MODEL TOELATINGSOVEREENKOMST ZIEKENHUIS – VERLOSKUNDIGE
DE ONDERGETEKENDEN:
1. [Naam ziekenhuis] (hierna: het ziekenhuis), gevestigd te [adresgegevens],
ingeschreven in het Handelsregister onder [nummer], rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam/namen/functies],
2. [Naam verloskundige] (hierna: de verloskundige), gevestigd/wonende te [adresgegevens],
ingeschreven in het Handelsregister onder [KvK-nummer] (in geval van een praktijkhouder of waarnemer), en in het BIG-register onder [BIG-nummer],
hierna ook gezamenlijk ‘partijen’ en voor ieder afzonderlijk ‘partij’,
OVERWEGENDE DAT:
- het ziekenhuis medisch specialistische zorg, waaronder tweedelijns verloskundige zorg verleent;
- de verloskundige eerstelijns verloskundige zorg verleentwelke onder meer betrekking heeft op het begeleiden van die cliënten van de verloskundige die te kennen hebben gegeven poliklinisch binnen het ziekenhuis te willen bevallen;
- het ziekenhuis en de verloskundige zich gezamenlijk verantwoordelijk achten voor de kwaliteit van de verloskundige zorg, ieder vanuit zijn of haar specifieke rol en de daaraan verbonden (wettelijke) verantwoordelijkheid;
- partijen in deze toelatingsovereenkomst (hierna ook: ‘overeenkomst’) hun onderlinge rechtsverhouding dienaangaande willen regelen,
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
Artikel 1 – Definities en afkortingen:
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. Bestuur: het bestuur van het ziekenhuis zoals in de statuten van het ziekenhuis is bepaald dan wel een door het bestuur aangewezen persoon.
2. Verloskundige: de eerstelijns verloskundige die met het ziekenhuis deze overeenkomst sluit en die praktijkhouder is van een verloskunde-praktijk dan wel in opdracht werkt van een verloskunde-praktijk (op waarneembasis) of in loondienst werkt bij een verloskunde-praktijk.
3. Verloskundige Indicatielijst (VIL): door de beroepsgroepen (KNOV, NVOG en LHV) vastgestelde richtlijn voor risicoselectie in de verloskundige zorg en de basis voor samenwerkingsafspraken in de verloskundige keten.
4. Leidraad Verloskundige zorg buiten de richtlijnen: handreiking voor verloskundig zorgprofessionals bij verzoeken van zwangere vrouwen om zorg te ontvangen buiten de verloskundige richtlijnen.
5. Verloskundig samenwerkingsverband (VSV) / Integrale Geboortezorg Organisatie (IGO): een multidisciplinaire samenwerking op regionaal of lokaal niveau, waarin sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verloskundige zorg. Binnen het VSV of IGO wordt door de participanten zowel de inhoud als de organisatie van de verloskundige zorg afgestemd. Participanten zijn onder andere eerstelijns en klinisch verloskundigen, gynaecologen, het ziekenhuis, kinderartsen, kraamzorg en eventueel jeugdgezondheidszorg.
6. Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG): kwaliteitskader, opgenomen in het register van het Zorginstituut Nederland (ZIN), dat op hoofdlijnen het zorgcontinuüm beschrijft waaraan geboortezorg zowel inhoudelijk als organisatorisch binnen de regionale samenwerking dient te voldoen.
7. Scheidsgerecht: het Scheidsgerecht Gezondheidszorg gevestigd te Utrecht.
8. Plaatsindicatie: indien bij de zwangere sprake is van een medium-risk situatie (van medische of sociale aard) om welke reden er afspraken zijn gemaakt tussen partijen over ‘stand by’ staan van een gynaecoloog of andere zorgverlener van het ziekenhuis .
9. WGBO: Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst.
10. Wet BIG: Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
11. Wkkgz: Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.
Artikel 2 – Ingangsdatum en werkzaamheden
2.1 Met ingang van [datum] wordt door het ziekenhuis aan de verloskundige toestemming verleend om op de afdeling verloskunde binnen het ziekenhuis poliklinische bevallingen te verrichten, onder de in deze overeenkomst te vermelden voorwaarden en bedingen, in een van de volgende situaties:
- er is geen sprake van een medische indicatie en een normaal verloop van de bevalling is te verwachten;
- de bevalling vindt plaats op basis van plaatsindicatie onder verantwoordelijkheid van de verloskundige;
- in een uitzonderingssituatie waarin cliënte poliklinisch wil bevallen in het ziekenhuis ondanks een medische indicatie, mits hierover afspraken zijn gemaakt en de verloskundige hiervoor de stappen heeft doorlopen zoals beschreven in de geldende Leidraad Verloskundige zorg buiten de richtlijnen.
2.2 De verloskundige neemt bij haar werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht en handelt volgens:
- de op haar rustende verantwoordelijkheden, voortvloeiende uit de professionele standaard,
waaronder de ZIG, de VIL en relevante wet- en regelgeving, zoals onder meer de WGBO, de wet BIG en Wkkgz, Leidraad verloskundige zorg buiten de richtlijnen;
- de regionaal geldende zorgpaden, protocollen en andere afspraken binnen het VSV of IGO;
- de in het ziekenhuis geldende gedragsregels, procedures en afspraken bij het verlenen van verloskundige zorg. De verloskundige verklaart een exemplaar van deze regelingen te hebben ontvangen van het ziekenhuis en met de inhoud bekend en akkoord te zijn.
2.3 De verloskundige draagt ervoor zorg dat zij blijft beschikken over de kennis en de kunde die voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden noodzakelijk zijn.
2.4 Partijen laten zich bij hun werkzaamheden mede leiden door de op grond van de Wkkgz op hen rustende verplichting tot aanbieding van goede zorg. Hieronder wordt verstaan zorg van goede kwaliteit en van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht is, tijdig wordt verleend, en is afgestemd op de reële behoefte van cliënte.
Artikel 3 – Ruimte, outillage en personeel van het ziekenhuis
3.1 Het ziekenhuis verbindt zich tegenover de verloskundige om adequate ruimte, uitrusting en personeel naar beste vermogen ter beschikking te stellen en haar gelegenheid te verschaffen haar poliklinische
werkzaamheden binnen het ziekenhuis te verrichten.
3.2 Het ziekenhuis verbindt zich tegenover de verloskundige om de cliënten, die zich tijdens of na een poliklinische bevalling tot het ziekenhuis wenden voor medisch specialistische (vervolg)zorg indien dit in voorkomende gevallen nodig is.
3.3 Om als ziekenhuis te kunnen voldoen aan de verplichting in 3.2 wordt uitgegaan van het aantal poliklinische bevallingen in het voorgaande kalenderjaar. Wanneer er in enig jaar sprake is van een (te verwachten) wijziging van het aantal poliklinische bevallingen ten opzichte van het voorgaande jaar, treden het bestuur en de verloskundige in overleg om de mogelijke gevolgen voor de beschikbare capaciteit van het ziekenhuis te bespreken.
3.4 Bij een dreigend gebrek aan voldoende capaciteit (ruimte, uitrustig en personeel), bijvoorbeeld als gevolg van ‘beddenreductie’, een voorgenomen sluiting van de afdeling verloskunde/kraamafdeling of personele bezettingsproblemen, stelt het bestuur de verloskundige hiervan tijdig op de hoogte en stelt passende maatregelen voor. Evenzo bespreekt de verloskundige, wanneer zij meent haar werk niet naar behoren te kunnen uitvoeren als gevolg van een gebrek aan voldoende capaciteit, dit met het bestuur. Het ziekenhuis en verloskundige zoeken in gezamenlijkheid naar een passende oplossing of een alternatieve locatie voor reeds ingeschreven cliënten.
3.5 De verloskundige gaat zorgvuldig om met de door het ziekenhuis beschikbaar gestelde uitrusting en hulpmiddelen. In geval van schade doet de verloskundige hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk melding bij het bestuur. De verloskundige is aansprakelijk tegenover het ziekenhuis wanneer de schade haar verwijtbaar is.
3.6 Slechts in overeenstemming met het bestuur is het de verloskundige toegestaan ten behoeve van haar werkzaamheden gebruik te maken meer of andere voorzieningen dan waarin door het ziekenhuis wordt voorzien. Partijen kunnen daarvoor een afzonderlijke vergoeding overeenkomen.
3.7 De verloskundige kan een verloskundige in opleiding, mits onder supervisie en verantwoordelijkheid van de verloskundige, of een kraamverzorgende bij de poliklinische bevalling in het ziekenhuis aanwezig laten zijn. De inzet van overig personeel of derden door de verloskundige in het ziekenhuis is alleen toegestaan met voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur.
3.8 Partijen kunnen nadere afspraken maken over de inzet van een externe kraamverzorgende ten behoeve van de partus assistentie.
Artikel 4 - Aanwijzingen van het bestuur
4.1 Het bestuur kan aan de verloskundige aanwijzingen geven ter bevordering van de orde en goede gang van zaken en organisatie van verloskundige zorg in het ziekenhuis. De aanwijzingen treden niet in de
verantwoordelijkheid van de verloskundige die voortvloeit uit de professionele standaard. De verloskundige volgt deze aanwijzingen op.
4.2 In voorkomende gevallen deelt het bestuur de onder 4.1 genoemde aanwijzingen schriftelijk mede of bevestigt de mondelinge aanwijzing(en) schriftelijk onder vermelding van de reden.
Artikel 5 - Vereiste kwalificaties, registraties en deskundigheidsbevordering
5.1 De verloskundige is ingeschreven in het BIG-register en het Kwaliteitsregister Verloskundigen van de KNOV en dient op verzoek van het ziekenhuis een (kopie van het) registratiebewijs te kunnen overleggen.
Verloskundige is bevoegd het beroep van verloskundige in volle omvang uit te oefenen.
5.2 De verloskundige is lid van een VSV/IGO.
5.3 De verloskundige verleent medewerking aan nascholing van ziekenhuismedewerkers. Het bestuur en de verloskundige komen voor deze medewerking een passende vergoeding overeen.
5.4 De verloskundige is bereid om deel te nemen aan (multidisciplinaire) trainingen die binnen het ziekenhuis worden gegeven en (deels) betrekking hebben op het verlenen van eerstelijns verloskundige zorg. Het ziekenhuis kan hiervoor een (redelijke) vergoeding vragen.
Artikel 6 - Medische keuring en infectiepreventie
6.1 In het kader van veilige zorg en de binnen het ziekenhuis daarvoor geldende regelingen omtrent infectiepreventie, werkt de verloskundige mee aan en heeft recht op toegang tot de in het ziekenhuis gebruikelijke (periodieke) en noodzakelijke medische keuringen en controles. De verloskundige wordt vooraf door het bestuur over deze regelingen geïnformeerd.
6.2 Bij toelating tot het ziekenhuis toont de verloskundige op verzoek van het ziekenhuis vooraf een bewijs van inenting van HbSag, alsmede andere van belang zijnde inentingsbewijzen aan het ziekenhuis . Artikel 7 - Spoedgevallen
De verloskundige zal in relatie tot haar functie en werkzaamheden bij spoedgevallen binnen de geldende normen, dan wel bij gebreke daarvan, binnen medisch verantwoorde tijd in het ziekenhuis aanwezig zijn.
Artikel 8 - Privacy
De verloskundige neemt de binnen het ziekenhuis geldende privacy voorschriften in acht. Het ziekenhuis verstrekt aan de verloskundige een exemplaar van of verwijzing naar het privacybeleid, inclusief de datalekprocedure.
Artikel 9 - Meldings- en informatieplicht en klachtafhandeling
9.1 De verloskundige meldt alle incidenten, gerelateerd aan een poliklinische bevalling in het ziekenhuis, onverwijld aan de interne meldingscommissie van het ziekenhuis, volgens het reglement
incidentmeldingen (VIM).
verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de cliënte, is de verloskundige verplicht om tegelijk met de melding aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd dan wel de interne meldingscommissie ook het bestuur op de hoogte te stellen.
9.3 Partijen informeren elkaar per omgaande over:
- ingestelde civielrechtelijke, bestuursrechtelijke, tuchtrechtelijke en overige relevante procedures of geschillen;
- de uitkomsten van bovengenoemde procedures en geschillen.
Deze informatieplicht geldt wanneer de procedure of het geschil betrekking heeft op de zorg aan een cliënt die poliklinisch is/gaat bevallen in het ziekenhuis of op de bevoegdheid van de verloskundige het verloskundig beroep uit te oefenen.
9.4 Partijen beschikken elk over een klachtenregeling die voldoet aan de eisen van de Wkkgz en het Uitvoeringsbesluit Wkkgz. Partijen verstrekken elkaar hiervan een exemplaar.
9.5 Partijen stemmen ieders rol bij afhandeling van een ontvangen klacht met elkaar af. Wanneer een partij van oordeel is dat de ontvangen klacht zich richt tegen de andere partij, draagt de eerstgenoemde partij zorg voor een zorgvuldige overdracht aan de andere partij, tenzij klager daarvoor geen toestemming heeft gegeven.
9.6 Voor zover de klachtbetrekking heeft op zorg verleend door een van de partijen en de klager heeft laten weten ook bij de andere partij een klacht te hebben ingediend, dragen partijen zorg voor een
gecombineerde afhandeling, tenzij de klager daarvoor geen toestemming geeft.
9.7 Indien één der Partijen door een patiënt aansprakelijk wordt gesteld ten aanzien van een handeling door een andere Partij, neemt de aansprakelijk gestelde Partij hierover zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voordat op de aansprakelijkheidsstelling wordt gereageerd, contact op met de andere Partij.
Artikel 10 - Continuïteit van de verloskundige zorg
10.1 De verloskundige draagt zorg voor de continuïteit van zorg (7x24 uur) aan haar cliënten en verstrekt op verzoek van het ziekenhuis een schriftelijke achterwachtregeling.
10.2 De verloskundige is te allen tijde verantwoordelijk voor de zorg aan haar cliënten, ook wanneer deze zorg tijdens haar afwezigheid wordt verleend door een waarnemer.
10.3 In geval van waarneming streven partijen ernaar om een waarnemer in te zetten die al een toelatingsovereenkomst met het ziekenhuis heeft gesloten. Wanneer dit niet het geval is, is de
verloskundige ervoor verantwoordelijk tijdig de naam en diens BIG-registratienummer van de waarnemer door te geven aan het bestuur. Tevens is de verloskundige ervoor verantwoordelijk de waarnemer tijdig bekend te maken met alle verplichtingen en afspraken op grond van deze overeenkomst. De verloskundige draagt er zorg voor dat de waarnemer deze verplichtingen en afspraken zal nakomen.
10.4 Wanneer de verloskundige om gewichtige redenen de verloskundige zorg aan een cliënte niet op zich kan nemen of aangevangen zorg dient af te breken, is zij verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen om de continuïteit van de zorg te verzekeren. Afhankelijk van de situatie neemt zij in dat kader tijdig contact op met medebehandelaar van de cliënte, waaronder bijvoorbeeld de behandelend gynaecoloog en/of de huisarts van cliënte.
Artikel 11 – Verzekeringen en persoonlijke voorzieningen
11.1 De verloskundige werkzaamheden worden voor eigen risico en rekening van de verloskunde-praktijk verricht, tenzij deze werkzaamheden voor eigen risico en rekening van de waarnemend verloskundige zijn.
11.2 De verloskundige is voor haar poliklinische werkzaamheden binnen het ziekenhuis verzekerd middels een eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekering dan wel een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten door de praktijkhouder. Het ziekenhuis is hiervoor jegens verloskundige niet verantwoordelijk noch aansprakelijk. De afgesloten verzekering dient een adequate dekking te hebben voor de werkzaamheden van verloskundige binnen het ziekenhuis.
11.3 Het ziekenhuis draagt geen verantwoordelijkheid voor het sluiten van een
arbeidsongeschiktheidsverzekering of het treffen van een pensioenvoorziening voor de verloskundige.
Artikel 12 – Declaratie honorarium
12.1 De verloskundige (of de verloskunde-praktijk waarvoor zij werkzaam is) declareert het honorarium voor de op grond van artikel 2 van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden bij de zorgverzekeraar van de cliënte.
12.2 De verloskundige is verantwoordelijk voor de informatie aan de patiënt over de eigen financiële bijdrage van een poliklinische bevalling.
12.3 Het ziekenhuis declareert de kosten samenhangend met de door de verloskundige verrichte poliklinische bevallingen bij de zorgverzekeraar.
Artikel 13 – Duur, einde en opzegging van de overeenkomst 13.1 Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan.
13.2 Partijen kunnen de overeenkomst op elk moment schriftelijk beëindigen met wederzijds goedvinden.
13.3 De verloskundige kan de overeenkomst aangetekend opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand of per direct wanneer de omstandigheden onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst rechtvaardigen.
13.4 Het ziekenhuis kan de overeenkomst slechts opzeggen met een gewichtige reden. De opzegging dient aangetekend te gebeuren onder vermelding van de reden van opzegging. Het ziekenhuis neemt hierbij een opzegtermijn van twee maanden in acht, tenzij de omstandigheden onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst rechtvaardigen. Van gewichtige reden kan sprake zijn in de volgende (niet limitatieve) situaties, wanneer:
a. de verloskundige ondanks herhaalde waarschuwingen ernstig in verzuim blijft met het nakomen van aanwijzingen van het bestuur of afspraken op grond van de overeenkomst;
b. de verloskundige in ernstige mate niet overeenkomstig de beroepscode van de KNOV handelt;
c. sprake is van een gebrek aan samenwerking van de verloskundige van een zodanige ernst dat verdere uitvoering van haar werkzaamheden binnen het ziekenhuis redelijkerwijs niet van het ziekenhuis kan worden gevraagd;
d. de inschrijving van de verloskundige in het BIG-register langdurig wordt geschorst of de verloskundige
ontzegd;
e. de verloskundige niet langer lid is van het VSV/IGO;
f.
sprake is van (overige) omstandigheden, welke van zodanige aard zijn dat van het ziekenhuis
redelijkerwijs niet kan worden verlangd de overeenkomst met de verloskundige ongewijzigd in stand te houden.
13.5 De overeenkomst eindigt van rechtswege:
a. wanneer een partij surséance van betaling heeft aangevraagd dan wel surséance van betaling is verleend;
b. in geval van faillissement van de wederpartij per de datum waarop het faillissement wordt uitgesproken;
c. wanneer een partij ophoudt te bestaan, om een andere reden dan genoemd onder b of wanneer de activiteiten van een partij eindigen of wezenlijk veranderen;
d. per de datum waarop de verloskundige niet langer staat ingeschreven in het BIG-register of de registratie van de verloskundige in het kwaliteitsregister van de KNOV is geëindigd;
e. per de datum waarop de verloskundige haar werkzaamheden neerlegt vanwege pensioen of praktijkbeëindiging;
f. per de datum dat de verloskundige onder bewind of onder curatele wordt gesteld dan wel over haar een mentor wordt aangesteld, op het tijdstip waarop de desbetreffende beschikking is gegeven;
g. door overlijden van de verloskundige per datum van overlijden;
Partijen informeren elkaar per direct als zich een omstandigheid voltrekt zoals omschreven in artikel 13.5 a tot en met g.
Artikel 14 - Non-actiefstelling
14.1 Het bestuur kan de verloskundige op non-actief stellen op grond van omstandigheden van zo ernstige aard dat onmiddellijke beëindiging van de werkzaamheden van de verloskundige binnen het ziekenhuis
noodzakelijk moet worden geacht. Het bestuur kan hiertoe echter pas overgaan na de verloskundige in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord, en na raadpleging van de vakgroep gynaecologie.
14.2 Gedurende de non-actiefstelling kan het bestuur de verloskundige de toegang tot het ziekenhuis ontzeggen. De mondelinge non-actiefstelling is het moment van inwerkingtreding.
14.3 Het bestuur zal het besluit tot non-actiefstelling binnen 48 uur na aanzegging (weekend- en feestdagen niet meegerekend) bij aangetekend schrijven aan de verloskundige mededelen of bevestigen, met vermelding van de reden.
14.4 Het bestuur kan binnen één maand na aanzegging van de non-actiefstelling overgaan tot opzegging van de overeenkomst op grond van artikel 13.4. De non-actiefstelling blijft van kracht tijdens de periode van opzegging, alsmede tijdens een eventuele procedure over de rechtmatigheid van de non-actiefstelling.
14.5 De verloskundige die zich met de non-actiefstelling niet kan verenigen kan uiterlijk één maand na ontvangst van het aangetekend schrijven als bedoeld bij 14.3 beroep instellen bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. Het beroep schorst de non-actiefstelling niet. De verloskundige kan het Scheidsgerecht verzoeken de non-actiefstelling op te heffen.
Artikel 15 – Geschillen
15.1 Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst, dan wel van nadere overeenkomsten die daaruit voortvloeien, zullen partijen in onderling overleg trachten tot een oplossing te brengen. Desgewenst kunnen partijen hiertoe gezamenlijk een bemiddelaar benoemen.
15.2 Indien met betrekking tot een geschil door partijen geen oplossing wordt bereikt kan dit geschil worden voorgelegd aan het Scheidsgerecht Gezondheidszorg overeenkomstig het reglement van het
Scheidsgerecht, dan wel aan een daartoe bevoegde civiele rechter.
Artikel 16 – Slotbepalingen
16.1 Deze overeenkomst vervangt alle eventueel eerder tussen partijen mondelinge of schriftelijke afspraken in het kader van de toelating.
16.2 Mocht een bepaling in deze overeenkomst nietig zijn of worden verklaard, dan blijft de overeenkomst voor het overige in stand.
16.3 De verloskundige verklaart een exemplaar van de regelingen als genoemd in artikel 2.2, 6 en 9.1 van deze overeenkomst van het ziekenhuis te hebben ontvangen dan wel daartoe toegang te hebben en met de inhoud bekend te zijn.
Aldus in tweevoud opgemaakt,
Het ziekenhuis De verloskundige
Plaats: Plaats:
Datum: Datum:
