AFKONDIGINGSBLAD VAN
ARUBA
LANDSBESLUIT van 5 juni 2020 no. 1 ter uitvoering van artikel 2 van de Landsverordening van 25 maart 2020 (AB 2020 no. 40) tot vaststelling van de begrotingen van de ministeries van het Land voor het dienstjaar 2020 en tot wijziging van de Landsverordening instelling ministeries 2018 (AB 2013 no.
94) (Landsbesluit Financieringsbehoefte 2020-I)
Uitgegeven, 16 juni 2020
De minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
A.C.G. Bikker
DE GOUVERNEUR van Aruba,
Op voordracht van de minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur
In overweging genomen hebbende:
- dat in verband met de financieringsbehoefte van het Land voor het dienstjaar 2020 het wenselijk is een aantal geldleningen in het buitenland aan te gaan;
- de minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur op grond van artikel 2 van de Landsverordening van 25 maart 2020 (AB 2020 no. 40) tot vaststelling van de begrotingen van de ministeries van het Land voor het dienstjaar 2020 en tot wijziging van de Landsverordening instelling ministeries 2018 (AB 2013 no. 94) is gemachtigd om daartoe één of meer geldleningen aan te gaan tot een op ieder moment maximum uit- staand bedrag van Afl. 1.646.730.200,00, en waarvan de voorwaarden worden vastgelegd bij landsbesluit;
- de minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur in die finan- cieringsbehoefte wenst te voorzien door middel van onder andere het aangaan van een onderhandse buitenlandse lening in Amerikaanse dol- lars;
- dat de raad van ministers van het Koninkrijk op 1 april 2020 met inacht- neming van artikel 29 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlan- den akkoord is gegaan met het aangaan door Aruba van een buitenland- se lening tot een maximum van USD 325.600.000,00;
Gelet op:
- artikel 2 van de Landsverordening van 25 maart 2020 (AB 2020 no. 40) tot vaststelling van de begrotingen van de ministeries van het Land voor het dienstjaar 2020 en tot wijziging van de Landsverordening instelling ministeries 2018 (AB 2013 no. 94);
HEEFT BESLOTEN:
I. De minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur gaat een on- derhandse buitenlandse geldlening aan voor een bedrag van maximaal USD 253.300.000,00,= (zegge: twee honderd drieënvijftig miljoen drie honderd duizend Amerikaanse dollars) met Credit Suisse AG, Cayman Islands Branch als agent (“Administrative Agent”) van een of meerdere geldschieters (de “lening”), waarvan USD 155.000.000,= (zegge: hon- derd vijfenvijftig miljoen Amerikaanse dollars) gedurende 60 dagen na de closing date van de lening (“Closing Date”), door middel van een of meerdere tranches, zal worden opgenomen door het Land. De lening kan door Credit Suisse AG, Cayman Islands Branch, als agent (“Admi- nistrative Agent”) van een of meerdere geldschieters, op verzoek van het Land, worden verhoogd tot een bedrag van maximaal USD 253.300.000,00 (zegge: twee honderd drieënvijftig miljoen drie honderd duizend Amerikaanse dollars);
II. De lening zoals bedoeld onder I heeft een looptijd van maximaal 7 jaar, ingaande in de maand juni 2020 en derhalve eindigende in de maand ju- ni 2027;
III. De rente over de lening zoals bedoeld onder I wordt vastgesteld op een te vergoeden bedrag, jaarlijks in twee termijnen gedurende de looptijd zoals bedoeld onder II;
IV. Het te vergoeden bedrag aan rente zoals bedoeld onder III, wordt vast- gesteld als resultante van het rekenkundige product van de uitstaande hoofdsom en een jaarlijks rentepercentage;
V. Het jaarlijkse rentepercentage, bedoeld onder IV, wordt op het vaststel- lingsmoment bepaald, en zal gelijk zijn aan een nader te bepalen 12- maandelijkse interbancaire depositorente zoals genoteerd in Londen, Verenigd Koninkrijk (London Interbank Offered Rate) verhoogd met een risico-opslagpercentage (“Applicable Margin”) die op basis van de huidi- ge schuldclassificatie (“Debt Rating”) 4,50% (zegge: vier en een half pro- cent) bedraagt;
VI. het vaststellingsmoment bedoeld onder V wordt bepaald op 2 dagen vóór de bij geldleningovereenkomst te regelen rentebetalingsdatum;
VII. de aflossing van de lening geschiedt als volgt:
(a) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand juni van het jaar 2022;
(b) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand decem- ber van het jaar 2022;
(c) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand juni van het jaar 2023;
(d) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand decem- ber van het jaar 2023;
(e) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand juni van het jaar 2024;
(f) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand decem- ber van het jaar 2024;
(g) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand juni van het jaar 2025;
(h) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand decem- ber van het jaar 2025;
(i) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand juni van het jaar 2026;
(j) 9.09 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand decem- ber van het jaar 2026;
(k) 9.10 procent van de hoofdsom bedoeld onder I in de maand juni van het jaar 2027;
VIII. De overige voorwaarden waaronder de lening wordt gesloten, worden geregeld in een Credit Agreement die zal worden ondertekend in juni 2020 tussen Land Aruba enerzijds als Borrower en Credit Suisse AG, Cayman Islands Branch als agent (Adminstrative Agent) van Credit Suisse Securities (USA) LLC en/of een of meerdere andere geldschie- ters als Lenders, op welke overeenkomst het recht van de staat New York van de Verenigde Staten van Amerika van toepassing is.
IX. Dit landsbesluit kan aangehaald worden als Landsbesluit Financierings- behoefte 2020-I.
Oranjestad, 5 juni 2020 J.A. Boekhoudt
De minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur,
X.J. Maduro
