• No results found

De partijen op één jaar van de verkiezingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De partijen op één jaar van de verkiezingen"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,30

74ste jaargang • nummer 20 • donderdag 17 mei 2018 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

N-VA: naar een nieuwe overwinning

Een jaar is een eeuwigheid in de politiek, maar in de Wetstraat gaat iedereen ervan uit dat de N-VA in 2019 de parlementsverkiezin- gen zal winnen. Dat wil zeggen: ergens tussen 28 en 32 procent halen. Elk procentpunt boven de 30 procent zal gezien worden als een grote overwinning. Want een Vlaams-nationalisti- sche partij die zonder communautaire eisen in een federale regering stapt, pleegt normaal gezien politieke zelfmoord. Deze keer niet. De reden: de N-VA teert op twee thema’s die de brede Vlaamse werkende middenklasse aan- spreken. Ten eerste blijft de economie rela- tief goed boeren met de creatie van 200.000 banen tot gevolg. Dat de fiscale druk nog altijd zeer hoog is en de overheidsfinanciën bezorgd- heid opwekken, neemt men erbij. Ten tweede is er spierballengerol van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken. Dat slaat aan, al verschilt het huidige asielbeleid amper van dat onder de regering-Di Rupo. Maar Franc- ken hakt graag in op de linkse mensenrech- tenlobby’s en de ‘commerce’ van advocaten en sociaal assistenten die hun inkomen ontle- nen aan de illegalen. Een groep activisten waar de Vlaamse bevolking geen voeling mee heeft.

De N-VA kapitaliseert op die thema’s. Een deel- name aan de volgende Vlaamse regering is nu al quasi een zekerheid. Federaal hangt veel af van wat aan Franstalige kant gebeurt.

CD&V: gegokt en verloren

Ze ontkennen het met klem, maar CD&V- voorzitter Wouter Beke had gehoopt dat de N-VA zich in een federale regering kapot zou regeren. Dat zou lukken omdat de CD&V bij monde van Kris Peeters voortdurend stokken in de wielen zou steken. Vreemd genoeg heeft dat gedrag binnen de regering echter vooral CD&V beschadigd. Gegokt en verloren. Bij de christendemocraten zijn ze Kris Peeters (intern steevast als ‘de saboteur’ omschreven) meer dan beu. Eigenlijk is een machtsstrijd bezig bin- nen de christendemocraten tussen Peeters, Beke en de zeer invloedrijke Hilde Crevits. Het bij wijlen zeer linkse discours van de christen- democraten wijst op de toenemende macht van Crevits. Het gespartel van de zelfverklaarde rechtse CD&V’er Hendrik Bogaert is irrelevant.

Vraag is of de CD&V in de komende campagne niet te veel naar links zal overhellen. Bij de basismilitanten is men daarvoor bevreesd. De kiemen van een nederlaag zijn aanwezig.

Open Vld: de plaatsen zijn beperkt

Open Vld is de kleinste partij in de verschil- lende regeringen en dat is te merken. De libe- ralen wegen amper op het beleid. Ze moesten vooral applaus geven voor ‘liberale’ realisaties zoals de verlaging van de vennootschapsbe-

lasting die minister van Financiën Johan van Overtveldt heeft doorgedrukt. De federale excellenties maken een makke indruk. Minis- ter van Sociale Zaken Maggie de Block loopt er verveeld bij en ze is uit de populariteitspolls verdwenen. Alexander de Croo vond nooit zijn draai als minister van Telecom en Overheids- bedrijven. In 2019 hopen de liberalen op een status quo en denken ze aan andere departe- menten om te scoren. Zo willen ze eindelijk nog eens de minister van Werk leveren. Pro- bleem is dat de plaatsen beperkt zijn. Het zal een harde strijd worden voor de ministerpos- ten in een volgende regering. Naast De Croo en De Block hebben Jean-Jacques de Gucht en Mathias de Clercq (als die naast het Gentse burgemeesterschap grijpt) zowaar ministeriële ambities. Dat ligt gevoelig. Bij een Open Vld die economisch eerder naar rechts is opgeschoven, horen deze adepten van paars niet echt thuis.

Sp.a: in de touwen

John Crombez zal volgende lente wellicht uit zijn lijden worden verlost. Hij zal de verkiezin- gen verliezen en de partij kan op zoek naar een nieuwe voorzitter. Komt Bruno Tobback terug?

De sp.a probeert oppositie te voeren, maar dat lukt van geen kanten. De reden? De par- tij draagt de erfenis mee van een beleidspartij die de voorbije decennia de begroting en de sociale zekerheid heeft mismeesterd. Nu les- sen geven aan de regering komt pijnlijk over;

zeker omdat Crombez het beleid onder paars (toen was hij kabinetschef) blijft verdedigen.

De sp.a hoopt de schade te beperken tijdens de gemeenteraadsverkiezingen en wil in een aantal steden de burgemeesterssjerp behou- den. Als dat niet lukt en andere partijen slaan een bres in de stedelijke muur van de socia- listen, dan ziet het er zeer slecht uit voor de toekomst van de Vlaamse sociaaldemocratie.

Groen: tussen optimisme en hoogmoed

Groen zou volgens de meeste peilingen rich- ting 10 procent spurten en de eerste linkse partij van Vlaanderen worden. Is dat opti- misme gewettigd? Wellicht wel, al moet de partij opletten voor hoogmoed. Velen vinden de groenen sympathiek, tot hun standpunten tijdens een campagne bekend raken. Betutte- ling en regelitis zijn kenmerken van de ecolo- gisten. Vlamingen hebben daar een natuurlijke aversie tegen. Het duo Almaci en Calvo spreekt hoe dan ook een deel van de bevolking aan.

Vooral hoger geschoolde linkse stedelingen.

Allochtonen ook die blijkbaar meer vertrou- wen hebben in Groen dan in de extreemlinkse PVDA. De bonus voor Groen situeert zich vooral in de media. Hou vandaag een poll bij journa- listen en 70 procent stemt op Groen. De Stan- daard, De Morgen, de VRT ... dat zijn kosteloze campagnemachines voor die partij.

De partijen op één jaar van de verkiezingen

Op 26 mei 2019 vinden de Europese verkiezingen plaats, en wellicht gaan we die dag ook naar de stembus voor parlementsverkiezingen. Hoe staan de partijen er een jaar voor die stembusslag voor? Een relevante vraag, nu de campagne voor de gemeente- raadsverkiezingen volop bezig is en naadloos zal overlopen in de campagne voor de verkiezingen van 2019. Een overzicht.

Vlaams Belang: geen antwoord op Francken

In 2014 werd Vlaams Belang bijna van de kaart geveegd. Voorzitter Tom van Grieken mag gerust zijn: zo’n dramatisch resultaat hoeft hij in 2019 niet te verwachten. Maar, het Vlaams Belang zal wellicht slechts een beperkt aan- tal zetels terugwinnen. Filip Dewinter verliest (ook intern) aan invloed en brengt de par- tij weinig meer bij. Gerolf Annemans is fin de carrière. Barbara Pas levert degelijk werk, net als de verkozenen in het Vlaams Parlement, maar blijft gehandicapt door het cordon média- tique. En vooral: het Vlaams Belang heeft geen antwoord klaar op de communicatiemachine Theo Francken. De partij komt met cijfers over het ondermaatse regeringsbeleid, maar bijna niemand neemt ze over. De N-VA weigert het debat aan te gaan. Bij De Wever en co is de boodschap duidelijk: het Belang doodzwijgen, dan blijven hun ex-kiezers wellicht bij ons.

Bezuiden de taalgrens:

op weg naar chaos

Zoals zo vaak in het verleden zal de samen- stelling van de federale regering afhangen van de uitslag in Wallonië. Indien de MR stabiel blijft of wint, is een regering-Michel II in die constellatie haast een zekerheid. Desnoods moeten de opportunisten van cdH erbij wor- den genomen. Maar bezuiden de taalgrens dreigt politieke chaos door versnippering en een ruk naar extreemlinks. De PS van Elio Di Rupo wordt opgejaagd door de PTB en heeft

een programma dat - behalve voor Ecolo - voor elke Waalse partij onverteerbaar is. Hoe kan er dan een Waalse meerderheid worden gevormd? Ofwel met de MR en de PS, waar- bij de socialisten een junior partner zijn. Ofwel een extreemlinkse regering van PS, Ecolo en PTB. Als de politieke chaos of de ruk naar links in Wallonië doorsijpelen tot de federale rege- ringsvorming, dan dreigen het zeer lange for- matiegesprekken te

worden.

De kalasjnikov bestaat

70 jaar 2

Briefje aan Luc Van Gorp 3 Hoe mei ’68 ontspoorde

(deel 5) 5

Over religie bestaan geen betrouwbare cijfers 7 Kleurt Luik straks blauw? 7 De Bende van Nijvel:

huurlingen uit Katanga 11

Deze week

Belgische koninklijke familie bij tien rijkste van Europa

(2)

Actueel 17 mei 2018

2

Uit de smalle beursstraat

Niemand zal Brussels Airlines missen

De pilotenstaking bij Brussels Airlines lijkt op een klassiek sociaal conflict over werkdruk en loonvoorwaarden, maar er is meer aan de hand. Sinds eind vorig jaar is Brussels Airlines voor honderd procent in handen van het Duitse moederbe- drijf Lufthansa, nadat de Duitsers in 2008 zo’n 45 procent van de aandelen hadden overgenomen. Al snel werd duidelijk dat Brussels Airlines zou worden ondergebracht bij lagekosten- maatschappij Eurowings. Lufthansa wil Eurowings gebruiken als concurrent voor de lagekostenmaatschappijen Easyjet en Ryanair. Die vechten met lage prijzen op de Europese markt voor zo veel mogelijk marktaandeel.

Bij Brussels Airlines vrezen ze dat de opname in Eurowings een opslok- of uitdoofscenario betekent. Bepaalde ondersteu- nende diensten zouden naar Keulen verhuizen en een paar honderd banen zouden op de tocht staan. Een opvallend ver- schil met Swiss en Austrian Airlines, want die twee dochters van Lufthansa blijven wel autonoom. Vanuit Brussels Airlines probeert men de geruchten de kop in te drukken. De bejaarde voorzitter Etienne Davignon (85) beweert dat er een groei- scenario is en dat Brussels Airlines zeker voor de Afrikaanse vluchten een meerwaarde kan betekenen. Al is onduidelijk of er nog sprake kan zijn van 300 vluchten per dag en 3.500 per- soneelsleden.

Toekomst

De eigenaars in Duitsland beseffen dat er iets moet gebeu- ren en dat de aanpak van Brussels Airlines geen toekomst meer heeft. De cijfers van 2017 spraken voor zich. In de eerste negen maanden van vorig jaar haalde Lufthansa haar beste resul- taat ooit. Maar dochter Brussels Airlines haalde op een omzet van bijna 1 miljard euro op negen maanden geen 4 miljoen euro nettowinst. Onder de intussen voor bewezen diensten bedankte CEO Bernard Gustin koos Brussels Airlines steevast voor meer passagiers en meer volume ten koste van rendabi- liteit. Een aanpak die Lufthansa niet kon pruimen. Vandaar de totale overname van de Belgische luchtvaartmaatschappij en de integratie in Eurowings. Wellicht zorgen de Afrikaanse ver- bindingen ervoor dat Brussels Airlines als naam niet verandert, maar de facto heeft de luchtvaartmaatschappij opgehouden te bestaan. Al zal niemand dat toegeven. En eerlijk gezegd, een drama hoeft dat zeker niet te zijn. Niemand zal Brussels Airli- nes missen. Uitgezonderd de laatste ‘carré’ van belgicisten die met Brussels Airlines een symbool van de Belgische nepiden- titeit ten grave draagt. Want de luchtvaartmaatschappij - als SN Brussels voortgekomen uit het failliete Sabena - was voor sommigen zowaar één van de laatste nationale ‘kroonjuwelen’.

Statler en Waldorf

Na het faillissement van Sabena kwam de nieuwe lucht- vaartmaatschappij uit de koker van Etienne Davignon en Mau- rice Lippens, de Statler en Waldorf van het economische Bel- gique à papa. Weinig bekend is dat zakenlui - ook Vlaamse - in 2001-2002 zwaar onder druk werden gezet om een nationale luchtvaartmaatschappij te financieren.

“Met het pistool tegen het voorhoofd”, lieten sommige Vlaamse captains of industry verstaan. Er werd zelfs zwaar gelobbyd vanuit het Hof. Maar ook dit Belgische project is een fiasco aan het worden. Tot frustratie van een pak bedrijfsleiders die begin dit jaar in een open brief opriepen voor het behoud van Brussels Airlines. Onder anderen Marc Raisière (Belfius), Herman Daems (BNP Paribas), Alain Bernard (Deme), Bert de Graeve (Bekaert), Eric Domb (Pairi Daiza) en Nicolas Boël (Sol- vay). Een beetje flauw. Want zou hun eigen bedrijf beperkte winstcijfers voorleggen zoals Brussels Airlines, dan zouden deze CEO’s zelf moeten ingrijpen.

Neen, het pleidooi voor een nationale luchtvaartmaatschap- pij is zuiver op emotie gestoeld. Kenners van de luchtvaart- sector stellen dat vanuit sociaaleconomisch perspectief een goed werkende luchthaven als internationaal knooppunt veel belangrijker is, en voor de plaatselijke bevolking via jobcreatie een sterkere motor is voor economische groei.

Echter, in België zijn alleen de Vlamingen in een sterke lucht- haven in Zaventem geïnteresseerd. In Wallonië en zelfs Brussel is men Zaventem liever kwijt dan rijk. Bezuiden de taalgrens krijgt Charleroi alle prioriteit.

Angélique VAnderstrAeten De sociale onrust bij luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines heeft niet alleen te maken met loon- en arbeids-

voorwaarden. Het personeel vreest vooral een totale integratie in Eurowings, dochteronderneming van Lufthansa.

Brussels Airlines zou daarmee de facto verdwijnen. Sommigen zien dat als een nederlaag. Want dan is er geen Bel- gische luchtvaartmaatschappij meer die als erfgenaam van het vergane Sabena fungeert. Alleen, een nationale luchtvaartmaatschappij is voor niets nodig. Een goedwerkende luchthaven des te meer.

De kalasjnikov bestaat 70 jaar

Het is 70 jaar geleden dat de AK-47 voor het eerst werd geïntroduceerd in het Russisch leger. De afkorting AK-47 staat voor Avtomat Kalasjnikova 1947, het lichte automatische aanvalsgeweer dat naar zijn uitvinder Michael Kalasjnikov werd genoemd. Ondertussen is dat vuurwapen wereldwijd verspreid en de lieveling van soldaten, criminelen en ter- roristen… Jaarlijks worden er ongeveer 250.000 mensen mee doodgeschoten.

Michael Kalasjnikov, sergeant en tankcom- mandant bij het Rode Leger, heeft wellicht nooit vermoed dat zijn uitvinding zo succes- vol zou zijn. In 1947 ontwierp hij een gebruiks- vriendelijk, automatisch en gemakkelijk te onderhouden aanvalswapen voor de indivi- duele soldaat. De functie van de nauwelijks te tillen mitrailleurs leek achterhaald. Nu kon iedere soldaat vuren met een snelheid van 600 kogels per minuut. Of Kalasjnikov het wapen op z’n eentje heeft bedacht en ontwikkeld, laten we in het midden. Vermoedelijk heb- ben ingenieurs zijn ideeën verfijnd. Feit is dat Michael Kalasjnikov als een Russische held werd beschouwd en dat de AK-47 in 1948 voor het eerst in het Rode Leger werd gebruikt.

Kalasjnikov kreeg zowat alle Russische onder- scheidingen. Hij overleed in 2013, op 94-jarige leeftijd. Of hij echt zo gelukkig was met het suc- ces van zijn uitvinding, is onbekend. Hij wilde in de eerste plaats een goed aanvalswapen ontwikkelen voor infanteristen, maar toen de succesvolle AK-47 ook populair werd bij crimi- nelen en terroristen, zou hij naar verluidt ooit gezegd hebben toch liever een betere grasma- chine te hebben uitgevonden.

In verkeerde handen

Vooral de lage productiekosten, het

gebruiksgemak en de betrouwbaarheid van de AK-47 hebben het succes ervan bepaald.

Zelfs de Amerikaanse M-16 en de Belgische FAL genoten nooit dezelfde reputatie, al zijn het vergelijkbare wapens en hebben ze het- zelfde kaliber (7.62 mm).

Momenteel zouden ongeveer 200 miljoen kalasjnikovs in gebruik zijn, wat neerkomt op ongeveer 1 per 35 personen. De globale ver- spreiding van het wapen kwam er vooral na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de val van de Berlijnse Muur. Duizenden wapens verdwe- nen uit Russische wapendepots en kwamen in verkeerde handen terecht. Na het uiteenvallen van Joegoslavië gebeurde net hetzelfde. De kalasjnikovs die in 2015 werden gebruikt bij de aanslagen in Parijs, werden veelal gekocht in België, maar hadden ex-Joegoslavië als her- komst.

Illegale handel

Mettertijd evolueerde het wapen; er bestaan nu zo’n 200 modellen. Jaarlijks worden onge- veer een miljoen exemplaren geproduceerd in Rusland, China en zelfs de Verenigde Staten.

Daarmee blijft de kalasjnikov het meest ver- breide en dodelijkste vuurwapen ter wereld;

het maakte reeds miljoenen slachtoffers.

Rekening houdend met aanhoudende con-

flicten, terrorisme en criminaliteit, raamt men het jaarlijkse aantal slachtoffers op onge- veer 250.000. Het wapen met de korte droge knal, voor kenners goed te onderscheiden van andere vuurwapens, is gegeerd door smokke- laars en wapenhandelaars. Volgens een rap- port van Global Financial Integrity, een Ame- rikaanse organisatie die illegale geldstromen in kaart brengt, is de illegale handel in lichte wapens jaarlijks goed voor een omzet van min- stens 1,7 miljard Amerikaanse dollar, mogelijk oplopend tot 3,5 miljard dollar.

Dat is 20 procent van de totale jaaromzet van legale lichte wapens. Wilt u een kalasj-

nikov aanschaffen? In België is op de zwarte markt al een AK-47 te verkrijgen voor onge- veer duizend euro.

Op het ‘darknet’ betaalt men al gauw twee- duizend tot drieduizend euro. En dan nog is dat een spotprijs, want afhankelijk van het land van bestemming kan de waarde van een gesmok- keld wapen tot 560 procent vermeerderen ten opzichte van de initiële waarde. Wellicht is dat mee de oorzaak dat kalasjnikovs wereldwijd te vinden zijn. Voor alle duidelijkheid: wij zijn niet geïnteresseerd.

rirO

Vormen populisten en nationalisten regering in Italië?

Wat velen voor onmogelijk hielden, blijkt met wat geluk toch bewaarheid te zullen worden. In Italië onderhandelen de Vijfsterrenbeweging en Lega om tot een regeerak- koord te komen. Als dit daadwerkelijk lukt, betekent dit een opdoffer voor de Europese Unie. Beide partijen zijn namelijk eurokritisch. Na de rechtse FPÖ, die eerder al toetrad tot de Oostenrijkse regering, stoot met Lega mogelijk opnieuw een antimigrantenpar- tij door naar de macht.

De liefhebbers van een federale Europese Unie lijken niet uit hun nachtmerrie te ontwa- ken. Nadat Groot-Brittannië in 2016 besliste om de EU te verlaten, was er tevens zwaar tumult in Oost-Europa tijdens de migratiecri- sis. Het mag duidelijk zijn dat Brussel de Poolse regering en de Hongaarse regering maar moei- lijk in de pas kan laten lopen. Niet zo lang gele- den werd een rechts-conservatieve regering gevormd in de Alpen, waar de Oostenrijkse politiek een ruk naar rechts maakte.

Antivreemdelingenretoriek zwol er aan. Een nieuwe mokerslag wordt binnenkort moge- lijk verwacht in Italië. Nadat de zogenaamde

‘populisten’ (MoVimento 5 Stelle) en de

‘rechtsradicalen’ (Lega) begin maart een ver- pletterende verkiezingsoverwinning boekten, zitten deze twee partijen rond de tafel om een nieuwe regering te vormen.

Zak met geld

Nog niet zo lang geleden zag het ernaar uit dat Italië afstevende op nieuwe verkiezingen.

Een technocratenregering - zoals tussen 2011 en 2013, toen onder leiding van de econoom Mario Monti - bleek eveneens tot de mogelijk- heden te behoren.

Het was uiteindelijk Silvio Berlusconi die de weg vrijmaakte voor een toekomstige regering van eurosceptici. Matteo Salvini en zijn Lega

trokken dit voorjaar in kartel met de omstre- den Italiaanse mediamagnaat naar de stembus.

Salvini wilde de rechtse alliantie niet opblazen.

Nochtans stuurde Luigi Di Maio, de jonge lei- der van de Vijfsterrenbeweging, daar onrecht- streeks op aan.

Di Maio wilde namelijk geen regering vor- men met Berlusconi, die door teveel schanda- len omgeven is. Berlusconi gaf groen licht aan Salvini: de mediagoeroe en zijn herrezen Forza Italia willen gerust in de oppositie zetelen, ter- wijl Lega plaatsneemt in de regeringsbanken.

De regionalistische Lega staat bekend om haar harde standpunten aangaande migratie en de bijhorende anti-islamretoriek. Dit is een struikelblok. Hoeveel water willen de Pada- nen in de wijn doen? MoVimento 5 Stelle heeft naast een rechtse ook nog steeds een meer progressieve, groene vleugel.

Di Maio wil het uiteindelijke regeerakkoord - als dat er eerstdaags komt - voorleggen aan zijn leden. Via internet kunnen zij zich dan uit-

spreken over regeringsdeelname. Een ander struikelblok blijft de euro. MoVimento 5 Stelle gaf in het verleden aan een referendum over lidmaatschap van de monetaire unie te willen organiseren.

Ook Salvini wil terug naar de lire. Allicht wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. In het afgelopen jaar heeft de Vijfsterrenbeweging haar radicale imago namelijk sterk afgezwakt. Ook Lega werpt zich steeds meer op - net als de FPÖ - tot rechtse bestuurderspartij. Zullen beide partijen elkaar vinden? Waar Italië in de eerste plaats nood aan heeft, is een heropleving van zijn economie.

Dat weten Di Maio en Salvini diep van binnen maar al te goed. Het land is de eurocrisis nooit te boven gekomen, kampt met een fragiel ban- kensysteem, heeft een bijzonder hoge staats- schuld en zit met een enorme jongerenwerk- loosheid. Een zak vers geld vanuit Brussel om de boel weer wat vlot te trekken, is dan altijd

mooi meegenomen. sd

(3)

Actueel

17 mei 2018 3

Nog een lange weg te gaan

Mijnheer de uithaler,

Rerum Novarum is al een tijdje niet meer wat het geweest is. Het feest van de christe- lijke arbeidersbeweging gaat voortaan bijna in stilte voorbij. De tijd van de gloedvolle pre- ken en toespraken vanop de kansel en het spreekgestoelte, van stoeten met fanfares, kajotters en strijdend voetvolk is niet meer.

Er komt vandaag nog nauwelijks volk op af en wie er nog is, is niet meer van de jong- sten, en hondstrouw. Hier en daar wordt nog een mis opgedragen als er nog een priester te vinden is, en in het beste geval is er nog een receptie-met-spreker en een beetje ani- matie. Maar de strijdlust van de grote dagen is definitief weg. Men heeft het moeilijk om zich als christelijke arbeidersbeweging nog te positioneren in een sterk veranderende en polariserende samenleving.

Maar gij, Luc, hebt als voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten (CM) toch nog eens een poging gedaan om ‘over nieuwe dingen’

(dat is de letterlijke vertaling uit het Latijn van ‘rerum novarum’) te komen spreken op Hemelvaartsdag, veertig dagen na Pasen en dit jaar 9 dagen na 1 mei. Gij haalt name- lijk zwaar uit naar politiek rechtse partijen, het kleine Vlaams Belang en vooral de grote, machtige N-VA. Zij kapen volgens u immers de christelijke erfenis om kritiek te kunnen geven op de islam en de moslims: “Door hen staat het christendom plots lijnrecht tegen- over de islam.” Het verbaast u daarbij klaar- blijkelijk dat die politici plots de behoeders van het katholiek onderwijs en de katho- lieke voorzieningen zijn geworden. “Ze mis- bruiken de christelijke erfenis als cultuur- politiek instrument in een strijd tegen de multiculturele samenleving”, zo orakelt gij.

Gelukkig zijt gij eerlijk genoeg om te stellen dat wij het antwoord op de problemen ook niet moeten gaan zoeken bij linkse partijen omdat het daar aan visie ontbreekt. Daarom pleitte gij ervoor om de erfenis van het chris- tendom beter te onderwijzen. Want gij zegt dat dat het uitgangspunt is om de christe- lijke waarden van tolerantie en verdraag- zaamheid hoog in het vaandel te dragen.

Op zich is dat zeer juist, maar precies op dat punt schuift gij uit…

Want het christendom gaat om véél meer dan dat. Dat zoudt gij als godsdienstweten- schapper toch moeten weten. Het christen- dom is immers ook de drager van een geloof en een geloofsgoed, een religie. Dus ook een geloofspraktijk. En daar zwijgt gij over.

Gij komt niet verder dan wat gewauwel over openheid en gastvrijheid als gij over reli-

gie spreekt. “Ik ben er absoluut van over- tuigd dat religie voor een comeback staat.

Wij moeten niet bang zijn om over onze rijke erfenis te durven spreken”, zo zegt gij. Ik zou toch wel eens willen weten wat gij met comeback dan bedoelt… En wat is onze rijke erfenis?

Zijn dat de verwaarloosde katholieke prak- tijken die ertoe geleid hebben dat in onze eertijds effectief katholieke scholen niet meer gebeden wordt of waar het kerkelijk leven iets buitenaards lijkt geworden te zijn?

En door wie moet die comeback gedragen worden? Door leerkrachten in die scholen die er ongestoord voor uitkomen zelf niet gelovig te zijn, laat staan nog enige voe- ling met die erfenis hebben? We gaan er echt niet komen met enkel wat getheore- tiseer over gastvrijheid en tolerantie in de door de wereldvreemde chef van het katho- liek onderwijs bepleite ‘dialoogschool’. Ove- rigens… Open dialoog met wie? Met de islam die zijn regels komt stellen, ook al in katho- lieke scholen? Met een islam die in zijn thuis- landen het christendom ofwel uitroeit of op zijn minst tot tweederangs onderdanigheid dwingt?

Het is dan ook niet abnormaal dat partijen die de begrippen identiteit en traditie hoog in hun vaandel voeren, nu aan de noodrem trekken en de christelijke tradities die hun voedingsbodem in het katholiek onderwijs zouden moeten vinden, sterk verdedigen.

Als jullie dat zelf niet meer doen vanuit de officiële christelijke beweging, dan moeten anderen dat maar doen. Het zal u overigens wel bekend zijn hoeveel vroegere CD&V kie- zers als zijn overgewaaid naar het VB en later ook naar de N-VA, precies omdat die par- tijen hun oude waarden – hun erfenis - ble- ven verdedigen.

Ge moet dus niet komen klagen dat ande- ren wat jullie verwaarloosden nu overne- men. Alleen als jullie erin zullen slagen om het christendom in al zijn aspecten terug de glans te geven, aangepast aan tijd en zeden, kan er hoop zijn om de verloren ver- halen weer de dynamiek te geven die ze ver- dienen. Dan kunnen jullie weer terug ‘over nieuwe dingen’ spreken en overleven tegen de druk van het egalitarisme van de multi- culturele rampspoed.

Maar gij zult eerst en vooral grote kuis in de eigen rangen moeten houden om het door u bepleite ‘meer respect voor het chris- tendom’ daar al ingang te doen vinden. Er is dus nog een lange

weg te gaan.

Briefje aan Luc Van Gorp

Over zijn boek geeft hij in heel het land lezin- gen voor een publiek van (nagenoeg uitslui- tend) niet-moslims. Het is een pleidooi voor een - naar eigen zeggen - rationele en verzoe- nende islam, waarin de islamitische teksten in een relativerende historische context zouden moeten worden gelezen en een brug tussen wetenschap en geloof zou worden geslagen.

Opvallend bij die lezingen is dat de man zijn betoog aan een razendsnel tempo aframmelt, terwijl hij aan de hand van historische analyses en talrijke citaten van (wetenschaps)filosofen zijn ‘verlichte’ belezenheid aan het publiek wil tentoonspreiden. Benhaddou veronachtzaamt het feit dat filosofie in de islam altijd op het randje van de ketterij heeft moeten zweven. Zo dweept hij niet alleen graag met wetenschaps- filosofen zoals Karl Popper, maar ook met de islamitische wijsgeer Averroes uit het kalifaat van Cordoba. Na een van zijn lezingen werd de ‘verlichte’ imam geconfronteerd met een pijnlijke vraag van een veelgeplaagde leraar uit een Brusselse concentratieschool: hoe kunnen deze geleerde wijsgerige traktaten beletten dat hele wijken in onze hoofdstad in Arabische no- gozones veranderen?

…en een misleider

Behalve naar moslimnormen erudiet is de man echter vooral bedreven in de kunst van

‘taqiyya’. ‘Taqiyya’ is een uit de Shia, de par- tij van de vierde kalief Ali, de schoonzoon en volgens de sjiieten enige rechtmatige opvol- ger van de profeet, afkomstige overlevings- en misleidingstactiek, die ook door de soennie- ten werd overgenomen. ‘Taqiyya’ houdt in dat de moslim zich, in navolging van Mohammeds gevleugelde woorden uit de Hadith ‘Oorlog is bedrog’, ten aanzien van de niet-moslims en ongelovigen anders mag voordoen dan hij wer- kelijk is en onverbloemd mag liegen.

Zo begint de imam zijn betoog met een ver- heerlijking van de ‘geweldloze’ profeet Moham- med, die in zijn Medina-periode de christenen en joden tot de ‘Umma’, de gemeenschap van gelovigen, zou hebben gerekend. In realiteit beschouwden Mohammed en zijn aanhang christenen en joden weliswaar als ‘Mensen van het Boek’, maar ook als volgelingen van valse profeten, die in het beste geval als ‘dhimmi’s’

konden worden geduld.

In werkelijkheid liet Mohammed, die vóór zijn Medina-periode in de richting van de joodse tempel van Jeruzalem en niet zijn geboortestad Mekka bad, de joden van Medina allemaal over de kling jagen. Vóór zijn Medina- periode was hij er immers van uitgegaan dat zijn leer diezelfde was als die van de joden, maar dat bleek in Medina niet het geval te zijn. De stelling dat de islam van oorsprong niet meer dan een verwrongen variant van het jodendom is, werd destijds met verve ver- dedigd door wijlen Urbain Vermeulen. Deze Vlaamse islamoloog hamerde voortdurend op

zijn stokpaardje dat er eigenlijk geen sprake was van een joods-christelijke, maar wel van een joods-islamitische beschaving. Niemand minder dan Adolf Hitler, de 20ste-eeuwse ver- sie van de profeet Mohammed, dixit Winston Churchill, omschreef tijdens zijn ‘Tischge- spräche’ in de Tweede Wereldoorlog de islam als een ‘geperverteerde vorm van het joden- dom’. Niettemin kon de Duitse dictator het militante aspect van deze oorlogs- en verove- ringsideologie met een religieus sausje best wel smaken. Moedwillig verzwijgt de jonge imam dat de jihadisten van IS en Al Qaida teruggrijpen naar bepaalde politieke leerstel- lingen en praktijken van de stemmenhorende krijgsheer in zijn Medina-periode.

Een moslimwereld zonder echte islam

Na een lofzang op de profeet en de princi- pes van de waarachtige islam, zoals tolerantie en geweldloosheid, schetst Benhaddou hoe alles na de bloeiperiode van de islamitische beschaving tijdens onze vroege middeleeuwen is misgelopen. De stagnatie van de islamitische wereld en de opgelopen achterstand tegen- over de omliggende wereld zouden naar ver- luidt hebben geleid tot een diepe wrok tegen- over het Westen. Op dat ressentiment zou het fundamentalisme van (geweldloze) salafisten, wahabieten en Moslimbroeders en (geweld- dadige) jihadisten terug te voeren zijn. Nog steeds zouden die arme moslims zwaar getrau- matiseerd zijn door de napoleontische bezet- ting van Egypte en de kunstmatige grenzen van het Sykes-Picotverdrag, die de Franse en Britse kolonisatoren hen tijdens de Eerste Wereldoor- log in de maag splitsten.

Op geen enkel ogenblik schrijft de imam de desastreuze toestand in de moslimwereld en de gevolgen hiervan voor onze westerse samenleving toe aan de grondslagen van de islam zelf. Meer nog, hij is van oordeel dat de principes van de waarachtige islam op dit moment in de moslimwereld eenvoudigweg ontbreken.

Rationele of afvallige moslims?

Een ‘rationele islam’ is gezien de werkelijke grondslagen van deze ideologie, die niet geba- seerd is op een mensenwoord, maar op een onveranderlijk geacht woord van Allah, een

‘contradictio in ipsis terminis’. West-Europa heeft niet zozeer behoefte aan ‘rationele mos- lims’, maar wel aan stoutmoedige ‘afvallige moslims’.

Zonder ‘afvallige moslims’ zullen wij in West- Europa met deze ideologie, die door de omvol- king in onze steden de wind in de veroverings- zeilen heeft, finaal enkel de pijnlijke keuze hebben tussen de ‘soumission’ van Michel Houellebecq en de mokerhamer van hofmeier Karel Martel.

S.T.

Een erudiete bruggenbouwer…

Hebt u al gehoord van Khalid Benhaddou? Benhaddou is een door sommigen geprezen jonge Gentse imam die sinds 2015 actief is als coördinator van het netwerk voor islam- experten tegen de radicalisering van schoolgaande jongeren. In 2017 mocht hij de Prijs voor de Mensenrechten in ontvangst nemen vanwege zijn verdiensten als zogenaamde

‘verbindende bruggenbouwer’. Recent is deze imam bevallen van een boek met als titel

“Is dit nu de islam?”.

Khalid Benhaddou en ‘The Art of Taqiyya’

Ook nu zal een ruime delegatie van de maoïstische partij PVDA-PTB aanwezig zijn.

Op papier is de linkse partij grooooote voor- stander van gelijke rechten voor homo’s. De partij heeft zelfs een aparte partijwerking rond de holebi- en transgenderproblematiek, genaamd Mix.

In de praktijk zit de partij nochtans met een probleem. Want in China, waar de maoïsten al decennia aan de macht zijn, lopen ze niet hoog op met homo’s en lesbiennes. Homosek- suele relaties worden er gedoogd, en daar zijn ook typische homobars, maar algemeen wordt aangeraden om toch maar niet hand in hand over straat te lopen.

Voorbije week kregen we nog een staaltje te zien van extreemlinkse homofobie: het Euro- visiesongfestival werd via het Chinese inter- netkanaal Mango TV uitgezonden. Maar de Ierse act die een romantische dans tussen twee mannen bevatte, werd gecensureerd.

In het publiek werd met regenboogvlaggen gezwaaid, maar ook dat kregen de Chinese

kijkers niet te zien. Alle regenboogvlaggen – symbool van de holebigemeenschap – werden namelijk ‘geblurd’, onherkenbaar gemaakt.

Voor de goegemeente heeft de PVDA wat afstand genomen van het marxisme, maar iedereen weet dat dit maar voor de schone schijn is. De PVDA sympathiseert met de regi- mes in Venezuela, Nicaragua en Cuba. Dat het die landen economisch niet voor de wind gaat, dat is simpelweg de schuld van Amerika. Dat in Venezuela en Nicaragua doden vallen bij pro- testacties tegen de linkse regeringen, is voor de PVDA nog nooit een reden geweest om op straat te komen. En over de machtsgreep van de Chinese president Xi Jinping zal geen kri- tisch artikel verschijnen.

Maar hier bij ons worden de volgelingen van Mao, Xi en Kim Jong-un als dé superdemocra- ten bij uitstek beschouwd. Kijk naar Venezuela en Noord-Korea, dan weet u wat ons te wach- ten staat als Peter Mertens en de zijnen aan de macht komen.

KvC

Homo’s gecensureerd in communistisch paradijs

Komende zaterdag trekt de Gay Pride door Brussel. Dat is een jaarlijkse bijeenkomst van homo’s en lesbiennes die meer aandacht vragen voor hun situatie. Bij vorige edities van de parade kwamen telkens tussen 50.000 en 80.000 mensen opdagen.

(4)

Is België bij de tijd?

De wettelijke tijd voor België is gedefinieerd in de wet van 29 april 1892 als “het uur van den middelbaren tijd van Greenwich”. Momen- teel baseert de Belgische wet zich nog steeds op de referentietijd bepaald door de rotatie van de aarde. Maar sinds 1972 is UTC (Geco- ordineerde Universele Tijd) de basis voor alle officiële tijden over heel de wereld. UTC is gebaseerd op atoomklokken en niet meer zoals vroeger op de zonnestand te Greenwich in Engeland. De aanpassing op internationaal niveau heeft tot op heden nog niet geleid tot aanpassingen in de Belgische wet. Dat zou kunnen zorgen voor juridische onzekerheid bij elektronische transacties, of bij de aan- koop van producten waarvan de prijs varieert met de tijd. Daarom werd onlangs een kort en louter technisch wetsvoorstel – waarover geen discussie was - gestemd om dit te rege- len, 15 maanden na de indiening ervan in het parlement. Het werd unaniem aangenomen.

Iedereen vond het wenselijk om de Gecoör- dineerde Universele Tijd (UTC) als basis te nemen voor de wettelijke tijd in België. Daar is niks mis mee, maar of België en zijn politiek bestel hiermee bij de tijd gebracht zijn, is een andere vraag.

Pijnlijk

Oud-KVHV-preses en N-VA-defensieminis- ter Vandeput is op de vingers getikt door … de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. De VCT is de Belgische federale commissie die toe- ziet op de toepassing van de bestuurstaal- wetgeving. Hij werd vermaand omdat hij het Nederlands benadeelde. Het ging over een kleine, maar ook principiële zaak. Met princi- piële zaken begint immers alles. Hij had het al eerder aan de stok met Barbara Pas van het VB die zich blauw had geërgerd aan de verengel- sing van het onderwijs in de Koninklijke Mili- taire School, en aan de samenvoeging van het Legermuseum met enkele andere instellingen die de naam ‘War Heritage Institute’ kregen.

Dat nieuwe instituut lanceerde enige tijd gele- den een webstek in verband met de gesneu- velden uit de Eerste Wereldoorlog en kreeg de naam ‘www.wardeadregister.be’. Toen was de maat vol voor Barbara Pas; ze trok naar de VCT om principieel de plaats voor het Nederlands op te eisen. En ze kreeg gelijk. De domeinna- men van alle webstekken van alle centrale en uitvoeringsdiensten dienen opgesteld te zijn in de drie landstalen, dus ook in het Neder- lands. Eigenlijk is het pijnlijk dat Vlaams-nati- onalisten naar een Belgische instantie moe- ten trekken om andere Vlaams-nationalisten bij de les te houden als het gaat om de strijd tegen de verengelsing en voor het behoud van het Nederlands.

Straffe praat van Theo

Honderden transmigranten – dat zijn migranten die geen asiel in ons land willen aanvragen, en liever doorreizen naar waar volgens hen de bomen nog hoger in de hemel groeien – ‘verblijven’ in en rond het Brusselse Noordstation en zijn een doorn in het oog van

Roddels uit de Wetstraat

Dossier 17 mei 2018

4

duizenden reizigers en pendelaars, alleen al om hygiënische redenen. Zowel Filip Dewin- ter van het VB als Hendrik Vuye (ex-N-VA) pakten minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) daarover aan. Terwijl Dewin- ter hamerde op een gebrek aan visie, spoor- wegpolitiemensen en gesloten centra, fileerde Vuye fijntjes het probleem door een subtiele vergelijking met Frankrijk te maken, wat altijd pijn doet bij de Franstaligen. Zo zijn er in Frank- rijk gecoördineerde politieacties, terwijl bij ons de coördinatie tussen federale en lokale poli- tie maar niet lukt. In Frankrijk is er een admi- nistratieve procedure via terugkeercentra, ter- wijl men bij ons een papiertje geeft met het

‘bevel’ het grondgebied te verlaten, waarna de ontvanger gewoon terugkeert naar o.m. het Noordstation. Ook kent België tweemaal snel- ler asiel toe dan onze zuiderburen. In Frank- rijk is illegaal verblijf strafbaar met drie jaar, bij ons acht dagen tot drie maanden, maar dat wordt zo goed als nooit ‘gegeven’. En in België wordt slechts 20 procent van de repatriëringen uitgevoerd. Dat laatste was een flinke sneer naar Theo Franken, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, die nauwelijks iemand het land uit krijgt of minstens in gesloten centra kan opsluiten in afwachting daarvan. Vuye stelde dan ook: “Straffe praat verkopen op Twitter is makkelijk, maar helaas is het ‘fake news’.”

Zeurmannetje

Na de uitspraken van Bart de Wever dat de

‘dash’ uit de regering is, kon het niet uitblij- ven of groene querulant Kristof Calvo moest zijn gal komen spuwen op de N-VA, en in het bijzonder op de burgemeester van Antwer- pen. Naar analogie met het populaire tele- visieprogramma De Mol kwam hij niet veel verder dan te zeggen dat N-VA de mol is in deze regering. Patje Dewael van Open Vld was de geknipte man om rustig, gedegen en met de nodige diepgang de groene kakker- lak lik op stuk te geven en hem eens goed op zijn plaats te zetten. Men hoeft het niet eens te zijn met Patjes verdediging van de regering, maar de wijze waarop hij Calvootjes geneu- zel, gedram en gezeur de grond in boorde, was magistraal. Calvo braakte nog wat kri- tiek uit tegen Dewael, maar die besloot glas- helder: “Collega Calvo, de dag dat u mij zult zeggen wat ik hier moet vertellen, zal ik niet meemaken.” Het was over en uit voor het zeur- mannetje.

Geen goesting?

Omwille van Hemelvaartsdag op donder- dag, vond de plenaire vergadering van de Kamer al op woensdag plaats. Mooi zo! Dat is altijd beter dan een week over te slaan.

Maar daar zijn klaarblijkelijk niet alle praat- barakkers van overtuigd. Tijdens de stemmin- gen waren er maximaal 121 leden aanwe- zig. Met andere woorden: slechts 80 procent van de Kamerleden was aanwezig, terwijl er maar 6 van de 29 officieel verontschuldigd waren. Waren de afwezigen al het land uit of al op weg naar Rerum Fanfarum? Of gewoon geen goesting? Of misschien zelfs vergeten te komen?

Wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, is de paniek groot bij de joden in Palestina.

Ze vertrouwen allemaal op de Europese con- suls om hen te beschermen, maar Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland zijn vanaf november 1914 in oorlog met het Ottomaans- Turkse Rijk. Duizenden joden vluchten.

25.000 joden vragen de Ottomaanse natio- naliteit aan, maar ze moeten toch dwangar- beid verrichten.

Inmiddels beraden de grootmachten zich over hun oorlogsdoeleinden. Vooral de Brit- ten zien de opportuniteit hun imperium nog te vergroten. Ze hitsen de Arabieren op (Law- rence of Arabia) om in opstand te komen tegen de Ottomaanse meesters en ze laten verstaan dat een groot Arabisch rijk mogelijk is. Een zoon van de grootsjarief van Mekka en Medina ziet daar brood in en prins Feisal brengt 20.000 strijders mee.

De Britten stellen wel duidelijk dat de regio langs de Middellandse Zee niet tot dat rijk kan behoren. Feisal eist toch het huidige Liba- non en het noorden van Israël op, want daar wonen haast alleen Arabieren; in Tel Aviv, Jeruzalem en omgeving is hij niet geïnteres- seerd. Noch de Britten noch Feisal vragen de mening van de Arabieren in Palestina. De Brit- ten stellen ook duidelijk dat hun Franse bond- genoten ‘interesse’ hebben in Syrië.

Sykes-Picot

Dat wordt duidelijk wanneer de Britse diplomaat Sykes en de Franse diplomaat Picot een blauwdruk ontwerpen voor na de oorlog.

De Sykes-Picot-overeenkomst, met zones van direct bestuur of alleen maar invloed voor Britten en Fransen, vertoont weinig gelijke- nis met de actuele grenzen en houdt geen 25 jaar stand. Al 75 jaar verhindert niets dat de Arabieren zich vrijwillig verenigen, maar met typisch Arabische grootspraak wordt het idee gehuldigd en in de praktijk gesaboteerd.

Eén onderdeel van de Sykes-Picot-over- eenkomst bestaat tot vandaag: Palestina (huidig Israël en Westelijke Jordaanoever).

Aanvankelijk is het de bedoeling dat Fran- sen en Britten het gebied gezamenlijk bestu- ren, maar de Britten zien niet graag Fransen aan de oever van het Suezkanaal verschij- nen. Feisal is zo boos over die Brits-Franse overeenkomst dat hij meerdere keren de Ottomanen voorstelt van kamp te wisselen.

Lawrence (en de bekende film) ‘vergeet’ het dubbelspel van zijn Arabische vriend te ver- melden in zijn memoires.

Mark Sykes is wel enthousiast over het zio- nistische voorstel de joden als bondgeno- ten “onder Britse paraplu” te aanvaarden.

Hij hamert voortdurend op die extra garan- tie die de joden zijn voor het Suezkanaal. Hij heeft daarenboven (misleidende) geruchten gehoord dat de Duitsers de joden willen hel- pen en dringt aan op spoed. De Britse rege- ring krijgt de instemming van de Fransen en is ervan overtuigd dat een pro-joodse beslis- sing de joodse bankiers in de VS overtuigt de oorlogsinspanning te vergroten.

De Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur Balfour schrijft in november 1917 de beroemde brief aan lord Rothschild die zijn naam onsterfelijk maakt. In Palestina is er plaats voor een “nationaal huis voor de joden”. Balfour maakt wel gewag van de rech- ten van niet-joodse gemeenschappen, maar dat is voor de vorm. Een maand later verove- ren de Britten Jeruzalem.

De Britse eerste minister Lloyd George en Balfour vertellen na de oorlog dat de regering wel degelijk joodse migratie wil bevorderen tot een joodse meerderheid een joodse staat kan stichten.

De Britse “kroonkolonie”

Na de oorlog beslissen de overwinnaars over de regio. Feisal roept zich uit tot koning van Groot-Syrië en verwelkomt eventjes joodse migranten in zijn rijk. Dan ontdekt hij dat de Fransen hem dat land niet gunnen. De joodse zionisten, met wie hij goede relaties heeft, laten hem vallen omdat ze de Fransen niet voor het hoofd willen stoten. De Britten troosten Feisal met de troon van Irak.

De Britten krijgen een mandaat van de

Volkerenbond om Palestina te besturen. In werkelijkheid maken ze er een kroonkolonie van. joodse migranten zijn aanvankelijk wel- kom, maar dat duurt niet lang. De meeste bestuurders in Palestina zijn Britse officie- ren die in Egypte, dat inmiddels onafhankelijk is, gediend hebben. Ze kennen de Arabische mentaliteit, spreken dikwijls Arabisch en wil- len 560.000 Arabieren niet discrimineren ten voordele van 80.000 joden. Maar toch veroor- zaakt het mandaat een schok.

De mohammedaanse Arabieren hebben zich, ondanks hun armoede, altijd superieur aan de dhimmi’s geweten tijdens het Otto- maanse regime. Dat is niet langer het geval.

Onaanvaardbaar voor de moslims. In 1920 barst de bom. Arabieren overvallen joodse kolonies en in Jeruzalem zijn er twee dagen lang zware incidenten, met joodse en Arabi- sche doden. De joden organiseren een para- militaire verdedigingsmacht: de Haganah (voorloper van het Israëlische leger).

Een jaar later marcheren joodse commu- nisten opzettelijk door het Arabische Jaffa en over heel Palestina breken weer incidenten uit met tientallen doden aan beide kanten.

De Haganah slaagt erin een Arabische aanval op de joodse wijk van Jeruzalem af te slaan.

De Britten laten voortaan alleen nog joodse migranten toe die gegarandeerd werk kun- nen krijgen en ze bemoeilijken de verkoop van grond aan joden.

Tot grote woede van sommige zionisten verbieden ze dat nog één jood een voet zet in het aan Palestina grenzende Trans-Jorda- nië (nu het koninkrijk Jordanië). Nog in 1934 vertelt de latere Israëlische eerste minister Ben Goerion dat de Arabieren er alles bij te winnen hebben in een grote joodse staat te wonen die Palestina en Jordanië omvat.

Na de zware rellen wordt het een paar jaar rustig. De Britten laten wegen aanleg- gen, verbeteren de havens, leggen moeras- sen droog. Er is veel werk voor ongeschool- den en ongeveer 100.000 Arabieren stromen Palestina binnen. Veel Arabische vluchtelin- gen van 1948 zijn zelf recente migranten en geen afstammelingen van mensen die er al eeuwen wonen.

De Duitse migratie

Na de oorlog arriveren tot 1933 jaarlijks 12.000 joden in Palestina. Zionistische ver- enigingen met hoofdzetel in Londen rich- ten een agentschap op dat met bijdragen uit de hele wereld de kolonisatie steunt, banen creëert, landbouwkolonies sticht, gezond- heidszorg en onderwijs verstrekt. De Ara- bieren kijken met verbijstering naar al die activiteiten, maar kunnen er niets tegenover stellen tenzij veel kinderen maken. In 1931 leven 840.000 Arabieren (onder wie 75.000 christenen) naast 170.000 joden. Nog altijd kent iedereen de kibboets (joodse collectieve boerderij), maar in werkelijkheid wonen de meeste joden in de steden, waar ze de eco- nomie moderniseren. De Histradut (joodse vakbond) moedigt joden aan - desnoods met slaande argumenten - alleen joden in dienst te nemen. De Arabieren eisen voortdurend zelfbestuur onder Brits toezicht zolang ze nog een ruime meerderheid hebben. Niets ervan, en het wordt nooit meer rustig. Altijd leiden incidenten tot bloedige confrontaties: 200 doden in 1929 na een banale ruzie over wer- ken aan de Klaagmuur.

De machtsovername van Hitler zet de zaken helemaal op scherp. Jaarlijks arrive- ren minstens 35.000 hoogopgeleide, techno- logisch sterke migranten. Ze laten hun geld in Duitsland achter, maar mogen in ruil wel Duitse goederen meenemen. De nazi’s heb- ben zelfs een speciale ambtenaar die met de zionisten samenwerkt om de migratie te laten vlotten: Adolf Eichmann. Die Duitse migratie is er te veel aan en in 1936 begint de Arabi- sche opstand, dat is een mooier woord voor een eerste oorlog tussen joden en Arabieren.

(vervolgende week) Jan neckers

Geboorte van een land (2)

Al 98 jaar duurt het Joods-Arabische conflict en het ziet er niet naar uit dat het de eerstkomende jaren zal opgelost worden.

(5)

Actueel

17 mei 2018 5

Echo’s uit de Koepelzaal

50 jaar na mei ’68 (deel 5)

In een eerdere bijdrage heeft Jaak Peeters erop gewezen hoe dun de vermeende band was tussen de acties ten voordele van een vernederlandsing van de Leuvense universiteit en het studentenprotest dat zich in Vlaanderen voordeed in het kielzog van de gebeurtenissen in Frankrijk in mei 1968. Een andere bevoorrechte getuige bevestigt dit. Geert Goubert zegt dat de verhuis van de Franstalige vleugel van de Leuvense universiteit inderdaad begonnen is in 1968, maar dat, door de splitsing van de tweetalige faculteiten, reeds in 1963 een proces was ingezet dat onomkeerbaar zou blijken. Goubert was toen al actief in het vroege Vlaamse studentenprotest. Na zijn studies werd hij docent aan de Arteveldehogeschool van Gent. Hij bleef politiek actief, eerst in de Volksunie, later in het Vlaams Blok/Vlaams Belang. Hij was één van medestichters en is nog steeds één van de bezielers van Pro Flandria

Jurgen Ceder

De eerste overwinning

Met de anti-Fosty-betoging in 1953, de Vlaamse dag op Expo ’58 en het verzet tegen de talenteling in ‘59 waren Vlaamse studen- ten actief betrokken bij de heropleving van de naoorlogse Vlaamse Beweging. In de Vlaamse Marsen op Brussel in 1961 en 1962 (met respectievelijk 100.000 en 200.000 deelnemers) waren de studenten massaal vertegenwoordigd.

Ik maakte in Leuven, als preses van de Ver- bondswacht van het KVHV en preses van de faculteitskring Apolloon, in ’62 en ’63 ook actief de grote Vlaamse studentenbetogin- gen mee voor de splitsing van de faculteiten en tegen het voorstel van o.a. CVP-minister Van Elslande tot het oprichten van een Frans- talige school in Heverlee voor het Franstalig academisch personeel en de bovenlaag (!) van de lokale bevolking.

Toen de Franstalige studenten manifes- teerden onder de leuzen ‘nous restons’ en

‘pour une grande univ’, hielden wij, op initi- atief van het KVHV, een nooit geziene tegen- betoging. De tegenbetoging, met op kop een, door de organisatoren gevraagde, grote dele- gatie van de VMO, werd op enkele uren geor- ganiseerd. Zoveel studenten brosten dat de lessen niet doorging. De Franstalige beto- ging werd tegengehouden op de Bondgeno- tenlaan: vanaf toen ging het in Leuven tus- sen Franstaligen en Vlamingen vaak hard tegen hard.

In 1963 kwam de eerste grote Vlaamse overwinning, toen de tweetalige faculteiten onomkeerbaar werden gesplitst: vanaf dat ogenblik was er geen weg terug. Het echte verhaal van de KU Leuven begon dus niet in 1968, wel in 1963: de professoren moes- ten hun taalrol kiezen en Vlaamse professo- ren konden voortaan de Vlaamse facultei- ten beheren.

Mandement

Het bisschoppelijk mandement (ook van de Vlaamse bisschoppen) van 13 mei 1966 verwierp de Vlaamse eis tot overheve- ling van de Franstalige afdeling (hoewel die wens intussen al door heel wat Walen werd gedeeld).

Dit mandement werd als zeer autoritair en anti-Vlaams ervaren, met in alle studen- tensteden hevige Vlaamse betogingen tot gevolg. Kardinaal Suenens werd getrakteerd op aangepaste trappen van vergelijking: dom- bisdom-aartsbisdom. ‘Suenens of Barabas?, schreeuwden de studenten. Hun antwoord was niet “Suenens”.

De Franstalige prof. Woitrin, beheerder van de Leuvense universiteit, stelde voor dat de driehoek Leuven-Waver-Woluwe zou uitgroeien tot ’Le très grand Bruxelles’. De Vlaamse studenten beseften dat de eis van de Franstaligen en de liberalen van de PVV (toen al de Pest Voor Vlaanderen) tot een tweeta- lig statuut zou leiden en de totale verfransing van het Leuvense en grote delen van Brabant.

Daarom weerklonk overal in Vlaanderen ‘Leu- ven Vlaams‘ en ‘Oealen buiten’. Ook scholie- ren begonnen massaal deel te nemen aan de betogingen.

Ondertussen groeiden en bloeiden de autonome Vlaamse faculteiten onder de sti- mulerende leiding van professor De Somer, die de eenzijdige academische lijn ‘Louvain/

Leuven - Frankrijk’ ruilde voor een lijn naar de ganse wereld.

Hij moest het gelukkig niet meemaken dat enkele decennia later de belgicistische dhimmi, rector Oosterlinck, zijn eigen car- rière poogde te dienen door een eredocto- raat uit te reiken aan Prince Philippe (zijn

“oncle”, Prince Alexandre studeerde (sic) in

‘61-‘62 ook enige tijd aan de Franstalige Leu- vense universiteit). Het paleis had zich des- tijds, achter de schermen, heftig verzet tegen

‘Leuven Vlaams’.

In januari 1968 wilde de Franstalige afde- ling toch weer bijbouwen in Leuven. Er volgde een Vlaamse studentenstaking en in alle Vlaamse steden werd weer betoogd. De middelbare scholieren stapten overal weer mee op.

De Vlaamse pers, geleid door De Standaard van Manu Ruys (quantum mutatus ab illo, hoezeer veranderd sinds toen), koos strijd- vaardig het kamp van ‘Leuven Vlaams’. De noodzakelijke verhuis naar Louvain-la-Neuve kwam vanaf dan geleidelijk op gang.

De gevolgen

De jaren zestig waren tevens het begin van het einde van de middeleeuwen. Voor veel Vlaamse studenten begon toen ook de breuk met de Kerk.

De Vlaamse studentenrevolte te Leuven had niet alleen de splitsing van de UCL (Uni- versitas catholica Lovaniensis, Université catholique de Louvain) tot gevolg. Ook de ULB splitste. Kort nadien volgden alle poli- tieke partijen.

Een minderheid van Leuvense studenten, die we later meestal terugvinden in de ran- gen der kaviaarsocialisten (zie als voorbeeld Paul Goossens), verliet in 1968 het KVHV en richtte de Studentenvakbond op, die later omgevormd werd tot Marxistisch Leninisti- sche Beweging, de basis van de maoïstische partij Amada. MLB infiltreerde via ondemo- cratische verkiezingen in de Vereniging van Vlaamse Studenten (VVS), die vooral in de jaren zeventig ging ijveren voor een ‘soci- alistische’ samenleving. Later infiltreerden zij, onder het motto van ‘antikapitalistische structuurhervormingen’ vooral in de media, de sociale sector en het onderwijs. Daarvan moeten we nog steeds het puin ruimen.

De KU Leuven heeft nagelaten om in 2018 de vijftigste verjaardag van haar autonomie als universiteit te herdenken en te vieren. Ex- rector Torfs schreef onlangs dat de KU Leuven geen ‘Leuven Vlaams’ is, maar een universi- teit met een brede kijk op de wereld. Alsof die twee eigenschappen tegengesteld zijn.

De belgicisten voorspelden dat een KU Leuven zonder de Franstalige elite (sic) een regionale universiteit zou worden. Maar het is, vooral dankzij rector De Somer en later Koenraad Debackere, een topuniversiteit geworden.

Geert Goubert, studentte Leuven 1960-1964

Mei ’68 was in Vlaanderen vooral ‘Leuven Vlaams’

1968 is voor mij onlosmakelijk verbonden met de start van de overheveling van de Franstalige UCL naar Louvain-la-Neuve. Dat jaar betekende ook de hergeboorte van Leuven als Vlaamse stad, want de Franstalige universiteit had sinds generaties een grote rol gespeeld bij de verfransing van vooral handelaars en bourgeoisie.

Afgeleefd

Het Vlaams Parlement mocht al wat hoog bezoek ontvangen, maar ditmaal maakte een echte topfiguur zijn opwachting. Jean-Claude Juncker, voorzitter der Europese Commissie.

Enige tijd al werd uitgekeken naar wat dit voor- treffelijke heerschap zou hebben te vertellen.

Bij wijze van captatio benevolentiae begon hij zijn toespraak in het Nederlands en met wat lieve woordjes voor Vlaanderen, om voort te gaan in een (behoorlijk) Frans met zwaar Ger- maans accent. Veel opmerkelijks was er niet te halen, een afgeleefd verhaal van een afge- leefd personage. Europa respecteert de nati- onale en regionale eigenheid. Europa inves- teert in de lidstaten. Europa is commercieel maar ook sociaal. Europa gaat zijn grenzen nog beter verdedigen. Europa moet zijn defensie op orde zetten. Het buitenlandbeleid mag niet meer door lidstaten geblokkeerd kunnen wor- den. De Europese Commissie is een voorbeeld van transparantie. Alles werd mooi met cijfer- tjes geïllustreerd, de miljarden vlogen ons om de oren. Op één punt konden we Juncker wel volgen, Europa verliest aan economisch, poli- tiek en demografisch gewicht. Van 25 procent van de wereldbevolking in het begin van de vorige eeuw naar stilaan nog maar vier procent.

Gelukkig is er nog het Erasmus-project waar- door jongelui elkaar leren kennen, iets waarin de Voorzitter ook een kweekprogramma zag.

Catalonië

Onvermijdelijk werd het thema “Catalonië”

aangesneden. Vanzelfsprekend vooral door N-VA. Parlementsvoorzitter Peumans verwees er al naar in zijn inleidende toespraak en de wederwoorden van Matthias Diependaele en Geert Bourgeois logen er evenmin om. Zelfs

Wouter Vanbesien (Groen) maakte een opmer- king. Niet voor niets ligt al een tijdje een resolu- tie ter zake van het Vlaams Parlement op tafel.

Juncker zei in zijn toespraak niets over het onderwerp, maar moest er nu toch wel een woordje aan wijden. Zijn repliek was even een- voudig als briljant. De Europese Commissie was wel degelijk tegen geweld en voor dia- loog, maar respecteerde de grondwettelijke orde van elk land. Dat hijzelf niet bemiddelde kwam eenvoudigweg omdat betrokken par- tijen hem dat “niet hadden gevraagd”. Laten we afspreken dat de heer Voorzitter van de Euro- pese Commissie in het vervolg altijd zijn mond houdt wanneer hem niets wordt gevraagd. Het zou dan wel eens heel stil kunnen worden.

Origineel

Tom van Grieken (VB) vermeldde ook de Catalaanse kwestie, maar hield zich voorna- melijk bezig met het volledig afbranden van Juncker en zijn hele Europese boetiek. Maar uiteindelijk zal “het EU-establishment er niet in slagen om de Europese identiteit en naties uit te wissen” zei een bevlogen Van Grieken.

Bij dergelijke vulgariteiten kon men natuur- lijk niet te lang blijven stilstaan, maar mooi werd het alsnog toen Juncker zijn betoog met wel heel originele ideeën doorspekte. Hij waar- schuwde voor de “gevaren van het populisme”

en zei “nationalisme” te “verafschuwen” want had niet Mitterand (integer Frans staatsman, 1916-1996) beweerd dat “nationalisme tot oor- log leidt”? Daags voordien was Juncker te gast geweest in het Waals Parlement, waar men niet zoals in de Vlaamse assemblée eerlijke- handelsfruitsap, maar pékèt pleegt te schen- ken. Misschien had de oppereurocraat zijn hel- dere beschouwingen daar vandaan gehaald.

ZAD? De boeren zijn het zat!

De Bretoense boeren zijn de ZAD kotsbeu. De onrust stijgt in enkele regio’s in Bre- tagne. U weet niet wat een ZAD is, beste lezer? Laat u vooral geen schuldgevoelen aan- meten, want ZAD is een nieuw links woord.

ZAD – afkorting voor ‘zone à défendre’ – is een neologisme waarmee ‘zadisten’ – anar- chisten, illegale asielzoekers, extreemlinkse groupuscules – gebieden aanduiden die van het kapitalisme bevrijd zijn, en die door ‘het volk’ bezet worden. Het gaat om illegale bezet- tingen van gronden, gebouwen en instellingen.

Er zijn geen officiële cijfers bekend van het aantal ZAD’s in Frankrijk. Men schat dat het er momenteel enkele tientallen zijn. In oorsprong ging het soms over vrij sympathieke initiatie- ven – lokale gemeenschappen die megapro- jecten wilden stoppen om de lokale eigen- heid te bewaren. Bijvoorbeeld het verzet tegen een vastgoedproject van de warenhuisketen Auchan in Rouen. Maar gaandeweg raakte dit fenomeen gepolitiseerd, lees: uiterst links en anarchistisch. Het werd het synoniem voor een troepje ongeregeld, met drugmisbruik en veel kleine en soms grote criminaliteit. Met ook aan- trekkingskracht op groepen illegalen.

De pers heeft het over een 15-tal ZAD-pro- jecten in Frankrijk, maar boerenorganisaties in Bretagne hebben het over 41 ZAD, waarvan 21 landbouw-ZAD. Anarchisten, veelal aangevuld met illegale vreemdelingen, bezetten die boer- derijen en riepen er een ZAD uit.

Wat de boeren furieus maakt, is het feit dat die zadisten gewoon hun zin doen. Ze bezet- ten het terrein van iemand anders en worden niet bestraft. Voor de Bretoense boeren ligt de verantwoordelijkheid voor de wanorde in die

ZAD-regio’s heel duidelijk bij de politie en de politieke wereld. Zadisten betalen geen belas- tingen, betalen geen cent voor de elektriciteit die ze aftappen of voor het water dat ze gebrui- ken. Ze betalen nergens taksen of boetes.

De spanning stijgt

Op Breizh.info, een Bretoense informatie- blog, kan men het verhaal lezen van een boer die op enkele kilometers woont van zo’n ZAD.

Hij kan niet meer “tegen de arrogantie van de zadisten, het is een echt ‘bordel’ – een bees- tenboel – en zij doen alles gewoon straffeloos”.

Een groepje zadisten zorgde in de gemeente Vigneux op 8 april voor onrust, waarop de lokale boeren de handen in elkaar sloegen om de zadisten uit de gemeente te verjagen.

“De gendarmerie is net voor ons toegekomen, en heeft ons afgedreigd deze zadisten vooral niets in de weg te leggen.”

Hier en daar wordt al anoniem getuigd dat de wapens klaarliggen. Het zal niet de eer- ste keer zijn dat Bretoense boeren op straat komen om te protesteren. Denk maar aan de Bretoense protestbeweging “Bonnets Rouges”

die in 2013 succesvol mobiliseerde tegen de fiscale maatregelen van Parijs.

De regering-Macron oogst dan wel sympa- thie bij de linkse media in West-Europa, het heeft er alle schijn van dat ze bepaalde erger- nissen van haar eigen burgers niet wil zien. Tot het te laat is? Pietvan nieuwvLiet

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat het midden- en kleinbedrijf meer ruimte moest krijgen, kortom, dat er in plaats van een steeds maar meer bevoogdende Overheid meer ruimte moest komen voor het beleven van de

Naast het bestaande pedagogisch spreekuur van Kind en Gezin en het huidige aanbod van de opvoedingswinkel zouden medewerkers van het spel- en ontmoetingsinitiatief (en/of

De eerste voorzichtige plannen voor de Regionale Infrastructuur Werk & Inkomen Rivierenland zijn gemaakt in 2011, als voorbereiding op de komst van wat toen nog de Wet

Met een ter post aangetekende zending van 16 juni 2017 wordt verzoekende partij uitgenodigd voor een hoorzitting betreffende een verlenging van de preventieve schorsing..

Moeders met kinderen zijn nog altijd minder vaak aan het werk dan vaders, maar de voorbije tien jaar zijn ze wel steeds actiever ge- worden op de arbeidsmarkt (niet in figuur).

de werkzaamheidsgraad van laaggeschoolde vrouwen en mannen ligt in Vlaanderen nóg lager dan het reeds lage Europese gemiddelde; de Vlaamse midden- en hooggeschoolden daarentegen

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

We hebben de lijsttrekkers in de drie gemeenten gevraagd wat men in het algemeen van de aandacht van lokale en regionale media voor de verkiezingscampagne vond en vervolgens hoe