• No results found

- Kennisdocument - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) & Wet langdurige zorg (Wlz) gemeente Dalfsen. laatste update: 23 november 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "- Kennisdocument - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) & Wet langdurige zorg (Wlz) gemeente Dalfsen. laatste update: 23 november 2021"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

0

- Kennisdocument -

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) &

Wet langdurige zorg (Wlz) gemeente Dalfsen

laatste update: 23 november 2021

(2)

1

Inhoudsopgave

Inleiding ... 2

Wat is de Wlz? ... 3

Wanneer komt iemand in aanmerking voor de Wlz? ... 3

Wlz en GGZ ... 4

Wlz-check en aanmelden ... 4

Verschillende vormen van Wlz ... 5

Wet Zorg en Dwang (WZD) ... 6

Bijzonderheden Wlz ... 6

Tijdelijke subsidieregeling ... 6

Eigen bijdrage Wlz ... 6

Kenmerken Wlz ... 7

Toelichting kenmerken Wlz i.r.t. Wmo (verschillen) ... 7

Overbrugginszorg, Extra kosten Thuis en Meerzorg ... 8

Zorgvragen in de praktijk ... 9

Werkwijze voor de overgang van Wmo naar Wlz ... 10

Het gesprek ... 11

Bekostiging Wlz vanuit Wmo... 12

Overgangsmaatregelen per 1 januari 2020 (en per 1 januari 2021 voor Wlz-GGZ):... 13

Contactgegevens ... 14

Bijlage 1 Zorgprofielen GGZ Wonen ... 15

(3)

2

Inleiding

In de gemeente Dalfsen merken we dat de ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) steeds intensiever wordt. De vraag hierbij is of deze ondersteuning nog wel hoort onder de Wmo, of dat er mogelijk sprake is van de Wet langdurige zorg (Wlz). Om ervoor te zorgen dat de “Juiste zorg op de Juiste Plek” wordt geregeld, is dit kennisdocument opgesteld.

Het doel van dit document is om de kennis over de Wlz te vergroten bij consulenten van de gemeente, zodat we al in een vroegtijdig stadium kunnen sturen op de Wlz als hier vermoedens voor zijn. Het is dan van belang om te weten wanneer iemand in aanmerking komt voor de Wlz, wat er onder de Wlz valt, waar je op kan letten als consulent, en hoe we gebruik kunnen maken van onze

samenwerkingspartners.

Dit document is dan ook mede opgesteld met input van een aantal van onze samenwerkingspartners, zoals MEE IJsseloevers, Rosengaerde en Carinova. Het idee hierachter is dat we op deze manier een eenduidige werkwijze krijgen en een eenduidige communicatie richting de inwoner.

Door samen te werken, en de juiste zorg op de juiste plek te organiseren, houden we de ondersteuning aan al onze inwoners betaalbaar.

Dit kennisdocument is openbaar, en zal worden gedeeld met alle gecontracteerde zorgaanbieders Wmo via de inkooptafels en de website.

(4)

3

Wat is de Wlz?

De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening.

De Wlz is voorliggend op de Wmo. De aard van de zorgbehoefte bepaalt vanuit welke wet iemand zorg krijgt. Mensen kunnen dus niet zelf kiezen om in de Wmo te blijven, als zij ook voldoen aan de voorwaarden van de Wlz. Dit is belangrijk om ook aan de cliënt duidelijk te communiceren.

Bij de Wlz is het zorgkantoor verantwoordelijk voor de zorg. De gemeente hoeft dan vanuit de Wmo geen langdurige zorg (meer) te leveren.

Wanneer komt iemand in aanmerking voor de Wlz?

De Wlz komt in beeld wanneer mensen die vanwege een somatische/ psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke handicap een blijvende behoefte hebben aan:

 noodzakelijk permanent toezicht of

 24 uur per dag zorg in de nabijheid vanwege fysieke problemen of regieproblemen:

> Hulp nodig op ongeplande momenten;

> wachten levert ernstig nadeel* op;

> onvermogen om inroepen hulp in te schatten

Om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie, is het belangrijk om te kijken naar de ‘naakte persoon’ in een kale kamer. Dus ook al is er een partner aanwezig en zijn er andere mantelzorgers die ondersteunen, wat gebeurt er dan met iemand als deze mantelzorgers (inclusief de aanwezige partner) er niet zouden zijn om te helpen. Bij de Wlz wordt namelijk niet gekeken naar de aanwezigheid van mantelzorgers, ook al zijn die er wel.

Dit is dus echt anders dan bij de Wmo waar ook het sociale netwerk en voorliggende voorzieningen worden betrokken in de afweging voor het afgeven van een indicatie. Bij de Wlz wordt het sociale netwerk niet meegewogen in het besluit om een indicatie af te geven.

Voorbeeldvragen die je jezelf kan stellen:

Situatieschets: Stel je voor dat we de inwoner een aantal dagen helemaal alleen laten (ook zonder aanwezige partner). De inwoner verblijft dus in zijn huis en iedereen verlaat de woning. Er is dan dus niemand die kan aansturen of begeleiding kan bieden. Niemand die het eten gaat klaarmaken, niemand die structuur aanbrengt of begeleiding biedt bij de persoonlijke verzorging.

- Als de inwoner nu de hele dag en nacht alleen blijft, wat gebeurt er dan?

- Wat gaat er mis binnen 1 dag of binnen enkele dagen?

- Gaat de burger dan zelf zijn hulp regelen of zal de burger niet in staat zijn om adequaat iemand te bellen en om hulp te vragen aan iemand die komt helpen bij de persoonlijke verzorging, het bereiden van de maaltijd etc.

Samengevat: kan de burger als hij alleen woont zelfstandig de regie voeren en zo nodig tijdig hulp vragen? Zo nee, dan is er sprake van Wlz.

*Bij ernstig nadeel kan je denken aan:

Maatschappelijk ten gronde richten

> Gedrag vertonen waaraan mensen aanstoot nemen: zoals woonoverlast, ruzie maken en zwerven.

Zichzelf verwaarlozen

> Iemand is niet in staat om in zijn primaire levensbehoeften (zichzelf verzorgen, aankleden eten en drinken) te voorzien.

> Hierdoor dreigt iemand ten onder te gaan of zijn gezondheid lijdt er ernstig onder.

Ernstig lichamelijk letsel

> Actief of passief het lichaam beschadigen, met ernstige gevolgen en beperkingen in het normale functioneren.

> Zelfverwonding, uitdroging, ondervoeding, lichamelijke uitputting.

Ernstige schade in ontwikkeling

>Financiële uitbuiting, voor karretjes worden gespannen en loverboys.

(5)

4

Om een Wlz indicatie te krijgen moet er blijvende noodzaak zijn tot 24-uurs zorg. Uitzonderingen zijn indicaties voor :

 Bepaalde vormen van licht verstandelijk gehandicaptenzorg (LVG).

o Hier maken we in Dalfsen nog onvoldoende gebruik van. Een vb is een

jongvolwassene die al was uitgestroomd naar Wmo en niet in een behandelingsetting kon wonen. Vanuit dakloze situatie is deze persoon toch de Wlz ingestroomd (eerst tijdelijk op basis van LVG)

o Als VG niet voor het 18e levensjaar is vastgesteld, kan je proberen het toch aannemelijk te maken. Een argument kan zijn dat iemand bv op een ZMOK-school zat. Of huisarts of behandelaar kan beargumenteren dat er al het hele leven sprake is van dat iemand (een groot deel van de dag) niet alleen kan zijn.

o Als VG later is ontstaan, bv bij NAH dan kan je ook een aanvraag LG doen.. Als de behandeling bijdraagt om weer zelfstandig te worden, dan Wmo. Als de behandeling er niet toe leidt dat iemand zonder toezicht kan, dan Wlz.

 Voortgezet verblijf: langer dan 3 jaar verblijf en behandeling in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ-B).

 Behandeling in een behandelcentrum voor mensen met ernstige gedragsproblemen en een lichte verstandelijke beperking (SGLVG).

Wlz en GGZ Tot en met 2020

Tot 31 december 2020 komen cliënten met een psychische aandoening niet in aanmerking voor een Wlz indicatie. Tot die tijd is er één uitzondering. Cliënten komen in aanmerking als:

- Zij drie jaar in een GGZ-instelling verblijven;

- In die instelling behandeld worden;

- De behandeling wordt betaald vanuit de Zvw.

Voor deze cliënten wordt het verblijf met de behandeling na het derde jaar betaald vanuit de Wlz.

Per 2021

Per 2021 wordt de Wlz ook opengesteld voor de psychiatrie (GGZ). Mensen die hun leven lang intensieve geestelijke gezondheidszorg (GGZ) nodig hebben, kunnen vanaf 2021 toegang krijgen tot de Wet langdurige zorg (Wlz) als zij voldoen aan de Wlz-toegangscriteria. Voor meer informatie:

https://www.informatielangdurigezorg.nl/ggz-naar-wlz

Per 2020 voert het CIZ de (her)indicaties van de GGZ uit. Dit betekent dat het CIZ in 2020 vaststelt of cliënten die op dit moment zorg ontvangen uit bijvoorbeeld de Wmo of Zvw, een indicatie krijgen voor de Wlz. Het betreft hier met name cliënten die beschermd wonen, maar ook cliënten die nog

zelfstandig thuis wonen en een (vaak intensieve) indicatie hebben vanuit de Wmo. Voor meer informatie over de zorgprofielen GGZ wonen zie bijlage 1.

Ook mensen die nu nog geen indicatie hebben, kunnen in 2020 een aanvraag doen. Het indicatiebesluit gaat in op 01 januari 2021 en is geldig voor onbepaalde tijd.

Folder met aanvullende informatie: https://ciz.nl/de-wet-langdurige-zorg-voor-de- ggz?highlight=WyJnZ3oiLCInZ2d6Il0=

Wlz-check en aanmelden

Als mensen willen weten of zij voor die zorg in aanmerking komen dan kunnen zij op de site van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een Wlz-check doen (zie www.ciz.nl). Blijkt dat iemand in aanmerking komt voor de Wlz, dan kan die persoon of het netwerk via de site een aanmelding doen (digitaal), maar per post is dat ook mogelijk. Onafhankelijke cliëntondersteuners kunnen hierbij helpen.

Veel thuiszorgorganisaties hebben een inlogmodule bij CIZ, en kunnen ook aanmelden. In de praktijk gebeurt dit veel. Gemeenten hoeven dus niet zelf een aanmelding te doen.

De beleidsregels van het CIZ zijn te vinden op: https://www.ciz.nl/zorgprofessional/over-de- wlz/beleidsregels-wet-langdurige-zorg

(6)

5

Zodra de aanvraag daar is binnengekomen gaat het CIZ beoordelen of de aanvrager ervoor in

aanmerking komt. Het kan zijn dat een medewerker van het CIZ ook nog op huisbezoek komt. Als een cliënt (aanvrager) aan de toegangscriteria voldoet, bepaalt het CIZ welke zorg er nodig is, in de vorm van een zorgprofiel. Zij maken ook het indicatiebesluit. Het zorgprofiel zegt iets over de aard, inhoud en globale omvang van de zorg die iemand nodig heeft.

Als gemeente kan je ook een Wlz-check doen (via de screeners of financiële administratie). Dit is wel wat anders dan de Wlz-check die inwoners kunnen doen.

De Wlz-check die de gemeente kan doen is bijvoorbeeld handig om te weten of je wel een Wmo- indicatie moet afgeven. Als er namelijk al een Wlz-indicatie ligt, dan is deze namelijk voorliggend. Wel is het zo dat bepaalde voorzieningen bij Wlz-indicaties vergoed worden vanuit de Wmo. Zie

bekostiging Wlz vanuit Wmo

Met een Wlz-check die de gemeente kan doen, kan je helaas niet zien om wat voor vorm Wlz-indicatie het gaat (is het Wlz- intramuraal, of is het Wlz-Vpt). En weet je soms nog niet of je wel of niet vanuit de Wmo moet vergoeden. Met in ieder geval Rosengaerde en Brugstede (Zgr) is afgesproken dat we bij hen mogen navragen of het een Wlz-Vpt (wonen en zorg gescheiden) of een Wlz-intramuraal indicatie betreft (cliënt hoeft de woonkosten niet apart te betalen, zijn verrekend in de eigen bijdrage die het CAK berekent)

Sinds half 2020 is het ook mogelijk om als gemeente het cliënten bestand Wmo up te loaden naar het WLZ-gegevensknooppunt. Bij het knooppunt komen gegevens van gemeente en zorgkantoor samen.

Indien er een Wlz-indicatie is afgegeven voor een Wmo-cliënt dan krijgt de gemeente hiervan een seintje. Dit loopt via de screeners. Ook hier weten we helaas niet om wat voor soort indicatie het gaat.

Verschillende vormen van Wlz

Cliënten (aanvragers) met een indicatie kunnen er voor kiezen in een instelling te gaan wonen om zorg te krijgen met een Wlz-intramurale indicatie (verblijf in een instelling via ZIN (Zorg In Natura).

Kanttekening hierbij is dat intramurale instellingen te maken hebben met wachtlijsten, en dat er dus niet altijd plek is.

Onder bepaalde voorwaarden kunnen mensen ook kiezen om zorg thuis te ontvangen. Deze mogelijkheden worden leveringsvormen genoemd. Wanneer aanvrager kiest om thuis zorg te ontvangen dan kan dat middels;

 een Wlz-volledig pakket thuis (VPT), wat inhoudt dat thuis dezelfde zorg wordt geboden als in een instelling. Hierbij valt te denken aan: verpleging, verzorging, begeleiding, behandeling, vervoer naar / van dagbesteding / behandeling, verstrekken eten en drinken, schoonhouden van de woonruimte / huishoudelijke verzorging, logeeropvang.

Roerende voorzieningen, mobiliteitshulpmiddelen en woningaanpassingen zijn geen

onderdeel van het Vpt. Verzekerden kunnen hiervoor een beroep doen op de Wmo (uitvoering door de gemeente) of de Zvw.

 een Wlz-modulair pakket thuis (MPT), wat betekent dat delen van de zorg thuis worden geboden, door veelal verschillende zorgaanbieders. Dit is mogelijk in zorg in natura en/of persoonsgebonden budget. Hierbij valt te denken aan: Verpleging, Persoonlijke Verzorging, begeleiding, behandeling, vervoer naar / van dagbesteding / behandeling, schoonhouden van de woonruimte/ huishoudelijke verzorging, logeeropvang.

Roerende voorzieningen, mobiliteitshulpmiddelen en woningaanpassingen zijn geen

onderdeel van het Mpt. Verzekerden kunnen hiervoor een beroep doen op de Wmo (uitvoering door de gemeente) of de Zvw (niet voor woningaanpassingen).

 de 3e manier is om de zorg zelf te regelen met een Wlz-persoons gebonden budget (PGB).

Het zorgkantoor beslist uiteindelijk of er een PGB toegekend kan worden

 Sinds 2020 bestaat er nog een vierde mogelijkheid: Deeltijd Wlz.

Voor meer informatie zie:

https://www.informatielangdurigezorg.nl/veranderingen/vanaf-2020/deeltijdverblijf

(7)

6

Wet Zorg en Dwang (WZD)

De Wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).

Een cliënt valt onder de wet zorg en dwang:

 als er een verklaring is van een deskundig arts waaruit blijkt dat hij in verband met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking is aangewezen op zorg en/of;

 een persoon beschikt over een indicatie van het CIZ voor langdurige zorg met als grondslag een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking.

Dit betekent dat naast een cliënt die zorg ontvangt vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), ook een cliënt die ondersteuning ontvangt vanuit de Wet maatschappelijke opvang (Wmo) onder de Wzd kan komen te vallen. Datzelfde geldt ook voor cliënten op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) zorg of ondersteuning ontvangen.

Voor meer informatie over de WZD: https://www.dwangindezorg.nl/wzd/over/wat-is-de-wzd

Bijzonderheden Wlz

Tijdelijke subsidieregeling

De Wet langdurige zorg (Wlz) voorziet in een tijdelijke subsidieregeling voor extramurale

behandeling en het vervoer naar en vanaf de locatie waar de behandeling plaatsvindt. Deze zorg is bestemd voor verzekerden zonder Wlz indicatie.

Extramurale behandeling vanuit de Wlz is geneeskundige zorg van specifiek medische, gedragswetenschappelijke of paramedische aard die een cliënt nodig heeft in verband met zijn aandoening, beperking, stoornis of handicap.

De behandeling kan zich richten op:

- Verbetering van functionele vaardigheden;

- Het leren omgaan met de aandoening en de beperkingen die daaruit voortkomen;

- Het aanleren van nieuwe vaardigheden en gedrag;

- Het stabiliseren van het functioneren en het voorkomen van verergering van de gevolgen van een aandoening.

Een indicatie voor extramurale behandeling is mogelijk voor cliënten met:

- Een somatische aandoening;

- Psychogeriatrische aandoening;

- Lichamelijke beperkingen, bijv. NAH - Een verstandelijke beperking bij 18+

Als een cliënt in aanmerking komt voor de tijdelijke subsidieregeling wordt er een tijdelijke Wlz-

indicatie behandeling afgegeven. Dit houdt in dat alleen de begeleiding en dagbesteding onder de Wlz valt en de huishoudelijke hulp onder de Wmo blijft. Wanneer de behandelingsindicatie is afgelopen moet er opnieuw beoordeeld worden of de cliënt in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit de Wmo.

Eigen bijdrage Wlz

De Wlz kent twee soorten eigen bijdragen: De lage eigen bijdrage en de hoge eigen bijdrage.

De eigen bijdrage die het CAK berekent, is bij een WLZ indicatie inkomensafhankelijk. De hoogte van de eigen bijdrage Wlz is afhankelijk van inkomen, leeftijd, huishouden en soort zorg.

Wlz-cliënten die in een instelling wonen, betalen de eerste 4 maanden de lage eigen bijdrage voor Wlz-zorg. Daarna betalen zij meestal de hoge eigen bijdrage. Er zijn uitzonderingen. Bijvoorbeeld als de partner nog thuis woont. Of als er voor kinderen gezorgd moet worden. Dan blijft men de lage eigen bijdrage betalen. Welke eigen bijdrage iemand betaalt, hangt af van de situatie.

Zie ook: https://www.hetcak.nl/regelingen/zorg-vanuit-de-wlz/berekening-van-de-eigen-bijdrage- wlz/lage-of-hoge-eigen-bijdrage

(8)

7

 Berekening lage eigen bijdrage Wlz: https://www.hetcak.nl/regelingen/zorg-vanuit-de- wlz/berekening-van-de-eigen-bijdrage-wlz/berekening-lage-eigen-bijdrage-wlz

 Berekening hoge eigen bijdrage Wlz: https://www.hetcak.nl/regelingen/zorg-vanuit-de- wlz/berekening-van-de-eigen-bijdrage-wlz/berekening-hoge-eigen-bijdrage-wlz

Mensen die Wlz-zorg én ondersteuning vanuit de Wmo krijgen, hoeven voor de Wmo-ondersteuning géén eigen bijdrage te betalen. Zij betalen dan alleen de eigen bijdrage voor de Wlz. De vrijstelling geldt voor het hele huishouden: dus krijgt een partner Wlz-zorg en de ander Wmo-ondersteuning, hoeft degene die de Wmo-ondersteuning krijgt, geen eigen bijdrage te betalen.

Kenmerken Wlz

Wet langdurige zorg 1 Permanent toezicht nodig

2 24-uur per dag zorg in nabijheid nodig

3 Beperkingen zijn blijvend, geen verbeteringen

4 Sociale netwerk/mantelzorgers speelt geen rol in besluit afgeven indicatie 5 Kijkt alleen naar beperkingen van cliënt

6 Eigen bijdrage afhankelijk van inkomen en vermogen. Kan cliënt berekenen op hetcak.nl 7 Kan zowel thuis als in een instelling

8 Er vinden (bijna) geen herindicaties plaats

9 Cliënt kan zich inschrijven op een actieve wachtlijst voor een zorginstelling en opnamemogelijkheden nemen toe.

10 Zorgval is beperkt geworden t.o.v. aantal jaren terug

Toelichting kenmerken Wlz i.r.t. Wmo (verschillen) 4) sociale netwerk / mantelzorgers

 Het verschil tussen Wlz en Wmo is dat bij Wmo ook het sociale netwerk wordt betrokken.

 Bij de Wmo gaan we uit van gebruikelijke zorg die de mantelzorger moet leveren om de situatie in stand te houden. Bij de Wlz is deze verplichting er niet.

 Wanneer een mantelzorger in beeld is, wordt deze niet meegewogen in besluit om Wlz- aanvraag in te dienen. Je moet iemand in een ‘lege kamer’ beoordelen of Wlz nodig is (dus zonder het netwerk dat er nu voor zorgt dat de situatie nog onder de Wmo kan)

 Vanuit de Wmo wordt er in het stellen van een indicatie rekening gehouden met wat een mantelzorger kan betekenen. Een professionele hulpverlener zal dit niet overnemen, omdat zij er niet voor wordt betaald. De mantelzorger ‘moet’ deze zorg dus zelf leveren. Bij een Wlz indicatie is er een budget waarin alle zorg betaald kan worden. In deze situatie ‘mag’ de mantelzorger zorg leveren.

6) Eigen bijdrage

 De eigen bijdrage op de Wmo is lager dan die op de Wlz. Om de zorg in heel Nederland betaalbaar te houden, is het wel nodig dat de hoogte van de eigen bijdrage geen afweging is voor het wel of niet aanvragen van een Wlz-indicatie. Dit mag ook geen advies zijn van professionals die al bij mensen thuis komen. De Wlz is immers voorliggend op de Wmo.

 Mensen die Wlz-zorg én ondersteuning vanuit de Wmo krijgen, hoeven voor de Wmo-

ondersteuning géén eigen bijdrage te betalen. Zij betalen dan alleen de eigen bijdrage voor de Wlz. De vrijstelling geldt voor het hele huishouden: dus krijgt een partner Wlz-zorg en de ander Wmo-ondersteuning, hoeft degene die de Wmo-ondersteuning krijgt, geen eigen bijdrage te betalen.

(9)

8

 Voor meer informatie over de eigen bijdrage Wlz, zie paragraaf Eigen bijdrage Wlz 8) herindicaties

 Bij de Wlz vinden geen herindicaties plaats, behalve als de zorgzwaarte moet worden gewijzigd.

9) inschrijven wachtlijst zorginstelling

 Cliënten kunnen pas op de actieve wachtlijst voor een zorginstelling worden gezet als zij een Wlz-indicatie hebben. Zonder Wlz-indicatie komen zij terecht op de schaduwlijst. Een cliënt kan sneller worden geplaatst in een instelling wanneer er al een Wlz indicatie is (immers indicatiestellingproces hoeft niet meer). Dit kan een geruststellende gedachte zijn voor cliënt, mantelzorger(s) en professionals. Mocht het CIZ besluiten niet te indiceren, bestaat de mogelijkheid ook dat cliënt niet kan wonen op de plek waar hij zich in vorens al heeft ingeschreven op de wachtlijst.

 Snellere opname mogelijk omdat de juiste indicatie er al is en meer opname mogelijkheden zijn dan alleen een ‘respijt bed’. Om deze reden kunnen cliënten met een Wlz-indicatie over het algemeen sneller worden opgenomen dan met een respijtzorg indicatie vanuit de Wmo.

10) Zorgval

 De zorgval is sinds 1 juli 2018 gedekt door de overbruggingszorg, extra kosten thuis regeling, of meerzorg. Alleen is dit wel afhankelijk van welk zorgprofiel en leveringsvoorwaarden de verzekerde heeft.

 Tot 1 juli 2018 kon er een ‘zorgval’ zijn als een cliënt overging van de Wmo en Zvw naar de Wlz. De zorgval houdt in dat een cliënt minder zorg kan krijgen vanuit de Wlz, dan dat de cliënt zorg kreeg vanuit de Wmo en Zvw. Per 1 juli 2018 heeft de overheid door middel van de overbruggingszorg en extra kosten thuis regeling de ‘zorgval’ verkleind. Zieke ouderen die nog niet op een wachtlijst staan en mensen met een beperking, die met pgb zelf de zorg

organiseren, kunnen tot 25% meerzorg krijgen als dat een opname in een verpleeghuis kan voorkomen.

Overbrugginszorg, Extra kosten Thuis en Meerzorg

Overbruggingszorg: cliënten die willen wachten op een plek in de instelling van hun voorkeur kunnen nu extra zorg thuis ontvangen. Er zit geen maximum aan het aantal uren zorg wat geleverd wordt.

Extra kosten thuis: bedoeld voor cliënten met een Wlz indicatie die graag thuis willen blijven wonen, maar die met het budget van de Wlz niet uitkomen. Deze cliënten kunnen aanspraak doen op extra budget met een maximum van 25%.

Meerzorg: Meerzorg is extra zorg bovenop de zorg die u krijgt volgens het zorgprofiel. Dit is mogelijk als het een zorgprofiel is waarbij meerzorg mogelijk is en minstens 25% meer zorg nodig is dan dat het zorgprofiel biedt.

Het is afhankelijk van het zorgprofiel of je voor een van bovenstaande in aanmerking komt.

(10)

9

Zorgvragen in de praktijk

In de praktijk blijkt dat een mogelijke overgang van de Wmo naar de Wlz niet altijd duidelijk is voor alle partijen. De volgende punten komen voor in de praktijk:

 Verschil tussen zienswijze van o.a. casemanagers, wijkverpleegkundigen;

 Vraag voor uitbreiding van de indicatie om mantelzorger te ontlasten;

 Wordt bij thuishulp niet altijd gekeken of partner Wlz zou kunnen krijgen of heeft;

 Indicaties bij twijfelgevallen worden soms voor vijf jaar afgegeven;

 Onvoldoende onderbouwing waarom Wlz (nog) niet passend is;

 Indicaties die niet goed beëindigd worden.

In de praktijk blijkt dat cliënten zich vaak laten leiden door een professional (bijv. casemanager dementie of wijkverpleegkundige) voor het aanvragen van de Wlz-indicatie. Een professional heeft hierbij zo haar eigen invalshoeken, omdat het budget tussen de Wmo en Wlz verschilt. Vooral oudere cliënten met een beperkt sociaal netwerk vallen terug op een professional. Zij zijn niet op de hoogte dat ze ook gebruik kunnen maken van een onafhankelijk cliëntondersteuner om ze te helpen bij het aanvragen van de Wlz.

Cliënten, mantelzorgers en zorgprofessionals weigeren soms om een Wlz indicatie aan te vragen. De misvattingen die er zijn is dat ze denken dat ze met een Wlz-indicatie direct opgenomen moeten worden, of dat ze minder zorg kunnen krijgen. Ook houdt de eigen bijdrage cliënten tegen om een Wlz indicatie aan te vragen. Mantelzorgers vinden dat zij nog voldoende kunnen ondersteunen, waardoor een Wlz indicatie (nog) niet nodig is of dat er nog weinig zorg wordt geleverd. Toch wordt er

regelmatig een uitbreiding van thuishulp, begeleiding of dagbesteding aangevraagd, omdat de mantelzorgers meer ontlast moeten worden om de zorg vol te kunnen houden. Bij de Wmo gaan we uit van gebruikelijke zorg die de mantelzorger moet leveren om de situatie in stand te houden. Bij de Wlz is deze verplichting er niet. Als een Wmo-consulent de vraag stelt: ‘’wat zou er gebeuren als u nu opgenomen moet worden of wegvalt?’’ wordt er regelmatig gezegd dat de cliënt niet alleen achter kan blijven en opgenomen moet worden. Dit is een signaal dat een Wlz-indicatie passender is.

Indien een cliënt (bijv. oudere) nog geplande zorg kan ontvangen en kan alarmeren, is er geen sprake van een WLZ vraag. Op het moment dat cliënt wel altijd nabijheid nodig heeft of op ongeplande momenten zorgbehoefte heeft, dan kan er wel gekeken worden naar de WLZ. Doe de Wlz check op de site www.ciz.nl

(11)

10

Werkwijze voor de overgang van Wmo naar Wlz

Wanneer de verwachting is dat een Wlz indicatie nu of in de nabije toekomst passender is voor een cliënt kunnen de volgende acties worden uitgevoerd:

1. Strenger sturen op meewerken aan het onderzoek;

Cliënten zijn verplicht om mee te werken aan ons onderzoek. Het onderzoeken van

voorliggende voorzieningen behoort hier ook onder. Wanneer wij twijfels hebben of een Wlz- indicatie passender is, mogen wij aan de cliënt vragen dat zij een Wlz-indicatie aanvragen.

Wanneer de cliënt weigert om een Wlz-indicatie aan te vragen, werkt de cliënt niet mee aan ons onderzoek en hoeven wij juridisch gezien geen voorziening in te zetten.

2. Inzetten van tijdelijke indicaties (3 maanden) indien een indicatie afloopt en benoemen in beschikking;

Wanneer er wordt verwacht dat een Wlz-indicatie passender is, kun je een tijdelijke indicatie inzetten van drie maanden. Met deze drie maanden geef je de cliënt de tijd om een Wlz- indicatie aan te vragen.

In principe geven we geen tijdelijke Wmo-indicaties af ter overbrugging aanvraag Wlz, wanneer er geen Wmo-indicatie ligt.

Belangrijk: benoem in je motivering het volgende zodat het ook in de beschikking terecht komt: ‘’Er is afgesproken dat u (of indien van toepassing bijv. de wijkverpleegkundige of casemanager) een Wet langdurige zorg (Wlz) indicatie aanvraagt bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Een onafhankelijke cliëntondersteuner kan helpen bij uw aanvraag.

In afwachting van de uitkomst van deze aanvraag krijgt u een indicatie voor de duur van maximaal drie maanden. Indien u na deze periode voor verlenging in aanmerking wilt komen dan verwachten wij dat u een afwijzing van de Wlz kunt laten zien, of dat u kunt aantonen dat het CIZ uw aanvraag in behandeling heeft. Indien dit niet het geval is dan zullen wij uw indicatie niet verlengen.’’

3. Inschakelen onafhankelijke cliëntondersteuners;

Onafhankelijke cliëntondersteuners kunnen cliënten ondersteunen bij het aanvragen van een Wlz indicatie. Medische informatie, diagnostiek etc. kan worden opgevraagd bij de huisarts of desbetreffende specialisten. De gemeente Dalfsen subsidieert MEE IJsseloevers voor de onafhankelijke cliëntondersteuning.

 Contactgegevens MEE. Marissa van de Belt (06-30997387) kan benaderd worden indien er een aanvraag gedaan moet worden.

 Valentijn ten Katen (06-10009855) kan benaderd worden indien er al een WLZ- indicatie aanwezig is.

4. Beter onderbouwen waarom wel of geen Wlz;

Door in de rapportage te onderbouwen wat de reden is dat je een cliënt nog niet doorverwijst naar de Wlz zorgt ervoor dat een volgende consulent deze afweging kan meenemen bij de herindicatie. Ook kan de cliënt deze afweging dan al teruglezen in de rapportage en kan hij/zij zich hier al meer op voorbereiden.

(12)

11

Het gesprek

Twijfel je of een Wlz-indicatie passender is voor een cliënt, dan kun je de volgende vragen stellen en misschien samen de Wlz check invullen op site CIZ?:

- Wat gebeurt er als de mantelzorger of zorgverlener wegvalt?

Moet de cliënt dan opgenomen worden?

Zo ja Mogelijk Wlz.

Zo nee, wat voor hulp moet er dan (extra) ingezet worden?

- Wat gebeurt er als je een cliënt een uur of dagdeel alleen laat?

Red de cliënt zichzelf of kan deze zelf hulp inschakelen?

Zo nee  Wlz

- Hoelang kan een cliënt zonder (professionele) hulp? Hierbij is het vooral de vraag, kan een cliënt alarmeren/ gaat een cliënt alarmeren als hij een zorgverlener nodig heeft.

Kan of gaat een cliënt alarmeren?

Zo nee  Wlz.

Indien een cliënt een lichamelijke beperking heeft, niet langer dan 6 uur zonder

(professionele) zorg kan, maar wel kan alarmeren, dan is er een kans dat het CIZ de Wlz aanvraag afwijst.

- Is een cliënt een gevaar voor zichzelf en/of omgeving zonder (professionele) hulp? Denk bijvoorbeeld aan het fornuis open laten staan, gaan dwalen, onverantwoord gedrag vertonen etc.

Zo ja Wlz.

Zo nee, dan hangt het van de verdere situatie af of een cliënt in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie.

Tijdens het gesprek kan het voorkomen dat de cliënt, het netwerk of de professional de discussie aangaat over het aanvragen van een Wlz-indicatie. Je kunt dan de volgende antwoorden geven:

- Ik stel geen Wlz indicatie, maar ik moet vanuit de Wmo beoordelen welke Wet past bij de cliënt. De Wlz indicatie is voorliggend op een Wmo-indicatie. Ik moet voor mijn onderzoek kunnen uitsluiten dat de cliënt niet in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie. Aangezien ik om die en die reden twijfels heb over de juiste Wet, vraag ik aan jullie om een Wlz-indicatie aan te vragen. Doen jullie dit niet? Dan betekend dat dat ik mijn onderzoek niet kan doen en dus geen indicatie kan afgeven.

- Het CIZ kijkt niet naar hoelang of hoeveel zorg iemand heeft en wat de mantelzorger wel of niet kan doen. Het gaat om de ‘naakte cliënt in de kale kamer’. Er wordt alleen gekeken naar de beperkingen van de cliënt en of die zorg in nabijheid nodig heeft en op onplanbare momenten.

- Ik begrijp dat er veel verschil zit in eigen bijdrage tussen de Wmo en de Wlz, maar de beoordeling van de Wet staat los van de financiën en eigen bijdrage die gevraagd wordt. De eigen bijdrage bij de Wlz kan nooit meer zijn dan u kunt betalen, omdat het afgeleid is van het inkomen en vermogen.

(13)

12

Bekostiging Wlz vanuit Wmo

Wanneer iemand een Wlz-indicatie heeft, kan het in sommige gevallen voorkomen dat er toch vanuit de Wmo ondersteuning vergoed moet worden. In onderstaande tabel is aangegeven wanneer dit geldt.

Per 1-1-2020 Wlz Wmo

Wlz

thuiswonend VPT/ MPT/ Pgb

 Hulp bij het huishouden

 Begeleiding

 Logeeropvang (1)

 Wmo-pas Mijn Taxi Op Maat

 Rolstoel

 Vervoermiddelen (2)

 Woningaanpassing

 Woonvoorzieningen/hulpmiddelen (3)

Wlz

deeltijdverblijf

 Hulp bij het huishouden

 Begeleiding

 Woonvoorzieningen/hulpmiddelen(3)

 Rolstoel (nieuw of te vervangen) (6)

 Vervoermiddelen ( in de Wlz aangeduid als

mobiliteitshulpmiddelen) (nieuw of te vervangen) (6)

 Evt. 2e woonvoorziening/

hulpmiddelen voor thuissituatie

 Wmo-pas Mijn Taxi Op Maat(4)

 Woningaanpassing

Wlz

intramuraal met of zonder behandeling

 Hulp bij het huishouden

 Begeleiding

 Rolstoel

 Woonvoorzieningen/hulpmiddelen (3)

 Vervoermiddelen (in de Wlz aangeduid als

mobiliteitshulpmiddelen) (2)

 Wmo-pas Mijn Taxi Op Maat ( 4)

 Bezoekbaar maken van de woning (5)

(1)

Voor thuiswonende cliënten met een WLZ indicatie is vanuit de WLZ logeeropvang mogelijk. Een cliënt met een WLZ indicatie kan geen beroep doen op Kortdurend verblijf (respijtzorg) vanuit de Wmo

(2)

Denk bijvoorbeeld aan scootmobiel, aangepaste fiets etc. In de Wlz worden de rolstoel en andere vervoersmiddelen aangeduid als mobiliteitshulpmiddelen

(3)

Denk bijvoorbeeld aan douche- / toilet stoel, tillift, drempelhulpen etc.

(4) Cliënten met een Wlz-indicatie, die in een instelling wonen, kunnen geen aanspraak maken op een voorziening in de vorm van een vervoersvoorziening Sociaal Vervoer (Regiotaxi). Als het sociaal vervoer wordt aangeboden als algemene voorziening, kunnen zij daar wel gebruik van maken. Vanuit de Wmo als vangnet is het denkbaar dat de gemeente in de situatie dat er geen alternatieven zijn, toch een pasje voor het collectief vervoer verstrekt. Vervoer naar dagbesteding of behandeling wordt vergoed vanuit de Wlz.

(5)

Het bezoekbaar maken van een woning kan, in het kader van participeren of

zelfredzaamheid, onder de Wmo vallen, als een cliënt binnen de gemeente woont. Als een cliënt buiten de gemeente woont geldt dit niet, behalve als hiervoor in het

gemeentelijk beleid een uitzondering is gemaakt (bovenwettelijk begunstigend beleid) . In dat geval moet de gemeente zich aan het eigen beleid houden. In de gemeente Dalfsen is geen uitzondering gemaakt.

(6)

Deeltijdverblijf Wlz: Het individueel gebruik van mobiliteitshulpmiddelen komt ten laste van de Wlz als het gaat om nieuwe of te vervangen mobiliteitshulpmiddelen. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het onderhoud en aanpassingen aan mobiliteitshulpmiddelen die die cliënt gebruikt wanneer met deeltijdverblijf wordt begonnen. Vaak kunnen deze

(14)

13

hulpmiddelen vervoerd worden van de instelling naar huis en vice versa zodat de behoefte aan een tweede exemplaar niet aan de orde zal zijn.

Overgangsmaatregelen per 1 januari 2020 (en per 1 januari 2021 voor Wlz-GGZ):

Per 1 januari 2020 vallen woonvoorzieningen en mobiliteitshulpmiddelen als een rolstoel, scootmobiel en driewielfiets voor Wlz cliënten in een instelling onder de Wlz. Per 1 januari 2021 geldt dit ook voor cliënten met een Wlz-GGZ indicatie.

Dit betekent dat cliënten die met een Wlz indicatie thuis wonen of in een aanleunwoning (VPT of MPT) voor mobiliteitshulpmiddelen wel onder de Wmo blijven vallen.

Overgangsmaatregelen gelden voor:

 cliënten met een rolstoel en/of een vervoermiddel vanuit de Wmo die op 1 januari 2020 al in een zorginstelling wonen

 cliënten met een rolstoel en/of een vervoermiddel vanuit de Wmo die op 1 januari 2021 een indicatie Wlz-GGZ krijgen, en een intramurale indicatie krijgen

Voor deze cliënten blijft de gemeente verantwoordelijk voor onderhoud en aanpassingen totdat het middel moet worden vervangen. De instelling kan aangeven of ze intramuraal ZIN leveren of een VPT/MPT/PGB (GGZ-behandeling kan NIET via een PGB worden ingekocht).

Wanneer een middel vervangen moet worden, valt het middel vanaf dat moment onder de verantwoordelijkheid van de Wlz ( Zorgkantoor). Mobiliteitshulpmiddelen voor cliënten met Wlz indicatie intramuraal gaan dan naar de Wlz.

Cliënt in zorginstelling en heeft een nieuwe melding?

Zorgkantoren leveren de mobiliteitshulpmiddelen en zorginstelling is verantwoordelijk voor hulpmiddelen voor zorg en wonen voor algemeen gebruik.

Cliënt in zorginstelling met mobiliteitshulpmiddel van de gemeente?

Gemeente blijft verantwoordelijk voor onderhoud en aanpassingen totdat hulpmiddel moet worden vervangen.

Een rolstoel heeft een technische levensduur van 7 jaar. Is een hulpmiddel ouder dan 7 jaar dan dient cliënt doorverwezen te worden naar de Wlz. Het zorgkantoor moet dan een nieuwe rolstoel inzetten en onderhoud en service hiervan gaan verzorgen.

De hulpmiddelen van deze groep cliënten vallen niet onder de zogenaamde omruilgarantie uit het contract met RSR. Gaat de rolstoel van een Wlz cliënt in een instelling kapot en moet deze vervangen worden (binnen 5 jaar na verstrekkingsdatum), dan moet het Zorgkantoor een nieuwe rolstoel leveren aan deze cliënt. Wmo verwijst cliënt in dit geval door naar de Wlz.

Cliënt met mobiliteitshulpmiddelen die naar zorginstelling verhuist?

Samen met ergotherapeut of fysiotherapeut kan er gekeken worden of het hulpmiddel moet worden vervangen.

Zo ja: nieuw hulpmiddel vanuit Wlz.

Zo nee: zorgkantoor kan hulpmiddel overnemen van gemeente.

Overgangsrecht voor cliënten met GGZ problematiek die overgaan naar de Wlz (1-1-21) De Wlz staat per 1 januari 2021 ook open voor mensen met ernstige GGZ-problematiek. Als deze cliënten voldoen aan de Wlz criteria, kunnen zij vanaf 1 januari 2021 toegang krijgen tot de Wlz.

- Als een cliënt reeds intramuraal (Beschermd Wonen) verbleef met een mobiliteitshulpmiddel van de Wmo en na de overgang naar de Wlz intramuraal blijft wonen, blijft de gemeente verantwoordelijk voor onderhoud en aanpassingen totdat het middel moet worden vervangen.

Vanaf dat moment valt het middel onder de verantwoordelijkheid van de Wlz.

- Als een cliënt niet intramuraal verbleef maar bij de overgang naar de Wlz intramuraal gaat wonen, moet worden bekeken of het mobiliteitshulpmiddel moet worden vervangen. Als dit het geval is valt deze onder de verantwoordelijkheid van de Wlz. Als deze niet hoeft te worden vervangen, kan deze worden overgenomen door de Wlz.

Geclusterde woonvormen

Voor cliënten die in geclusterde woonvormen wonen waar ze zelf de woonlasten betalen, blijven de mobiliteitshulpmiddelen (voorlopig) ongewijzigd.

(15)

14

Contactgegevens

Organisatie contactpers oon

mail Tel.nr

MEE IJsseloevers (onafhankelijke cliëntondersteun ing)

Henriët van der Stege

en

Mevr. (Willie) Biemond

(Wmo)

h.vanderstege@meeijsseloevers.nl w.biermond@meeijsseloevers.nl

06-30998267 06-30997472

Miriam Bruinsma (Wlz)

m.bruinsma@meedrenthe.nl 088-

6330633/ 06- 31662584 RSR

CIZ Zie: https://www.ciz.nl/zorgprofessional/contactpersonen-ciz Voor vragen

over een cliënt: Team Noord-oost 6

mail.NO.06@ciz.nl 088-

7895166

Paula Schrijver, onderzoeken CIZ (c.p.gem.

Dalfsen)

paula.schrijver@ciz.nl 088-7893952

Karen van Mulder, onderzoeker CIZ (c.p.gem.

Dalfsen)

karen.van.mulder@ciz.nl

088-7891945

Zorgkantoor https://www.zilverenkruis.nl/zorgkantoor/zorgaa nbieders/contact

Contactpersonen voor moeilijk plaatsbare crisis casuïstiek:

 Regina van der Meij; klantadviseur 06-83617542

Regina.van.der.Meij@zilverenkruis.nl | clientondersteuning.wlz@zilverenkruis.nl

 Lian Schoenmakers; medewerker casuïstiek

06-51124730

Lian.Schoenmakers@zilverenkruis.nl

 Daisy Smeekes; zorginhoudelijk medewerker

06-83406598

Daisy.smeekes@zilverenkruis.nl

(16)

15

Bijlage 1 Zorgprofielen

GGZ Wonen

GGZ Wonen met intensieve begeleiding

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. Ze zijn niet in staat regie te voeren over een zelfstandige huishouding, hebben niet de potentie (kunnen en willen) om zelfstandig te wonen; kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. Er is sprake van een beperkt probleemoplossend vermogen, van impulsief beslissen en reageren en van problemen in de impulsbeheersing.

Het vaardigheidsniveau van de cliënt is beperkt. Cliënten kunnen eenvoudige taken waar zij in het dagelijks leven voor staan niet zonder begeleiding uitvoeren. De cliënten hebben een veilige, weinig eisende en prikkelarme woonomgeving nodig die bescherming, stabiliteit, veiligheid en structuur biedt. De begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling is dan ook met name gericht op het omgaan met de defecten en de kwetsbaarheid als gevolg daarvan, op het ondersteunen en/of behandelen van cliënten om het

probleemgedrag om te buigen tot constructief of functioneel gedrag.

De psychiatrische problematiek bij deze cliënten varieert van passief tot actief. De psychiatrische symptomen zijn bij tijd en wijle lastig onder controle te krijgen, dan is intensivering van zorg gewenst (of bijstelling van medicatie).

Cliënten hebben zelf geen of beperkt inzicht in de gevolgen van de aandoening en de effecten van hun (probleem)gedrag.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies van zelfregie en/of een verstoord dag-­­ en nachtritme. Cliënten hebben grote problemen met het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Buiten professionals hebben cliënten zeer weinig relaties die steunend kunnen zijn of deze relaties zijn niet in de nabijheid. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men nagenoeg niet in staat, cliënt ervaart geen binding met de samenleving. Cliënt vraagt niet op een adequate wijze om hulp, geeft de eigen grenzen niet aan.

Psychosociale/

cognitieve functies

Er zijn forse beperkingen in de besluitnemings-­­ en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige taken. De cliënten hebben bijvoorbeeld begeleiding nodig bij het beheren van geld en/of het verrichten van administratieve handelingen.

Cliënten hebben begeleiding nodig bij het structureren van de dag en het doen van dagelijkse repeterende handelingen zoals verzorgen van maaltijden en doen van boodschappen. De cliënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

ADL/HDL Ten aanzien van ADL hebben de cliënten in het algemeen behoefte aan toezicht of stimulatie met betrekking tot de persoonlijke verzorging en het schoonhouden van hun persoonlijke leefomgeving.

(17)

16

Mobiliteit Cliënten kunnen vanwege lichamelijke schade ten gevolge van leefstijl en/of vanwege gevolgschade van de stoornis en/of de medicatie, eerder dan gemiddeld

mobiliteitsproblemen hebben. Vaak maken zij dan gebruik van hulpmiddelen op relatief jonge leeftijd vanwege somatische aandoeningen.

Gedrags- -problematiek

Bij deze cliënten kan terugkerend sprake zijn van enige gedragsproblematiek, maar die is hanteerbaar in de context van voortdurende begeleiding in de nabijheid. Dit speelt met name bij reactief gedrag met betrekking tot interactie.

Aard van het begeleidings-­­/

behandeldoel

De aard van het begeleidings-­­/behandeldoel is leren omgaan met of begeleiden bij de kwets--baarheid en het hanteren van de effecten van hun gedrag. De focus ligt op stabilisatie en behoud van vaardigheden en is ontwikkelingsgericht. Er kan echter ook sprake zijn van begeleiding bij achteruitgang en het voorkomen van instabiliteit op het gebied van levens--terreinen zoals huisvesting, financiën en sociale relaties. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis

(waartoe ook verslaving behoort). Mogelijk in combinatie met een (licht) verstandelijke beperking en/of een lichte somatische aandoening.

GGZ Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. Ze kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. De cliënten hebben een structuur en toezicht biedende beschermende woonomgeving nodig, die deels een besloten karakter kan hebben

(gecontroleerde in-­­ en uitgang). Er is ondersteuning van taken op alle levensterreinen nodig inclusief hulp vanwege (somatische) gezondheidsbeperkingen.

De psychiatrische problematiek bij deze cliënten varieert van passief tot actief en/of er is sprake van actieve middelen verslaving. De problematiek wordt getracht onder controle te houden met medicijnen en begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling gericht op het gedrag van de cliënt, op het ondersteunen en/of behandelen van cliënten om het probleemgedrag om te buigen tot constructief of functioneel gedrag. Indien van toepassing is sprake van gecontroleerd gebruik van middelen.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies van zelfregie en van een verstoord dag-­­ en nachtritme. Cliënten hebben grote problemen met het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Buiten professionals hebben cliënten zeer weinig relaties die steunend kunnen zijn of deze relaties zijn niet in de nabijheid. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat, cliënt ervaart geen binding met de samenleving. Cliënt vraagt niet op een adequate wijze om hulp, geeft de eigen grenzen niet aan.

Psychosociale/

cognitieve functies

Er zijn forse beperkingen in de besluitnemings-­­ en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige taken. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Dagelijks repeterende handelingen worden voor de cliënt georganiseerd, cliënt kan daarbij onder begeleiding taken uitvoeren. Cliënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies; er kan sprake zijn van geheugendefecten.

ADL/HDL Ten aanzien van ADL hebben de cliënten vanwege een slechte gezondheid in algemene zin veelal dagelijks behoefte aan hulp bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld als gevolg van problemen passend bij het ouder worden of door verwaarlozing van de gezondheid door het zwerven op straat). Cliënten kunnen hun persoonlijke leefomgeving niet zelfstandig schoon--houden, hierbij worden zij intensief begeleid.

(18)

17

Mobiliteit Cliënten hebben vanwege lichamelijke schade ten gevolge van leefstijl en/of vanwege gevolgschade van de stoornis en/of de medicatie, eerder dan gemiddeld

mobiliteitsproblemen. Vaak maken zij gebruik van hulpmiddelen op relatief jonge leeftijd vanwege somatische aandoeningen. Op bekende ‘ingesleten’ routes kunnen ze zonder begeleiding reizen. Voor overige routes reizen ze met begeleiding.

Gedrags- -problematiek

Bij deze cliënten is sprake van gedragsproblematiek. De begeleiding is mede gericht op het beheersbaar houden van deze gedragsproblematiek en het begeleiden van gedrag als gevolg van cognitieve schade.

Aard van het begeleidings-­­/

behandeldoel

De aard van het begeleidings-­­/behandeldoel is ontwikkelingsgericht in het leren omgaan met of begeleiden bij de kwetsbaarheid en het hanteren van de effecten van hun gedrag, danwel stabilisatie en continuering van de situatie. Gericht op het voorkomen van instabiliteit op het gebied van huisvesting, financiën, sociale relaties. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort), mogelijk in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.

GGZ Wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering

Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve zorg en intensieve begeleiding nodig. Ze kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden, die deels een besloten karakter kan hebben

(gecontroleerde in-­­ en uitgang). Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten actief van aard (de psychopathologie is floride). De problematiek wordt getracht onder controle te houden met medicijnen en intensieve begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een sterk gestructureerde dagindeling. Er is sprake van verlies van zelfregie en vaak van een verstoord dag-­­ en nachtritme. Cliënten zijn vanwege een gebrek aan sociale vaardigheden niet in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat, cliënten ervaren grote afstand tot de maatschappij. Cliënt vraagt niet op adequate wijze om hulp, geeft de eigen grenzen niet aan.

Psychosociale/

cognitieve functies

Bij deze cliënten ontbreken de besluitnemings-­­ en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken vaak worden overgenomen of is aanvullende hulp noodzakelijk. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies. Ze beslissen vaak impulsief, hebben geen inzicht in de consequenties van gedrag.

ADL/HDL Ten aanzien van ADL hebben de cliënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan toezicht en stimulatie en/of hulp. Er kunnen somatische problemen zijn die extra aandacht vragen als gevolg van zelfverwaarlozing. Cliënten verwaarlozen hun persoonlijke leefomgeving hebben hierbij intensieve begeleiding nodig.

Mobiliteit Cliënten kunnen vanwege lichamelijke schade ten gevolge van leefstijl en/of vanwege gevolgschade van de stoornis en/of de medicatie, eerder dan gemiddeld

mobiliteitsproblemen hebben. Vaak maken zij dan gebruik van hulpmiddelen op relatief jonge leeftijd vanwege somatische aandoeningen. Op zeer bekende ‘ingesleten’ routes kunnen ze zonder begeleiding reizen. Voor overige routes reizen ze met begeleiding.

(19)

18

Gedrags- -problematiek

Bij deze cliënten is sprake van ernstige gedragsproblematiek die, mede door intensieve begeleiding, voortdurend moet worden gereguleerd. Deze cliënten doen een groot beroep op hun omgeving en zetten deze voortdurend onder druk met probleemgedrag. Ze zijn beperkt gevoelig voor correctie en niet in staat hun gedrag na correctie aan te passen, hebben weinig inzicht in hun eigen aandeel bij interactie-­­problemen en een relatief beperkt leervermogen. Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatief, dwangmatig, destructief en reactief gedrag met betrekking tot interactie. Er kan sprake zijn van zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag.

Aard van het begeleidings-­­/

behandeldoel

De aard van het begeleidings-­­/behandeldoel is stabilisatie en continuering van de situatie dan wel ontwikkelingsgericht (daar waar mogelijk). Cliënten worden begeleid met of geleerd om te gaan met hun kwetsbaarheid en het hanteren van de effecten van hun gedrag. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort), mogelijk in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.

GGZ Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging

Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening, in combinatie met een somatische aandoening, lichamelijke handicap of verstandelijke beperking, intensieve begeleiding, verpleging en zorg nodig. Ze kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. De wederzijdse beïnvloeding van de stoornissen, aandoeningen en/of beperkingen leidt tot complexe zorgvragen. De woonomgeving moet veel voorspelbaarheid, structuur, veiligheid en bescherming bieden en zijn aangepast aan de beperkingen van de cliënten (b.v. rolstoelgebruik). Er is veelal overname van taken op alle levensterreinen nodig.

Cliënten zijn kwetsbaar bij een verstoring van het lichamelijk/cognitief ziektebeeld.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten actief van aard (de psychopathologie is floride). De problematiek wordt getracht onder controle te houden met medicijnen en intensieve begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een sterk gestructureerde dagindeling. Er zijn zware regieproblemen. Cliënten zijn niet in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat.

Psychosociale/

cognitieve functies

Bij deze cliënten ontbreken de besluitnemings-­­ en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van bijna alle taken vaak worden overgenomen. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

ADL/HDL Met betrekking tot ADL hebben de cliënten vanwege een slechte gezondheidssituatie uitgebreide behoefte aan hulp, onder andere bij het eten en drinken en bij het zich wassen en kleden. Ze hebben veelal dagelijks behoefte aan hulp of overname bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld als gevolg van problemen passend bij het ouder worden of door verwaarlozing van de gezondheid door het zwerven op straat). De somatische klachten zijn zodanig van aard dat veelal dagelijks behoefte is aan intensieve verpleging en monitoring. Cliënten kunnen hun persoonlijke leefomgeving niet zelfstandig schoonhouden, hierbij moeten zij intensief worden begeleid.

Mobiliteit Ten aanzien van mobiliteit wordt gebruik gemaakt van hulpmiddelen en ondersteuning door begeleiding. Op zeer bekende ‘ingesleten’ routes kunnen ze zonder begeleiding reizen. Voor overige routes reizen ze met begeleiding.

(20)

19

Gedrags- -problematiek

Bij deze cliënten is sprake van ernstige gedragsproblematiek die, mede door intensieve begeleiding, voortdurend moet worden gereguleerd.

Aard van het begeleidingsdoel

De aard van het begeleidingsdoel is divers; zowel stabilisatie en continuering van de situatie, ontwikkelingsgericht (daar waar mogelijk) en begeleiding bij achteruitgang zijn aan de orde.

Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis

(waartoe ook verslaving behoort), in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.

GGZ Beveiligd wonen vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding

Deze cliëntgroep heeft vanwege een zeer ernstige psychiatrische aandoening zeer intensieve begeleiding nodig met daarnaast intensieve verzorging, een buitengewoon gestructureerd klimaat en grote mate van beveiliging en bescherming. De verblijfsomgeving moet hier op zijn afgestemd, bijvoorbeeld prikkelarm. Er is een specifieke bouwkundige setting en specifieke beveiligingsklimaat nodig met bijvoorbeeld een gecontroleerde in-

­­ en uitgang. Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride). De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig sprake van intensivering van de psychiatrische verpleging, behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling van de medicatie nodig.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks zeer intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een buitengewoon sterk gestructureerde dagindeling. Er is sprake van verlies van zelfregie en vaak van een verstoord dag-­­ en nachtritme. Cliënten zijn niet in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Deelname aan het maatschappelijk leven is vanwege de extreme gedragsproblematiek niet aan de orde.

Psychosociale/

cognitieve functies

Bij deze cliënten ontbreken alle besluitnemings-­­ en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken volledig worden overgenomen.

De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

ADL/HDL Ten aanzien van ADL hebben de cliënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan enige hulp. Bij deze cliënten is regelmatig tot vaak verpleegkundig handelen nodig (medicatie en gezondheidsbescherming). Cliënten verwaarlozen hun persoonlijke leefomgeving hebben hierbij intensieve begeleiding nodig.

Mobiliteit Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in beperkte mate hulp nodig. Uit veiligheidsoverwegingen kan geen sprake zijn van het zelfstandig verplaatsen buitenshuis.

Gedrags- -problematiek

Deze cliënten hebben nagenoeg geen impulsbeheersing en kennen verschillende vormen van extreme gedragsproblematiek. Dit betreft verbaal agressief, lichamelijk agressief, destructief, manipulatief, dwangmatig, ongecontroleerd en reactief gedrag. Hierbij is continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. Daarbij is zelfverwondend of

zelfbeschadigend gedrag eveneens te verwachten. De cliënten doen een groot beroep op hun sociale omgeving en zetten deze continu onder druk. Ze zijn ongevoelig voor correctie, hebben geen inzicht in hun eigen aandeel bij interactie-­­problemen en hebben een zeer beperkt leervermogen. Ze kunnen frequent en onvoorspelbaar fors gewelddadig reageren.

(21)

20

Aard van het begeleidings-­­/

behandeldoel

De problematiek van deze groep cliënten is als chronisch te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent begeleiding en behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te

voorkomen.

Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort), mogelijk in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De rekenkamercommissie dankt het college van burgemeester en wethouders voor zijn bestuurlijke reactie op het onderzoek naar de realisatie van het Wmo beleid, zoals vastgesteld in

Logeeropvang kan niet geleverd worden door het cliëntsysteem (dus een weekend weg met familie mag niet als logeeropvang betaald worden). Logeeropvang kan niet in de

Manicure Nee De nagels laten knippen omdat u dit door ziekte, aandoening of ouderdom niet zelf kunt valt onder persoonlijke verzorging van het zorgkantoor (Wet Langdurige

Deze algemene voorwaarden gelden voor iedereen die een zorg- en dienstverleningsovereenkomst heeft met De Twentse Zorgcentra, en/of een van de onderdelen van De Twentse

Ingediende bezwaarschriften Afgehandelde bezwaarschriften Ingediende beroepschriften Afgehandelde beroepschriften Aantal toegewezen statushouders. Aantal

■ Schoonhouden van de ruimte, alleen als deze zorg echt nodig is, mocht een cliënt echt niet zelf zijn huis.. schoonhouden dan regelen

Als u door ziekte, handicap of ouderdom zorg of hulp nodig heeft in de vorm van een voorziening op maat, kunt u onder voorwaarden in aanmerking komen voor een pgb?. Hiermee kunt

Vanaf het moment dat u ‘medisch uitbehandeld’ bent (dus wanneer uw verblijf niet meer medisch nodig is) moet u een eigen bijdrage betalen.. Hoe hoog deze bijdrage is, hangt af van