Factsheet grondwaterlichaam:
Zout Rijn-West
Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven Toestand 2020 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2016-2021 zijn gebaseerd op de meest recente gegevens. In de loop van 2021 zullen deze onderdelen
worden geactualiseerd op basis van de dan beschikbare gegevens.
Dit onderdeel beschrijft de kenmerken van het waterlichaam en geeft informatie over de beschermde gebieden, die een relatie met het waterlichaam hebben.
1. Basisgegevens
Waterlichaamcode: NLGW0011 Deelstroomgebied: Rijn West
Waterbeheerder: Provincie Zuid-Holland, Provincie Noord-Holland, Provincie Utrecht Wateronttrekking tbv menselijke consumptie: Nee
Karakterschets
Het GWL bevindt zich voor het grootste deel in het Westelijke deel van het Rijn-West stroomgebied tussen het GWL Duin Rijn-West en het GWL deklaag Rijn-West. In dit grondwaterlichaam, het brak/zoute GWL van laag Nederland treedt overwegend kwel op in diepe polders en in drainerende waterlopen langs de stuwwallen. De ondergrond wordt voornamelijk gevormd door de fluviatiele (sedimentaire rivier afzetting) Pleistocene afzettingen van de Rijn en Oostelijke en Noordelijke riviercomponenten, glaciale afzettingen van de Peelo en Drente
Formaties en mariene Eem lagen. Boven deze afzettingen liggen voornamelijk de Formaties van Naaldwijk (marien) en Nieuwkoop(veen) van Holocene ouderdom die de deklaag vormen. Regionale zoete
grondwaterstromingen dringen vanaf de Utrechtse Heuvelrug in westelijke richting en vanuit de kustduinen in oostelijke richting het verzilte gebied binnen. Deze zoete grondwaterstromingen eindigen in de diepe polders.
Daarnaast zijn regionale stroomsystemen in gang gezet zijn door de ontwikkeling van de polders, waarbij verzoeting vanuit relatief hooggelegen gebieden en meren optreedt, en verzilting door diepere stromingen die onder diepe droogmakerijen brakke kwel leveren.
In het zuidwestelijk deel van het grondwaterlichaam bevindt zich een grote industriële onttrekking van verzilt grondwater, dat op de Noordzee wordt geloosd. Deze bepaalt in hoge mate het grondwaterniveau in dit gebied en heeft de laatste 100 jaar geleid tot verlaging van het maaiveld in de directe - stedelijke - omgeving. Hoewel dit grondwater niet langer wordt benut zal deze grotendeels in stand dienen te blijven om grondwateroverlast in de toekomst te voorkomen.
Het GWL bevat aquatische of terrestrische ecosystemen die afhankelijk zijn van het grondwater.
Voor een meer uitgebreide beschrijving van het grondwaterlichaam met aanvullende gegevens over de belasting, de monitoring en de toestand wordt verwezen naar het Ambtelijk technisch achtergronddocument Rijn-West RHDHV (groeidocument BC7928 2014).
De Conceptuele modellen van de Grondwaterlichamen inclusief de detailschetsen zijn beschikbaar op:
https://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/wetgeving-beleid/kaderrichtlijn-water/grondwater/grondwater-krw/conc eptuele-modellen/
Hydrogeologische kenmerken
Horizont: 1 Substraat: Zand
Gemiddelde diepte: 0 m Gemiddelde dikte: 180 m Volume: 537,000,000,000 m3 Meerdere watervoerende pakketten: Nee
Aquifer type: Poreus - gemiddeld
Lateral oriëntatie: Horizontaal - kleinere watervoerende pakketten
Conceptueel Model
Beschermde gebieden
De volgende beschermde gebieden liggen in dit waterlichaam.
Vogelrichtlijngebied
Naam Code
Abtskolk & De Putten NL_VOG_162
De Wilck NL_VOG_102
Duinen en Lage Land Texel NL_VOG_2
Eemmeer & Gooimeer Zuidoever NL_VOG_77
Eilandspolder NL_VOG_89
Haringvliet NL_VOG_109
Hollands Diep NL_VOG_111
IJsselmeer NL_VOG_72
Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske NL_VOG_92
Markermeer & IJmeer NL_VOG_73
Naardermeer NL_VOG_94
Oostelijke Vechtplassen NL_VOG_95
Oudeland van Strijen NL_VOG_110
Polder Zeevang NL_VOG_93
Voordelta NL_VOG_113
Waddenzee NL_VOG_1
Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder NL_VOG_90 Zwanenwater & Pettemerduinen NL_VOG_85
Habitatrichtlijn gebied
Naam Code
Botshol NL_HAB_83
Coepelduynen NL_HAB_96
Duinen Den Helder-Callantsoog NL_HAB_84
Duinen en Lage Land Texel NL_HAB_2
Eilandspolder NL_HAB_89
Haringvliet NL_HAB_109
Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske NL_HAB_92
Markermeer & IJmeer NL_HAB_73
Meijendel & Berkheide NL_HAB_97
Naardermeer NL_HAB_94
Oostelijke Vechtplassen NL_HAB_95
Oude Maas NL_HAB_108
Polder Westzaan NL_HAB_91
Schoorlse Duinen NL_HAB_86
Solleveld & Kapittelduinen NL_HAB_99
Voordelta NL_HAB_113
Voornes Duin NL_HAB_100
Waddenzee NL_HAB_1
Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder NL_HAB_90 Zwanenwater & Pettemerduinen NL_HAB_85
2. Toestand
In dit hoofdstuk wordt in zowel in tabellen als in een kaartbeeld de toestand weergegeven. In de tabellen worden eerst per onderdeel de totaaloordelen en de prognose weergegeven. In de daarop volgende tabellen wordt nader ingegaan op de toestand van de onderliggende onderdelen. Hiermee wordt invulling geven aan het onderdeel S(tatus) van de DPSIR-methodiek.
Doelbereik 2027 is een inschatting van de waarschijnlijkheid dat de doelen worden bereikt in 2027, waarbij wordt uitgegaan van de volledige uitvoering van het maatregelenpakket, zoals beschreven in hoofdstuk 4 van deze factsheet.
* = Deze toestandsbeoordeling betreft een expertoordeel of is een oordeel samengesteld uit één of meer beheerdersoordelen.
A = Er is sprake van achteruitgang van de toestand ten opzichte van de vorige planperiode.
2
Totaaloordeel 2
(op basis van de 3 testen voor het hele waterlichaam) * Toestand
2020 2009 2015
*
Voor rapportage aan de EU worden de oordelen geaggregeerd tot één oordeel voor kwaliteit en één voor kwantiteit. Daarbij wordt een “one-out-all-out” systematiek gehanteerd.
Onderstaande tabellen geven het resultaat van de onderliggende tests opgesplitst naar generieke tests en regionale tests.
2
2
2
3
3
4
Testen voor het gehele waterlichaam (generieke tests)
2 2
1. Waterbalans (3.1.1. grondwatervoorraad + 3.1.2.
trends stijghoogten
Doelbereik 2027
Regionale testen
2
4. Grondwaterafhankelijke 2
oppervlaktewaterlichamen (4.1.1. kwantiteit + 4.1.2. kwaliteit)
4
6. Drinkwaterbron (4.3) 4
2 3
5. Grondwaterafhankelijke terrestrische
ecosystemen (4.2-a. kwantiteit + 4.2-b. kwaliteit)
2 2
2 2
3. Chemische toestand (3.2)
2. Intrusies (3.3-a. kwantiteit + 3.3-b. kwaliteit)
Doelbereik 2027
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Toestand Toestand
2009 2015 2020
vrijwel zeker
vrijwel zeker vrijwel zeker
vrijwel zeker
redelijk zeker 2009 2015 2020
*
*
*
*
Kaartbeeld toestand 2021
Navolgende kaart geeft een ruimtelijk beeld van de beoordeling van de regionale testen grondwater.
Legenda Groen: voldoet
Gearceerd geel vlak: Relatie terrestrische ecosystemen kwalitatief niet in orde Gearceerd rood vlak: Relatie terrestrische ecosystemen kwantitatief niet in orde
Gearceerd paars vlak: Relatie terrestrische ecosystemen kwalitatief en kwantitatief niet in orde Lijn/vlak geel: Relatie oppervlaktewater kwalitatief niet in orde
Lijn/vlak rood: Relatie oppervlaktewater kwantitatief niet in orde
Lijn/vlak paars: Relatie oppervlaktewater kwalitatief en kwantitatief niet in orde Zwarte stip: Waterwinning kwalitatief niet in orde
(Witte stip: Waterwinning kwantitatief niet in orde, komt niet voor)
Motivering kwantiteit 3.1 Oordeel waterbalans
3.1.1: Rapport "Tijdstijghoogte-analyse West-, Noord-, en Oost-Nederland & Scheldestroomgebied" (KWR 2020.003 | Maart 2020) & "Waterbalanstest tbv KRW toestandsoordeel grondwaterkwantiteit" (Deltares - Van Ek | 2012)
3.1.2: Rapport "Tijdstijghoogte-analyse West-, Noord-, en Oost-Nederland & Scheldestroomgebied" (KWR 2020.003 | Maart 2020) & "Waterbalanstest tbv KRW toestandsoordeel grondwaterkwantiteit" (Deltares - Van Ek | 2012)
3.3 Oordeel intrusie
3.3-a: Rapport "Monitoring zoutwaterintrusie naar aanleiding van de Kaderrichtlijn Water “verzilting door zoutwaterintrusie en chloridevervuiling” (TNO | 2006)
4.1 Oordeel oppervlaktewater
4.1.1: Op basis van overleg met de waterbeheerders 4.2 Oordeel terrestrisch
4.2-a: Op basis van overleg met de waterbeheerders
4.2-a Natura 2000 gebieden die door onvoldoende grondwatertoevoer vanuit het grondwaterlichaam worden gehinderd in het realiseren van de KRW-doelen: Botshol
Beoordeling trends grondwaterkwaliteit (niet van invloed op totaaloordeel)
Is er sprake van een significant stijgende trend van concentraties van verontreinigende
stoffen? nee
●
Motivering chemische trendanalyse 3.2 Oordeel chemie
3.2-b: Rapport "KRW Trendanalyse Grondwaterkwaliteit - Analyse voor de grondwaterlichamen Eems, Rijn-Noord,
Rijn-Oost, Rijn-West en Schelde" (HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. | 2020)
Motivering kwaliteit 3.2 Oordeel chemie
3.2-a: Aquokit o.b.v. monitoring 3.3 Oordeel intrusie
3.3-b: Op basis van zoutwachtergegevens van drinkwaterbedrijven. zie bijlage achtergronddocument Rijn West (XXXXX)
4.1 Oordeel oppervlaktewater
4.1.2: Op basis van overleg met de waterbeheerders 4.2 Oordeel terrestrisch
4.2-b: Op basis van overleg met de waterbeheerders
N2000 gebied Botshol voldoet nog niet aan de doelen, aanvullende hydrologische maatregelen nodig 4.3 Oordeel drinkwater
Rapport "Trendanalyse grondwaterkwaliteit van drinkwaterwinningen" (RIVM - 2018) Er zijn geen drinkwaterwinningen in dit grondwaterlichaam
Dit onderdeel geeft invulling aan de onderdelen D(river), P(ressure) en (I)mpact van de DPSIR-methodiek. Het geeft de significante belastingen (pressures) en achterliggende functie (drivers) weer en geeft aan welke parameters worden beïnvloed (impact). Onder significant wordt verstaan dat dit leidt tot het niet bereiken van de goede toestand, dan wel dat (preventieve) maatregelen nodig zijn om die goede toestand te bereiken. Ook
effecten die nu nog niet de toestand beïnvloeden, maar waarvan verwacht wordt dat dat op termijn wel het geval is worden als significant beschouwd. Deze krijgen in de laatste kolom de status potentieel.
3. Belastingen
Overige belastingen
Functie Belasting Effect Beïnvloede Status
parameter Anders overige belastingen Schade aan afhankelijke
terrestrische ecosystemen vanwege chemische en/of kwantitatieve redenen
4.2 terrestrisch actueel
Toelichting
De benoemde belastingen zijn aanwezig maar niet significant, spelen op lokaal niveau.
4. Maatregelen
[KRW art. 11]
Samen met het volgende hoofdstuk (5. Uitzonderingen) geeft dit hoofdstuk invulling aan het aspect R(esponse) van de DPSIR-systematiek. De tabellen geven aan welke maatregelen zijn uitgevoerd in de afgelopen
planperioden en de maatregelen die nog genomen gaan worden teneinde de goede toestand te bereiken. Het betreft hier de gebiedsgerichte maatregelen aanvullend op generiek beleid dat bestaat uit basismaatregelen (art 11.3) en aanvullende maatregelen (art 11.5). Basismaatregelen en aanvullende maatregelen zijn overal van toepassing. Ze worden beschreven in het maatregelenprogramma bij het SGBP.
Maatregelen uitgevoerd in de periode 2010 t/m 2015
Maatregel: Omvang:
1 stuks anti-verdrogingsmaatregelen N2000 Botshol: natuurlijker peilbeheer
1 stuks anti-verdrogingsmaatregelen N2000 Botshol: Uitgraven petgaten
1 stuks Monitoring grondwaterverontreiniging Rotterdams havengebied
1 stuks N2000 Naardermeer: Flexibel peilbeheer
1 ha N2000 Wormer en Jisperveld: Waterconservering en flexibel peilbeheer
*) maatregel heeft betrekking op meerdere waterlichamen Overige maatregelen uitgevoerd in de periode t/m 2015
Er zijn geen overige maatregelen uitgevoerd in de periode t/m 2015
Maatregelen opgevoerd in SGBP voor de periode 2016 t/m 2021
Maatregel Aanpak Spoedlocaties bodemverontreining Omvang: 2 stuks (verspreidingsrisico)
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 2
Toelichting: Saneren c.q. beheersen van alle ernstig verontreinigde bodemlocaties met verspreidingsrisico (Midterm Review 2013) cf landelijke afspraken aanpak (potentiële) spoedlocaties Wbb ten behoeve van kwaliteitsverbetering en/of de bescherming van de grondwaterkwaliteit bij de winningen
Maatregel Bufferzone Naardermeer Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
In uitvoering: 1
Toelichting: Rond het Naardermeer wordt een bufferzone aangelegd met een hoger waterpeil.
Door deze bufferzone wordt er minder water uit het Naardermeer weg gezogen en hoeft er minder gebiedsvreemd water te worden ingelaten.
Maatregel Gebiedsgericht Grondwaterbeheer Rotterdamse Haven Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
In uitvoering: 1
Toelichting: In het SGBP Rijndelta 2009-2015 is aangegeven dat onderzocht zou worden op welke wijze gebiedsgericht grondwaterbeheer in de Rotterdamse Haven gestalte kon krijgen. In 2011 heeft Rotterdam besloten de eerste fase tot een
gebiedsgerichte aanpak te starten. Gestart is met een pilot in het Botlekgebied om beheer en sanering van de verontreinigingen vorm te geven en te komen tot een gemeenschappelijke aanpak. Op basis van een in 2014 opgesteld begrenzingen- en grenswaardenplan wordt de gebiedsgerichte aanpak verder ingevuld. Dit moet in 2016 leiden tot een Plan van Aanpak. Op basis en afhankelijk van de ervaringen zal vanaf 2017 het gebiedsgericht beheer worden opgeschaald naar andere
deelgebieden in havengebied. In 2018 zal, afhankelijk van de situatie, een Plan van Aanpak zijn opgesteld voor die gebieden in de periode 2018 t/m 2021. Uiterlijk 2021 zal er één beheerplan zijn voor de gebieden waarvoor een beheerplan is ontwikkeld.
Het doel van de gebiedsgerichte aanpak is het realiseren van een kosteneffectief, gecontroleerd beheer van de grondwaterverontreiniging binnen vastgestelde gebiedsgrenzen. Gecontroleerd beheer vindt plaats op basis van bronmaatregelen, monitoring en beheersmaatregelen.
Monitoring van de verontreiniging vindt plaats nabij en op de rand van het
beheergebied en de plaatsen waar het grondwatermodel een overschrijding van het beheergebied voorspelt (compliance monitoring) en onder terreinen van
deelnemende bedrijven (trend- en procesmonitoring). Op basis van de uitkomsten wordt het grondwatermodel doorontwikkeld en effecten en maatregelen beter afgestemd. De te verwachten kosten zijn exclusief de investeringen van de bedrijven voor het treffen van bronmaatregelen en trend- en procesmonitoring en exclusief de maatregelen vanuit de rijksmiddelen voor beheer van verontreinigingen waarvoor juridisch niemand aanspreekbaar is maar die wel kunnen worden opgenomen in het gebiedsgerichte grondwaterbeheer.
Maatregel Herstel veenmosrietlanden Wormer- en Jisperveld & Omvang: 1 stuks Kalverpolder
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Toelichting: Onderzoek naar verbetering van de kwaliteit van veenmosrietlanden. Hierbij wordt onder andere gekeken naar waterconservering (isolatie) en verbetering van de
Toelichting: Onderzoeken en beoordelen van de daadwerkelijke risico's van verdachte bodemverontreinigingslocaties voor kwetsbare objecten (winningen menselijke consumptie, N2000-gebieden, oppervlaktewater)
Maatregel Ontwikkeling veenmosrietlanden Westzaan Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Toelichting: De kwaliteit van veenmosrietlanden wordt verbeterd door hydrologische isolatie en verbetering van de waterkwaliteit.
Maatregel Ontwikkleing kemphaan en watersnip biotoop Ilperveld en Omvang: 1 stuks omgeving
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Toelichting: Door verhoging van het waterpeil ontstaan plas-dras percelen in Ilperveld, Varkensland en Oostzanerveld die geschikt zijn voor kemphaan en watersnip.
Maatregel Ontwikkleing kwelmilieus oostflank Naardermeer Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
In uitvoering: 1
Toelichting: Onderzoek naar de mogelijkheden om kwel aan de oostzijde van het Naardermeer beter te benutten en om in samenhang hiermee blauwgraslanden te ontwikkelen.
Maatregel Ontwikkleing roerdomp- en kemphaanecotopen Wormer- Omvang: 1 stuks en Jisperveld
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Toelichting: In het Wormer- en Jisperveld wordt een aantal plas-dras percelen aangelegd, die geschikt zijn voor roerdomp en kemphaan.
Maatregel Opstellen GGOR Eilandspolder oost Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Toelichting: Voor het oostelijk deel van de Eilandspolder zal onderzoek worden gedaan naar het gewenste grond- en oppervlaktewater regime, GGOR. Dit gebeurt o.a. ten behoeve van het in stand houden van veenmosrietlanden
Maatregel signaleringsonderzoek kwetsbare objecten binnen 100 Omvang: 38 stuks m. KRW-beschermd gebied
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 38
Toelichting: Voor deze onderzoeksmaatregel is aangesloten op een landelijk uitgevoerde studie naar locaties met (mogelijke) grondwaterverontreiniging op een korte afstand van een kwetsbaar gebied, waarbij deze verontreiniging mogelijk een nadelige invloed kan hebben op de KRW-dolestellingen van deze beschermde gebieden.
Vanwege dit belang wordt in de 2e SGBP-periode een onderzoeksmaatregel opgevoerd, om te onderzoeken of er feitelijk sprake is van een negatieve invloed op de KRW-doelstelling welke leiden tot noodzakelijke sanerings/beheersmaatregelen.
Aantallen worden per GW-lichaam gegeven hierbij uitgesplitst per afzonderlijke soort kwestbaar object: industriële waterwinning voor consumptie: 18; zwemwater:
5; Overige natuur EHS: 15. totaal 38
Generiek eerste historisch onderzoek kost €1500 per locatie dus bij 33 veronderstelde lokaties tot. € 49.500,-
Uitgegaan wordt van 50% doorloop naar noodzakelijk 2e onderzoek á € 5000,- per locatie dus tot. € 80.000,- Tot. € 129.500,-
Maatregel Verbetering veenmosrietlanden Ilperveld en omgeving Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Maatregel Verbetering waterkwaliteit de Putten Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Toelichting: Achter de Hondsbossche Zeewering bevindt zich het natuurgebied de Putten. Door de wateren in dit gebied te baggeren neemt de kwel vanuit de Noordzee toe en worden brakke milieus hersteld.
Maatregel Verbrakking Westzaan Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Ingetrokken: 1 Maatregel beperkt tot oppervlaktewater
Toelichting: Na afsluiting van de Zuiderzee zijn brakke ecosystemen in grote delen van Noord-Holland verdwenen. In Westzaan bevinden zich nog relicten die worden behouden en uitgebreid door aanvoer van brak water uit het Noordzee Kanaal.
Maatregel Vervolgaanpak spoedlokaties Wbb Omvang: 121 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
In uitvoering: 14 (betreft alleen de locaties waar de provincie bevoegd gezag is). Stavaza 2019 door pzh gereed 1, 14 in uitvoering
Uitgevoerd: 107
Toelichting: Saneren c.q.beheersen van alle ernstig verontreinigde bodemlocaties (z.g.
spoedlocaties met verspreidingsrisico) cf. landelijke afspraken (potentiële) spoedlokaties Wbb.op basis van de onderzoeken (56 provincie, 65 overige bevoegde gezagen, totaal 121 in GWL Deklaag Rijn-West) in planperiode 1
Overige maatregelen uitgevoerd in de periode 2016 t/m 2021
Maatregel Hydrologische herstelmaatregelen N2000 Botshol Omvang: 1 stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1
Toelichting: Uitvoeren PAS maatregelen (hydrologisch herstel)
Maatregel Alternatieven grondontsmetting Omvang: **) stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Ingetrokken: 1 In de nadere prioritering is dit onderzoek afgevallen wegens geldgebrek.
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Door toenemende wettelijke restricties op de toepassing van
grondontsmettingsmiddelen in de bloembollenteelt dreigen er problemen met de bestrijding van quarantaine-organismen in de bollenteelt, zoals het stengelaaltje en knolcyperus te ontstaan. Daarvoor is onderzoek naar alternatieve
bestrijdingsmethoden nodig. Dat kan nieuw onderzoek betekenen, combinatie van bestaande bestrijdingsmethoden of een mix van beide.
Met name onderzoek voor het stengelaaltje zijn kostbaar, tijdrovend en complex.
Daarbij zijn, vanwege de quarantaine, ook speciale voorzorgsmaatregelen nodig, die ook weer kostbaar zijn.
Maatregel In beeld brengen relatie grondwater/oppervlaktewater voor Omvang: **) stuks fosfaat in Bollenstreek ZH
Voortgang: stuks Motivering:
Planvoorbereiding: 1 In afwachting van zekerheid over financiering met betrokken partijen vooralsnog niet in SGBPII opgenomen.
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Bij de beoordeling van de chemische toestand van het grondwaterlichaam Duin-RijnWest voor 2012 bleek dat in meer dan 20% van de monitoringpunten de drempelwaarde voor fosfaat is overschreden. Nadere inventarisatie daarvan gaf aan dat dit voornamelijk wordt veroorzaakt door overschrijding van de normen op bedrijven met bloembollenteelt. De meeste monitoringpunten op dergelijke bedrijven liggen in de Bollenstreek in Zuid-Holland.In de beoordelingsprocedure dient bij overschrijding van de normen met meer dan 20% van de monitoringpunten het mogelijke effect daarvan op de gehalten nabijgelegen oppervlaktewaterlichamen te worden nagegaan. In het oppervlaktewaterlichaam Trekvaart in de Bollenstreek komen fosfaatgehalten van meer dan 4,0 mg/l voor. Het is echter onduidelijk of er, en zoja hoe groot, een relatie is tussen deze hoge gehalten in dit
oppervlaktewaterlichaam en het grondwater in dit deel van het grondwaterlichaam Duin in Rijn West. Om dat welhelder in beeld te krijgen wordt een hydrologisch model opgesteld door de provincie en het Hoogheemraadschap van Rijnland om deze relatie zo helder mogelijk kwantitatief in beeld te krijgen. Dat is nuttig omdat daarmee het effect van te nemen maatregelen om de concentratie van fosfaat in grond- en oppervlaktewater te vernminderen in beeld kan worden gebracht en zo mogelijk maatregelen tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Op kleine schaal is dit voor de Klinkenbergerplas in 2013 reeds in beeld gebracht. Daar kwamen toen meetbare maatregelen voor vermindering van de toevoer van fosfaat naar het oppervlaktewater uit naar voren.
Maatregel Innovatieve waterkering voor inundatie Omvang: **) stuks bloembollengronden op zand
Voortgang: stuks Motivering:
Ingetrokken: 1 Bij nadere prioritering afgevallen wegens geldgebrek.
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Inundatie is een niet-chemische manier om het stengelaaltje te bestrijden. Deze kan op vlakliggende zandgronden goed worden toegepast. De grond onder de dijk van grond, die een breedte tot 7 m kan omvatten wordt op die manier echter niet ontsmet. Daarvoor is alsnog chemische ontsmetting nodig. Om dit zoveel mogelijk te beperken worden in dit project enkele alternatieven voor dijkaanleg die minder ruimte in beslag nemen onderzocht, zoals tijdelijke damwanden.
Dit onderzoek richt zich op concrete toepassing daarvan op praktijkbedrijven, waarbij tijdens en na de uitvoering testen van de concentraties aan stengelaaltjes nodig zijn. Deze zijn echter kostbaar. Vandaar de relatief hoge kosten voor dit project.
Maatregel Praktijkgroep goede organische stof- en fosfaatbalans Omvang: **) stuks bloembollenteelt op zand
Voortgang: stuks Motivering:
In uitvoering: 2 Aanvraag gehonoreerd. maatregel Ontwikkelen en toepassen bodembalansen bollenteelt (A6) is hieraan toegevoegd. (2 projecten, heten nu: beter organisch bemesten).
2019: KAVB heeft Visie Vitale Teelt 2030 geïnitieerd. Met name communicatie met de sector werpt vruchten af. Hierin zijn diverse sporen beschreven. Loopt door naar SGBP3.
Toelichting: **) in totaal 2 stuks voor meerdere waterlichamen.
Wettelijk zijn er steeds strengere gebruiksnormen voor bemesting met fosfaat van kracht. In de bloembollenteelt op zandgrond is het gebruik om in de hyacintenteelt stalmest als organische stofleverancier te benutten. Dat bevat echter relatief zoveel fosfaat, dat het een probleem voor een goede fosfaatbalans in de bollenteelt op zandgrond met hyacinten vormt.
In de 1e SGBP-periode zijn er fosfaatarme alternatieve organische stoffen onderzocht naar hun toepasbaarheid in de bollenteelt op zandgrond.
Dit project is bedoeld om op praktijkbedrijven een goede balans te vinden tussen de toepassing van organische stof en bemesting van fosfaat. Er zal tevens gekeken worden naar de mogelijke effecten op de kwantiteit en kwaliteit van de geoogste bollen. Aangezien de effecten van de toepassing van organische stoffen pas na enkele jaren goed in beeld te brengen zijn, heeft dit project een looptijd van 3 jaar.
De nadruk ligt sterk op een goede communicatie met de doelgroep van
bloembollentelers op zandgrond. De projectduur loopt van 2015 tot en met 2018, waarna de resultaten ervan opgeschaald kunnen worden.
De maatregel "Ontwikkelen en toepassen bodembalansen bollenteelt" (A6) is aan deze maatregel toegevoegd. Derhalve 2 maatregelen.
Maatregel Praktijktoepassing fosfaatbinding rond drainbuizen Omvang: **) stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1 Praktijkpilots afvangen fosfaat uit drainwater
In de periode tot en met 2017 zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar het afvangen van fosfaat uit drainwater van
bloembollenteeltbedrijven. Op basis van deze onderzoeken is gebleken dat er verschillende perspectiefvolle uitvoeringsvormen zijn om fosfaat uit drainwater af te vangen in de bloembollenteelt.
In 2018 hebben twee bedrijven in de Duin- en Bollenstreek in vervolg op de onderzoeken gedraineerd met ijzerzand omhulde drains. Waarbij ze gebruik hebben gemaakt van POP3-subsidie. De bedrijven hebben in overleg met adviseurs gekozen voor één van de onderzochte
uitvoeringsvormen, die tevens kostentechnisch het meest interessant was voor de bedrijven.
In de zomer van 2019 heeft Deltares meerdere metingen uitgevoerd bij de percelen om de effectiviteit van het ijzerzand in het afvangen van fosfaat te bepalen. Analyse van de resultaten toonde aan dat het
‘afvangrendement’ aanzienlijk lager was dan in de onderzoeken.
Afgesproken is dat, onder leiding van Hoogheemraadschap van Rijnland, er een monitoringsprogramma wordt opgezet om de reden van het lagere rendement te bepalen en om het rendement te verhogen. Deze monitoring zal in maart 2020 starten
Daarnaast heeft de projectgroep van het LMB in haar vergadering van 28 oktober 2019 bepaald het opnemen van ijzerzand om fosfaat als
maatregel in het kader van de derde generatie
stroomgebiedsbeheersplannen in afwachting van de resultaten van de aanvullende monitoring niet door te zetten.
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
In de 1e SGBP-periode is ondezoek gedaan door de Hoogheemraadschappen van Rijnland en Noordhollands Noorderkwartier, de KAVB, de provincie Noord-Holland de WUR en PPO Bloembollen naar het effect van binding van fosfaat uit oude bollengronden door ijzerzand rond drains. Deze effecten leveren uitkomsten van beperking van de emissie naar de drains op tot 90%. Dit project richt zich op het in beeld brengen van de bedrijfseconomische, teeltkundige en miliekundige
perspectieven van grootschalige(r) toepassing van deze techniek bij het aanbrengen vna nieuwe drainage op bloembollenpercelen op zandgrond. Bij gebleken voldoende toepassingsperspectieven zal er een traject naar bredere uitrol van deze techniek in de sector worden ontwikkeld en zal daar een concrete start mee worden gemaakt.
Maatregel Schoon Erf, Schoon Grondwater Omvang: **) stuks
Voortgang: stuks Motivering:
Uitgevoerd: 1 Uitgevoerd in periode 2016-2018, is afgerond: Resultaat kon niet worden bepaald door omvang analysepakket
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Het project Schoon Erf, uitgevoerd in de 1e SGBP-periode heeft geresulteerd in een voorlichtingsbrochure voor bollentelers. Uit monitoring van grondwater op
bloembollenbedrijven in de Bollenstreek van ZH zijn op enkele locateis meerdere bestrijdingsmiddelen boven de norm aangetroffen in het grondwater. Deze kunen veroorzaakt worden door specifieke handelingen op specifieke bollenbedrijvne, met name bollenspoelbedrijven. Dit project richt zich op het samen met dergelijke bedrijven en bollentoeleverende bedrijven in beeld brengen van de exacte emissieroutes van bestrijdingsmiddelen naar de bodem en het grondwater onder deze bedrijven.
Het 1e jaar zal besteed worden aan het onderzoeken van de emissieroutes, het 2e jaar aan het toepassen van manieren om deze te verminderen/te voorkomen. In het 3e jaar zullen de resultaten worden samengevat in een brocure voor specifiek dit type bedrijven. Het project is gedeeltelijk te beschouwen als een aanvulling op het project Schoon Erf. Schone Sloot.
2017 gestart met eigen financiering door waterschap en provincie, met 12 kwekers.
Voortgang: stuks Motivering:
Ingetrokken: 1 Vanwege complexiteit van het project is deze definitief ingetrokken.
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Er is in de 1e SGBP-periode landelijk onderzoek gedaan naar bollenteelten los van de grond, om emissies naar het oppervlaktewater en bodem/grondwater te
verminderen c.q. te voorkomen. Daaruit bleek dat voor de lelie en delen van de teeltcyclus van de hyacint er teeltkundig voldoende perspectieven waren om die nader in beeld te brengen. In dit project zal op semi-praktijkschaal onderzoek worden gedaan naar de bijdrage aan vermindering van de emissie naar oppervlakte- en grondwater door teelt los van de grond van lelie en een deel van de teeltcyclus van hyacint.
Maatregelen opgevoerd in SGBP 2021 voor de periode 2022 t/m 2027
In het onderdeel "Toestand" is bij Toestand2021 aangegeven op welke onderdelen nog niet de
goede toestand hebben bereikt. Hier wordt aangegeven welke maatregelen worden genomen om alsnog de goede toestand te bereiken, dan wel om achteruitgang te voorkomen.
Oorspronkelijke naam: Hoge Temperatuur Opslag Omvang: 1 stuks SGBP categorie: uitvoeren onderzoek
Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: Onderzoek naar de mogelijkheden van Hoge Temperatuur Opslag en de effecten hiervan.
Testonderdeel: 3.1 waterbalans
Oorspronkelijke naam: Onderzoek aanvullende hydrologische maatregelen Omvang: 1 stuks N2000 Botshol
SGBP categorie: uitvoeren onderzoek Initiatiefnemer: Provincie Utrecht
Toelichting: Onderzoek naar effectieve aanvullende hydrologische maatregelen N2000 Botshol waardoor de knelpunten worden opgelost.
Testonderdeel: 4.2 terrestrisch
Oorspronkelijke naam: Aanpak verontreinigingen met verspreidingsrisico Omvang: **) stuks SGBP categorie: saneren verontreinigde landbodem en/of grondwater
Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Verontreinigingen met verspreidingsrisico worden gesaneerd.
Testonderdeel: 3.2 chemie
Oorspronkelijke naam: Inrichten ondiepe monitoring grondwaterkwaliteit Omvang: **) stuks SGBP categorie: uitvoeren onderzoek
Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Een van de belangrijkste constateringen uit de provinciale grondwater meetrondes is dat het grondwater in Nederland langzaamaan vergrijst door diverse stoffen.
Hoewel de KRW normen niet direct worden bedreigd, worden er met regelmaat
‘nieuwe’ stoffen aangetroffen. Daarnaast treden er veranderingen op in het gebruik van middelen.
Wat we de afgelopen jaren hebben geleerd van het KRW monitoringsprogramma, is dat we te diep monitoren om nieuwe bedreigingen vroegtijdig te signaleren. De monitoringdieptes van onze KRW meetnetten zijn over het algemeen 10 meter en 25 meter onder maaiveld. De stoffen die we in onze KRW meetnetten vinden zijn, door de langzame stroming van grondwater, vaak de middelen (en
afbraakproducten) uit het verdere verleden. Daarmee weten we wel wat er ongeveer 10 jaar geleden is gebeurd, maar kunnen we onvoldoende inspelen op de
actualiteit. Bedreigingen voor het grondwater willen we zo vroeg mogelijk ontdekken.
Om invulling te kunnen geven aan het uitgangspunt om eerder meer te weten, wil Provincie Noord-Holland een ondiep grondwatermeetnet inrichten. Bij voorkeur op basis van een weloverwogen selectie van bestaande provinciale meetpunten met reeds beschikbare ondiepe filters. Na inrichting van dit ondiepe meetnet, zal het fungeren als early warning meetnet voor nieuwe stoffen om zodoende de bedreigingen van morgen zo vroeg mogelijk in beeld te brengen.
Testonderdeel: 3.2 chemie
SGBP categorie: uitvoeren onderzoek Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Onttrekkingen, grondwaterstanden en zoutgehaltes worden gemeten om tijdig maatregelen te kunnen nemen als dat nodig is.
Testonderdeel: 3.1 waterbalans
Oorspronkelijke naam: Onderzoek stortplaatsen Omvang: **) stuks SGBP categorie: uitvoeren onderzoek
Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Water uit stortplaatsen kan via het grondwater percoleren naar het
oppervlaktewater. Met name hoge ammoniumconcentraties lijken van invloed te zijn op de oppervlaktewaterkwaliteit. Onderzocht wordt wat de gevolgen zijn voor de kwaliteit van oppervlaktewateren, en welke maatregelen eventueel genomen kunnen worden.
Testonderdeel: 4.1 oppervlaktewater
Oorspronkelijke naam: Ontwikkelen strategische drinkwatergebieden Omvang: **) stuks SGBP categorie: uitvoeren onderzoek
Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Gebieden die in de toekomst van belang kunnen zijn voor de drinkwatervoorziening worden geïdentificeerd en beschermd.
Testonderdeel: 4.3 drinkwater
Oorspronkelijke naam: Opstellen bodemenergieplannen Omvang: **) stuks SGBP categorie: uitvoeren onderzoek
Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Met behulp van bodemenergieplannen kan de ondergrond optimaal worden gebruikt.
De plannen worden samen met gemeenten opgesteld.
Testonderdeel: 3.1 waterbalans
Oorspronkelijke naam: Optimalisatie provinciaal monitoringsmeetnet Omvang: **) stuks grondwaterkwaliteit
SGBP categorie: uitvoeren onderzoek Initiatiefnemer: Provincie Utrecht
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Bestaand provinciaal monitoringsmeetnet optimaliseren. Ondiepe filters en freatische meetpunten eventueel ook Inzetten als early warning
(bestrijdingsmiddelen, nutriënten, PFAS etc. ) Voor diffuse en nieuwe stoffen.
Daarnaast hebben de drinkwaterwinningen eigen early warning meetnetten.
Testonderdeel: 3.2 chemie
Oorspronkelijke naam: Rendementverhoging bodemenergiesystemen Omvang: **) stuks SGBP categorie: uitvoeren onderzoek
Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Initiatiefnemer: Provincie Utrecht
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Opstellen plan van aanpak Waterbesparing: richting particuleren en bedrijven (agrarisch en industrie) zuinig omgaan met drinkwater. Samen met partners (drinkwaterbedrijven, gemeenten, omgevingsdiensten, waterschappen).
Testonderdeel: 3.1 waterbalans
Oorspronkelijke naam: Stimuleren landbouwsector gericht op voorkomen Omvang: **) stuks achteruitgang grondwaterkwaliteit (nutriënten)
SGBP categorie: verminderen emissie nutrienten landbouw Initiatiefnemer: Provincie Utrecht
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Via Europees, nationaal en provinciaal landbouwbeleid; Stimuleren landbouwsector om het verlies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen e.a. naar de bodem te beperken om kringloop te sluiten. Provinciale instrumenten: Programma
Landbouw en bodemdaling, Samenwerkingsagenda landbouw, Programma kringlooplandbouw, subsidieverlening GLB/NSP..
Testonderdeel: 3.2 chemie, 4.1 oppervlaktewater
Oorspronkelijke naam: Stimuleren landbouwsector voorkomen achteruitgang Omvang: **) stuks grondwaterkwaliteit (gewasbeschermingsmiddelen)
SGBP categorie: verminderen emissie gewasbeschermingsmiddelen landbouw
Initiatiefnemer: Provincie Utrecht
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Stimuleren landbouwsector om het verlies van nutriënten,
gewasbeschermingsmiddelen en veterinaire middelen naar de bodem te beperken om kringloop te sluiten. Provinciale instrumenten: Programma Landbouw en bodemdaling, Samenwerkingsagenda landbouw, Programma kringlooplandbouw, subsidieverlening GLB/NSP..Via Europees, nationaal en provinciaal
landbouwbeleid;
Testonderdeel: 3.2 chemie, 4.1 oppervlaktewater
Oorspronkelijke naam: Vergunningverlening Omvang: **) stuks
SGBP categorie: overige beheersmaatregelen Initiatiefnemer: Provincie Noord-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Via vergunningverlening wordt getoetst of er bij grondwateronttrekking geen negatieve effecten optreden zoals uitputting of verzilting. Waar nodig worden maatregelen voorgeschreven.
Testonderdeel: 3.1 waterbalans
Oorspronkelijke naam: Verkennen aanpak resterende opgave Omvang: **) stuks grondwaterkwaliteit, na wegvallen Wbb
SGBP categorie: overige instrumentele maatregelen Initiatiefnemer: Provincie Utrecht
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor meerdere waterlichamen.
Samen met gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven verkennen van aanpak van de grondwaterkwaliteitsopgaven (resterende historische
(bodem)verontreinigingen) die mede als gevolg van wegvallen Wbb een bedreiging kunnen vormen voor de KRW-doelen
Testonderdeel: 3.2 chemie, 4.2 terrestrisch, 4.3 drinkwater
Oorspronkelijke naam: Inrichten ondiepe monitoring grondwaterkwaliteit Omvang: **) stuks SGBP categorie: uitvoeren onderzoek
Initiatiefnemer: Provincie Zuid-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor het beheergebied waterbeheerder.
Een van de belangrijkste constateringen uit de provinciale grondwater meetrondes is dat het grondwater in Nederland langzaamaan vergrijst door diverse stoffen.
Hoewel de KRW normen niet direct worden bedreigd, worden er met regelmaat
‘nieuwe’ stoffen aangetroffen. Daarnaast treden er veranderingen op in het gebruik van middelen.
Wat we de afgelopen jaren hebben geleerd van het KRW monitoringsprogramma, is dat we te diep monitoren om nieuwe bedreigingen vroegtijdig te signaleren. De monitoringdieptes van onze KRW meetnetten zijn over het algemeen 10 meter en 25 meter onder maaiveld. De stoffen die we in onze KRW meetnetten vinden zijn, door de langzame stroming van grondwater, vaak de middelen (en
afbraakproducten) uit het verdere verleden. Daarmee weten we wel wat er ongeveer 10 jaar geleden is gebeurd, maar kunnen we onvoldoende inspelen op de
actualiteit. Bedreigingen voor het grondwater willen we zo vroeg mogelijk ontdekken.
Om invulling te kunnen geven aan het uitgangspunt om eerder meer te weten, wil Provincie Zuid-Holland een ondiep grondwatermeetnet inrichten. Bij voorkeur op basis van een weloverwogen selectie van bestaande provinciale meetpunten met reeds beschikbare ondiepe filters. Na inrichting van dit ondiepe meetnet, zal het fungeren als early warning meetnet voor nieuwe stoffen om zodoende de bedreigingen van morgen zo vroeg mogelijk in beeld te brengen.
Planning uitvoering: 2020 – 2021
Beoogd budget: circa €0 tot €30.000 (ontwerp) Testonderdeel: 3.2 chemie
Oorspronkelijke naam: Naar een toekomstbestendig bollenlandschap in de Omvang: **) stuks Hogeveensepolder
SGBP categorie: uitvoeren onderzoek Initiatiefnemer: Provincie Zuid-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor het beheergebied waterbeheerder.
In de Duin- en Bollenstreek spelen een aantal vraagstukken die om een toekomstbestendige oplossing vragen. Dat zijn op economisch gebied een versnipperde verkaveling, op ecologisch gebied te hoge gehalten van fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen in het water en achteruitgang van typische
bollenvogelpopulaties en wat beleving betreft een - sluipende - verdichting van het open landschap. Door diverse partijen is de laatste jaren gewerkt aan elk van deze afzonderlijke vraagstukken, zoals een betere verkavelingstructuur en ruimtelijke kwaliteitsverbetering (Greenport -gemeenten), verbetering van de waterkwaliteit (provincie, Hoogheemraadschap en Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur KAVB) en de bescherming van de bollenvogels (Agrarische Natuur- en Landschaps Vereniging ANLV Geestgrond). Om een beter effect te kunnen bereiken is de komende jaren een samenhangende aanpak én opschaling van activiteiten noodzakelijk.
Testonderdeel: 3.2 chemie, 4.2 terrestrisch
Oorspronkelijke naam: Onderzoek herkomst fosfaatoverschrijding Duin Omvang: **) stuks Rijn-West
SGBP categorie: uitvoeren onderzoek Initiatiefnemer: Provincie Zuid-Holland
Toelichting: **) in totaal 1 stuks voor het beheergebied waterbeheerder.
De 2018 KRW toetsing voor grondwaterlichaam Duin Rijn-West heeft uitgewezen dat de drempelwaarde voor fosfaat (P-totaal) in 22,8% van de meetpunten wordt overschreden. Bij de KRW meetronden van 2015 en 2012 zijn vergelijkbare overschrijdingen van de drempelwaarde verkregen.
Het essentieel om de bron/herkomst van de verhoogde fosfaatgehalten te herleiden om te bepalen of er maatregelen zijn die fosfaatgehalten in het grondwater effectief kunnen verlagen. En zo ja, welke maatregelen dit dan zijn? Door zowel de
samenstelling als de leeftijd van het grondwater te bepalen, kunnen de
drempelwaardeoverschrijdingen voor fosfaat per meetpunt worden geduid. Op basis van de samenstelling kan o.a. worden bepaald of het kwelwater, grondwater of infiltrerend oppervlaktewater betreft. De leeftijdsbepaling kan uitwijzen of de verhoogde gehalten een actueel probleem zijn of dat het een ‘erfenis’ uit het
verleden betreft. Kortom betreft deze maatregel het uitvoeren van onderzoek naar de bron/herkomst van het grondwater met verhoogde fosfaatgehalten, op basis van leeftijd en samenstellingsonderzoek. Indien er effectief maatregelen te treffen zijn vloeit hier mogelijk een nieuwe KRW maatregel uit voort.
Planning uitvoering: 2021 - 2022 Beoogd budget: circa €50.000 Testonderdeel: 3.2 chemie
Samen met het hoofdstuk Maatregelen geeft Toepassing uitzonderingen invulling aan het aspect R(esponse) van de DPSIR-systematiek. Als de toestand in 2021 niet aan de doelen voldoet moet beroep worden gedaan op één van de uitzonderingsbepalingen van de KRW.
Dit hoofdstuk geeft aan op welke uitzonderingsbepalingen een beroep wordt gedaan en wat daarbij de motivering is.
5. Toepassing uitzonderingen
Fasering van doelbereik tot na 2021
Fasering is aan de orde voor de indicatoren uit de 6 tests waarvoor bij onderdeel 3 de prognose voor 'toestand 2021' niet gelijk is aan "goed".
Er zijn geen motiveringsgronden gegeven.
Doelverlaging
Conform beleidsafspraken wordt voor 2021 niet overgegaan tot doelverlaging.
Tijdelijke achteruitgang
Wordt er beroep gedaan op art. 4.6 KRW m.b.t. tijdelijke achteruitgang?
Er wordt geen beroep gedaan op art. 4.6 KRW.
Nieuwe ontwikkelingen
Wordt er beroep gedaan op art. 4.7 KRW m.b.t. nieuwe veranderingen in fysische omstandigheden van het waterlichaam?
Er wordt geen beroep gedaan op art. 4.7 KRW.