• No results found

Beroepsproduct ontwikkeld voor afstudeeronderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beroepsproduct ontwikkeld voor afstudeeronderzoek"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beroepsproduct ontwikkeld voor afstudeeronderzoek

Gilia Smeenk & Rianne van Asseldonk

(2)

2

‘Vrijwilligers, ook de speelkamer heeft ze nodig’

Studenten: Gilia Smeenk Rianne van Asseldonk

Studentnummers: 2040266 2041057

Studierichting: SPH SPH

Programma: Afstudeertraject ASH AP430, onderwijsjaar 4 Onderwijsinstelling: Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch

Academie voor Sociale Studies Docentbegeleider: Marja Steijn

Organisatie: Stichting Maatschappelijke Opvang ’s-Hertogenbosch

Locatie: Vrouwenopvang Hoek

Aartshertogenlaan 23 5212 CB ’s-Hertogenbosch Contactpersoon: Josta Dufornee

J.Dufornee@modenbosch.nl 0619173497

Inleverdatum : 2 juni 2014

(3)

3

Inleiding

Dit verslag omvat het beroepsproduct dat is ontwikkeld voor het afstudeertraject van Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch, Academie voor Sociale Studies door Gilia Smeenk en Rianne van Asseldonk. Het product is ontwikkeld in opdracht van Vrouwenopvang Hoek, onderdeel van Stichting Maatschappelijke Opvang te ’s-Hertogenbosch.

Er is een vrijwilligersbeleid ontwikkeld dat gehanteerd kan worden in de speelkamer van Vrouwenopvang Hoek. In dit product wordt de inhoud, de aannameprocedure en de afspraken tussen de vrijwilliger en SMO weergegeven. De verschillende bijlagen zijn een aanvulling op dit beleid. In bijlage 1 staat de visie en missie van SMO vermeld. In bijlage 2 staan de competenties die relevant zijn voor de vrijwilliger beschreven. Het reglement van de speelkamer is te vinden in bijlage 3. Daarin staan de afspraken met betrekking tot de vrijwilliger in de speelkamer en de werkzaamheden van de vrijwilliger en groepswerker. Ten slotte staat in bijlage 4 de

vrijwilligersovereenkomst.

Het product is een meerwaarde voor de beroepspraktijk van Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) omdat enkele kernkwalificaties van de SPH’er duidelijk aan bod komen. Dit zijn

professioneel samenwerken, sturen en innoveren. Het professioneel samenwerken komt in het beroepsproduct naar voren doordat vrijwilligers ingezet worden in de speelkamer. Er wordt uitgegaan van hen enthousiasme en expertise. Kinderwerker(s), groepswerker(s) en

vrijwilligerscoördinator worden ingezet als sturende kracht. Zij gaan de vrijwilliger leiding en begeleiding geven. In het beleid komt naar voren welke taken zij hierin hebben. Door middel van dit beroepsproduct wordt een haalbare verbetering van de praktijk behaald. Namelijk het optimaal benutten van de speelkamer door deze vaker open te laten zijn voor de kinderen die verblijven op Hoek. Deze drie kernkwalificaties zorgen ervoor dat de kwaliteit van de organisatie wordt

verbeterd.

(4)

4

Vrijwilligersbeleid speelkamer Vrouwenopvang Hoek

Inhoud

Dit beleid is geschreven voor vrijwilligers die werkzaamheden verrichten binnen de speelkamer van Vrouwenopvang Hoek, onderdeel van Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) te ’s- Hertogenbosch.

De definitie van vrijwilligerswerk is: ‘werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving’ (Vereniging van

Nederlandse Gemeenten, 2014). Het gaat om werkzaamheden die aansluiten bij de kwaliteiten, mogelijkheden en interesses van de vrijwilligers.

 Vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend

Vrijwilligers kunnen verplichtingen op zich nemen waarover afspraken worden gemaakt.

Verwacht wordt dat deze afspraken nagekomen worden.

 Vrijwilligerswerk is onbetaald

Voor de werkzaamheden die de vrijwilliger verricht ontvangt men in principe geen vergoeding (Maas, 2012).

Aannameprocedure

Bij de werving en selectie van vrijwilligers wordt nagegaan of de motivatie en capaciteiten van de persoon passen bij de missie en visie van SMO. De vrijwilliger moet affiniteit hebben met de doelgroep kinderen in de leeftijd van 0 t/m 18 jaar.

De werving en selectie is de verantwoordelijkheid van de vrijwilligerscoördinator. Deze maakt jaarlijks een plan en doet onderzoek naar wat nodig is voor een goede werving van vrijwilligers. Te denken aan: informeren van informele contacten en ketenpartners, het bijhouden van het

vacatureoverzicht, het organiseren van een open dag voor vrijwilligers etc.

Werving

Een vrijwilliger dient een verzoek in bij de vrijwilligerscoördinator om te solliciteren binnen de speelkamer. Men schrijft een sollicitatiebrief met daarbij een Curriculum Vitae. Wanneer het verzoek wordt ingewilligd volgt de aanmelding.

Selectie

De standaardprocedure van de selectie bij een aanmelding gaat als volgt:

1. De vrijwilligerscoördinator neemt zo spoedig mogelijk na aanmelding, telefonisch contact op met de vrijwilliger en maakt een afspraak voor een kennismakingsgesprek.

2. In het kennismakingsgesprek komen de wederzijdse verwachtingen over een toekomstige samenwerking aan bod. Onderwerpen die worden besproken zijn:

- de motivatie en wensen van de vrijwilliger - visie en missie van SMO1

- werkzaamheden en tijden - begeleiding

- bijscholing

- rechten en plichten

Er zijn enkele zaken waar een vrijwilliger aan moet voldoen, namelijk:

- lichamelijk en psychisch in staat zijn bepaalde werkzaamheden uit te voeren;

- bereid zijn zich voor een minimale periode van 3 maanden in te zetten op afgesproken tijden;

- beschikken over een aantal specifieke vaardigheden/kwaliteiten die nodig zijn om te werken in de speelkamer;2

- bereid zijn tot samenwerking en overleg;

- ex-cliënten kunnen pas als zij één jaar uit de opvang en/of hulpverlening weg zijn in aanmerking komen voor vrijwilligerswerk.

1 Zie bijlage 1 voor visie en missie van SMO

2 Zie bijlage 2 voor competenties vrijwilliger speelkamer

(5)

5 3. Indien een vrijwilliger besluit om te gaan werken in de speelkamer en diegene voldoet aan

de selectiecriteria, dan zal er een tweede gesprek plaatsvinden. In dit gesprek, waarbij de vrijwilliger en de vrijwilligerscoördinator aanwezig zijn, worden concrete afspraken

gemaakt met betrekking tot de startdatum, introductie en einde-proeftijdgesprek.

Daarnaast wordt de vrijwilligersovereenkomst doorgenomen en getekend3. De vrijwilliger ontvangt een kopie van deze getekende overeenkomst. De vrijwilliger dient een kopie van een geldig identiteitsbewijs samen met een Verklaring Omtrent het Gedrag in te leveren en zal worden toegevoegd aan de overeenkomst. Deze stukken worden vervolgens

aangeleverd bij de medewerker van Personeelszaken. Na het proeftijdgesprek wordt, na wederzijds goedvinden, de vrijwilliger officieel opgenomen in het vrijwilligersbestand (Geer, 2013).

Afspraken tussen de vrijwilliger en SMO4 1. Werkzaamheden

De werkzaamheden, het aantal uren dat de vrijwilliger beschikbaar is en het tijdstip zijn vastgelegd in een overeenkomst. Deze wordt in principe aangegaan voor onbepaalde tijd met een proeftijd van twee maanden.

Algemene afspraken

 De vrijwilliger is op tijd aanwezig op de afgesproken momenten en komt ook in andere opzichten zijn afspraken na;

 De vrijwilliger verricht zijn werkzaamheden naar beste kunnen, geeft relevante informatie over de verrichte werkzaamheden door aan collega’s en heeft een op samenwerking gerichte houding;

 De vrijwilliger is aanspreekbaar op zijn werkhouding en gedrag en gaat serieus om met tips, suggesties en adviezen van anderen;

 De vrijwilliger is verplicht tot geheimhouding van alle gegevens waarvan hij tijdens het werken kennis heeft genomen;

 De vrijwilliger werkt nooit alleen op Vrouwenopvang Hoek, er is altijd een groepswerker op de locatie aanwezig;

 Bij ziekte stelt de vrijwilliger de vrijwilligerscoördinator zo spoedig mogelijk op de hoogte;

 De vrijwilliger heeft het recht om alle voor hem noodzakelijke informatie te ontvangen over algemene zaken die de organisatie aangaat en specifieke zaken die de vrijwilliger aangaat.

Opzegging

 De vrijwilligersovereenkomst kan door de vrijwilliger worden opgezegd zonder opgaaf van redenen. Hij dient dit zo spoedig mogelijk te doen zodat SMO voor vervanging kan zorgen.

 SMO kan de vrijwilligersovereenkomst opzeggen en dient de vrijwilliger hiervan tijdig op de hoogte te stellen. SMO moet hierbij opgaaf van redenen doen.

2. Inspraak

De vrijwilliger moet in staat worden gesteld zijn mening, over SMO en de werkzaamheden die hij verricht, kenbaar te maken. Dit zal doorgaans gebeuren via de

vrijwilligerscoördinator of via georganiseerde bijeenkomsten.

3. Begeleiding en ondersteuning

De vrijwilliger kan tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden ondersteuning vragen aan betrokken medewerkers. De vrijwilligerscoördinator is eindverantwoordelijke. De vrijwilliger heeft recht op begeleiding tijdens de dagelijkse werkzaamheden. Met name tijdens de inwerkperiode zal een intensievere begeleiding nodig zijn. De begeleiding zal gegeven worden door een ervaren beroepskracht (kinderwerker) of vrijwilliger.

3Zie bijlage 4 voor vrijwilligersovereenkomst

4 Zie bijlage 3 voor reglement speelkamer

(6)

6 De volgende punten komen tijdens de inwerkperiode aan bod:

 Uitgebreide kennismaking met Vrouwenopvang Hoek en de collega’s van groepswerk, kinderwerk en AWC;

 Kennismaking met de werkzaamheden en de praktische zaken en gebruiken;

 Uitleg over de eigen verantwoordelijkheden binnen het werk;

 Aangeven waar de vrijwilliger terecht kan met vragen, suggesties en dergelijke;

 De wijze van ziekmelding uitleggen;

 Iedere twee weken zal er een contactmoment tussen de vrijwilliger en vrijwilligerscoördinator plaatsvinden.

Na de inwerkperiode van twee maanden vindt er tussen de vrijwilliger en de

vrijwilligerscoördinator een evaluatiegesprek plaats. Daarna vindt er iedere drie weken een contactmoment plaats.

Wanneer de vrijwilliger zijn werkzaamheden beëindigd, vindt er een exitgesprek plaats met de vrijwilligerscoördinator. Doel van dit gesprek is zicht te krijgen op hoe de vrijwilliger en SMO de werkzaamheden, samenwerking en begeleiding hebben ervaren, de reden van vertrek en eventuele knelpunten te achterhalen.

4. Deskundigheidsbevordering

Ten behoeve van de deskundigheid van de vrijwilligers worden er door SMO speciale themabijeenkomsten georganiseerd. Bepaalde trainingen en cursussen kunnen aan de vrijwilliger verplicht worden gesteld. De kosten hiervan zijn voor de organisatie.

5. Vrijwilligerswerk en uitkering

SMO stelt de vrijwilliger op de hoogte van de gevolgen die het verrichten van

vrijwilligerswerk met zich mee zou kunnen brengen in verband met het ontvangen van een uitkering.

Een vaste onkostenvergoeding en een vergoeding van aantoonbare werkelijk gemaakte kosten worden niet in mindering gebracht op een uitkering.

Vrijwilligers met een sociale uitkering moeten zich beschikbaar houden voor de

arbeidsmarkt. Het tijdstip waarop zij worden ingezet is belangrijk. Vrijwilligerswerk tijdens weekenden en avonduren hoeft niet bij de uitkerende instantie te worden gemeld, tijdens kantooruren wel.

In hoeverre vrijwilligers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering dit moeten melden bij de uitkerende instantie hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het is de

verantwoordelijkheid van de vrijwilliger zelf om contact op te nemen met de uitkerende instantie om exacte navraag te doen omtrent de gevolgen die het vrijwilligerswerk op een uitkering heeft.

6. Onkostenvergoeding

De vrijwilliger ontvangt voor zijn werkzaamheden een vergoeding van maximaal € 25,- per maand voor onkosten gemaakt ten behoeve van de werkzaamheden (zoals reiskosten). De hoogte van de vergoeding van deze kosten wordt in overleg met de vrijwilliger door de vrijwilligerscoördinator vastgesteld op basis van het aantal aanwezige dagdelen. Voor noodzakelijke, in overleg met de vrijwilligerscoördinator, gemaakte reiskosten zoals vervoer van cliënten(auto) kan € 0,19 per km vergoed worden op basis van een ingediende declaratie.

Over een vergoeding op basis van werkelijk gemaakte of aantoonbare kosten zoals hierboven beschreven, hoeven geen premies of belastingen te worden betaald. De fiscale grens van vergoedingen bedraagt momenteel (2014) maximaal € 1257,51,- per jaar (Federale Overheidsdienst Financiën, 2014). Als de onkostenvergoeding onder deze grens blijft hoeft dit niet aan de inspectie der belastingen te worden opgegeven.

Indien vrijwilligers afzien van een onkostenvergoeding kunnen zij de onkostenvergoeding waarop zij recht hebben of het bedrag dat zij zouden kunnen declareren bij de fiscus aangeven als gift. Via de giftenregeling kunnen deze kosten dan gedeeltelijk afgetrokken worden.

(7)

7 7. Verzekeringen

Het afsluiten van verzekeringen heeft alles te maken met het maken van een inschatting van de risico’s die men in bepaalde situaties loopt. Er is namelijk altijd een risico op schade en verlies.

Voor de vrijwilliger is het van belang om de belangrijkste verzekeringsvormen die een relatie hebben met het vrijwilligerswerk te kennen, namelijk:

 Collectieve ongevallenverzekering

De verzekering is van kracht gedurende de tijd dat de vrijwilliger werkzaamheden in opdracht verricht ten behoeve van SMO. Bij overlijden als gevolg van een ongeval zal aan de nabestaanden een bedrag worden uitgekeerd. De verzekerde zelf komt in aanmerking voor een uitkering in geval van blijvende, gehele of gedeeltelijke invaliditeit.

De verzekering geldt tijdens dienstreizen en ook tijdens de heen– en terugreis naar de locatie via de kortst mogelijke weg.

 Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering (WA)

Indien een vrijwilliger bij het uitoefenen van een activiteiten in zijn (of haar) hoedanigheid van vrijwilliger niet opzettelijk een schade aan een derde veroorzaakt, is deze schade gedekt door de WA verzekering van SMO.

- de WA verzekering is alleen van toepassing indien de handelingen van de vrijwilliger geschieden in het kader van zijn/haar vrijwilligerswerk;

- schade opgelopen aan persoonlijke eigendommen valt niet onder de WA- verzekering, behalve als deze schade wordt veroorzaakt door een medewerker van SMO of een andere vrijwilliger.

 Inzittendenverzekering

Wanneer vrijwilligers toestemming hebben om cliënten met hun eigen auto te vervoeren dan dient men zelf zorg te dragen voor een inzittendenverzekering.

8. Klachtenregeling

Als een vrijwilliger een klacht heeft over bijvoorbeeld de samenwerking met collega’s of werkomstandigheden, die niet in overleg met de vrijwilligerscoördinator kunnen worden opgelost, kan hij zijn klacht voorleggen aan de directie. Deze zal de klacht verder behandelen en zo nodig een bindende uitspraak doen.

(8)

8

Bijlage 1: Visie en missie SMO

Stichting Maatschappelijke Opvang ’s-Hertogenbosch beschikt over verschillende locaties en diensten. Binnen de organisatie hoort de Dak- en Thuislozen opvang het Inloopschip, Jongeren Opvang & Begeleiding (JOEB), Vrouwenopvang Hoek, Crisisopvang en Het TIJ 4B. Daarnaast is er nog een extramurale tak (Stichting Maatschappelijke Opvang [SMO], 2013).

De doelstelling van Vrouwenopvang Hoek sluit aan bij de doelstelling van Stichting

Maatschappelijke Opvang (SMO). Om de doelstelling van SMO weer te geven worden kort de missie en visie beschreven. De missie is als volgt; de primaire opdracht van SMO is opvang en begeleiding van mensen in het verzorgingsgebied bieden. Kerntaken zijn; preventie, opvang, ondersteuning, begeleiding, dienstverlening en nazorg.

SMO respecteert de vrijheid van mensen om eigen keuzen te maken, sluit aan bij hun primaire hulpvraag en leefwereld én bij de positieve bijdrage die zij zelf kunnen leveren. Indien persoonlijke omstandigheden of de situatie waar zij zich in bevinden, mensen verhindert een eigen keuze te maken en wanneer veiligheid en bescherming is geboden, handelen SMO-medewerkers integer, zorgvuldig en respectvol. SMO biedt opvang en ondersteuning op maat. De opvang en begeleiding van SMO is toegankelijk, laagdrempelig voor iedereen die in nood is en recht- en doelmatig een beroep doet op de maatschappelijke opvang (SMO, 2013).

De visie van SMO en dus ook van Vrouwenopvang Hoek luidt als volgt;

De ‘maatschappelijke kerntaak’ van SMO is; het bieden van tijdelijke laagdrempelige en veilige opvang in een passende intramurale of extramurale woonvorm én een passende begeleiding gericht op een zo snel mogelijk herstel van de zelfredzaamheid. Iedereen die terecht een beroep op SMO doet wordt daadwerkelijk en vrijwel onmiddellijk opgevangen en begeleidt. ‘De cliënt centraal, opvang op maat, thuis als het kan’ (SMO, 2013).

(9)

9

Bijlage 2: Competenties vrijwilliger speelkamer

De vrijwilliger moet over een aantal competenties beschikken die relevant zijn om te kunnen werken in de speelkamer van Vrouwenopvang Hoek. Er zijn een tiental competenties opgesteld.

Deze zijn in toegankelijke taal geformuleerd vanuit de methodiek Krachtwerk. Krachtwerk zegt namelijk dat men geen vakjargon moet gebruiken, maar het begrijpelijk moet zijn voor de cliënt, in dit geval is dat de vrijwilliger (Wolf & Jansen, 2011).

Affiniteit met kinderen

De werker heeft affiniteit met kinderen. Affiniteit wordt ook omschreven als ‘natuurlijke interesse’ (Encyclo, 2014). Het is belangrijk dat de werker het leuk vindt om met kinderen te werken (M. Lindeman, persoonlijke communicatie, 2014, april 2).

Aansluiten en geduld hebben

De werker kan zich aansluiten bij het tempo van een kind en geduld hebben. Kinderen kunnen leren van conflicten; ze kunnen hierdoor bijvoorbeeld leren incasseren en/of voor zichzelf op te komen. Daarom moet een werker niet meteen ingrijpen (als de veiligheid van een kind gewaarborgd blijft), maar even afwachten of bemiddelen. Vertrouwen in een kind is erg belangrijk voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid, het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van een kind. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en leert

spelenderwijs. De werker moet zich hierbij kunnen aansluiten (Haze, 2012).

Communiceren

De werker is in staat om mondelinge informatie in toegankelijke taal duidelijk te maken aan anderen. Ook stemt de werker de toon, stijl en inhoud van de boodschap af op de doelgroep. De lichaamshouding en het taalgebruik sluit op elkaar aan. Hij kan snel en effectief contact leggen en onderhouden (C. de Wit, persoonlijke communicatie, 2014, april 2). Kinderen kopiëren vaak het gedrag en de stem van de werker (Haze, 2012). De werker moet zich hiervan bewust zijn.

Creativiteit

De werker komt met originele suggesties, oplossingen of werkwijzen die betrekking hebben op het werk en een aanvulling of vernieuwing zijn (C. de Wit, persoonlijke communicatie, 2014, april 2). Bijvoorbeeld het organiseren van een activiteit die aansluit bij de doelgroep of het out of the box denken, waardoor de vrijwilliger een probleem/

conflict tussen twee kinderen op kan lossen.

Grenzen stellen

De werker kan grenzen stellen en hier consequent, duidelijk en liefdevol mee om gaan (Haze, 2012). De werker zorgt voor duidelijkheid, veiligheid en structuur binnen de

speelkamer (D. Simons, persoonlijke communicatie, 2014, april 3). Een krachtige visie van de werker is hierbij belangrijk. De werker moet bijvoorbeeld beschikken over een visie met betrekking tot straffen en belonen en op welke manier er veiligheid gewaarborgd kan worden binnen de speelkamer.

Kennis en/of ervaring doelgroep

De werker weet wat normaal gedrag is en wat abnormaal gedrag is. Het is ook belangrijk om te weten wat de problematieken zijn van de kinderen die in de speelkamer komen.

Bijvoorbeeld wat kinderen in geweldsituaties kunnen doen en hoe daarmee omgegaan moet worden (B. van Oorschot, persoonlijke communicatie, 2014, maart 11).

Objectief observeren

De werker is neutraal en is zich bewust van zijn oordeel over iets. Ook probeert de werker het gedrag dat een kind vertoont los te zien van het kind zelf (Haze, 2012). Naar

aanleiding van een observatie kan de werker de verkregen informatie gebruiken om een kind de begeleiding te bieden die het nodig heeft. Ook kan deze informatie gedeeld worden met collega’s (D. Simons, persoonlijke communicatie, 2014, april 3).

(10)

10 Omgaan met diversiteit

De werker kan omgaan met diversiteit: ‘etnisch-culturele diversiteit en verschillen in gender, socio-economische status, taal, en fysieke mogelijkheden en beperkingen’

(Vandenbroeck, 2005). De diversiteit in de groep van de kinderen die in de speelkamer komen is namelijk groot (Jongepier & van Vugt, 2012). Kinderen ervaren al op jonge leeftijd meertaligheid. Ze merken dat er ook andere talen zijn dan hun moedertaal. Dit kan ook betrekking hebben op de lichaamstaal. Enkele belangrijke pijlers die hierbij horen zijn:

iedereen moet zich welkom kunnen voelen binnen de opvang, iedereen kan zijn identiteit ontplooien, men kan leren van elkaar en de werker zorgt ervoor dat vooroordelen en discriminatie actief worden aangepakt (Vandenbroeck, 2005).

Positieve basishouding

De werker gebruikt positieve formuleringen. Er wordt tegen de kinderen gezegd wat er van hen verwacht wordt in plaats van wat ze niet mogen. Kinderen worden bekrachtigd op positieve wijze. Op die manier voelt het kind zich gewaardeerd en gezien (Haze, 2012). Dit geldt ook voor het contact met ouders/verzorgers en collega’s.

Verzorgd uiterlijk

De fysieke houding, uiterlijk en lichamelijke verzorging zijn belangrijke factoren wanneer men met kinderen werkt. Het kind staat centraal en niet de werker, daarom is het van belang dat de werker onopvallend aanwezig is. Het is wenselijk dat de werker een prettige lichaamsgeur heeft en er verzorgd uitziet.

(11)

11

Bijlage 3: Reglement speelkamer

In deze bijlage staan de afspraken, de werkzaamheden van de vrijwilliger en de groepswerker omtrent de speelkamer.

Afspraken met betrekking tot de vrijwilliger in de speelkamer

Wanneer de vrijwilliger werkzaam is in de speelkamer, is het van belang dat er bepaalde afspraken na worden gekomen. Dit zorgt ervoor dat de vrijwilliger op een verantwoorde en georganiseerde wijze te werk kan gaan binnen de speelkamer.

Werktijden

Het is belangrijk om hierbij de vraag van de cliënt in beeld te hebben en wat het aanbod is van de vrijwilliger. Vervolgens kan in nader overleg worden bepaald wat de exacte werktijden worden voor de vrijwilliger.

Verticale groepen

Op de tijden dat de vrijwilliger de leiding heeft in de speelkamer is sprake van een verticale groep.

Dit betekent dat alle kinderen van 0 t/m 18 jaar welkom zijn in de speelkamer. Ieder kind dat verblijft op Hoek kan daardoor gebruik maken van de speelkamer. Voordelen hiervan zijn;

optimale opvang en het is financieel aantrekkelijk, omdat de beroepskracht-kindratio gemiddeld iets hoger ligt dan voor horizontale groepen (zie figuur 1), ouders vinden het leuk dat meerdere kinderen uit het gezin bij elkaar in de groep zitten en het kan emotionele veiligheid voor sommige kinderen bieden omdat zij in de omgeving zijn van een broertje en/of zusje.

Op afspraak

Het is belangrijk dat de vrijwilliger weet hoeveel kinderen naar de speelkamer komen. Daarom hebben de moeders de taak om een afspraak te maken voor hun kind. Ze kunnen dit doorgeven aan de kinderwerkers, zij vullen dit in op een lijst. De regel vol is vol geldt. Op deze manier wordt ook de zelfstandigheid van de moeders gestimuleerd. Ze weten dat ze alleen hun kind naar de speelkamer kunnen brengen als ze daar een afspraak voor hebben gemaakt.

Beroepskracht-kindratio

Aan de hand van een rekentool van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan berekend worden hoeveel kinderen een vrijwilliger onder zich mag hebben. Er is gekeken naar de tabel van combinatiegroepen dagopvang/buitenschoolse opvang (Rijksoverheid, 2013, augustus 31). Dit omdat het om een verticale groep gaat. De vrijwilliger is in dit geval de beroepskracht.

Berekening van de beroepskracht-kindratio en maximale groepsgroottes bij combinatiegroepen dagopvang en buitenschoolse opvang

Leeftijd kinderen

Minimaal aantal beroeps- krachten

Maximaal aantal kinderen

Minimaal aantal

beroepskrachten

Maximaal aantal kinderen

Minimaal aantal beroeps- krachten

Maximaal aantal kinderen

0 tot 18 1 7 1 2 14 2 3 16 3

1 tot 18 1 8 4 2 15 5 3 16 6

2 tot 18 1 8 7 2 16 8 3 16 9

3 tot 18 1 9 10 2 16 3 16

Figuur 1

1 Waarvan maximaal vier kinderen van 0 jaar tot 4 jaar, waarvan maximaal drie kinderen van 0 tot 2 jaar, waarvan maximaal twee kinderen van 0 jaar.

2 Waarvan maximaal acht kinderen van 0 jaar tot 4 jaar, waarvan maximaal zes kinderen van 0 tot 2 jaar, waarvan maximaal vier kinderen van 0 jaar.

3 Waarvan maximaal twaalf kinderen van 0 jaar tot 4 jaar, waarvan maximaal acht kinderen van 0 tot 2 jaar, waarvan maximaal zes 0-jarigen.

4 Waarvan maximaal vier kinderen van 1 jaar tot 4 jaar, waarvan maximaal drie kinderen van 1 jaar.

5 Waarvan maximaal acht kinderen van 1 jaar tot 4 jaar, waarvan maximaal zes kinderen van 1 jaar.

6 Waarvan maximaal twaalf kinderen van 1 jaar tot 4 jaar, waarvan maximaal acht kinderen van 1 jaar.

7 Waarvan maximaal vijf kinderen van 2 jaar tot 4 jaar.

8 Waarvan maximaal tien kinderen van 2 jaar tot 4 jaar.

9 Waarvan maximaal twaalf kinderen 2 jaar tot 4 jaar.

10 Waarvan maximaal zes kinderen van 3 jaar.

(12)

12 Werkzaamheden vrijwilliger

De werkzaamheden van de vrijwilliger worden omschreven door middel van het doel en het programma van de speelkamer te benoemen. Deze zorgen voor een bepaalde houvast voor de vrijwilliger, maar bieden ook ruimte voor eigen invulling.

Het doel van het werken in de speelkamer is opvang bieden aan de kinderen van Hoek.

Opvang bieden aan de kinderen

Het is van belang dat de vrijwilliger structuur en veiligheid kan garanderen voor de kinderen. De structuur wordt vormgegeven door een bepaald programma aan te houden. Hieronder wordt het programma beschreven wat toegepast kan worden op de tijden dat er een vrijwilliger werkzaam is.

Programma:

 Vrijwilliger opent de speelkamer met groepswerker een kwartier voor aanvang van kinderen

 Moeders brengen de kinderen op afgesproken tijd

 De groep wordt gestart in een kring (15 min) - dag doornemen

- wensen van de kinderen doornemen en hier de activiteit eventueel op aanpassen

 Activiteit voorbereiden en uitvoeren

 Moeders halen de kinderen op, op afgesproken tijd

 Ruimte voor overdracht van kind naar moeder (15 min)

 Vrijwilliger ruimt de speelkamer op en sluit af met groepswerker Werkzaamheden groepswerker

Er is altijd een groepswerker aanwezig op Hoek die verantwoordelijk is voor de vrijwilliger. De verantwoordelijkheden zijn hieronder beschreven.

 Met de vrijwilliger de speelkamer openen en sluiten

De groepswerker opent een kwartier voor aanvang van de kinderen de speelkamer samen met de vrijwilliger. Wanneer de kinderen zijn opgehaald door de moeders sluit de

groepswerker de speelkamer met de vrijwilliger. Verder heeft de groepswerker geen verantwoordelijkheden, alleen de ruimte openen en sluiten.

 Back-up zijn voor de vrijwilliger

De groepswerker fungeert als back-up voor de vrijwilliger. Dit houdt in dat de vrijwilliger in geval van nood de groepswerker gedurende de speelkamertijd in ieder geval telefonisch moet kunnen bereiken.

(13)

13

Bijlage 4: Vrijwilligersovereenkomst

In deze bijlage is de vrijwilligersovereenkomst tussen de vrijwilliger die in de speelkamer werkzaam zal zijn en SMO weergegeven.

Vrijwilligersovereenkomst

SMO te ’s-Hertogenbosch, hierbij vertegenwoordigd door ………. (vrijwilligerscoördinator), directeur en de vrijwilliger:

Naam:………...

Adres:………

Postcode en woonplaats: ……… . Geboortedatum:………

Geboorteplaats:……….

Telefoon:……….

Emailadres:………..

De vrijwilliger en SMO verklaart een overeenkomst aan te gaan onder de volgende voorwaarden:

1) De vrijwilliger zal ten behoeve van de organisatie SMO met ingang van …-…-… starten met de werkzaamheden in de speelkamer van Vrouwenopvang Hoek.

De werktijden zijn nader te bepalen in overleg met de vrijwilligerscoördinator.

2) De vrijwilliger is op de hoogte van en kan zich aansluiten bij zowel de visie en missie van SMO als met de doelstelling en werkwijze van de speelkamer van Vrouwenopvang Hoek.

De vrijwilliger houdt zich aan de huisregels zoals vastgesteld in het vrijwilligersbeleid en de gedragscode van de organisatie.

3) De vrijwilliger gaat akkoord met de plicht tot geheimhouding omtrent alles wat hem/haar ter oren is gekomen over de cliënten bij het verrichten van de werkzaamheden.

4) De werkzaamheden die de vrijwilliger verricht, worden niet betaald. Reiskosten naar de werkplek kunnen wel vergoed worden na overleg met de aangewezen contactpersoon.

Reiskosten worden vergoed naar aanleiding van het aantal dagdelen dat de vrijwilliger aanwezig is.

5) SMO draagt zorg voor de noodzakelijke WA-verzekering. Voor de vrijwilligers is een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Een vrijwilliger die een cliënt vervoert in de eigen auto moet zorgdragen voor een auto-inzittendenverzekering.

6) Bij verhindering wegens ziekte of anderszins zal de vrijwilliger tijdig de locatie en de contactpersoon hiervan in kennis stellen.

Bij afwezigheid kan hij/zij direct contact opnemen met de werkplek.

7) De vrijwilliger kan na inschrijving bij de vrijwilligerscoördinator, deelnemen aan bijeenkomsten en scholing voor vrijwilligers.

8) De vrijwilliger en de organisatie nemen bij het beëindigen van deze overeenkomst in principe een termijn van 4 weken in acht.

Wanneer een vrijwilliger niet in staat is daaraan te voldoen, wordt in overleg een regeling getroffen om het werk zo goed mogelijk af te ronden en eventueel over te dragen.

9) Verdere bijzondere voorwaarden/afspraken met vrijwilliger:

Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend:

te 's-Hertogenbosch d.d. …-…-…

Vrijwilligerscoördinator Vrijwilliger

____________________ __________________

(14)

14

Literatuurlijst

Internet

Encyclo (2014). Affiniteit. Geraadpleegd op http://www.woorden.org/woord/affiniteit Fiscale Overheidsdienst Financiën (2014). De fiscale regeling voor vrijwilligers – algemene regeling. Geraadpleegd op http://www.minfin.fgov.be/portail2/nl/spotlight/fiscale-regeling- vrijwilligers.htm

Rijksoverheid. (2013, januari 1). Eenduidige systematiek voor beroepskracht-ratio. Geraadpleegd op http://1ratio.nl/rekenregels.aspx

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (2014). Algemeen. Geraadpleegd op http://www.vng.nl/onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/vrijwilligers- mantelzorgers-en-maatschappelijke-stage/algemeen

Boeken

Geer, van der J. (2013). Vrijwilligers binnen Arosa. Rotterdam: Arosa.

Haze, M. (2012). Het kind centraal in de kinderopvang: Opvoeden vanuit respect en contact.

Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Maas, J. (2012). Vrijwilligersbeleid. ’s-Hertogenbosch: Stichting Maatschappelijke Opvang.

Wolf, J., & Jansen, C. (2011). Krachtwerk: Basismethodiek in de vrouwenopvang. Nijmegen:

Rikken Print.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door dr. Neururer is veel aandacht besteed aan het aantonen van lage concentraties van groeistoffen in planten. Aangezien met de reeds eerdergenoemde pastatoets van

De invloed van het lycopersicum virus op de stuifmeelkieraing van tomaat i n vivo 1961... Gezond waren

3. Deze structuur is beweeglijk zodat de pupil van grootte kan veranderen. Pupil: gaatje in de iris. In het duister wordt het groot, in klare om- standigheden wordt het

Laag-risico-contact = iedere persoon die met indexpatient > 15 min op minder dan 1,5 meter met mondmasker EN geen fysiek contact heeft gehad  is alert zijn gedurende 14

C.M.U., di methyl para chloor phenyl ureum is een nieuw onkruid­ bestrijdingsmiddel (niet van de Shell), dat waarschijnlijk een algemeen dodende werking

periode van den eersten pajoeng, terwijl het verschil met de volgende pajoengs gering is. De invloed van de in wezen positieve correlatie tusschen pajoenglengte en duur

Omdat voor de oude Staringreeks van alle 832 monsters geen textuurverdeling en organischestofgehaltes beschikbaar zijn en het totaal aantal nieuwe monsters nog te gering is, is

These life expectancy tables, survival charts and also the available prognostic scores at the start of dialysis (REIN score [France], aREIN score [NBVN]) can help to inform