INHOUDSOPGAVE
Herkomst van de afbeeldingen . . . xix
Lijst van de gebruikte afkortingen. . . xxi
Ten geleide . . . xxiii
1. De zesde aflevering van de ‘Algemene Woordenschat’ . . . xxiii
2. Opzet en methode van het WVD . . . xxiii
3. Structuur en inhoud van het lemma . . . xxiv
4. Toelichting bij de zesde aflevering: ‘School en kinderspelen’ . . . . xxviii
5. Bronnen . . . xxviii
6. Wetenschappelijk Apparaat (WA) . . . xxxvi
7. Dankwoord . . . xxxvii
Alfabetische lijst van de plaatsnamen . . . xxxix
— 1. De school — 1.1. De school — 1.1.1. De school als instituut School . . . 1
Kleuterschool. . . 1
Kleuterschool (spottend) (kaart) . . . 2
Kleuterklas . . . 3
Kleuterklas (spottend). . . 4
Zomerklas . . . 4
Lagere school . . . 4
Lagere jongensschool (kaart) . . . 5
Lagere meisjesschool . . . 6
Voorbereidend jaar na de derde graad . . . 6
Armenschool . . . 7
Kostschool . . . 8
— 1.1.2. Het schoolleven Schooluniform . . . 8
Eetzaal (kaart) . . . 9
Turnzaal . . . 10
Speelplaats (kaart) . . . 10
Speeltijd (kaart) . . . 11
Afdak op de speelplaats (kaart) . . . 12
Schoolbel . . . 13
De bel gaat (kaart) . . . 14
Schoolrij (kaart) . . . 15
Rechtop in de schoolrij . . . 15
Opstaan . . . 16
v
Het hoofddeksel afnemen . . . 16
— 1.2. Het onderwijzende personeel en de leerlingen Kleuterjuffrouw . . . 16
Onderwijzer (2 kaarten) . . . 17
Aanspreking voor een onderwijzer . . . 19
Onderwijzeres (2 kaarten) . . . 19
Aanspreking voor een onderwijzeres. . . 22
Directeur van een lagere school (kaart) . . . 22
Directrice van een lagere school . . . 23
Surveillant (kaart) . . . 24
Schoolinspecteur . . . 25
Kleuter . . . 25
Kleuter (spottend) . . . 25
Leerling . . . 26
Mannelijke leerling . . . 26
Vrouwelijke leerling . . . 27
Kostschoolleerling . . . 27
— 1.3. De klas — 1.3.1. De klasuitrusting Klaslokaal . . . 28
Schoolkachel . . . 29
Schoolbord . . . 29
Bordkrijtje (kaart) . . . 30
Bordenwisser . . . 31
Het bordendoek uitschudden . . . 32
Schoolbank . . . 32
Lessenaar van de onderwijzer . . . 32
Estrade (kaart) . . . 33
Missiespaarpot . . . 33
— 1.3.2. Het lesmateriaal Boekentas (kaart) . . . 34
Boek . . . 37
Kaft (2 kaarten) . . . 37
Schrift (kaart) . . . 38
Lijntjesschrift . . . 39
Ruitjesschrift. . . 40
Kladschrift . . . 41
In het klad . . . 41
Blad papier (kaart) . . . 42
Pennendoos (kaart) . . . 43
Pennenzak . . . 44
Schrijfgerei . . . 44
Potlood (kaart) . . . 44
vi
Slijpen . . . 45
Potloodslijper (kaart) . . . 45
Vaststaande potloodslijper . . . 46
Gom voor potlood . . . 47
Gom voor inkt . . . 48
Pen . . . 48
Vulpen . . . 49
Balpen . . . 49
Penhouder . . . 50
Inkt . . . 50
Inktpatroon . . . 51
Oost-Indische inkt . . . 51
Inktpot . . . 52
Inktlap (kaart) . . . 52
Inktpotlood . . . 53
Vloeipapier (kaart) . . . 54
Lei (2 kaarten) . . . 55
Griffel (2 kaarten) . . . 56
Een griffel slijpen . . . 57
Griffelslijper . . . 57
Slijpsteen voor griffels . . . 57
Sponsje voor de lei (kaart) . . . 58
Sponzendoos . . . 59
Lijm . . . 59
Zelfgemaakte lijm . . . 59
Lijmpot . . . 60
Vetkrijtjes . . . 60
Aanwijsstok . . . 61
Platte meetlat . . . 62
Balkvormige meetlat (kaart) . . . 62
Carbonpapier . . . 64
Typemachine . . . 64
— 1.3.3. De vakken en het bijhorende lesmateriaal Les . . . 64
Tellen . . . 64
Telraam . . . 65
Rekenstaafjes . . . 65
Weegschaal . . . 66
Gewichtjes . . . 67
Zandtafel . . . 67
Alfabet . . . 67
Lezen . . . 68
Leesafbeelding . . . 68
Leesplankje . . . 69
Letterdoos . . . 69
Schoonschrift . . . 70
Verhaaltje . . . 70
vii
Lichamelijke opvoeding . . . 71
Godsdienst . . . 72
Bidden voor de les. . . 72
Ochtendgebed . . . 72
— 1.3.4. Schoolwerk, evaluatie en vakantie Huiswerk . . . 72
Leren . . . 73
Kennen (leerstof) . . . 73
Uit het hoofd kennen . . . 73
Toets . . . 74
Proefwerk (kaart) . . . 75
Rapport (kaart) . . . 76
Rapportcijfers . . . 77
Proclamatie . . . 77
Heiligenprentje (kaart) . . . 77
Geslaagd . . . 79
Overgaan . . . 79
Niet geslaagd (kaart) . . . 79
Zittenblijven . . . 80
Zittenblijver . . . 80
Vakantie . . . 81
Oogstverlof . . . 81
— 1.3.5. Aanleg, karakter en gedrag Spijbelen (2 kaarten) . . . 82
Spijbelaar (kaart) . . . 86
Spieken (kaart) . . . 88
Spieker (kaart) . . . 88
Spiekbriefje . . . 89
Afkijken . . . 90
Afkijker . . . 91
Influisteren (kaart) . . . 91
Influisteraar . . . 92
Klikken op school (kaart) . . . 92
Klikker (kaart) . . . 93
Domste leerling . . . 95
Beste leerling . . . 96
Zijn best doen (kaart) . . . 97
IJverige leerling . . . 99
IJverige leerling (spottend). . . 100
Flemen . . . 100
Flemer . . . 102
Lievelingetje van de leerkracht (kaart) . . . 103
Voortrekken . . . 105
Achterstellen . . . 105
Lui zijn op school . . . 106
Luie leerling (kaart) . . . 109
viii
Stout zijn . . . 110
Vervelende, stoute / ondeugende leerling . . . 111
De boel op stelten zetten . . . 114
Kattenkwaad. . . 115
Kattenkwaad uithalen. . . 116
Met proppen gooien . . . 117
Met proppen schieten . . . 117
Braaf zijn op school . . . 118
Brave leerling . . . 119
Braafste leerling van de klas (kaart) . . . 120
Grapjas van de klas . . . 122
— 1.3.6. De straffen Straf. . . 123
Straffen . . . 123
Gestraft worden . . . 123
Berispen . . . 124
Uitbrander . . . 125
Berispt worden . . . 126
Schudding . . . 128
Door elkaar schudden . . . 128
Nablijven op school . . . 129
Strafwerktuig (kaart) . . . 130
Klapper . . . 131
Voddenvogel . . . 132
Ezelsoren . . . 132
Lange tong . . . 133
Strafplaats . . . 133
— 2. Kinderspelen — 2.0. Algemeenheden — 2.0.0. Spelen Spelen . . . 135
(Spelen) voor het plezier . . . 135
Kinderspel . . . 135
Speelgoed (kaart) . . . 136
Ravotten (kaart) . . . 137
Ravottende kinderen . . . 138
Ruw, gezegd van een spel . . . 139
Ruwe spelletjes . . . 140
— 2.0.1. Spelvoorbereidingen Beurt . . . 140
Aan de beurt zijn . . . 140
ix
Ieder op zijn beurt . . . 140
Tossen (kaart) . . . 141
Strootje trekken . . . 144
Aftellen . . . 144
Beginnen met een spel . . . 145
Opnieuw!. . . 146
Meet (kaart) . . . 146
Plaats waar men vrij is . . . 148
Inzet . . . 148
Inzetten . . . 149
— 2.0.2. Spelverloop Gelijkspelen . . . 150
Gelijkspel . . . 151
Winnaar . . . 151
Winnaar door geluk . . . 151
Eerste gewin is kattegespin. . . 152
Verliezer . . . 152
Blut (kaart) . . . 152
Speler die blut is . . . 155
Goede speler . . . 155
Slechte speler (kaart) . . . 156
Sliep uit! (kaart) . . . 157
Uitsliepen . . . 159
Door de spitsroeden lopen . . . 160
Eerlijk (spelen) . . . 161
Valsspelen . . . 161
Valsspeler . . . 162
— 2.1. Loopspelen — 2.1.1. Tikkertje Tikkertje (2 kaarten) . . . 163
Tikker . . . 168
Tikken . . . 168
Laatste tik geven . . . 169
Tikkertje met verlos . . . 169
Verzamelplaats voor de getikte spelers . . . 170
Tikkertje met verhoog . . . 170
Tikkertje aan ... . . . 171
Tikkertje aan lichaamsdeel . . . 172
Kruistikkertje . . . 173
Slingertikkertje . . . 174
Kustikkertje . . . 175
Kleurtikkertje . . . 176
Jantje pap . . . 176
Buf . . . 177
x
— 2.1.2. Verstoppertje
Verstoppertje (2 kaarten) . . . 178
Verstoppertje tussen twee kampen . . . 184
Aftelplaats bij verstoppertje . . . 184
Uitroep van de verstopte spelers (kaart) . . . 185
Uitroep van de zoeker . . . 186
Aftikken op de muur (kaart) . . . 187
Potje stamp . . . 189
— 2.1.3. Overige loopspelen Baarspel . . . 189
Vlaggenspel . . . 190
Overlopertje . . . 190
Schipper, mag ik overvaren (kaart) . . . 191
Zakdoek lopen . . . 192
Dikke Bertha . . . 193
Manke peetje . . . 193
Kasteel . . . 194
Stoelendans . . . 194
Vierhoeklopen . . . 195
Zakdoek leggen (kaart) . . . 196
Blindemannetje (kaart) . . . 198
Een uil vliegt . . . 200
Eén twee drie piano . . . 201
Dikke boom . . . 202
Bruggenspel . . . 203
Bruggetje maken . . . 204
Naald en draad . . . 204
Kat en muis . . . 205
Wolf en herder . . . 206
— 2.2. Springspelen — 2.2.1. Hinkelen Hinkelen (2 kaarten) . . . 206
Hinkelbaan (kaart) . . . 210
Hinkelhemel . . . 212
Hinkelblokje (2 kaarten) . . . 213
— 2.2.2. Over andere spelers springen Haasje-over (kaart) . . . 216
Dijkje springen . . . 219
Bokjespringen . . . 220
Hamer, schaar of mes . . . 220
xi
— 2.2.3. Touwtjespringen
Touwtjespringen . . . 221
Touwtjespringen met twee draaiers . . . 223
Springtouw (kaart) . . . 223
— 2.2.4. Overige springspelen Met een elastiek springen . . . 225
Slootjespringen (kaart) . . . 225
— 2.3. Werpspelen — 2.3.1. Bikkelen Bikkelen (kaart) . . . 227
Handelingen bij het bikkelen . . . 228
Bikkels (kaart) . . . 230
Zijden van de bikkel . . . 231
Fakkelen . . . 232
— 2.3.2. Tollen Tol (kaart) . . . 232
Tollen . . . 233
Priktol (kaart) . . . 234
Priktollen . . . 236
Drijftol (kaart) . . . 236
Sleuteltol . . . 238
Bromtol (kaart) . . . 238
Toltouw . . . 240
Tolzweep. . . 241
Tolpin . . . 242
Tolhout . . . 243
Toltaats . . . 243
De tol opnemen tussen wijs- en middelvinger . . . 244
Tol met een scheve pin. . . 244
Slechte tol . . . 245
Dansend draaien van de tol . . . 246
Uitdraaien . . . 247
Kappen . . . 247
Ootje kappen . . . 249
Overhouten . . . 249
Kapholte. . . 250
Muntstukken kappen . . . 252
Zelfgemaakte tol . . . 252
— 2.3.3. Overige werpspelen Pinkelen (kaart) . . . 253
xii
Pinkelhoutje (kaart) . . . 257
Ketsen . . . 259
Weidekampen . . . 259
Duizend slaan . . . 259
Kiskassen (kaart) . . . 260
Kiskassteentje . . . 268
Lijntje schieten (kaart) . . . 269
Overschieten . . . 272
Kurkenschieten . . . 273
Kootspel . . . 275
Kluiten . . . 277
Aardappelbesjes werpen . . . 277
Pintepekken . . . 278
— 2.4. Balspelen — 2.4.0. Algemeen Bal (kaart) . . . 279
Volle rubberen bal . . . 280
(Tegen een bal) schoppen . . . 280
— 2.4.1. Kaatsen Kaatsbal (kaart) . . . 280
Kaatsen (kaart) . . . 281
Kaatser . . . 282
Kaatshandschoen . . . 282
Opslaan bij het kaatsen . . . 284
Terugslaan bij het kaatsen . . . 284
Buiten! (uitroep bij het kaatsen) . . . 284
Kaatsen tegen een (school)muur . . . 285
Muurballen . . . 285
Ballen . . . 286
Balletje wegsteken . . . 286
Ruiterspel . . . 287
— 2.4.2. Voetbal Voetbal . . . 287
Voetballen . . . 288
Bal om te voetballen . . . 288
— 2.4.3. Overige balspelen Putjesbal . . . 288
Zeug jagen . . . 290
Qui a la balle . . . 291
xiii
— 2.5. Kwajongensspelen
— 2.5.1. Schiettuigen
Proppenschieter (kaart) . . . 293
Prop voor een proppenschieter (kaart) . . . 296
Spuitbus . . . 297
Wilgenfluitje (kaart) . . . 298
Klaphoutje . . . 299
Toeter . . . 300
Met een klappertjespistool schieten . . . 301
Katapult (kaart) . . . 301
Wasknijperkatapult . . . 303
Boog (kaart) . . . 304
Pijl . . . 305
— 2.5.2. Vlieger Vlieger (kaart) . . . 305
Vliegeren. . . 307
Post brengen bij het vliegeren . . . 308
— 2.5.3. Spelen in de natuur Boomvruchten stelen . . . 309
Meuk . . . 310
Boomklimmen (kaart) . . . 310
Klimtouw . . . 311
Kamp (kaart). . . 311
Landjepik . . . 312
Een kikker opblazen . . . 313
Met meikevers spelen . . . 313
Vogels vangen . . . 314
Eieren roven (kaart) . . . 314
Mik . . . 315
Vuurtje stoken . . . 316
— 2.5.4. Plaagspelletjes Belletje trekken . . . 316
Ruitje tikken . . . 317
Een kruiwagen invetten . . . 317
Ritsen met gras . . . 318
Klompje springen . . . 318
— 2.6. Toestelspelen — 2.6.1. Grote toestellen Schommel (2 kaarten) . . . 319
xiv
Schommelen (kaart) . . . 323
Glijbaan (kaart) . . . 325
Wip (kaart) . . . 327
Wippen . . . 328
— 2.6.2. Kleine toestellen Hoepel (2 kaarten) . . . 329
Hoepel van een oud fietswiel . . . 330
Hoepelen (2 kaarten) . . . 331
Rolschaatsen . . . 333
Rolschaatsen (schoenen) . . . 333
Step (kaart) . . . 334
Jojo . . . 335
Diabolo . . . 335
— 2.7. Acrobatische spelen Op de handen lopen . . . 336
Handenstand doen . . . 336
Kopstand doen . . . 337
Rad . . . 337
Koprol (kaart) . . . 339
Koprollen . . . 341
Stelten (kaart) . . . 342
Steltlopen . . . 342
Om het hardst lopen . . . 343
Op en neer gooien op een deken . . . 345
Zaklopen . . . 345
Kruiwagentje (kaart) . . . 345
Boterwegen . . . 347
Brood in de oven schieten . . . 348
Touwtrekken (kaart) . . . 348
Kakstoel . . . 349
Slingerend ronddraaien . . . 350
Duwspel . . . 351
Hurkspringen. . . 351
— 2.8. Winterspelen Glijden op het ijs (2 kaarten) . . . 352
IJsbaan . . . 354
Bomijs (kaart) . . . 355
Schaatsen (substantief) . . . 357
Schaatsijzer . . . 357
Schaatsen (kaart) . . . 358
Figuurrijden . . . 359
Sneeuwbal . . . 360
(Sneeuwballen) gooien (kaart) . . . 360
Sneeuwman (kaart) . . . 361
xv
Afdruk in de sneeuw maken . . . 362
Sneeuwstampen . . . 362
IJspegel (kaart) . . . 363
Slee (kaart) . . . 364
Sleestoel (kaart) . . . 366
Prikstokken (kaart) . . . 367
— 2.9. Babyspelen Paardjerijden. . . 370
Kiekeboe. . . 371
Neusje pak . . . 371
Schaduwbeelden maken . . . 372
Zeepbellen blazen . . . 372
Rammelaar (kaart) . . . 373
Schommelpaard (kaart) . . . 374
Pop . . . 376
Lappenpop (kaart) . . . 377
Beertje . . . 378
— 2.10. Knikkerspelen — 2.10.1. Algemeen Knikker (kaart) . . . 379
Glazen knikker . . . 381
Porseleinen knikker . . . 382
Metalen knikker . . . 383
Aarden knikker . . . 384
Kleine knikker . . . 384
Grote knikker . . . 385
Slechte knikker . . . 387
Lievelingsknikker . . . 388
Geluksknikker . . . 389
Knikkerputje (kaart) . . . 389
— 2.10.2. Wijze van schieten Knikkeren (kaart). . . 391
Schieten (kaart) . . . 393
Hoog en ver schieten . . . 394
Rollen . . . 395
Afschieten . . . 395
Raken . . . 396
Bots . . . 396
Botsen . . . 396
Een dikke knikker gooien . . . 397
xvi
— 2.10.3. Afspraken, gebruiken, verboden
Heulen . . . 397
De afstand tussen twee knikkers . . . 398
De afstand tussen twee knikkers meten . . . 398
Af zijn bij het knikkeren . . . 399
Uitmelken . . . 400
Botsers! . . . 401
Terugslag . . . 401
Duimen . . . 402
Schuiven bij het knikkeren . . . 403
Verbod op schuiven bij het knikkeren . . . 405
Slippers! . . . 405
Lopers/liggers! . . . 406
Verleggers! . . . 407
Ruimers! . . . 409
Over de meet!. . . 410
Kneukelen . . . 410
— 2.10.4. Knikkerspelen Achtereenschieten. . . 411
Katje schieten . . . 412
Ootjeknikkeren . . . 413
Ootje gooien . . . 416
Ootje . . . 416
Paar of onpaar stuiken (kaart) . . . 417
Putje rollen . . . 419
Pogputje spelen . . . 420
Knikkertoren . . . 420
Parcours om te knikkeren . . . 421
Knetsen . . . 422
Muurtje botsen . . . 423
Hoekje gooien . . . 424
Jagen . . . 425
Negenputten . . . 425
Kuiltje knippen . . . 426
Knikkers boren . . . 426
Muntstukken omschieten . . . 427
Muntstukken omwerpen . . . 427
— 2.11. Overige spelen Voorwerp zoeken . . . 428
Dichtbij (zijn) . . . 428
Veraf zijn . . . 429
Nestje zoeken. . . 429
Een beroep raden . . . 430
Een beroep nabootsen (kaart) . . . 430
Huishoudentje spelen . . . 433
xvii
Politie en diefje . . . 433
Vechten . . . 434
Vuurspel . . . 435
Schoentje schuiven . . . 435
Spookje spelen . . . 436
Ruilen (kaart) . . . 436
Weddenschap. . . 437
Dobbelsteen . . . 437
Ganzenbord . . . 438
Domino spelen . . . 439
Spelden laten springen . . . 440
Spelden gelijkleggen . . . 440
Pion . . . 440
Vlooienspel . . . 441
Kersenspel . . . 441
Kersenpitten schieten . . . 442
Stok in het zand . . . 442
Handenleggen . . . 443
Paar of onpaar raden . . . 443
Horloge . . . 444
Boter-kaas-en-eieren . . . 444
Ootje rijden . . . 445
Elk zijn o . . . 446
Kraaltjes. . . 446
Afneemspel . . . 446
Appelhappen . . . 447
Marionet (kaart) . . . 447
Molentje . . . 448
Kinderprentjes . . . 449
Overdrukplaatje (kaart) . . . 450
Sticker . . . 451
Tankje . . . 451
Appendix . . . 453
Alfabetische lijst van de lemmatitels . . . 463
Alfabetisch register van de trefwoorden . . . 475
Lijst van medewerkers en zegslieden . . . 649
Lijst van reeds verschenen afleveringen . . . 659
Lijst van reeds verschenen afleveringen van Academia Press . . . 663 Uitslaande kaart