• No results found

*smith&nephew RENASYS TOUCH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "*smith&nephew RENASYS TOUCH"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Home Healthcare User Manual REF 66801280

*smith&nephew RENASYS™ TOUCH

Negative Pressure Wound Therapy

(2)

Healthcare provider's name:

Healthcare provider's telephone number:

Healthcare provider's mobile number:

To avoid the risk of misuse, healthcare providers should train the patient on the system topics in this manual, which are denoted by an asterisk ( * ) in the table of contents.

(3)

Gebruikershandleiding voor particulier gebruik REF 66801280

Inhoudsopgave

1. Inleiding ...

...

...

281 2. Wanneer het apparaat wel of

niet mag worden gebruikt 284

Indicaties voor gebruik ...284

Contra-indicaties ...284

Waarschuwingen * ...285

Voorzorgsmaatregelen * ...286

3. Kenmerken van RENASYS TOUCH systeem 288 Overzicht van apparaat en canister ... 288

Juist gebruik/juiste oriëntatie ... 289

... 290

Werking voeding en accu ...292

4. Bediening van RENASYS TOUCH apparaat ... 292

Apparaat in-/uitschakelen ... 293

Aanraakscherm RENASYS TOUCH ...294

Therapie starten ...296

Apparaat vergrendelen/ontgrendelen ...298

Instellingen, logboek en help ... 301

5. Systeem opstellen * ... 301

Uw verband losmaken ...302

Canister vervangen ...303 Uw verband opnieuw aansluiten

*smith&nephew RENASYS™ TOUCH

Negatieve druktherapie

(4)

6. Alarmen en probleemoplossing *...304

Alarm vacuüm te hoog ...306

Alarm hoog vacuüm ...306

Alarm laag vacuüm ...307

Alarm lek ...308

Alarm verstopping ...309

Alarm canister vol ...310

Alarm accu bijna leeg ...310

Alarm kritiek accuniveau ... 311

Alarm accu defectc ... 311

Apparaat defect ... 312

Inactief ... 312

Jaarlijks onderhoud ... 313

7. Accessoires * ... 314

Draaghoes ... 314

Draagriemen ... 316

Infuusstandaard/bedklem ... 317

8. Reiniging, onderhoud en verwachte levensduur... 318

9. Technische specificaties ... 318

10. Waarschuwingen en verklaringen ...319

11. Verklarende lijst van pictogrammen en symbolen...320

12. Contactinformatie ...548

Inhoudsopgave (vervolg)

(5)

1. Inleiding

Deze RENASYS™ TOUCH gebruikershandleiding voor particulier gebruik biedt u belangrijke informatie met betrekking tot het Smith & Nephew RENASYS TOUCH systeem voor negatieve druktherapie (NDT).

Dit systeem is u voorgeschreven door een opgeleide en bevoegde zorgverlener. Deze gebruikershandleiding voor gebruik in de

thuiszorg dient als hulpmiddel bij het gebruik en controleren van uw apparaat.

Het RENASYS TOUCH apparaat (REF 66801280) mag alleen met compatibele RENASYS producten van Smith & Nephew worden gebruikt.

(6)

Wat is RENASYS™ TOUCH negatieve druktherapie (NDT)?

RENASYS TOUCH is een therapiesysteem dat op uw wond wordt

aangebracht ter bevordering van de wondgenezing door verwijdering van vloeistof, waaronder wondexsudaat en infectieuze materialen. Deze therapie voor wondverzorging wordt zowel in ziekenhuizen als in de thuiszorg veel gebruikt.

Hoe werkt het?

Het RENASYS TOUCH systeem bestaat uit een apparaat, een canister en een wondverbandset.

Het verband wordt op het wondbed aangebracht en afgedekt met

doorzichtige folie. Zodra het verband is afgedicht, wordt het op het apparaat aangesloten door middel van een slang en een canister. Het apparaat onttrekt vervolgens de vloeistof aan de wond en voert de vloeistof af naar de canister terwijl de doorzichtige folie ervoor zorgt dat er geen bacteriën het verband kunnen binnendringen.

Het RENASYS TOUCH apparaat is elektrisch en kan op een stopcontact worden aangesloten of 8 tot 12 uur op de interne accu werken, zodat de gebruiker vrijer kan bewegen.

Hoeveel uur per dag moet u de therapie toepassen?

We raden u aan het apparaat te allen tijde ingeschakeld te laten en therapie toe te laten dienen of dit te gebruiken zoals door uw zorgverlener is

voorgeschreven om het grootste voordeel te halen uit de therapie.

Hoe lang duurt het voordat er verbetering van uw wond optreedt?

Hoe lang het duurt voordat de therapie voor verbetering van de wond zorgt, verschilt per patiënt. Het is afhankelijk van uw algemene conditie, de grootte van de wond, het wondtype en de behandeling die u is voorgeschreven. In veel gevallen is na de eerste verwisseling van het verband al verbetering zichtbaar, maar in sommige gevallen kan het enkele weken duren voordat er een verbetering optreedt. De therapie kan worden gebruikt om de wond volledig te sluiten of kan eerder worden gestopt en worden vervangen door een ander soort verband. Als er geen verbetering van uw wond optreedt,

(7)

kan de therapie worden gestopt. Uw zorgverlener bespreekt met u wanneer en waarom het gebruik van dit apparaat wordt gestopt op basis van de beoordeling van uw wond.

Is het pijnlijk?

Wanneer de therapie wordt ingeschakeld en het verband naar beneden trekt op de wond, ervaart u mogelijk een trekkend gevoel, maar de therapie hoort niet pijnlijk te zijn.

Neem contact op met uw zorgverlener als u pijn voelt. Hij/zij zal de

instellingen van uw apparaat wijzigen of medicatie ter verlichting van de pijn voorschrijven.

Hoe vaak moet het verband worden verwisseld?

Het verband wordt doorgaans 2–3 keer per week verwisseld; in sommige gevallen vaker. Dit is afhankelijk van de grootte, het type en de plaats van de wond en de hoeveelheid vocht die wordt afgezogen. Uw zorgverlener

bepaalt hoe vaak uw verband moet worden verwisseld.

Alle verbandverwisselingen moeten door een opgeleide zorgverlener worden uitgevoerd.

Doet het verwisselen van het verband pijn?

Sommige mensen ervaren mogelijk enig ongemak tijdens het verwisselen van het verband en vooral tijdens het reinigen van de wond. Vertel het uw zorgverlener als u ongemak ervaart. Hij/zij zal de instellingen van uw apparaat wijzigen of medicatie ter verlichting van het ongemak voorschrijven.

Kunt u rondlopen terwijl de therapie wordt toegepast?

Patiënten die gebruikmaken van de therapie kunnen doorgaans rondlopen, maar dit is afhankelijk van de plaats van de wond en de aanbevelingen van uw zorgverlener. Als u kunt rondlopen, kan de stekker van het apparaat worden losgekoppeld. Het apparaat kan 8 tot 12 uur op de interne accu werken.

(8)

2. Wanneer het apparaat wel of niet mag worden gebruikt

Wanneer dit apparaat mag worden gebruikt (indicaties voor gebruik)

RENASYS™ TOUCH is geïndiceerd voor patiënten die baat kunnen hebben bij het gebruik van een afzuigapparaat (negatieve druktherapie; NDT) ter bevordering van de wondgenezing door verwijdering van vloeistof, waaronder wondexsudaat en infectieuze materialen.

Geschikt voor gebruik op de volgende wonden:

• Chronische wonden

• Acute wonden

• Traumawonden

• Subacute en dehiscente wonden

• Ulcera (zoals een decubituswond of diabetisch ulcus)

• Tweedegraads brandwonden

• Flappen en transplantaten

Wanneer het apparaat niet mag worden gebruikt (contra-indicaties)

RENASYS TOUCH mag niet worden gebruikt op de volgende wonden:

• Onbehandelde osteomyelitis

• Blootliggende slagaders, aders, organen of zenuwen

• Necrotisch weefsel waarbij een korst aanwezig is

• Snijvlakken van de wond die niet vrij zijn van maligne cellen (met uitzondering van palliatieve zorg ter verbetering van de

levenskwaliteit)

• Niet-enterische en niet-onderzochte fistels

• Anastomotische gebieden

(9)

Hoogte van de wond

Waarschuwingen

1. Dit product dient alleen te worden gebruikt zoals door uw

zorgverlener is voorgeschreven. Gebruik het product niet bij iemand anders dan de patiënt voor wie het product is voorgeschreven.

2. Controleer uw verband en apparaat tijdens het gebruik regelmatig.

Neem contact op met uw zorgverlener als er sprake is van

toegenomen bloeding, een verandering in de kleur van de vloeistof of pijn.

3. Stop de therapie en neem onmiddellijk contact op met uw zorgverlener als u bloed in de canister waarneemt.

4. De canister is afgesloten en kan een pakket bevatten waarmee het wondvocht in gel verandert. Het apparaat en de canister dienen buiten bereik van kinderen en huisdieren te worden gehouden.

5. Raadpleeg het gedeelte Alarmen en probleemoplossing in deze gebruikershandleiding voor particulier gebruik voor hulp bij het oplossen van alarmen.

6. Raadpleeg het gedeelte Systeem opstellen in deze

gebruikershandleiding voor particulier gebruik of neem contact op met uw zorgverlener als het verband los aanvoelt of los lijkt te zitten.

7. Neem contact op met uw zorgverlener als uw wond er roder uitziet dan gewoonlijk, vies ruikt of als de huid rondom uw wond er rood of geïrriteerd uitziet.

8. Plaats het apparaat en de slang op een vlakke ondergrond bij of onder de wond. Dit zorgt ervoor dat het voorgeschreven

therapieniveau wordt toegediend.

9. Gebruik het apparaat niet in de

buurt van een zuurstoftank of zuurstofgenerator vanwege explosiegevaar.

10. Probeer het verband niet zelf te verwijderen of te verwisselen. Dit moet uw zorgverlener voor u doen.

(10)

Voorzorgsmaatregelen

1. Wijzig de therapie-instellingen van het apparaat niet. De instellingen zijn voorgeschreven door uw zorgverlener.

2. De snoeren en slang kunnen wurging veroorzaken. Houd deze uit de buurt van uw hoofd en nek en voorkom dat de slang om kinderen of dieren heen wordt geplaatst.

3. Voor de juiste toediening van de voorgeschreven therapie mag de canisterslang niet gedraaid, verstrikt of geknikt zijn.

4. Onderbreek de therapie voordat u een douche of bad neemt, koppel vervolgens de quick click connector van de canisterslang los van de quick click connector van het verband en sluit de afsluitdoppen van beide connectors. Het apparaat en de voedingsbron zijn elektronisch en mogen niet aan water worden blootgesteld. Schakel het apparaat uit en neem contact op met uw zorgverlener wanneer water of andere

(11)

vloeistoffen het apparaat zijn binnengedrongen.

5. Gebruik de voedingsbron of het netsnoer niet als deze zijn beschadigd of als de draden zijn gerafeld of blootliggen; u moet het apparaat op de interne accu laten werken. Neem contact op met uw zorgverlener voor een vervangende voedingsbron of een vervangend netsnoer.

6. De voedingsbron kan warm worden tijdens het opladen van het apparaat. Plaats de voedingsbron tijdens het opladen niet dicht bij uw lichaam of onder dekens of kleding.

7. Het RENASYS™ TOUCH apparaat dient alleen te worden gebruikt met erkende onderdelen van Smith & Nephew. Het gebruik van andere producten samen met het RENASYS TOUCH apparaat is niet veilig of effectief bevonden.

8. Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond. Wanneer het op een ongelijke ondergrond wordt geplaatst, kan het apparaat uit balans raken doordat de canister met vloeistof wordt gevuld.

(12)

3. Kenmerken van RENASYS™ TOUCH systeem Overzicht van apparaat en canister

Therapie starten/onderbreken

Statusindicator

Vergrendelen/

ontgrendelen Aan/uit-knop

Canisterslang Quick click connectors

met afsluitdoppen

Rubberen

noppen Kijkvenster

Aanraakscherm

Opmerking: Wanneer de therapie wordt ingeschakeld, brandt de statusindicator groen. Wanneer er een alarm optreedt, brandt de statusindicator geel

(13)

Alleen canisters van 300 ml Canisters van 300 ml of 800 ml met klem en draagriem

Juist gebruik/juiste oriëntatie

Het apparaat moet tijdens het toedienen van therapie rechtop worden geplaatst op een harde, vlakke ondergrond. RENASYS™ TOUCH kan worden gebruikt met canisters van 300 ml of 800 ml. De canister van 300 ml heeft rubberen noppen en een standaard die u kunt openen voor extra stabiliteit en om de kijkhoek te wijzigen. De canister van 800 ml heeft geen rubberen noppen of standaard en moet aan de draagriemen worden opgehangen aan de infuusstandaard/bedklem.

(14)

Canisters van 300 ml en 800 ml Canisters van 300 ml en 800 ml

Voedingsaansluitpunt Externe-

voedingsindicator

Gelijkspanningssnoer Netsnoeringang

Voedingsbron Netsnoer

Onjuist gebruik/onjuiste oriëntatie

Let op: Plaats het apparaat niet met de voorkant naar beneden; door deze positie kan het apparaat beschadigen en therapie-instellingen kunnen onbedoeld worden gewijzigd. Plaats het apparaat niet ondersteboven. In deze positie kunnen vloeistoffen in contact komen met de canisterfilter en deze nat maken, waardoor een alarm voor verstopping of voor canister vol afgaat en de canister moet worden vervangen.

Werking voeding en accu

De RENASYS™ TOUCH kan worden aangesloten op een stopcontact terwijl de therapie is ingeschakeld. Sluit het gelijkspanningssnoer aan op het voedingsaansluitpunt op het apparaat. Sluit het netsnoer aan op de netsnoeringang op de voedingsbron. Sluit het netsnoer aan op een

stopcontact. De externe-voedingsindicator naast het voedingsaansluitpunt

(15)

brandt groen wanneer het apparaat is aangesloten. Het wordt aanbevolen het apparaat aangesloten te houden wanneer u niet mobiel bent.

In de rechterbovenhoek van het aanraakscherm heeft het apparaat een accu-indicator. Als het apparaat is ingeschakeld, verschijnt een

bliksemschicht in de accu-indicator wanneer de accu wordt opgeladen. Als de accu-indicator geel wordt of een accualarm optreedt, sluit u het apparaat aan op een stopcontact om te voorkomen dat het apparaat tijdens de therapie wordt uitgeschakeld.

Het RENASYS TOUCH kan 8 tot 12 uur op de interne accu worden gebruikt nadat deze volledig is opgeladen, zodat de gebruiker vrijer kan bewegen.

Volledig opladen duurt ongeveer 3 uur.

Let op:

Houd het apparaat tijdens het opladen uit de buurt van directe warmtebronnen.

Door het apparaat op te laden in de draaghoes kan het apparaat opwarmen waardoor de accu het opladen stopt. Het apparaat blijft werken. Verwijder het apparaat uit de draaghoes of plaats het in een koelere omgeving om het te laten afkoelen. De accu begint weer met opladen nadat het apparaat is afgekoeld.

De voedingsbron kan warm worden tijdens het opladen van het apparaat.

Plaats de voedingsbron tijdens het opladen niet dicht bij uw lichaam of onder dekens of kleding.

(16)

*smith&nephew

4. Bediening van RENASYS™ TOUCH apparaat

Uw zorgverlener stelt de therapie-instellingen van het apparaat in op basis van de therapie die u is voorgeschreven. U wordt voorgelicht over hoe vaak u het apparaat moet gebruiken en wanneer u uw zorgverlener moet

waarschuwen.

Uw zorgverlener stelt het apparaat in aan de hand van de

gebruiksaanwijzing van RENASYS TOUCH negatieve druktherapie.

Uw voorgeschreven therapie-instellingen worden weergegeven op het aanraakscherm. Het apparaat kan mogelijk door uw zorgverlener worden vergrendeld om wijzigingen in uw voorgeschreven therapie te voorkomen.

Wijzig de therapie-instellingen die door uw zorgverlener zijn ingesteld niet.

Apparaat in-/uitschakelen

Houd de aan/uit-knop onder het aanraakscherm gedurende 2 seconden ingedrukt om het RENASYS TOUCH apparaat in te schakelen.

Het aanraakscherm licht op en de opstartvolgorde begint: het

Smith & Nephew opstartscherm wordt weergegeven, de statusindicator knippert geel en vervolgens groen, er klinkt een hoorbare toon en het welkomstscherm wordt weergegeven. Het startscherm wordt weergegeven nadat de opstartvolgorde is voltooid.

Houd de aan/uit-knop onder het aanraakscherm gedurende 2 seconden ingedrukt om het RENASYS TOUCH apparaat uit te schakelen.

(17)

Aanraakscherm RENASYS™ TOUCH

Het scherm van RENASYS TOUCH reageert op aanraking. U kunt keuzes maken door op de pictogrammen op het scherm te drukken. Schuif uw vinger omhoog of omlaag over het scherm om te bladeren.

Opmerking: Gebruik alleen uw vinger. Pennen of andere spitse voorwerpen kunnen het scherm beschadigen.

Startscherm (modus voor continue therapie weergegeven)

Instelpunt voor therapie – uw voorgeschreven instelpunt voor therapie ingesteld door uw zorgverlener.

Therapiemodus

• Het apparaat levert doorlopend therapie in de modus continu.

• In de modus onderbroken wisselt het apparaat tussen twee

instelpunten voor actieve therapie en therapie met lage intensiteit of geen therapie.

Status Y connector

• Y connector uit: Uw zorgverlener heeft aangegeven dat u één verband heeft dat is aangesloten op het RENASYS TOUCH apparaat.

• Y connector aan: Uw zorgverlener heeft aangegeven dat u twee verbanden heeft die zijn aangesloten op het RENASYS TOUCH apparaat.

Instelpunt therapie

Therapie- indicator Accu- indicator Alarmvolume- indicator

Therapiemodus Instellingen

Help Logboek

Status Y-connector Indicators

voor tijd en datum

(18)

Instelpunt

therapie Cyclustijden

(Continu) (Onderbroken) Startscherm (modus voor onderbroken therapie weergegeven)

Instelpunt voor therapie – het voorgeschreven instelpunt voor therapie ingesteld door uw zorgverlener. Het apparaat wisselt tussen de instelpunten voor therapie gedurende de overeenkomstige cyclustijden totdat de therapie wordt onderbroken of uitgeschakeld.

Cyclustijden – de tijd dat een instelpunt voor therapie wordt uitgevoerd.

Therapie starten

Plaats voordat u de therapie start het apparaat en de slang lager dan de wond en uit de buurt van eventuele directe warmtebronnen.

Druk op de knop Therapie starten/onderbreken onder het aanraakscherm om de therapie te starten.

Terwijl het apparaat begint met het toedienen van therapie, wordt er een controle op lekken uitgevoerd om vast te stellen of het systeem juist is afgedicht.

Wanneer de therapie wordt ingeschakeld:

1. Brandt de statusindicator groen.

2. Draait de therapie-indicator boven aan het scherm en is oranje.

3. Wordt het voorgeschreven instelpunt voor therapie

(19)

weergegeven op het scherm.

4. Toont het display de boodschap “Therapie toedienen”.

Het is belangrijk om de activiteit van het apparaat regelmatig te controleren tijdens de therapie.

BELANGRIJK: Items die u regelmatig moet controleren:

1. Het verband.

Dit moet de textuur van een rozijn hebben en stevig aanvoelen.

Als uw verband niet is samengedrukt, drukt u de randen van uw verband aan. Als uw verband naar beneden wordt getrokken en wordt samengedrukt, hebt u uw verband opnieuw afgesloten. Als het verband niet opnieuw wordt samengedrukt, moet u contact opnemen met uw zorgverlener.

2. De hoeveelheid vloeistof in de canister.

De canister moet worden vervangen wanneer de inhoud de streep voor maximaal volume bereikt in het kijkvenster. Het alarm voor canister vol klinkt als de canister vol is (zie het gedeelte Alarmen en

probleemoplossing). Wacht niet op het alarm om de canister te vervangen wanneer de canister vol lijkt.

Wanneer de canister volledig vol is, kan deze ook een alarm voor verstopping activeren.

3. De accu-indicator in de rechterbovenhoek van het display.

Sluit het apparaat aan op een stopcontact wanneer de accu-indicator geel wordt of een alarm optreedt.

4. De statusindicator boven aan het apparaat.

Therapie is ingeschakeld en alles werkt naar behoren wanneer de indicator groen is.

Het verband is samengedrukt

en voelt stevig aan Het verband is niet

samengedrukt en voelt zacht aan

(20)

Er treedt een alarmsituatie op en aandacht is vereist wanneer de indicator geel is.

Therapie is uitgeschakeld wanneer de statusindicator uit is. Het apparaat is inactief of uitgeschakeld.

5. Alarmen die worden weergegeven op het aanraakscherm.

Raadpleeg het gedeelte “Alarmen en probleemoplossing” in deze gebruikershandleiding voor particulier gebruik voor uitleg over indicatorlampjes, berichten weergegeven op het aanraakscherm of geluidssignalen.

Apparaat vergrendelen/ontgrendelen

Het apparaat kan worden vergrendeld wanneer de therapie actief is zodat de knop Therapie starten/onderbreken en het aanraakscherm niet onbedoeld kunnen worden gebruikt. Deze functie kan ook worden gebruikt om het scherm te dimmen voor het comfort van de patiënt tijdens het slapen en om accuvermogen te besparen.

Houd gedurende 2 seconden de knop Vergrendelen/ontgrendelen

ingedrukt om het apparaat te vergrendelen terwijl de therapie actief is. Een vergrendelingssymbool wordt weergegeven naast het instelpunt voor therapie en het aanraakscherm wordt donker.

Na de vergrendeling brandt de statusindicator groen om aan te geven dat het apparaat therapie levert. In het geval er een alarm optreedt, wordt het apparaat automatisch ontgrendeld en wordt het alarmscherm weergegeven op het aanraakscherm.

Opmerking: Met de vergrendelingsfunctie worden het aanraakscherm en de knop Therapie starten/onderbreken vergrendeld. De aan/uit-knop is niet vergrendeld.

Het apparaat wordt automatisch vergrendeld wanneer de gebruiker gedurende 5 minuten niets doet.

Houd de knop Vergrendelen/ontgrendelen onder het aanraakscherm gedurende 2 seconden ingedrukt om het apparaat te ontgrendelen.

(21)

Statusindicator

Therapie- indicator

Vergrendelen/

ontgrendelen Therapie starten/

onderbreken Aan/uit-knop

Therapie onderbreken

Druk op de knop Therapie starten/onderbreken onder het

aanraakscherm om de therapie te onderbreken. Wanneer de therapie is onderbroken, keert het display terug naar het startscherm, brandt de statusindicator niet en is de therapie-indicator grijs.

(22)

Settings Log Help

Instellingen, logboek en help

De drie pictogrammen aan de linkerkant van het scherm geven toegang tot het instellingenmenu, het logboek voor de actieve therapie en het menu Help.

Instellingen

Instellingen bevat de volgende gebruikersvoorkeuren, apparaatfuncties en apparaatinformatie. Blader omhoog of omlaag om menu-opties te bekijken en te selecteren. Niet alle instellingen zijn beschikbaar in de patiëntmodus.

Alarmvolume kan worden ingesteld op laag, gemiddeld of hoog.

Compressiesnelheid beperkt de verandering van de doeldruk in een bepaalde periode tot een maximale hoeveelheid. De

compressiesnelheid wordt op basis van uw voorgeschreven therapie ingesteld door uw zorgverlener. Wijzig de compressiesnelheid niet.

Modus wijzigen Het apparaat heeft drie gebruikersmodi: arts, patiënt en onderhoud. Een wachtwoord moet worden ingevoerd om te wisselen tussen modi. Uw zorgverlener stelt de gebruikersmodus in. Wijzig de gebruikersmodus niet.

Taal Hiermee selecteert u uw gewenste taal in de lijst.

Tijdzone Hiermee selecteert u de tijdzone voor de datum en tijd boven aan het aanraakscherm.

Stroommeter geeft aan of er lekken voorkomen in het systeem. De meter wordt geel wanneer een aanzienlijk lek is gedetecteerd. Wanneer zich een lekalarm voordoet wordt de stroommeter weergegeven op een scherm van het lekalarm.

Standaard herstellen herstelt de fabrieksinstellingen op het apparaat.

Uw zorgverlener selecteert standaard herstellen indien nodig. Selecteer niet standaard herstellen.

(23)

Apparaatinformatie is een lijst met apparaatinformatie, zoals serienummer, acculading en software-informatie.

Therapielogboek

In het therapielogboek worden de totale patiënttherapie (de

geaccumuleerde actieve therapiedagen, -uren en -minuten) weergegeven sinds de laatste keer dat Standaard herstellen is uitgevoerd en biedt informatie over de aan de patiënt toegediende therapie in twee displayinstellingen: Overzichtsweergave en gedetailleerde weergave.

Selecteer het wisselpictogram Logboek om te wisselen tussen de overzichtsweergave en gedetailleerde weergave .

Het overzicht geeft een staafdiagram van de totale therapie-uren per dag weer. Blader naar rechts of naar links om aanvullende dagen te bekijken.

De gedetailleerde weergave geeft de gebeurtenisgeschiedenis weer, waaronder therapie-instellingen, alarmen en de apparaatstatus. Blader omhoog of naar beneden om aanvullende dagen te bekijken.

Opmerking: Het format is dagen, uren, minuten.

(24)

Instellingen Logboek Help

Help

Help biedt zowel begeleiding bij functies en bediening van het apparaat als contact- en licentiegegevens van Smith & Nephew. Blader omhoog of omlaag om menu-opties te bekijken en te selecteren.

Alarmen/probleemoplossing omvat stapsgewijze instructies voor het oplossen van problemen.

Snelzoekgids is een beknopte versie van vaak gerefereerde

gebruiksaanwijzingen, waaronder de apparaatfuncties en -bediening, menu's van het aanraakscherm, canister- en verbandtoepassingen en een verklarende lijst van symbolen.

Klantondersteuning vermeldt contactgegevens voor de klantondersteuning van Smith & Nephew per land. Neem altijd eerst contact op met uw

zorgverlener als u hulp nodig hebt.

Info bevat licentiegegevens van het apparaat.

(25)

5. Systeem opstellen

Soms moet u uzelf van uw apparaat loskoppelen, bijvoorbeeld wanneer u zich gaat douchen of wassen of wanneer uw canister moet worden vervangen.

Uw apparaat en voedingsbron zijn elektrisch en mogen niet met water in contact komen. Schakel het apparaat uit en koppel de verbandslang los van de canisterslang voordat u zich gaat douchen of wassen om blootstelling van het apparaat te voorkomen.

De doorzichtige folie op de wond en de verbandslang zijn waterbestendig. U kunt zich mogelijk met het verband douchen of wassen, mits u ervoor zorgt dat het niet doorweekt raakt. Raadpleeg uw zorgverlener voor advies.

In de volgende gedeelten worden de stappen voor het opstellen van de verschillende onderdelen van het systeem beschreven:

Uw verband losmaken

1. Onderbreek de therapie door op de knop Therapie starten/onderbreken te drukken.

2. Houd de quick click connectors hoger dan de wond om te voorkomen dat er exsudaat uit de slang lekt.

3. Koppel de canisterslang los van de verbandslang door druk uit te oefenen op de quick click connector van de canister en de connectors voorzichtig uit elkaar te trekken.

4. Sluit de afsluitdoppen van beide quick click connectors om beide uiteinden van de slang te beschermen en lekkage te voorkomen.

(26)

Canister vervangen

1. Onderbreek de therapie door op de knop Therapie starten/

onderbreken te drukken.

2. Maak het verband los van de canisterslang zoals beschreven in het gedeelte “Uw verband losmaken”.

3. Open de canisterklemmen aan beide zijden van het apparaat. Trek de canister van het apparaat af.

4. Werp de canister en de canisterslang in één stuk weg. Gebruikte canisters moeten worden weggeworpen volgens de lokale richtlijnen met betrekking tot mogelijk geïnfecteerde of biologisch gevaarlijke materialen. Neem contact op met uw zorgverlener voor informatie over wegwerpen.

5. Verwijder de papieren tape rond de nieuwe canisterslang en maak de slang helemaal lang.

6. Open de canisterklemmen aan beide zijden van de canister.

7. Plaats de canister zodanig dat het kijkvenster zich aan de voorzijde bevindt. Duw de canister voorzichtig over de inlaatpoort aan de onderzijde van het apparaat.

8. Sluit beide canisterklemmen. De klemmen moeten hoorbaar vastklikken.

9. Sluit de slang opnieuw aan en hervat de therapie zoals beschreven in het gedeelte “Uw verband opnieuw aansluiten”.

Opmerking: Controleer de canister op tekenen van barsten of

beschadiging. Als deze worden aangetroffen, werpt u de canister weg en vervangt u deze.

(27)

Uw verband opnieuw aansluiten

1. Sluit het verband aan op de canisterslang door de quick click connectors in elkaar te duwen. De quick click connectors moeten hoorbaar vastklikken.

2. Druk op de knop Therapie starten/onderbreken onder het aanraakscherm om de therapie te starten.

Opmerking: Dek de

beluchtingsschijf die zich bij de quick click connector op uw verbandslang bevindt niet af.

(28)

6. Alarmen en probleemoplossing

Een beschrijving van de apparaatalarmen en -indicators volgt.

Gebruik dit gedeelte als referentie wanneer een alarm van uw apparaat afgaat. Als het alarm aanhoudt, moet u contact opnemen met uw

zorgverlener om hem/haar van de alarmtoestand op de hoogte te stellen.

Wanneer er een alarm optreedt:

1. Brandt de statusindicator geel.

2. Wordt het alarmscherm weergegeven.

3. Klinkt er elke 20 seconden een geluidsalarm.

Bij sommige alarmen kan het geluidssignaal voor ongeveer 2 minuten worden onderbroken. Bij het alarm accu bijna leeg kan het geluidssignaal voor ongeveer 15 minuten worden onderbroken. Als de oorzaak van het alarm niet binnen deze tijd is opgelost, zal het alarm opnieuw afgaan.

Wanneer een geluidsalarm is onderbroken en een nieuwe alarmsituatie optreedt, klinkt het geluidsalarm en geeft het aanraakscherm het nieuwe alarm weer. Wanneer meerdere alarmsituaties aanwezig zijn, wisselt het apparaat elke 5 seconden tussen de alarmschermen.

(29)

Beschrijving van alarm Alarmindicator

Informatie over alarm

Help (hulp bij probleemoplossing)

Therapiemodus Start

(druk hierop om naar het startscherm te navigeren)

Instelpunt therapie

Stroommeter (wordt in geval van een

lekalarm weergegeven)

Alarm onderbreken (grijs tijdens onderbreking)

Opmerking: Pictogrammen en functies voor het alarmscherm worden alleen weergegeven op het aanraakscherm wanneer deze van toepassing zijn op het optredende alarm.

Alarmscherm (Alarm lek weergegeven)

(30)

Problemen oplossen

Alarm vacuüm te hoog

Alarm vacuüm te hoog

Het apparaatvacuüm overschrijdt 235 mmHg en het apparaat is gestopt met de therapie.

• De statusindicator brandt

geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan niet

worden onderbroken.

Probleemoplossing

1. Schakel het apparaat uit en start het opnieuw op.

2. Als het alarm opnieuw optreedt, is er mogelijk een storing in het apparaat opgetreden. Neem contact op met uw zorgverlener.

Het vacuümniveau van het apparaat is hoger dan het voorgeschreven therapieniveau en het apparaat is gestopt met het toedienen van therapie.

• De statusindicator brandt

geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan niet

worden onderbroken.

Probleemoplossing

1. Schakel het apparaat uit en start het opnieuw op.

2. Als het alarm opnieuw optreedt, is er mogelijk een storing in het apparaat opgetreden. Neem contact op met uw zorgverlener.

(31)

Alarm voor te laag vacuüm

Het vacuümniveau van het apparaat is lager dan het voorgeschreven therapieniveau. Het apparaat werkt, maar dient mogelijk niet de voorgeschreven therapie toe.

• De statusindicator brandt geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan

gedurende ongeveer

2 minuten worden

onderbroken.

Probleemoplossing

Onderbreek de therapie niet en schakel het apparaat niet uit tijdens het uitvoeren van de volgende stappen. Beoordeel het apparaat na elke stap.

Ga uitsluitend verder met de volgende stap als het alarm nog niet is opgelost:

1. Controleer het wondverband op luchtlekken door alle randen aan te drukken. Als uw verband opnieuw wordt samengedrukt, hebt u het luchtlek opnieuw afgesloten.

2. Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed vastzitten.

• Quick click connectors van verband en canisterslang.

• Quick click connector van Y connector, indien van toepassing.

3. Koppel de canisterslang los van de verbandslang door druk uit te oefenen op de quick click connector van de canister en de connectors voorzichtig uit elkaar te trekken. Sluit de afsluitdoppen van beide connectors.

• Als het alarm aanhoudt, bevindt er zich een lek in de canister.

Vervang de canister. Raadpleeg het gedeelte “Canister vervangen”

van deze handleiding voor informatie. Neem contact op met uw zorgverlener als de alarmstatus opnieuw optreedt nadat de therapie opnieuw is gestart.

• Als het alarm oplost, bevindt het lek zich in uw wondverband of de slang. Neem contact op met uw zorgverlener voor hulp.

Opmerking: Als het alarm laag vacuüm wordt geactiveerd wegens een lek, wordt het alarm lek mogelijk ook geactiveerd terwijl het alarm voor laag vacuüm actief is.

(32)

Alarm lek

Het systeem detecteert een aanzienlijk lek. Het apparaat werkt, maar dient mogelijk niet de voorgeschreven therapie toe.

• De statusindicator brandt geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan

gedurende ongeveer

2 minuten worden

onderbroken.

Probleemoplossing

Onderbreek de therapie niet en schakel het apparaat niet uit tijdens het uitvoeren van de volgende stappen. Gebruik de stroommeter op het scherm om de oorzaak van het lek op te sporen en te verhelpen.

Beoordeel het apparaat na elke stap. Ga uitsluitend verder met de volgende stap als het alarm nog niet is opgelost.

1. Controleer het wondverband op luchtlekken door alle randen aan te drukken. Als uw verband opnieuw wordt samengedrukt, hebt u het luchtlek opnieuw afgesloten.

2. Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed vastzitten.

• Quick click connectors van verband en canisterslang.

• Quick click connector van Y connector, indien van toepassing 3. Koppel de canisterslang los van de verbandslang door druk uit te oefenen op de quick click connector van de canister en de connectors voorzichtig uit elkaar te trekken. Sluit de afsluitdoppen van beide connectors.

• Als het alarm aanhoudt, bevindt er zich een lek in de canister.

Vervang de canister. Raadpleeg het gedeelte “Canister vervangen”

van deze handleiding voor informatie. Neem contact op met uw zorgverlener als het alarm weer optreedt nadat de therapie opnieuw is gestart.

• Als het alarm oplost, bevindt het lek zich in uw wondverband of de slang. Neem contact op met uw zorgverlener voor hulp.

(33)

Alarm verstopping

Er is een verstopping aanwezig in het systeem. Het apparaat werkt, maar dient mogelijk niet de voorgeschreven therapie toe.

• De statusindicator brandt geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan

gedurende ongeveer

2 minuten worden

onderbroken.

Onderbreek de therapie niet en schakel het apparaat niet uit tijdens het uitvoeren van de volgende stappen. Beoordeel het apparaat na elke stap.

Ga uitsluitend verder met de volgende stap als het alarm nog niet is opgelost.

1. Als één verband is aangesloten op het apparaat, drukt u op het pictogram Start om naar het startscherm te navigeren. Zorg ervoor dat de Y connector is uitgeschakeld. Neem contact op met uw

zorgverlener als de Y connector is ingeschakeld.

2. Zorg ervoor dat connectors en slangen geen obstructies of knikken bevatten.

3. Koppel de canisterslang los van de verbandslang door druk uit te oefenen op de quick click connector van de canister en de connectors voorzichtig uit elkaar te trekken. Laat de afsluitdop van de quick click connector van de canister open en sluit de afsluitdop van de

connector van het verband.

• Als het alarm aanhoudt, bevindt de verstopping zich in de canister.

Vervang de canister. Raadpleeg het gedeelte “Canister vervangen”

van deze handleiding voor informatie. Neem contact op met uw zorgverlener als de alarmstatus opnieuw optreedt nadat de therapie opnieuw is gestart.

• Als het alarm oplost, bevindt de verstopping zich in uw wondverband of de slang. Neem contact op met uw zorgverlener voor hulp.

(34)

Alarm canister vol

Alarm accu bijna leeg

Het systeem detecteert dat de canister vol is of dat de filter in de canister bedekt is met exsudaat. Het apparaat werkt, maar dient mogelijk niet de voorgeschreven therapie toe.

• De statusindicator brandt geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan gedurende

ongeveer 2 minuten worden

onderbroken.

Probleemoplossing

1. Onderbreek de therapie als deze actief is.

2. Vervang canister en hervat de therapie. Raadpleeg het gedeelte “Canister vervangen” van deze handleiding voor meer informatie. Ga uitsluitend verder met de volgende stap als het alarm opnieuw optreedt nadat de therapie opnieuw is gestart.

3. Controleer alle slangen en verbindingen op obstructies of knikken.

• Neem contact op met uw zorgverlener als het alarm aanhoudt.

De accu kan nog ongeveer 2 uur worden gebruikt voor therapie. Wanneer de accu leeg is, stopt het apparaat met toedienen van therapie en wordt het apparaat uitgeschakeld.

• De statusindicator brandt geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan gedurende

ongeveer 15 minuten worden

onderbroken.

• Het aanraakscherm wordt

gedimd om accuvermogen te

besparen.

Probleemoplossing

1. Sluit het apparaat zo snel mogelijk aan op een stopcontact. De therapie wordt toegediend terwijl de accu van het apparaat wordt opgeladen.

(35)

Alarm kritiek accuniveau

Alarm accu defect

De accu kan nog ongeveer 3 minuten worden gebruikt voor therapie.

Wanneer de accu leeg is, stopt het apparaat met toedienen van therapie en wordt het apparaat uitgeschakeld.

• De statusindicator brandt geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan gedurende

ongeveer 2 minuten worden

onderbroken.

• Het aanraakscherm wordt

gedimd om accuvermogen te

besparen.

Probleemoplossing

1. luit het apparaat zo snel mogelijk aan op een stopcontact. De therapie wordt toegediend terwijl de accu van het apparaat wordt opgeladen.

De accu in het apparaat is defect. Het apparaat stopt met toedienen van therapie en het apparaat schakelt uit. Het apparaat dient alleen therapie toe wanneer het is aangesloten op een stopcontact.

• De statusindicator brandt geel

wanneer het apparaat is

ingeschakeld.

• Er is geen geluidsalarm.

Opmerking: Het alarm accu defect

treedt alleen op wanneer de stekker

van het apparaat is aangesloten.

Probleemoplossing

1. Laat het apparaat weer op kamertemperatuur komen als het apparaat is blootgesteld aan temperaturen die buiten het aanbevolen

temperatuurbereik liggen.

2. Sluit het apparaat aan op een stopcontact; het apparaat werkt niet op accuvoeding. Neem contact op met uw zorgverlener. De therapie wordt toegediend als de stekker van het apparaat is aangesloten.

(36)

Apparaat defect

Niet actief

Er is een onherstelbare fout opgetreden in het apparaat. Het apparaat is gestopt met het toedienen van therapie.

• De statusindicator brandt

geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

• Het geluidsalarm kan niet

worden onderbroken.

Probleemoplossing

1. Schakel het apparaat uit en start het opnieuw op.

2. Als het alarm opnieuw optreedt, noteert u de storingscode en neemt u contact op met uw zorgverlener.

Het apparaat is ingeschakeld en is langer dan 15 minuten niet gebruikt of ingesteld.

• De statusindicator brandt

geel.

• Een geluidsalarm klinkt elke

20 seconden.

Probleemoplossing

1. Raak het scherm op een willekeurige plaats aan om het alarm op te lossen.

2. Start de therapie of schakel het apparaat uit totdat therapie nodig is.

(37)

Jaarlijks onderhoud

Het is tijd voor de jaarlijkse onderhoudscontrole. De therapie kan worden voortgezet. De melding voor jaarlijks onderhoud verschijnt iedere keer op het scherm wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, totdat het onderhoud is uitgevoerd.

Probleemoplossing

1. Druk op het pictogram Accepteren om dit meldingenscherm te sluiten en verder te gaan naar het startscherm. Zet de therapie voort zoals gepland.

(38)

7. Accessoires

Uw RENASYS™ TOUCH apparaat kan geleverd worden met een aantal of alle hierna genoemde accessoires.

Draaghoes

Het apparaat in de hoes plaatsen:

1. Open de ritsen aan de achterzijde van de hoes.

2. Verwijder de draagriemen van het apparaat.

Houd het apparaat in een rechtopstaande positie terwijl u de hoes over de machine heen naar beneden schuift. Zorg ervoor dat de

apparaatbevestigingen aan beide zijden toegankelijk blijven via de hoes.

3. Sluit de ritsen en bevestig de draagriemen opnieuw.

4. Controleer of de canisterslang vrij kan bewegen.

Opmerking: Het wordt aanbevolen het apparaat te vergrendelen wanneer u de draaghoes gebruikt.

Let op: Zorg ervoor dat het apparaat altijd in een rechtopstaande positie blijft wanneer u deze in de hoes plaatst en terwijl u de draaghoes gebruikt.

(39)

Riemlus Zakje voor slang Slang Kaartvak Toegang tot aanraak- scherm en knoppen Kijkvenster canister Kenmerken hoes:

• Overtollige lengte van de slang kan door het gat voor de slang onder het zakje of door de onderkant van de hoes worden gevoerd en kan worden opgerold in het zakje voor de slang aan de achterzijde van de hoes.

• De flappen aan de voorzijde van de hoes zijn bedoeld ter bescherming van de privacy van de gebruiker en kunnen worden opgetild om toegang te verschaffen tot het aanraakscherm en knoppen of om de canister te bekijken.

• Het kaartvak onder de flap aan de voorzijde kan worden gebruikt voor een visitekaartje of

contactgegevens.

• De hoes heeft aan de achterzijde een riemlus zodat u de RENASYS  TOUCH rond uw middel kunt dragen.

(40)

Korte draagriem met klemmen Schouderriem met schouderstuk Verlengriem

Draagriem

De draagriem aan het apparaat bevestigen:

1. Schuif de grote opening van de

draagriemklem over de bevestigingsknop op het apparaat.

2. Trek omhoog aan de draagriemklem. De klem van de riem moet hoorbaar vastklikken.

Herhaal dezelfde stappen met de andere riem aan de tegenovergestelde kant van het apparaat.

3. Wanneer beide zijden van de riem aan het apparaat zijn bevestigd, kunnen ze aan elkaar worden gekoppeld tot een korte draagriem.

4. Druk omlaag op de draagriemklem om de riem van het apparaat te verwijderen.

Let op: Zorg ervoor dat het apparaat altijd in een rechtopstaande positie blijft terwijl u de draagriemen gebruikt.

Riemen bevestigen en verlengen:

1. Voor een korte draagriem koppelt u de connectors van de draagriemen aan elkaar.

2. Koppel de connectors van de draagriem aan de connectors van de schouderriem en/of de connectors van de verlengriem voor het

verlengen van de riem zodat u het apparaat over de schouder of om het lichaam kunt dragen.

3. Voor maximaal comfort tijdens het dragen van het apparaat plaatst u het schouderstuk van de riem tegen uw schouder.

(41)

Sluiten Openen

Klemclips

Infuusstandaard/bedklem

Aan infuusstandaard bevestigen:

1. Draai aan de knop om de klem te openen.

2. Lijn de infuusstandaard uit met de middengroef van de klem.

3. Draai de knop dicht totdat de klem stevig is geplaatst.

Klem aan het uiteinde van het bed bevestigen :

1. Draai aan de knop om de klem te openen.

2. Plaats de klem over het uiteinde van het bed.

3. Draai de knop dicht totdat de klem stevig is geplaatst.

Apparaat op klem plaatsen:

1. De klem is uitgerust met een houder voor de draagriemen. Om deze houder te gebruiken, verwijdert u de draagriemen van het apparaat en bevestigt u riemen op de draagriemhouder aan de zijkant van de klem (optioneel).

2. Lijn de bevestigingsknoppen op het apparaat uit met de

bevestigingsuitsparingen op de klem.

3. Duw het apparaat voorzichtig in bevestigingsuitsparingen op de klem.

Gedurende de installatie gaan de oranje clips op de klem open.

4. Plaats het apparaat goed in de klem en druk op de oranje klemclips om deze te sluiten.

Apparaat van klem verwijderen:

1. Til de oranje klemclips omhoog.

2. Trek het apparaat voorzichtig uit de

(42)

8. Reiniging, onderhoud en verwachte levensduur

9. Technische specificaties

Wanneer u het RENASYS™ TOUCH apparaat en de accessoires gebruikt, dient uw zorgverlener deze regelmatig te reinigen om voor een goede hygiëne te zorgen. Zorg ervoor dat u het apparaat vóór reiniging uitschakelt en de stekker loskoppelt.

Het apparaat en de klem kunnen worden schoongeveegd met een met verdunde bleekmiddeloplossing bevochtigde doek (100 ml bleekmiddel: 1 l warm water) en vervolgens opnieuw worden afgeveegd met een met schoon water bevochtigde doek en vervolgens worden gedroogd met een schone doek om ervoor te zorgen dat het apparaat niet nat blijft.

De draaghoes en draagriemen kunnen worden gereinigd met een met warm water en zachte zeepoplossing bevochtigde doek. Indien nodig kan een zachte borstel worden gebruikt. Wacht een minuut voordat u de hoes en riemen schoonveegt met een alleen met water bevochtigde doek. Werp de draaghoes en draagriemen weg wanneer uw therapie is afgerond.

Onderhoud en verwachte levensduur

Uw zorgverlener zorgt ervoor dat het apparaat en de klem vóór gebruik goed worden onderhouden. De draaghoes en draagriemen zijn bedoeld voor gebruik bij één patiënt en moeten nieuw worden aangeleverd in de verpakking van de fabrikant. Uw apparaat hoort de hele therapie mee te gaan. Als vervanging is vereist, zorgt uw zorgverlener voor de benodigde items. Werp de draaghoes en draagriemen weg wanneer uw therapie is afgerond.

Omgevingscondities

Opslag en vervoer -25 tot 70 °C Operationele temperatuur 5 tot 40 °C Relatieve vochtigheid 15 tot 93 % RV

Atmosferische druk 700 mbar tot 1060 mbar

Toegangsbeveiliging: IP 22

De behuizing van het apparaat is ontworpen om de interne onderdelen te beschermen tegen een matige hoeveelheid extern vuil of kleine voorwerpen en vallend water (bijvoorbeeld lichte regen).

(43)

10. Waarschuwingen en verklaringen

Voor een veilige en correcte werking moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

• Voor een veilige en correcte werking moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

• Alle handelingen met betrekking tot assemblage, bediening,

aanpassing, onderhoud en/of reparatie moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.

• Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan deze apparatuur.

• Beschadiging van het apparaat kan de prestaties negatief beïnvloeden.

Gebruik het apparaat dan niet. Neem contact op met uw zorgverlener.

• Gebruik alleen het wisselstroomnetsnoer dat met het apparaat is meegeleverd om elektrische schokken te voorkomen.

• Gebruik de voedingsbron of het netsnoer niet als deze zijn beschadigd of als de draden zijn gerafeld of blootliggen. U moet dan de accu van het apparaat gebruiken en contact opnemen met uw zorgverlener.

• Indien nodig kan het apparaat worden geïsoleerd van de netvoeding door de netvoedingskabel los te koppelen.

• Het product moet worden gebruikt in overeenstemming met deze gebruikershandleiding voor particulier gebruik en alle toepasselijke etiketten.

Aandachtspunten accu:

• Dit product bevat een lithium-ion-accu die niet door de gebruiker kan worden onderhouden.

• De accu moet alleen worden opgeladen met een door Smith & Nephew goedgekeurde voedingsbron en een netsnoer dat specifiek is

ontworpen voor gebruik met dit product.

• Voer dit apparaat niet af als algemeen afval. Geef het apparaat terug aan uw zorgverlener.

(44)

11. Verklarende lijst van pictogrammen en symbolen Bedieningsknoppen

Aan/uit Houd deze knop gedurende 2 seconden ingedrukt om het apparaat in of uit te schakelen.

Therapie starten/onderbreken Druk op deze knop om de therapie te starten of onderbreken.

Vergrendelen/ontgrendelen Houd deze knop en de knop Therapie starten/onderbreken gedurende 2 seconden ingedrukt om het aanraakscherm te vergrendelen of ontgrendelen en om de slaapmodus te activeren.

Statusindicator

Groen Therapie is actief. Alle condities zijn normaal.

Geel Alarmsituatie. Aandacht vereist.

Uit Geen therapie. Inactief.

Externe-voedingsindicator

Groen Apparaat is aangesloten op voedingsbron.

Uit Apparaat is niet aangesloten op voedingsbron.

Statusbalk

JJJJ-MM-DD Datum: Jaar in 4 cijfers, maand in 2 cijfers, dag in 2 cijfers.

UU:MM Tijd: Uur in 2 cijfers, minuut in 2 cijfers.

*

*

Therapie-indicator

Dient geen therapie toe: grijs Dient therapie toe: draaiend, oranje Alarmvolume-indicator

Hoog volume: drie streepjes Gemiddeld volume: twee streepjes Laag volume: één streepje

Accu-indicator

Accu vol/opgeladen: groen

Accu wordt opgeladen: bliksemschicht Accu bijna leeg: geel

Kritiek laag accuniveau: leeg met rode streep Accu defect: grijs met rode streep

(45)

CONTINU Het apparaat levert doorlopend therapie

ONDERBROKEN Het apparaat wisselt tussen twee instelpunten voor actieve therapie en therapie met lage intensiteit/geen therapie

Y CONNECTOR

UIT Geeft aan dat er één verband is aangesloten op het apparaat

Y CONNECTOR

AAN Geeft aan dat er twee verbanden zijn aangesloten op het apparaat

Start – druk hierop om naar het startscherm te navigeren Interface vergrendeld – wanneer dit wordt weergegeven naast het instelpunt voor therapie, geeft dit aan dat het aanraakscherm en de knop Therapie starten/onderbreken zijn vergrendeld

Huidige tijd voor onderbroken therapie

Volgende instelpunt voor onderbroken therapie en cyclustijd

Alarmschermen

Alarmindicator – geeft een fout aan in het systeem

Terug naar alarmscherm – druk hierop om terug te keren naar het alarmscherm waar u vandaan kwam

Help – druk hierop voor hulp bij probleemoplossing Alarm onderbreken – druk hierop om het geluidsalarm tijdelijk te dempen

Alarm onderbroken – geluidsalarm is tijdelijk gedempt Indicator voor actieve therapie en startknop – geeft het instelpunt voor actieve therapie en de therapiemodus weer (leeg als de therapie is gestopt). Druk hierop om naar het startscherm te navigeren

Continue therapie – behoudt het geselecteerde therapieniveau

Startscherm en scherm Therapie toedienen

(46)

Onderbroken therapie – wisselt tussen twee instelpunten voor actieve therapie en therapie met lage intensiteit/geen therapie

Stroommeter – dient als hulpmiddel bij het opsporen van lekken in het systeem

Navigeren door het menu

Instellingen – druk hierop om het instellingenmenu te openen Alarmvolume – stel in op hoog, gemiddeld of laag Compressiesnelheid – ingesteld door uw zorgverlener Artsmodus – ingesteld door uw zorgverlener

Patiëntmodus – ingesteld door uw zorgverlener

Onderzoeksmodus – ingesteld door uw dienstverlener

Taal – selecteer de gewenste taal

Tijdzone – wijzig de weergegeven datum en tijd

Stroommeter – geeft aan of er lekken voorkomen in het systeem

Standaard herstellen – hersteld door uw zorgverlener Apparaatinformatie – lijst met apparaatinformatie

Therapielogboek – druk hierop om de totale patiënttherapie te openen

Overzicht

Gedetailleerde weergave

Help* – druk hierop om het menu Help te openen

Start* – druk hierop om naar het startscherm te navigeren Terug* – druk hierop om naar het vorige scherm te navigeren Accepteren – druk hierop om de taak voort te zetten

(47)

Annuleren* – druk hierop om de taak te annuleren of het scherm te sluiten

Opmerking: * Pictogrammen kunnen op verschillende schermen in verschillende kleuren worden weergegeven

Etikettering

93%

15%

106kPa 70kPa

only MR

STERIL E EO

0086

-25°C/

-13°F 70°C/

158°F

Niet blootstellen aan

zonlicht Droog houden

Beperking relatieve

vochtigheid Atmosferische druk

Let op: Raadpleeg de

gebruiksaanwijzing Raadpleeg

instructiehandleiding/-boekje EU: WEEE-pictogram niet

voor algemeen afval Niet gebruiken als de verpakking is beschadigd

Datum fabrikant Fabrikant

Let op: Volgens de

Amerikaanse wetgeving mag dit product alleen door of op voorschrift van een arts worden verkocht

Uit de buurt houden van MRI-apparatuur (Magnetic Resonance Imaging)

Aansluitpunt IEC 60878 5034

Gelijkspanning

Eenmalig gebruik: niet hergebruiken

ETL-markering

Gesteriliseerd met ethyleenoxide

Biologisch risico

Batchcode

Serienummer

Productcatalogusnummer

CE-markering Niet-ioniserende

elektromagnetische straling Limiet opslagtemperatuur

Apparatuurclassificatie Isolatietype BF

contactonderdeel

Behuizing beschermd tegen binnendringen van kleine objecten en druppelend water

(48)

0 4 0 5 6 5 1 2 6 6 5 4 68859

02/2016

66801288

Smith & Nephew Medical Ltd.

101 Hessle Rd, Hull HU3 2BN England

www.smith-nephew.com www.globalwoundacademy.com

only

©2016 Smith & Nephew

™ Trademark of Smith & Nephew Certain marks Reg. US Pat. & TM Off.

0086

Bloemlaan 2, 2132 NP Hoofddorp Nederland

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het startscherm is het beginpunt voor het openen van alle functies van het apparaat. Hierop worden pictogrammen, widgets, sneltoetsen voor applicaties en meer weergegeven...

Het is mogelijk dat bestanden die zijn overgebracht door een apparaat zoals een computer niet worden weergegeven in de volgorde waarin ze zijn overgebracht.. De

Het lichaam van de redder, Jezus zelf, dat brak voor jou: wij mogen eten omdat zijn dood voor ons het leven is:.. wij zijn één, Hij

LET OP: Het fijner afstellen van de maalgraad met koffie in de molen dient altijd te gebeuren terwijl de molen draait.. Hiermee voorkomt u dat er bonen tussen de maalschijven klem

Antwoord : Nee, iedere partner voor het eigen deel verantwoordelijk voor de gelden uit de eigen begroting.. Uiteraard moet de werkorganisatie binnen de

Maar dan is het evengoed belangrijk om te weten dat nieuwssites die geld vragen voor hun artikels niet (of minder) aan adverteerders gebonden zijn, en dus op een andere manier

Zowat alle professionals (jeugdhulp ; justitie ; politie ; …) getuigen dat het vraagstuk van het opnemen én afgrenzen van verantwoordelijkheid in omgaan met

Maar, zoals een bestuurder het verwoordt: ‘Als jij of je vader of moeder ligt te creperen van de pijn, gaat het niet helpen als iemand naast je een paternoster zit te bidden.