagverblijf Pippeloentje te ZANDVOORT

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd tweede jaarlijkse onderzoek.

Beschouwing

Op 29 september 2015 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van de gemeente Zandvoort, een onaangekondigd tweede onderzoek uitgevoerd bij KDV Pippeloentje in Zandvoort. Dit onderzoek is een vervolg op het jaarlijkse onderzoek uitgevoerd op 9 april 2015.

Tijdens dit risicogestuurde inspectiebezoek zijn een aantal items en voorwaarden (die verder zijn uitgewerkt in dit rapport) uit de Wet Kinderopvang getoetst.

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

KDV Pippeloentje biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar in 3 stamgroepen. De locatie staat geregistreerd in het LRKP met 35 kindplaatsen.

De organisatie, Stichting Kinderdagverblijven Pippeloentje Pluk, heeft 2 kinderdagverblijven in Zandvoort, KDV Pippeloentje en KDV Pluk.

Inspectiegeschiedenis

Tijdens de inspectie van 9 april 2015 is gebleken dat er niet werd voldaan aan de volgende voorwaarden;

 Het pedagogisch beleid voldeed niet volledig aan de gestelde voorwaarden.

 Twee medewerkers hadden een verklaring omtrent gedrag die niet voldeed aan de gestelde eisen.

 Op de peutergroep kwam het voor dat de maximale groepsgrootte van 16 kinderen werd overschreden.

 De beroepskracht-kindratio werd overschreden op een aantal dagen.

 De oudercommissie gaf aan niet op de hoogte te zijn van de klachtenregeling oudercommissie.

Op dit moment voldoet KDV Pippeloentje wederom niet volledig aan de getoetste items en voorwaarden uit de Wet Kinderopvang;

 Er wordt niet volledig voldaan aan de beroepskracht-kindratio.

Zie voor een nadere toelichting bij het betreffende item in het inspectierapport.

De houder heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen en deze is ongewijzigd toegevoegd aan het inspectierapport.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Tijdens het jaarlijkse onderzoek uitgevoerd op 9 april 2015 is gebleken dat er niet aan alle gestelde voorwaarden van het item Pedagogisch beleid werd voldaan.

Tijdens dit tweede deel van het jaarlijkse onderzoek zijn deze voorwaarden nogmaals getoetst.

Pedagogisch beleid

De houder heeft het pedagogisch beleidsplan aangepast en deze naar de toezichthouder gestuurd.

Er is een 'pedagogisch beleid SKIP 2015' opgesteld.

Het aangepaste pedagogische beleidsplan voldoet aan de gestelde voorwaarden.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (directeur)

 Pedagogisch beleidsplan (SKIP, 2015)

(5)

5 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-09-2015

Kinderdagverblijf Pippeloentje te ZANDVOORT

Personeel en groepen

Tijdens het jaarlijkse onderzoek uitgevoerd op 9 april 2015 is gebleken dat er niet voldaan werd aan alle items van het domein Personeel en groepen.

Tijdens dit tweede deel van het jaarlijkse onderzoek zijn deze items nogmaals getoetst.

Verklaring omtrent het gedrag

Tijdens het jaarlijkse onderzoek uitgevoerd op 9 april 2015 is gebleken dat twee medewerkers, de groepshulp en een administratieve medewerker, over een VOG beschikten die niet voldeed aan de gestelde eisen.

De houder heeft voor beide medewerkers een nieuwe VOG aangevraagd. Beide VOG's voldoen aan de gestelde eisen.

Opvang in groepen

Tijdens de jaarlijkse onderzoeken van 13 oktober 2014 en 9 april 2015 is gebleken dat er op de peutergroep meer kinderen werden opgevangen dan de maximaal toegestane omvang van de stamgroep.

Tijdens dit tweede deel van het jaarlijkse onderzoek blijkt dat er voldaan wordt aan de maximaal toegestane omvang van de stamgroep. Er worden niet meer dan 16 kinderen opgevangen op de peutergroep.

Dit blijkt uit;

 een gesprek met de beroepskracht van de peutergroep,

 het plaatsingsoverzicht van de kinderen wat op de peutergroep hangt,

 de presentielijsten van de kinderen van de peutergroep van augustus e n september.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens het jaarlijkse onderzoek van 9 april 2015 is uit een steekproef gebleken dat er niet volledig aan de beroepskracht-kindratio werd voldaan.

Tijdens dit onderzoek heeft de toezichthouder de beroepskracht-kindratio getoetst van week 34 t/m week 40.

Uit deze steekproef van de personeelsroosters en de presentielijsten van de kinderen blijkt dat er niet volledig aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan.

De toezichthouder heeft het volgende geconstateerd;

 Op maandag 24 en maandagmorgen 31 augustus worden er 12 kinderen in de leeftijd van 1 tot 3 jaar opgevangen op de dreumesgroep en er worden twee beroepskrachten ingezet.

Volgens de beroepskracht-kindratio moeten er drie beroepskrachten ingezet worden. In de categorie van 1 tot 3 jaar mogen 2 beroepskrachten tot en met 11 kinderen opvangen.

(6)

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (directeur)

 Interview anderen (beroepskrachten)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Plaatsingslijsten (Overzicht van de kinderen op de peutergroep)

 Presentielijsten (week 34 t/m 40)

 Personeelsrooster (week 34 t/m 40)

(7)

7 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-09-2015

Kinderdagverblijf Pippeloentje te ZANDVOORT

Ouderrecht

Tijdens het jaarlijkse onderzoek van 9 april 2015 is gebleken dat de oudercommissie in de door hen ingevulde vragenlijst aangaf niet op de hoogte te zijn van de klachtenregeling oudercommissie.

Deze voorwaarde is tijdens dit tweede deel van het jaarlijks e onderzoek nogmaals getoetst.

Klachten

Uit een gesprek met de houder en een telefonisch contact met de voorzitter van de

oudercommissie blijkt dat de houder op passende wijze de klachtenregeling oudercommissie onder de aandacht heeft gebracht. De oudercommissie heeft de klachtenregeling oudercommissie

ontvangen na het jaarlijkse onderzoek van 9 april 2015.

Tijdens een overleg met de oudercommissie op 21 oktober zal de houder de klachtenregeling oudercommissie nogmaals onder de aandacht brengen.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (directeur)

 Interview anderen (telefonisch contact voorzitter oudercommissie)

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Ouderrecht

Klachten

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.

(art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(9)

9 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-09-2015

Kinderdagverblijf Pippeloentje te ZANDVOORT

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Kinderdagverblijf Pippeloentje

Website : http://www.pippeloentje-pluk.nl

Aantal kindplaatsen : 35

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting Kinderdagverblijven Pippeloentje-Pluk

Adres houder : Burgemeester Nawijnlaan 101

Postcode en plaats : 2042PZ ZANDVOORT

KvK nummer : 41224309

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Kennemerland

Adres : Postbus 5514

Postcode en plaats : 2000GM HAARLEM

Telefoonnummer : 023-7891613

Onderzoek uitgevoerd door : P.R. Schurer Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Zandvoort

Adres : Postbus 2

Postcode en plaats : 2040AA ZANDVOORT

Planning

Datum inspectie : 29-09-2015

Opstellen concept inspectierapport : 21-10-2015 Vaststelling inspectierapport : 05-11-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 05-11-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 05-11-2015 Openbaar maken inspectierapport : 06-11-2015

(10)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Allereerst wil ik op deze plek wat uitleg geven over ons huidige wenbeleid. Nieuwe kinderen en hun ouders krijgen bij ons alle tijd om volgens een rustig opbouwschema te kunnen wennen aan een dagje bij ons op het kinderdagverblijf.

Dit geldt ook intern als kinderen van de ene leeftijdsgroep naar de andere overgaan. Eerst een kijkje op de nieuwe groep, dan een of twee spelmomenten en tenslotte een dagdeel inclusief eten of slapen. Dit proces duurt ongeveer 2 weken en maakt dat de overgang soepel verloopt en niet teveel stress oplevert voor de kinderen. Natuurlijk wordt rekening gehouden met de aard van het kind, de groepssamenstelling en gaat alles in goed overleg met de ouders. Zij krijgen een

gesprekje met een van de pedagogisch medewerkers van de nieuwe groep, informatie over de groep en het afgesproken wenschema op papier.

Op maandagmorgen 24 augustus gingen (volgens dit wenbeleid) 2 dreumesen een ochtendje op de peutergroep spelen. Hierdoor werden er daadwerkelijk slechts 10 kinderen opgevangen op de dreumesgroep en niet 12 zoals de GGD op papier constateerde. Op de peutergroep was die ochtend rekening gehouden met 2 ‘extra’ kinderen.

Wij zijn er echter door de GGD op gewezen dat er een recente uitspraak ligt van de rechtbank in Brabant over het wenbeleid (april 2015). Daarin wordt bepaald dat, wanneer kinderen een dagdeel wennen op een andere groep, zij zowel op de oude als op de nieuwe groep meegeteld moeten worden. Dit wordt geëist omdat zodoende de kinderen te allen tijde terug kunnen naar hun oude groep en in dat geval alsnog voldaan wordt aan de beroepskracht-kindratio.

Omdat wij een klein kinderdagverblijf zijn en het wennen bij ons altijd gebeurt onder vertrouwde omstandigheden voor de kinderen, komt dit voortijdig terugplaatsen niet voor. Wij hadden er daarom ook geen rekening mee gehouden in de planning: de kinderen telden we die ochtend bij de peutergroep en niet bij de dreumesgroep. Natuurlijk zullen we dit (met de huidige wetenschap over de hantering van de wet) in het vervolg wel gaan doen.

Het lijkt tegenstrijdig dat deze rechterlijke uitspraak niet geldt voor kortere spelmomenten; dan hoeft een kind blijkbaar niet op beide groepen meegeteld te worden.

Hoewel uitgebreid wennen, zoals dat in ons pedagogisch beleid beschreven staat, hierdoor lastiger wordt, blijven we toch achter onze wijze van werken staan. Ieder kind moet zich de sfeer en het ritme van de groep eigen kunnen maken in een tempo dat past bij het kind. Onze planning zullen we hierop aanpassen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

Als één pedagogisch medewerker binnen blijft met een aantal kinderen en een andere pedagogisch medewerker naar buiten gaat met een aantal kinderen dan kunnen de kinderen zelf

De houder van het kindercentrum heeft voor het personeel een meldcode vastgesteld waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt

- de verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in een stamgroep wordt bepaald op grond van tabel 1 in bijlage 1, onderdeel

De emotionele veiligheid van de kinderen tijdens deze activiteiten is gewaarborgd doordat kinderen altijd terug kunnen naar hun eigen groep en doordat ze begeleid worden bij

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

Tijdens de jaarlijkse onderzoeken uitgevoerd op 8 januari en 9 juli 2015 is gebleken dat er niet volledig werd voldaan aan één van de gestelde voorwaarden van het

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang