• No results found

Studentenstatuut 2020 - 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Studentenstatuut 2020 - 2021"

Copied!
102
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Studentenstatuut 2020 - 2021

Deel 1

Onderwijs, Kennis & Communicatie

(2)

Studentenstatuut 2020 - 2021

Deel 1

Afdeling

Onderwijs, Kennis & Communicatie

Datum

27 oktober 2020

Versie 2.0

Versie 1 vastgesteld door het College van bestuur op 17 juli 2020 na verkregen instemming van de Hogeschoolraad.

Versie 2 vastgesteld door het College van bestuur op 27 oktober 2020 na verkregen instemming van de Hogeschoolraad op de aanpassing van het Reglement in- en uitschrijving Bachelor- en Associate degreeopleidingen 2020-2021.

(3)

Voorwoord

Grondslag van de hogeschool

De hogeschool is een instelling voor hoger onderwijs op algemeen bijzondere grondslag. Zij respecteert alle levensbeschouwelijke overtuigingen en stromingen die passen bij onze democratische rechtsorde. De hogeschool werkt emancipatiegericht (in de brede betekenis van het woord) en wil het wederzijds respect tussen mensen bevorderen. De indeling van studenten in groepen vindt uitsluitend op onderwijskundige gronden plaats. Bij toelating van studenten en cursisten wordt geen onderscheid gemaakt naar sekse, seksuele oriëntatie, godsdienst of levensovertuiging, culturele achtergrond, huidskleur of functiebeperking.

Het Studentenstatuut geeft een beschrijving van de rechten en plichten van studenten enerzijds en De Haagse Hogeschool anderzijds. Het statuut geldt voor studenten aan associate degree-, bachelor- en post-initiële masteropleidingen, tenzij anders aangegeven Het College van Bestuur stelt jaarlijks na verkregen instemming van de Hogeschoolraad het Studentenstatuut deel 1 vast. Het statuut wordt voor aanvang van het studiejaar op

Studentennet gepubliceerd. Studenten en medewerkers worden geacht het studentenstatuut te kennen.

Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen:

- het hogeschooldeel (Studentenstatuut deel 1), waarin zijn opgenomen de rechten en plichten die voor alle studenten gelden, en

- het opleidingsdeel (Studentenstatuut deel 2), dat door de faculteitsdirecteur wordt vastgesteld waarin de opleiding specifieke rechten en plichten zijn opgenomen. Het opleidingsdeel bevat in ieder geval de Onderwijs- en Examenregeling (de OER).

Het studentenstatuut deel 1 bevat de volgende reglementen en regelingen:

- Reglement in- en uitschrijving Bachelor- en Associate degreeopleidingen 2020-2021 - Gedragsregels en ordemaatregelen

- Reglement ICT - Bibliotheekreglement

- Reglement Loket Rechtsbescherming

- Reglement College van Beroep voor de Examens (CBE) - Reglement Geschillen Advies Commissie (GAC)

- Reglement Klachten

- Klachtregeling Ongewenst Gedrag - Reglement Profileringsfonds - Gedragscode Vreemde Talen

Waar in dit statuut ‘hij’ wordt gebruikt, wordt eveneens ‘zij’ bedoeld.

Toelichting op de toelating, inschrijving en uitschrijving

Artikel 7.24 WHW Toelating tot een bachelor- of een associate degree-opleiding

Voor de bachelor- en associate degree-opleidingen van de hogeschool gelden

(4)

Toelatingsonderzoek

Wie niet in het bezit is van een rechtstreeks toelating gevend diploma, 21 jaar of ouder is en toegelaten wil worden tot een bachelor- of associate degree-opleiding, kan een

toelatingsonderzoek afleggen. Dit onderzoek wordt afgenomen door De Haagse Hogeschool.

Van de leeftijdsgrens kan worden afgeweken voor degene die een buitenlands diploma of getuigschrift heeft, dat in eigen land toegang geeft tot een instelling voor hoger onderwijs.

Artikel 7.30b WHW Toelating tot een masteropleiding

Voor de toelating tot een masteropleiding geldt als toelatingseis het bezit van een bewijs van toelating voor die opleiding. Dit bewijs wordt door de academie voor Masters en Professional Courses verstrekt. In de Onderwijs- en Examenregeling van de desbetreffende

masteropleiding en op de website van de hogeschool staan de toelatingseisen beschreven.

Artikel 7.32 en 7.33 WHW Inschrijving

Om deel te nemen aan het onderwijs en gebruik te kunnen maken van de voorzieningen van De Haagse Hogeschool, moet een student zich jaarlijks (her-)inschrijven bij de hogeschool via Studielink (www.studielink.nl).

Een student kan alleen onderwijs volgen als hij op 1 september (of op 1 februari voor een opleiding die op 1 februari start) staat ingeschreven. Een student is pas ingeschreven als hij aan alle inschrijvingsverplichtingen heeft voldaan, waaronder de verplichting om zich tijdig aan te melden en deel te nemen aan de Studiekeuzecheck. In het Reglement In- en Uitschrijving Bachelor- en associate degree-opleidingen 2020-2021 staat de

inschrijfprocedure vermeld.

Inschrijving met een andere ingangsdatum dan 1 september, respectievelijk 1 februari (voor een opleiding die op 1 februari start) is alleen mogelijk bij hoge uitzondering en met

toestemming van de faculteitsdirecteur.

Indien iemand niet is ingeschreven en toch gebruik maakt van de onderwijs- en

examenvoorzieningen, is hij voor de betreffende periode een schadevergoeding verschuldigd.

Voor de masteropleidingen geldt een afwijkende inschrijfprocedure. Deze is beschreven op de website van de hogeschool.

Artikel 7.37 WHW Collegegeld

Bij (her)inschrijving is collegegeld verschuldigd aan De Haagse Hogeschool. De betaling, dan wel een machtiging voor de betaling, dient De Haagse Hogeschool vóór 1 september dan wel 1 februari te hebben ontvangen. Op www.hhs.nl/inschrijving vindt men onder ‘collegegeld en kosten’ de precieze bedragen en de wijze waarop het collegegeld kan worden voldaan.

Artikel 7.42, 7.48 en 15.2 WHW

Uitschrijving

Via Studielink kan de student zijn inschrijving gedurende het studiejaar beëindigen. Bij beëindiging wordt eventueel teveel betaald collegegeld terugbetaald

Rechten en plichten van Studenten

Artikel 7.34 WHW Rechten

De inschrijving als student geeft in ieder geval de volgende rechten:

- Deelname aan het onderwijs binnen de opleiding en in principe binnen de gehele instelling, indien voldaan is aan de ingangseisen, behalve als de beschikbare onderwijscapaciteit beperkt is.

- Het recht op een studeerbaar programma. In het kader van de studeerbaarheid is vooral de

(5)

- Het gebruik kunnen maken van onderwijsvoorzieningen:

- De bibliotheek;

- Laboratoria;

- ICT-faciliteiten, en

- Overige studentenvoorzieningen.

De regels voor het gebruik van de bibliotheek en de ICT-faciliteiten zijn geregeld in het Bibliotheekreglement en in het Reglement ICT.

- De mogelijkheid om de opleiding binnen een redelijke tijd te kunnen afmaken aan dezelfde of aan een andere instelling voor hoger onderwijs in geval van een besluit tot beëindiging van de opleiding door de minister of de hogeschool.

- Bescherming van de persoonsgegevens. De student heeft daarbij recht op inzage in zijn eigen gegevens, recht op verbetering van die gegevens, recht op mededeling over verstrekking van die gegevens aan (een) derde(n) en recht op verzet tegen verwerking van de gegevens. De regeling staat in het privacyreglement.

- Actief en passief kiesrecht voor de hogeschoolraad, faculteitsraad en opleidingscommissie zoals omschreven in het medezeggenschapsreglement.

- Het recht van toegang tot de gebouwen tenzij hem een ordemaatregel is opgelegd.

- Het recht om een klacht, beroep of bezwaar in te dienen.

Artikel 7.8b, 7.37 en 7.57h WHW Plichten

De inschrijving als student geeft in ieder geval de volgende plichten:

- Het vertonen van goed gedrag conform de gedragsregels van de hogeschool (zie Reglement Gedragsregels en ordemaatregelen).

- Het tijdig melden van bijzondere omstandigheden bij de studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider als de student verwacht daardoor studievertraging op te lopen.

Zie hiervoor artikel 7.9 van de Onderwijs- en Examenregeling.

- Het verplicht deelnemen aan onderwijs zoals een practicum, voordat kan worden deelgenomen aan een daarop aansluitende toets, voor zover deze verplichting is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling.

- Het tijdig betalen van collegegeld of het tijdig afgeven van een machtiging daartoe.

- Het op verzoek tonen van een geldig identiteitsbewijs en een (digitale) collegekaart.

Gedragsregels en ordemaatregelen

Artikel 7.57h WHW Gedragsregels Voor de goede gang van zaken in de gebouwen en op de terreinen van de hogeschool en voor het gebruik van voorzieningen van de hogeschool gelden gedragsregels. Indien

onderwijsactiviteiten plaats hebben buiten de gebouwen en terreinen van de hogeschool, zijn de regels (voor zover mogelijk) van overeenkomstige toepassing. De gedragsregels zijn bedoeld om bij te dragen aan een goed werk-, studeer- en leefklimaat.

De hogeschool kent de volgende gedragsregels:

- Algemene gedragsregels: deze regels gelden voor alle studenten, medewerkers en bezoekers en zijn opgenomen in het reglement ‘Gedragsregels en Ordemaatregelen’.

- Faculteits-, opleidings- en vestiging gebonden gedragsregels: deze regels gelden voor studenten, medewerkers en bezoekers van een faculteit of opleiding, respectievelijk in een bepaalde vestiging. Deze regels staan in het opleidingsdeel (Studentenstatuut deel 2).

- Regels voor het gebruik van de bibliotheek en regels voor het gebruik van ICT-faciliteiten, met inbegrip van telefonie en audiovisuele middelen en het gebruik van persoonsgegevens.

Deze zijn opgenomen in het Bibliotheekreglement, in het Reglement ICT en in het privacyreglement.

De student, medewerker of bezoeker dient de regels stipt na te leven en zich bovendien zo te

(6)

ordemaatregelen treffen. De mogelijke ordemaatregelen staan beschreven in de

‘Gedragsregels en Ordemaatregelen’ in dit Studentenstatuut.

Ongewenst gedrag

Een student of medewerker, die ongewenst gedrag ondervindt, kan zich wenden tot een vertrouwenspersoon en/of een klacht indienen bij de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag via het Loket Rechtsbescherming, bij voorkeur door tussenkomst van de

vertrouwenspersoon. Onder ongewenst gedrag wordt volgens de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag verstaan:

- (Seksuele) intimidatie;

- Geweld;

- Agressie;

- Pesten; Discriminatie

Indien een student of medewerker zich schuldig maakt aan ongewenst gedrag, kan hem een ordemaatregel c.q. een disciplinaire maatregel worden opgelegd.

In een goed en stimulerend werkklimaat behoren collegialiteit, respect, en aandacht voor de ander tot de normale omgangsvormen, en wordt op ongewenst gedrag alert gereageerd, Zo’n klimaat vereist een actieve bijdrage van een ieder die bij De Haagse Hogeschool werkzaam is en/of die daar studeert. Het is altijd goed om ongewenst gedrag aan de orde te stellen; hetzij door betrokkene rechtstreeks aan te spreken, hetzij door derden in te schakelen, zoals de vertrouwenspersoon. Met de vertrouwenspersoon kan je het probleem of een naderend probleem rondom ongewenst gedrag in een vertrouwelijke sfeer bespreken. De precieze taken van de vertrouwenspersoon staan in deze regeling benoemd. Indien wordt besloten om de vertrouwenspersoon in te schakelen is er vervolgens de mogelijkheid om een formele klacht in te dienen bij de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Het indienen van een formele klacht bij de klachtencommissie is niet altijd nodig, bijvoorbeeld als in een eerder stadium (door bemiddeling of als het gesprek met de vertrouwenspersoon op zich al voldoende heeft opgeleverd) een oplossing is gevonden.

Naast de Klachtenregeling regeling Ongewenst gedrag kent de hogeschool een Ombudsman Personeel; bij de Ombudsman Personeel kun je als medewerker terecht als je bijvoorbeeld onrechtmatig of niet volgens de regels wordt behandeld. De Ombudsman kan eventueel een klachtenonderzoek doen en nagaan of regelgeving op een correcte manier is toegepast, of procedures zijn gevolgd en of er zorgvuldig is gehandeld. De precieze taken van de Ombudsman Personeel staan in het Reglement Ombudsman Personeel.

Ook kent de hogeschool een Integriteitscode. Dit is een ethische en professionele code die als richtlijn dient voor het creëren en handhaven van een optimaal studie- en werkklimaat. Tot slot kent de hogeschool een Klokkenluidersregeling. Op grond van deze regeling kunnen medewerkers en studenten op adequate en veilige wijze melding doen van eventuele vermoedens van misstanden binnen De Haagse Hogeschool. Ook maakt de

Klokkenluidersregeling het mogelijk om beslissingen, gedragingen of handelingen van de hogeschool op het gebied van integriteit door een vertrouwenspersoon integriteit te laten toetsen aan de integriteitscode van de hogeschool.

Onderwijs en toetsing

Artikel 7.3, 7.7, 7.8, 7.8a en 7.10 WHW Opleidingen en onderwijseenheden

Het bachelor- en associate degree-onderwijs wordt aangeboden in de vorm van voltijdse, deeltijdse en duale opleidingen.

(7)

oriënteren op het beroep. De inrichting van de propedeuse maakt tevens verwijzing en selectie mogelijk.

Een associate degree opleiding kent geen propedeutische fase, maar wel een eerste fase van 60 studiepunten waarin een studieadvies wordt uitgebracht.

Een duale opleiding bestaat uit een onderwijsdeel en een deel beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs.

Een masteropleiding kan in voltijd of deeltijd worden aangeboden.

Artikel 7.4b WHW Studielast

De studielast van elke opleiding en elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in hele studiepunten. Een bacheloropleiding (voltijd, deeltijd, duaal) heeft een studielast van 240 studiepunten. Een driejarig HBO-traject heeft een studielast van 180 studiepunten. Een associate degree-opleiding heeft een studielast van ten minste 120 studiepunten. Een masteropleiding heeft een studielast van ten minste 60 studiepunten.

Artikel 7.8b WHW Studieadvies

Iedere student krijgt aan het einde van zijn eerste jaar van inschrijving voor de

propedeutische fase van een bacheloropleiding of de eerste periode van 60 studiepunten van een associate degree-opleiding een advies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding. Dit advies kan worden uitgebracht zolang de student de propedeutische fase niet met goed gevolg heeft afgerond. Bij het verstrekken van een advies wordt rekening gehouden met eventuele persoonlijke omstandigheden. De regeling studieadvies is

opgenomen in hoofdstuk 7 van de Onderwijs- en Examenregeling van elke opleiding.

Artikel 7.2 WHW Onderwijs; voertaal

Het onderwijs aan De Haagse Hogeschool wordt in het Nederlands gegeven. Hiervan mag in de volgende gevallen worden afgeweken:

- bij een opleiding in een vreemde taal;

- bij een gastcollege door een buitenlandse docent;

- als de specifieke aard, inrichting of kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt;

- op verzoek van de student en met toestemming van de examencommissie.

In de Gedragscode Vreemde Talen heeft het College van Bestuur richtlijnen geformuleerd.

Als algemene voorwaarde geldt dat het gebruik van een vreemde taal niet mag leiden tot een verlies van kwaliteit. Voorafgaand aan het onderwijs in een bepaald vak moet worden

aangegeven of het onderwijs geheel of gedeeltelijk in een vreemde taal wordt gegeven.

Artikel 1.18 WHW Kwaliteitszorg

Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat de kwaliteit van elke opleiding wordt gewaarborgd en regelmatig wordt beoordeeld. Iedere bachelor-, associate degree- en masteropleiding dient een geldige accreditatie te hebben, waarmee de basiskwaliteit van de opleiding aan de student is gegarandeerd.

De hogeschool legt periodiek het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg van het onderwijs vast. Hiertoe behoort ook de wijze waarop de hogeschool de kwaliteit evalueert en laat beoordelen. De hogeschool maakt daarbij gebruik van interne onderzoeken en externe deskundigen. Onderdeel van dit beleid is dat de student ten minste een keer per jaar in de gelegenheid wordt gesteld een schriftelijk oordeel te geven over het gevolgde onderwijs en de onderwijsgevenden alsmede over de onderwijsvoorzieningen. De student wordt zowel op het niveau van de hogeschool als binnen de eigen opleiding in de evaluatie betrokken.

De faculteitsdirecteur legt in het beleid van zijn opleiding(en) vast op welke wijze de

(8)

Financiële ondersteuning studenten

In het Reglement Profileringsfonds is de financiële ondersteuning bij studievertraging door bijzondere (persoonlijke) omstandigheden en bestuursactiviteiten geregeld. Voor studenten die ondersteuning willen aanvragen voor bijzondere persoonlijke omstandigheden (zoals ziekte, een functiebeperking, zwangerschap & bevalling, topsport, familieomstandigheden, etc.) is de studentendecaan het eerste aanspreekpunt. De decaan adviseert over de aanvraag en helpt met de vereiste documenten bij de aanvraag.

Voor studenten die ondersteuning willen aanvragen voor bestuursactiviteiten, is het aanvraagformulier beschikbaar op intranet. Zij kunnen direct een aanvraag indienen. Op intranet staat ook een schematisch overzicht van alle bijlagen die met de aanvraag meegestuurd moeten worden.

In het Reglement Profileringsfonds is ook geregeld aan welke voorwaarden

studentenorganisaties, studentenverenigingen en studieverenigingen moeten voldoen om opgenomen te kunnen worden op de ‘Lijst van studentenorganisaties’.

Rechtsbescherming

Artikel 7.59a WHW Loket Rechtsbescherming

De Haagse Hogeschool kent een Loket Rechtsbescherming waar iedere student terecht kan in het geval van een klacht, een bezwaar of een beroep. Het loket zorgt ervoor dat een klacht, een bezwaar of een beroep terecht komt bij de behandelende instantie, te weten:

- Voor klachten: de faculteitsdirecteur van de faculteit waaraan de student studeert, het College van Bestuur, of degene die namens de faculteitsdirecteur of het College van Bestuur belast is met de behandeling van de klacht.

- Voor een beroep tegen een beslissing van een examinator of van de examencommissie (o.m. negatief bindend studieadvies, maatregel bij fraude, een uitslag van een toets): het College van Beroep voor de Examens.

- Voor een bezwaar tegen een beslissing die niet genomen is door de examinator of de examencommissie (o.m. beslissing over in- en uitschrijven, uitkering Profileringsfonds): de Geschillenadviescommissie.

- Voor een klacht over ongewenst gedrag (o.m. seksuele intimidatie, pesten, discriminatie):

de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag.

Op Studentennet en in de betreffende reglementen is uitgebreide informatie te vinden.

Artikel 10.17 WHW Medezeggenschap

Studenten en personeel van de hogeschool kunnen invloed uitoefenen op het beleid en bestuur van de hogeschool. Er zijn verschillende medezeggenschapsorganen binnen de hogeschool:

- De hogeschoolraad: deze houdt zich bezig met zaken die de hele hogeschool betreffen.

- De faculteitsraden: deze functioneren als deelraden en oefenen medezeggenschap uit over aangelegenheden die de desbetreffende faculteit in het bijzonder aangaan.

- De opleidingscommissie (OC) heeft de taak de kwaliteit van de opleiding te waarborgen.

De opleidingscommissie geeft het management gevraagd en ongevraagd advies over het bevorderen van de kwaliteit van de opleiding. De opleidingscommissie evalueert het onderwijs en heeft als medezeggenschapsorgaan instemmings- en adviesrechten op de OER (Onderwijs- en Examenregeling).

Uitgebreide informatie is te vinden in het Medezeggenschapsreglement.

(9)

Actief kiesrecht betekent voor studenten dat ze een stem kunnen uitbrengen op een kandidaat-lid voor de hogeschoolraad, desbetreffende faculteitsraad en de desbetreffende opleidingscommissie. Passief kiesrecht betekent voor studenten dat ze zich verkiesbaar kunnen stellen voor de hogeschoolraad, desbetreffende faculteitsraad en de desbetreffende opleidingscommissie. De stemprocedure is beschreven in het Kiesreglement.

(10)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 3

Toelichting op de toelating, inschrijving en uitschrijving ... 3

Rechten en plichten van Studenten ... 4

Gedragsregels en ordemaatregelen ... 5

Ongewenst gedrag ... 6

Onderwijs en toetsing ... 6

Onderwijs; voertaal ... 7

Kwaliteitszorg ... 7

Financiële ondersteuning studenten ... 8

Rechtsbescherming ... 8

Medezeggenschap ... 8

Kiesrecht ... 8

Begripsbepalingen en afkortingen ... 16

Begripsbepalingen ... 16

Afkortingen ... 20

Reglement In- en Uitschrijving Bachelor- en Associate Degree-opleidingen 2020-2021 ... 21

1. Algemene bepalingen... 21

Artikel 1.1 Grondslag reglement ... 21

Artikel 1.2 Reikwijdte reglement ... 21

Artikel 1.3 Algemene vereisten inschrijving ... 21

Artikel 1.4 Informatievoorziening ... 22

2. Inschrijfvoorwaarden ... 23

Artikel 2.1 Voorwaarden voor inschrijving als student ... 23

Artikel 2.2 Voorwaarden voor inschrijving als extraneus ... 23

Artikel 2.3 Vooropleidingseisen ... 24

Artikel 2.4 Nadere vooropleidingseisen ... 24

Artikel 2.4a Bijzondere nadere vooropleidingseisen PABO-opleiding ... 25

Artikel 2.5 Aanvullende eisen ... 25

Artikel 2.6 Eisen werkkring ... 25

Artikel 2.7 Vrijstelling van de vooropleidingseisen op grond van een getuigschrift ... 25

Artikel 2.8 Vrijstelling van de vooropleidingseisen op grond van een toelatingsonderzoek ... 26

Artikel 2.9 Deficiëntie bij nadere vooropleidingseisen ... 26

Artikel 2.10 Taaleisen ... 27

Artikel 2.11 Toelating tot de hoofdfase ... 27

Artikel 2.12 Inschrijving na een negatief bindend studieadvies... 28

3. Inschrijfprocedure ... 29

Artikel 3.1 Procedure bij eerste inschrijving ... 29

Artikel 3.2 Termijnen en voorwaarden bij aanmelding voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding of de eerste periode met een studielast van 60 studiepunten van een AD-opleiding ... 29

Artikel 3.3 Procedure bij vervolginschrijving ... 30

4. Weigering, intrekking en beëindiging van de inschrijving ... 31

(11)

Artikel 4.1 Ongedaan maken inschrijving voor aanvang van het studiejaar ... 31

Artikel 4.2 Beëindiging van de inschrijving op verzoek van de student en na afstuderen ... 31

Artikel 4.3 Weigering, intrekking en beëindiging van de inschrijving op last van het College van Bestuur ... 31

Artikel 4.4 Procedure intrekking, weigering of beëindiging van de inschrijving ... 32

Artikel 4.5 Tijdelijke afwijkende voorwaarde voor inschrijving en beëindiging van de inschrijving in verband met COVID-19 ... 33

5. College- en Examengeld ... 34

Artikel 5.1 College- en examengeld ... 34

Artikel 5.2 Wettelijk collegegeld ... 34

Artikel 5.3 Instellingscollegegeld ... 35

Artikel 5.4 Vermindering, vrijstelling en terugbetaling van college- en examengeld ... 35

Artikel 5.5 Betaling van college- en examengeld ... 36

Artikel 5.6 Overige bijdragen en kosten ... 36

6. Bepalingen bij inschrijving van externe minorstudenten ... 37

Artikel 6.1 Inschrijving van externe studenten voor minoren ... 37

Artikel 6.2 Aanvullende voorwaarden voor inschrijving van externe minorstudenten ... 37

Artikel 6.3 Inschrijfprocedure voor externe minorstudenten ... 37

7. Slotbepalingen ... 38

Artikel 7.1 Rechtsbescherming ... 38

Artikel 7.2 Onvoorziene gevallen ... 38

Artikel 7.3 Hardheidsclausule ... 38

Artikel 7.4 Citeertitel ... 38

Artikel 7.5 Evaluatie ... 38

Gedragsregels en ordemaatregelen ... 39

Artikel 1. Reikwijdte ... 39

Artikel 2. Hogeschoolbrede gedragsregels ... 39

Artikel 3. Toegang en legitimatie ... 39

Artikel 4. Gebruik van een locatie ... 40

Artikel 5. Gebruik faciliteiten op een locatie ... 40

Artikel 6. Activiteiten ... 41

Artikel 7. Veiligheid ... 41

Artikel 8. Parkeren ... 41

Artikel 9. Intellectuele eigendomsrechten ... 42

Artikel 10. Aansprakelijkheid bij schade ... 42

Artikel 11. Ordemaatregelen ... 42

Reglement ICT ... 44

Artikel 1. Begripsbepalingen ... 44

Artikel 2. Grondslag reglement en reikwijdte ... 44

Artikel 3. Recht van gebruik & plichten van de gebruiker ... 45

Artikel 4. Wijze van gebruik ... 45

Artikel 5. Digitale identiteit ... 46

Artikel 10. Uitleen van apparatuur ... 48

Artikel 12. Aansprakelijkheid ... 48

Artikel 13. Toezicht ... 48

Artikel 14. Overtreding ... 49

Artikel 16. Klachten ... 49

(12)

Artikel 17. Rechtsbescherming ... 49

2. In gevallen waarin dit Reglement niet voorziet beslist het College van Bestuur. ... 49

3. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige evaluatie van dit Reglement. ... 49

4. Deze evaluatie vindt tenminste eenmaal in de 3 jaar plaats. Aanpassingen van dit Reglement worden aangekondigd via Hogeschoolberichten en de meest recente versie is gepubliceerd op de intranetpagina van De Haagse Hogeschool. ... 49

Bibliotheekreglement ... 50

Artikel 1. Begripsbepalingen ... 50

Artikel 2. Algemene bepalingen ... 50

Artikel 3. Lenerspas ... 50

Artikel 4. Gebruik van de bibliotheek en haar faciliteiten ... 51

Artikel 5. Uitleen ... 52

Artikel 6. Overtreding reglement en diefstal ... 53

Artikel 7. Rechtsbescherming ... 53

Artikel 8. Onvoorziene gevallen ... 54

Artikel 9. Citeertitel ... 54

Artikel 10. Evaluatie ... 54

Reglement Loket Rechtsbescherming ... 55

Artikel 1. Begripsbepalingen ... 55

Artikel 2. Loket Rechtsbescherming ... 55

Artikel 3. Termijn ... 55

Artikel 4. Inhoud beroep-, bezwaar- of klaagschrift ... 56

Artikel 5. Organen ... 56

Artikel 6. Registratie en verslaglegging ... 56

Artikel 7. Citeertitel ... 56

Artikel 8. Evaluatie ... 56

Reglement College van Beroep voor de Examens ... 57

Artikel 1. Begripsbepalingen ... 57

Artikel 2. Aard reglement ... 57

Artikel 3. College van Beroep... 57

Artikel 4. Samenstelling en omvang ... 57

Artikel 5. Zittingstermijn ... 57

Artikel 6. Einde lidmaatschap ... 58

Artikel 7. Bevoegdheid College van Beroep ... 58

Artikel 8. Wijze en termijn van indiening beroepschrift ... 58

Artikel 9. Inhoud beroepschrift en verzuim ... 59

Artikel 10. Minnelijke schikking ... 59

Artikel 11. Vereenvoudigde behandeling ... 59

Artikel 12. Schriftelijke voorbereiding van behandeling ter zitting ... 60

Artikel 13. Vaststelling plaats en tijdstip behandeling van het beroep ... 60

Artikel 14. Wraking en verschoning ... 60

Artikel 15. Vervanging en bijstand ter zitting; getuigen en deskundigen ... 60

Artikel 16. Behandeling ter zitting ... 60

Artikel 17. Samenvoeging en splitsing van zaken ... 61

(13)

Artikel 18. Beraadslaging en beslissing ... 61

Artikel 19. Uitspraak ... 61

Artikel 20. Verzoek om voorlopige voorziening ... 62

Artikel 21. Vervallen voorlopige voorziening ... 62

Artikel 22. Beroep ... 62

Artikel 23. Inlichtingenplicht ... 62

Artikel 24. Citeertitel ... 62

Artikel 25. Evaluatie ... 62

Reglement Geschillenadviescommissie ... 63

Artikel 1. Begripsbepalingen ... 63

Artikel 2. Aard reglement ... 63

Artikel 3. Geschillenadviescommissie ... 63

Artikel 4. Samenstelling en omvang ... 63

Artikel 5. Zittingstermijn ... 63

Artikel 6. Einde lidmaatschap ... 64

Artikel 7. Bevoegdheid Geschillenadviescommissie ... 64

Artikel 8. Wijze en termijn van indiening bezwaarschrift ... 64

Artikel 9. Inhoud bezwaarschrift en verzuim ... 64

Artikel 10. Minnelijke schikking ... 65

Artikel 11. Vereenvoudigde behandeling ... 65

Artikel 12. Schriftelijke voorbereiding van behandeling ter zitting ... 65

Artikel 13. Vaststelling plaats en tijdstip behandeling van het bezwaar ... 66

Artikel 14. Wraking en verschoning ... 66

Artikel 15. Vervanging en bijstand ter zitting; getuigen en deskundigen ... 66

Artikel 16. Behandeling ter zitting ... 66

Artikel 17. Samenvoeging en splitsing van zaken ... 67

Artikel 18. Bevindingen en advies ... 67

Artikel 19. Onverwijlde spoed ... 67

Artikel 20. Beroep ... 67

Artikel 21. Inlichtingenplicht ... 68

Artikel 22. Citeertitel ... 68

Artikel 23. Evaluatie ... 68

Reglement Klachten ... 69

Artikel 1. Begripsbepalingen ... 69

Artikel 2. Klachtrecht ... 69

Artikel 3. Wijze en termijn van indiening klacht ... 69

Artikel 4. Inhoud klaagschrift en verzuim ... 69

Artikel 5. Ontvankelijkheid ... 70

Artikel 6. Toezending stukken ... 70

Artikel 7. Horen ... 70

Artikel 8. Beslissing op de klacht ... 70

Artikel 9. Afhandelingstermijn ... 70

Artikel 10. Beroep ... 71

Artikel 11. Citeertitel ... 71

Artikel 12. Evaluatie ... 71

1 Klachtenregeling Ongewenst Gedrag ... 72

(14)

Algemene bepalingen ... 72

Artikel 1. Grondslag en begripsbepalingen ... 72

Artikel 2. Vertrouwelijkheid ... 73

Artikel 3. Melden klacht ... 73

Vertrouwenspersonen ... 73

Artikel 4. Benoeming ... 73

Artikel 5. Taken ... 74

Artikel 6. Functioneren ... 74

De klachtencommissie ... 74

Artikel 7. Indienen en intrekken van de klacht ... 74

Artikel 8. Vereenvoudigde behandeling en verzet ... 75

Artikel 9. Voorbereiding ... 75

Artikel 10. Hoorzitting ... 76

Artikel 11. Advies ... 76

Artikel 12. Aanbevelingen ... 76

Artikel 13. Beslissing College van Bestuur ... 77

Artikel 14. Beroep ... 77

Artikel 15. Leden van de klachtencommissie ... 77

Slotbepalingen ... 78

Artikel 16. Rechtsbescherming ... 78

Artikel 17. Hardheidsclausule ... 78

Artikel 18. Inwerkingtreding ... 79

Artikel 19. Citeertitel ... 79

Reglement Profileringsfonds 2020-2021 ... 80

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen ... 80

Artikel 1.1 Grondslag reglement ... 80

Artikel 1.2 Reikwijdte ... 80

Artikel 1.3 Beurzenprogramma’s ... 80

Artikel 1.4 Commissie FOS ... 80

Artikel 1.5 Terugvordering en/of stopzetten van ten onrechte uitbetaalde financiële ondersteuning ... 81

Artikel 1.6 Ondersteuning bij de aanvraag ... 81

Artikel 1.7 Rechtsbescherming ... 81

Artikel 1.8 Hardheidsclausule ... 81

Artikel 1.9 Overgangsbepaling ... 81

Artikel 1.10 Citeertitel ... 81

Artikel 1.11 Evaluatie ... 81

Hoofdstuk 2. Financiële ondersteuning bij bijzondere omstandigheden of activiteiten ... 82

Artikel 2.1 Voorwaarden voor financiële ondersteuning bij bijzondere omstandigheden of activiteiten ... 82

Artikel 2.2 Inspanningsplicht student ... 83

Artikel 2.3 Verlenging prestatiebeurs ... 83

Artikel 2.4 Aanspraken op financiële ondersteuning bij andere instellingen ... 83

Artikel 2.5 Melding bijzondere omstandigheid of activiteit ... 83

Artikel 2.6 Vaststellen omvang studievertraging ... 83

Artikel 2.7 Procedure aanvraag financiële ondersteuning ... 84

Artikel 2.8 Vereiste documenten ... 84

Artikel 2.9 Beslissing op het verzoek voor financiële ondersteuning ... 85

(15)

Artikel 2.10 Voorwaarden voor uitbetaling financiële ondersteuning ... 86

Artikel 2.11 Procedure verzoek tot uitbetaling ... 86

Artikel 2.12 Uitbetaling, omvang en einde financiële ondersteuning ... 86

Hoofdstuk 3. Financiële ondersteuning bij bestuursactiviteiten ... 88

Artikel 3.1 Voorwaarden ... 88

Artikel 3.2 Collegegeldvrij besturen ... 89

Artikel 3.3 Procedure aanvraag financiële ondersteuning ... 89

Artikel 3.4 Vereiste documenten ... 90

Artikel 3.5 Beslissing op het verzoek voor financiële ondersteuning ... 90

Artikel 3.6 Procedure verzoek tot uitbetaling ... 91

Artikel 3.7 Uitbetaling, omvang en einde financiële ondersteuning ... 92

Bijlage 1. Voorwaarden voor opname van studentenorganisaties op de ‘Lijst van studentenorganisaties en studentencommissies´ ... 93

Artikel 1. Voorwaarden voor opname van studieverenigingen van De Haagse Hogeschool ... 93

Artikel 2. Voorwaarden voor opname van studentenverenigingen ... 94

Artikel 3. Voorwaarden voor opname van overige studentenorganisaties ... 95

Artikel 4. Verzoek tot opname van nieuwe verenigingen of organisaties op ‘de lijst’ ... 96

Artikel 5. Verzoek tot herziening van de hoogte van de bestuursbeurs voor een studie-, studentenvereniging of studentenorganisatie ... 97

Artikel 6. Verplichtingen voor studie-, studentenverenigingen en studentenorganisaties ... 97

Artikel 7. Uitgangspunten voor het toetsen van tijdsberekening ... 98

Lijst van studentenorganisaties en studentencommissies 2020-2021 ... 99

Gedragscode Vreemde Talen ... 101

Artikel 1. Algemeen ... 101

Artikel 2. Onderwijs (-examinering) in andere taal ... 101

Artikel 3. Verzoek aan examencommissie om af te wijken van de voertaal ... 101

Artikel 4. Eisen aan gebruik vreemde taal ... 101

Artikel 5. Onderwijs- en Examenregeling: opleidingsdeel ... 102

(16)

Begripsbepalingen en afkortingen

Begripsbepalingen - Associate degree-

programma (Ad- programma) - Basislening

Een opleiding met een studielast van ten minste 120

studiepunten dat leidt tot het behalen van de graad Associate degree (artikel 7.19a, WHW).

De lening als bedoeld in art. 3.15 van de WSF2000.

- Bevoegd gezag Het College van Bestuur van De Haagse Hogeschool.

- College van Beroep voor de Examens

Het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool als bedoeld in artikel 7.60, WHW (zie ook het Reglement College van Beroep voor de Examens).

- College van Beroep voor het Hoger Onderwijs

Het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs, gevestigd te

’s-Gravenhage als bedoeld in artikel 7.64, WHW (zie ook het Reglement College van Beroep voor de Examens en het Reglement Geschillenadviescommissie).

- College van Bestuur Het bestuur van de hogeschool als bedoeld in artikel 10.2, WHW en in artikel 1.1, onder j, WHW.

- Competentie Een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden, inzicht en houding, dat nodig is om in een beroepscontext

beroepsproducten te realiseren die aan de geldende kwaliteitseisen voldoen.

- Deeltijdopleiding Een opleiding die zodanig ingericht is dat rekening is gehouden met de mogelijkheid dat de student ook in beslag wordt genomen door andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Deze werkzaamheden kunnen worden aangemerkt als

onderwijseenheden (artikel 7.27, WHW).

- Dienstdirecteur De functionaris die leidinggeeft aan een dienst.

- Directeur De functionaris die leidinggeeft aan een faculteit of dienst.

- Driejarig HBO-traject Een traject binnen een bacheloropleiding met een studielast van 180 studiepunten en een nominale studieduur van drie jaar dat alleen toegankelijk is voor bezitters van een vwo-diploma of een daaraan naar oordeel van de hogeschool gelijkgesteld diploma (artikel 7.9a, WHW).

- Duale opleiding

- DUO

Een opleiding waarin het volgen van onderwijs (onderwijsdeel) gedurende een of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening (praktijkdeel) in verband met dat onderwijs (artikel 7.7, lid 2, WHW). De beroepsuitoefening vindt plaats op basis van een overeenkomst gesloten door de opleiding, de student en de werkgever (artikel 7.7, lid 5, WHW).

Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen Informatie Beheer Groep) - Examen Het examen is afgelegd indien de toetsen van de tot een

opleiding of propedeutische fase van een opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens

(17)

omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus (artikel 7.10, lid 2, WHW). Onderscheiden worden het propedeutisch examen, waarmee de propedeutische fase wordt afgesloten, en het afsluitend examen, waarmee de opleiding wordt afgesloten.

- Examencommissie Het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt aan kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad (artikel 7.12, WHW).

Indien de examencommissie heeft besloten dat de

toetscommissie bepaalde taken namens haar uitvoert, dient, voor zover het deze taken betreft, ‘toetscommissie’ gelezen te worden waar in dit statuut ‘examencommissie’ vermeld staat.

- Examinator Persoon, aangewezen door de examencommissie, die belast is met het afnemen van toetsen en het vaststellen van de uitslag daarvan (artikel 7.12c, lid 1, WHW).

- Extraneus Degene die door de hogeschool is ingeschreven als extraneus en die volgens artikel 7.36, WHW uitsluitend het recht heeft om de toetsen van de onderwijseenheden behorende tot de

opleiding, alsmede de examens behorende tot de opleiding af te leggen en in principe recht heeft op toegang tot de inrichtingen en verzamelingen van de hogeschool (zoals de bibliotheek).

- Faculteit Een opleiding of een groep van opleidingen onder leiding van een faculteitsdirecteur.

- Faculteitsdirecteur De functionaris die leidinggeeft aan een faculteit.

- Faculteitsraad Een deelraad zoals bedoeld in artikel 10.25, WHW, als medezeggenschapsorgaan verbonden aan een faculteit.

- Fraude Het handelen van een student of het nalaten daarvan, waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt.

- Functiebeperking Een zichtbare of onzichtbare beperking in het functioneren als gevolg van een handicap of chronische ziekte. Het kan hierbij gaan om onder meer uiteenlopende lichamelijke beperkingen, chronische ziekten, psychische problematiek en dyslexie.

- Geschillenadvies- commissie

De Geschillenadviescommissie als bedoeld in artikel 7.63a, WHW (zie ook het Reglement Geschillenadviescommissie).

- Getuigschrift Het bewijsstuk dat uitgereikt wordt wanneer de examenkandidaat het propedeutische of afsluitende examen van de opleiding of van het Ad-programma met goed gevolg afgelegd heeft, als bedoeld in artikel 7.11, lid 1, WHW.

- Hogeschool De Haagse Hogeschool, in stand gehouden door de Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden, gevestigd te Den Haag.

- Hogeschoolraad De medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 10.17, WHW.

- Hoofdfase Het deel van de opleiding dat volgt op de propedeutische fase.

- Klachtencommissie ongewenst gedrag

De commissie die klachten over ongewenst gedrag behandelt.

- Loket

Rechtsbescherming

De faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a, WHW.

- Medewerker Een bij de Haagse Hogeschool in dienst zijnde functionaris.

(18)

- Nominale studieduur

- Onderwijs- en examenregeling (OER)

De nominale studieduur van een HBO-bacheloropleiding is 4 jaar en wordt in de voortgang gemeten vanaf het eerste moment van inschrijven voor die opleiding.

De regeling waarin adequate en heldere informatie over de opleiding is opgenomen, alsmede de geldende procedures en rechten en plichten ten aanzien van het onderwijs en de examens (artikel 7.13, lid 1 en 2, WHW).

- Onderwijsdeel Het gedeelte van de duale opleiding dat bestaat uit het volgen van het door de opleiding verzorgde onderwijs.

- Onderwijseenheid Een samenhangend onderdeel van de opleiding dat de student afsluit met een toets (artikel 7.3, lid 2, WHW). Een

onderwijseenheid kan tevens worden aangeduid als o.a. ‘cursus’

of ‘module’.

- Onderwijsprogramma Het geheel van onderwijseenheden (inclusief stages en door de student te kiezen onderwijseenheden in de minorruimte) en de daaraan verbonden toetsen die behoren tot de propedeutische fase en de hoofdfase of tot het Ad-programma.

- Onregelmatigheid Het handelen van een student in afwijking van de toetsregels.

- Opleiding Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van

competenties of doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht, attitudes en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken (artikel 7.3, lid 2, WHW).

Opleidingen kunnen in voltijdse, deeltijdse en duale vorm worden aangeboden.

- Opleidingscommissie De opleidingscommissie (OC) heeft de taak de kwaliteit van de opleiding te waarborgen. De opleidingscommissie geeft het management gevraagd en ongevraagd advies over het bevorderen van de kwaliteit van de opleiding. De

opleidingscommissie evalueert het onderwijs en heeft als medezeggenschapsorgaan instemmings- en adviesrechten op de OER.

- Overmacht Van overmacht is sprake in geval van een onmogelijkheid om een verplichting na te komen die niet aan de desbetreffende (tekortschietende) persoon kan worden toegerekend.

- Plagiaat Een vorm van fraude waarbij stukken van anderen of eerder gepubliceerd eigen werk zijn gebruikt in eigen werk zonder correcte bronvermelding.

- Praktijkdeel Het gedeelte van een duale opleiding dat bestaat uit beroepsuitoefening en dat deel uitmaakt van het onderwijs.

- Prestatiebeurs De onderdelen van de studiefinanciering die worden uitgekeerd in de vorm van een prestatiebeurs zoals bedoeld in artikel 5.2, lid 1, Wsf 2000 (oud). Hieronder worden begrepen de basisbeurs, de aanvullende beurs en het Ov-reisproduct. Deze wordt na 1 september 2016 nog 2 jaar geïndexeerd.

- Propedeutische fase De eerste periode van de opleiding, voorafgaand aan de hoofdfase, waarin studenten inzicht krijgen in de inhoud van de opleiding en het toekomstige beroep. Aan het einde van deze fase is selectie en verwijzing mogelijk (artikel 7.8, lid 5, WHW).

(19)

- Student Degene die door de hogeschool is ingeschreven voor een opleiding, en onder meer het recht heeft om deel te nemen aan het onderwijs van de hogeschool.

- Studentendecaan De onafhankelijke functionaris die studenten adviseert en begeleidt bij persoonlijke problemen van materiële en immateriële aard, en waar nodig bemiddelt.

- Studentenstatuut Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instelling specifieke deel (deel 1) en het (gedeeltelijk) opleiding specifieke deel (deel 2). Het eerste deel bevat de rechten en verplichtingen van de studenten en de hogeschool en een overzicht van de regelingen die de rechten van de studenten beschermen. Het tweede deel bevat de Onderwijs- en Examenregeling, een algemene beschrijving van de studieopbouw, de

studentenvoorzieningen en de faciliteiten betreffende de studiebegeleiding (artikel 7.59, WHW).

- Studieadvies Advies aan de student over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding, dat wordt uitgebracht aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase of zolang de student het propedeutische examen niet behaald heeft (artikel 7.8b, WHW).

- Studiejaar Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar.

- Studielink De online inschrijfwizard waarmee (aankomende) studenten zich kunnen inschrijven, her inschrijven en uitschrijven voor een opleiding en wijzigingen in persoons- of adresgegevens kunnen doorgeven aan de hogeschool (zie www.studielink.nl).

- Studieloopbaan- begeleider

De studieloopbaanbegeleider ondersteunt het proces waarin de student sturing geeft aan de inhoud van zijn

onderwijsprogramma door middel van activiteiten die erop gericht zijn dat de student zicht krijgt op zijn motivatie, drijfveren, talent en visie.

- Studiepunt De eenheid om studielast in uit te drukken. Eén studiepunt is volgens het European Credit Transfer System (ECTS) gelijk aan 28 uur studie (artikel 7.4, lid 1, WHW).

- Toets Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan bestaan uit verschillende

deeltoetsen. Het begrip ‘toets’ staat gelijk aan begrip ‘tentamen’

als bedoeld in artikel 7.10, WHW.

- Toetscommissie De commissie als bedoeld in de Regeling Examencommissies van De Haagse Hogeschool, welke nader te bepalen taken in opdracht, namens en onder toezicht van de examencommissie kan uitvoeren.

- Toetsregels De nadere bepalingen met betrekking tot de uitvoering van toetsen en deeltoetsen. Deze kunnen onder meer betrekking hebben op inschrijving, aanwezigheid, de inleverwijze en –termijn van opdrachten, gedrag, toegestane hulpmiddelen en verboden handelingen.

(20)

- Topprestatie Prestatie op hoog niveau waarbij de student behoort tot de (inter)nationale top in zijn discipline, ter beoordeling van het College van Bestuur

- Topsporter Een student die nationaal of internationaal op het hoogste niveau meedoet aan wedstrijden en die via het NOC*NSF een status heeft gekregen of een student die op het hoogste landelijk niveau zijn sport bedrijft, waarbij sprake moet zijn van een gemiddelde tijdsbesteding van ten minste 15 uur per week.

- Voltijdopleiding Een opleiding waarbij de praktische vorming (zoals stages) deel uitmaakt van het onderwijs.

- Werkdag Alle dagen van het jaar met uitzondering van zaterdagen, zondagen, de verplichte feestdagen en de vakantiedagen zoals formeel vastgesteld voor medewerkers van de hogeschool.

- WHW Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, te raadplegen via www.wetten.nl.

- Wsf 2000 Wet studiefinanciering 2000, te raadplegen via www.wetten.nl.

Afkortingen

Met de volgende afkortingen wordt in dit Studentenstatuut bedoeld:

- Ad Associate degree

- BHV Bedrijfshulpverlening

- BSA Bindend studieadvies

- CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst

- CRI-HO Centraal Register Inschrijvingen Hoger Onderwijs - CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs

- CvB College van Bestuur

- DUO Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen: Informatie Beheer Groep)

- ECTS European Credit Transfer System

- EER Europese Economische Ruimte

(21)

Reglement In- en Uitschrijving Bachelor- en Associate Degree-opleidingen 2020-2021

1. Algemene bepalingen

Artikel 7.33 WHW Artikel 1.1 Grondslag reglement

Dit reglement geeft een uitwerking van de wettelijke regels (hoofdstuk 7, titel 2 en 3, WHW) die gelden voor inschrijving voor een bachelor- of een AD-opleiding aan de hogeschool en omvat de regels van procedurele aard als bedoeld in artikel 7.33 lid 1 WHW.

Artikel 1.2 Reikwijdte reglement

1. Dit reglement heeft betrekking op de inschrijving van studenten en extranei voor de voltijdse, deeltijdse- en duale bachelor- en AD-opleidingen aan de hogeschool.

2. De regeling is niet van toepassing op de masteropleidingen en het contractonderwijs.

3. Voor externe studenten die zich willen inschrijven om een minor aan de hogeschool te volgen via Kies op Maat gelden enkele afwijkende bepalingen. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 6.

Artikel 7.32 en 15.2 WHW Artikel 1.3 Algemene vereisten inschrijving

1. Iedereen die gebruik wil maken van onderwijsvoorzieningen, examenvoorzieningen en andere voorzieningen moet zich bij de hogeschool laten inschrijven als student.

2. Degene die gebruik wenst te maken van alleen de examenvoorzieningen kan volstaan met inschrijving als extraneus, met inachtneming van artikel 2.2.

3. Aanmelding voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding of de eerste periode met een studielast van 60 studiepunten voor een AD-opleiding dient plaats te vinden conform de termijnen en bepalingen in artikel 3.2.

4. Er wordt slechts tot inschrijving overgegaan wanneer een student voldoet aan de voorwaarden als genoemd in artikel 2.1.

5. Inschrijving moet uiterlijk hebben plaatsgevonden vóór:

a. 1 september bij inschrijving voor een opleiding die per 1 september start of vóór 1 februari voor een opleiding die per 1 februari start;

b. in afwijking van onderdeel a kan inschrijving na deze data alleen plaatsvinden met voorafgaande toestemming van de faculteitsdirecteur.

6. Inschrijving kan niet met terugwerkende kracht plaatsvinden.

7. Inschrijving vindt plaats voor een opleiding voor het gehele studiejaar. Indien de inschrijving plaatsvindt tijdens het studiejaar geldt de inschrijving voor de rest van het studiejaar.

8. Een ieder die deelneemt aan onderwijs- en/of examenvoorzieningen zonder dat hij is ingeschreven aan de hogeschool, is naast het collegegeld een schadevergoeding verschuldigd ter hoogte van het bedrag aan collegegeld dat hij verschuldigd zou zijn als hij in de betreffende periode wel ingeschreven zou zijn geweest.

9. Inschrijving geschiedt door het College van Bestuur van de hogeschool, via Studielink en dient plaats te vinden conform de inschrijfprocedure in hoofdstuk 3.

10. Inschrijving staat slechts open voor degene die aantoont dat hij:

(22)

a. in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, of

b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst, of

c. vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal de inschrijving wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, of

d. vreemdeling is en buiten Nederland verblijf houdt op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal de inschrijving wordt gewenst, of

e. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b, c of d, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen is ingeschreven voor een opleiding van de hogeschool, welke opleiding nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid.

Artikel 1.4 Informatievoorziening

1. Informatie over de procedures rondom toelating, inschrijving, uitschrijving en collegegeld is beschikbaar op www.hhs.nl/inschrijving en wordt onderhouden door de Centrale Studenten Inschrijving.

2. De Centrale Studenten Inschrijving kan met de (aspirant-)student communiceren over diens toelating, inschrijving, uitschrijving en collegegeld (per brief of) per e-mail, via het hogeschool-e-mailadres of via het e-mailadres dat de student heeft opgegeven bij zijn verzoek tot inschrijving via Studielink. De student is verantwoordelijk voor het regelmatig raadplegen van zijn hogeschool-e-mailadres, het raadplegen van en het doorgeven van wijzigingen in het e-mailadres dat staat geregistreerd in Studielink, het raadplegen van zijn account in Studielink en het opvolgen van de aanwijzingen die in de berichten van de hogeschool en van Studielink worden gegeven.

(23)

2. Inschrijfvoorwaarden

Artikel 7.37 WHW Artikel 2.1 Voorwaarden voor inschrijving als student

1. Voor inschrijving als student dient men vóór 1 september van het betreffende studiejaar of vóór 1 februari voor een opleiding die per 1 februari start:

a. te voldoen aan de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.3, dan wel hiervan vrijstelling te hebben gekregen op grond van artikel 2.7 of 2.8;

b. te voldoen aan eventuele nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.4, dan wel hiervan vrijstelling te hebben gekregen op grond van artikel 2.9;

c. te voldoen aan eventuele aanvullende eisen als bedoeld in artikel 2.5;

d. te voldoen aan eventuele eisen ten aanzien van het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.6;

e. het verschuldigde college- of examengeld te hebben betaald, of betaling te hebben verzekerd door het verlenen van een machtiging voor de betaling van het college- of examengeld als bedoeld in artikel 5.5;

f. indien het een meerderjarige student betreft, schriftelijk in te stemmen indien het college- of examengeld betaald wordt door een derde;

g. de vereiste bescheiden over te leggen als bedoeld in de inschrijvingsprocedure in de artikelen 3.1 en 3.3;

h. niet eerder een negatief bindend studieadvies te hebben ontvangen voor de desbetreffende opleiding of verwante opleiding op grond van de Onderwijs- en Examenregeling, dan wel aan te kunnen tonen dat dit negatief bindend studieadvies is komen te vervallen;

i. indien er sprake is van een eerste inschrijving voor de propedeutische fase of de eerste periode met een studielast van 60 studiepunten van een opleiding waarvoor een numerus fixus geldt, binnen 2 weken na bericht van plaatsing op grond van de decentrale selectie de aangeboden plaats te accepteren via Studielink.

j. indien er sprake is van inschrijving voor de hoofdfase zonder voorafgaande inschrijving aan de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding van de hogeschool, geen toegangsbeperking te hebben voor de gewenste afstudeerrichting van de desbetreffende opleiding;

k. indien er sprake is van inschrijving voor de hoofdfase zonder voorafgaande inschrijving aan de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding van de hogeschool, een schriftelijke verklaring van de examencommissie over te leggen waarin zij verklaart vrijstelling te hebben verleend van het afleggen van de toetsen behorend tot de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding als bedoeld in artikel 2.11.

2. Indien er sprake is van inschrijving met ingang van een andere datum dan 1 september conform de bepalingen in artikel 1.3, lid 5, moet voor aanvang van de inschrijving aan de voorwaarden zoals genoemd in lid 1 zijn voldaan.

Artikel 7.37 WHW Artikel 2.2 Voorwaarden voor inschrijving als extraneus

Voor inschrijving als extraneus dient men te voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.1 en toestemming te hebben van de directeur van de faculteit waar de desbetreffende opleiding toe behoort.

Inschrijving als extraneus is alleen mogelijk voor voltijdse en deeltijdse opleidingen. Er wordt alleen toestemming gegeven indien de aard of het belang van het onderwijs zich daartegen niet verzet.

Artikel 7.9a en 7.24 WHW

(24)

Artikel 2.3 Vooropleidingseisen

1. Degene die zich als student of extraneus wil laten inschrijven voor een opleiding moet voldoen aan de wettelijk verplichte vooropleidingseisen. Dit betekent dat de aspirant-student in het bezit moet zijn van één van de volgende getuigschriften, waarbij tevens moet worden voldaan aan de nadere vooropleidingseisen, aanvullende eisen en eisen ten aanzien van de te verrichten werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6:

a. een vwo-diploma nieuwe stijl (vanaf 2010) b. een havo-diploma nieuwe stijl (vanaf 2009) c. een mbo-diploma op niveau 4;1

d. een getuigschrift van het propedeutisch examen van een bacheloropleiding aan een Nederlandse hogeschool of universiteit;

e. een getuigschrift van het afsluitend examen van een bachelor- of masteropleiding aan een Nederlandse hogeschool of universiteit.

2. Voor toelating tot een versneld driejarig HBO-traject van 180 studiepunten als bedoeld in artikel 7.9a van de WHW dient de aspirant-student in het bezit te zijn van één van de volgende getuigschriften, waarbij tevens moet worden voldaan aan de nadere vooropleidingseisen, aanvullende eisen en eisen ten aanzien van de te verrichten werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6:

a. een vwo-diploma nieuwe stijl (vanaf 2010);

b. een getuigschrift van het propedeutisch examen van een bacheloropleiding aan een Nederlandse universiteit, of

c. een getuigschrift van het afsluitend examen van een bachelor- of masteropleiding aan een Nederlandse hogeschool of universiteit.

3. Een diploma havo (voor 2009) of vwo oude stijl (voor 2010) wordt door de hogeschool gelijkgesteld aan een diploma havo respectievelijk vwo nieuwe stijl, met inachtneming van de eisen ten aanzien van het vakkenpakket als bedoeld in artikel 2.4 lid 2 en na beoordeling door de Commissie Toelating.

4. Aan degene die niet beschikt over een getuigschrift als bedoeld in lid 1, 2 of 3 kan vrijstelling van de vooropleidingseisen worden verleend door de Commissie Toelating op grond van de artikelen 2.7 of 2.8.

Artikel 7.25 WHW Artikel 2.4 Nadere vooropleidingseisen

1. Aan degene die op grond van een havo- of vwo-diploma nieuwe stijl wil worden toegelaten tot een opleiding, kunnen eisen worden gesteld ten aanzien van profiel en vakken of andere programmaonderdelen. Deze eisen zijn gebaseerd op de Regeling Aanmelding en Toelating Hoger Onderwijs. Op de website van de hogeschool (www.hhs.nl) kan een overzicht van de nadere vooropleidingseisen per opleiding worden geraadpleegd. Daar staat ook vermeld op welke wijze aan deze eisen voldaan moet zijn voordat inschrijving voor de betreffende opleiding kan plaatsvinden.

2. Voor de aspirant-student met een havo- (voor 2009) of vwo-diploma (voor 2010) oude stijl geldt dat hij heeft voldaan aan de nadere vooropleidingseisen indien de inhoud van het vakkenpakket waarin hij examen heeft gedaan alle vakken omvat, die genoemd worden in de nadere vooropleidingseisen van de desbetreffende opleiding.

1 De HHs hanteert de in de Regeling Aanmelding en Toelating Hoger Onderwijs 2014 vervatte nadere vooropleidingseisen mbo-hbo. In afwijking hiervan laat de HHs ook voor het studiejaar 2020-2021 niet- verwante MBO-instromers toe. Een gesprek met de studiekeuzeadviseur wordt aangeboden. Het bezit van een mbo-4diploma is derhalve voor het studiejaar 2020-2021 voldoende.

(25)

3. Voor de aspirant-student met een buiten Nederland afgegeven getuigschrift als bedoeld in artikel 2.7, lid 1 en 2, geldt dat hij heeft voldaan aan de nadere vooropleidingseisen indien de inhoud van het vakkenpakket waarin hij examen heeft gedaan alle vakken omvat, die genoemd worden in de nadere vooropleidingseisen van de desbetreffende opleiding.

4. Indien de aspirant-student niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, kan hij aantonen dat hij toch aan inhoudelijk vergelijkbare eisen voldoet door het overleggen van een certificaat waaruit blijkt dat de deficiëntie is weggewerkt, als bedoeld in artikel 2.9.

Artikel 2.4a Bijzondere nadere vooropleidingseisen PABO-opleiding

1. Degene die met een behaald havo- of mbo-4-diploma wil worden toegelaten tot de PABO-opleiding dient per 31 augustus 2020 aantoonbaar over voldoende kennis te beschikken in de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. De procedure staat beschreven op http://goedvoorbereidnaardepabo.nl.

Artikel 7.26 WHW Artikel 2.5 Aanvullende eisen

Voor toelating tot bepaalde opleidingen worden aanvullende eisen gesteld. Op de website van de hogeschool (www.hhs.nl) is vermeld waaruit de aanvullende eisen bestaan en op welke wijze aan deze eisen voldaan moet zijn voordat inschrijving voor de betreffende opleiding kan plaatsvinden. Dit betreft de volgende opleidingen:

a. Opleiding tot Leraar Lichamelijke Opvoeding;

b. Sportkunde.

Artikel 7.27 WHW Artikel 2.6 Eisen werkkring

Voor deeltijdopleidingen kunnen bijkomende eisen gesteld worden ten aanzien van de werkzaamheden die tijdens het volgen van de opleiding verricht moeten worden indien de desbetreffende werkzaamheden in de Onderwijs- en Examenregeling als onderwijseenheden zijn aangemerkt. Op de website van de hogeschool (www.hhs.nl) is bij de desbetreffende opleidingen vermeld waaruit deze eisen bestaan. Dit betreft de volgende opleidingen:

a. Bedrijfskunde;

b. Facility Management (bachelor);

c. Facility Management (Associate degree);

d. HBO-Verpleegkunde;

e. Social Work f. Huidtherapie

Artikel 7.28 WHW Artikel 2.7 Vrijstelling van de vooropleidingseisen op grond van een getuigschrift 1. De Commissie Toelating verleent vrijstelling van de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.3, lid

1, aan degene die een getuigschrift bezit dat is afgegeven in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb.

2002, 137) heeft geratificeerd en dat in dat betreffende land toegang geeft tot het wetenschappelijk

(26)

onderwijs of hoger beroepsonderwijs.2 De Commissie Toelating kan vrijstelling van de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.3, lid 1, verlenen aan degene die een getuigschrift bezit dat al dan niet in Nederland is afgegeven en dat naar oordeel van de Commissie Toelating tenminste gelijkwaardig is aan een getuigschrift als bedoeld in artikel 2.3, lid 1.

2. De Commissie Toelating verleent vrijstelling van de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.3, lid 2, aan degene die een getuigschrift bezit dat al dan niet in Nederland is afgegeven en dat naar oordeel van de Commissie Toelating tenminste gelijkwaardig is aan een getuigschrift als bedoeld in artikel 2.3, lid 2.

3. Indien op grond van lid 1 of 2 vrijstelling van de vooropleidingseisen wordt verleend, moet de aspirant- student, voor zover deze van toepassing zijn, voldoen aan de nadere vooropleidingseisen, de aanvullende eisen en de eisen ten aanzien van de te verrichten werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6.

4. Indien op grond van een buiten Nederland afgegeven getuigschrift vrijstelling van de vooropleidingseisen wordt verleend, moet de aspirant-student voldoen aan de taaleisen als bedoeld in artikel 2.10.

Artikel 7.29 WHW Artikel 2.8 Vrijstelling van de vooropleidingseisen op grond van een

toelatingsonderzoek

1. De Commissie Toelating kan vrijstelling verlenen van de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.3, lid 1, aan degene die op het moment van inschrijving 21 jaar of ouder is en met goed gevolg een toelatingsonderzoek heeft afgelegd aan De Haagse Hogeschool.

2. Voor degene die een buiten Nederland afgegeven getuigschrift heeft dat in eigen land toegang geeft tot een instelling voor hoger onderwijs, kan de Commissie Toelating afwijken van de leeftijdsgrens van 21 jaar. Van die leeftijdsgrens kan de Commissie Toelating ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overgelegd.

3. De weging van de onderdelen van het toelatingsonderzoek sluiten aan bij de Regeling Aanmelding en Toelating Hoger Onderwijs en is door de Commissie Toelating vastgesteld. Op de website van de hogeschool (www.hhs.nl/inschrijving, ‘Toelatingseisen’) is vermeld welke vorm het toelatingsonderzoek heeft en hoe de aspirant-student zich kan aanmelden.

Artikel 7.25 WHW

Artikel 2.9 Deficiëntie bij nadere vooropleidingseisen

1. De Commissie Toelating kan bepalen dat degene die niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.4 alsnog toelaatbaar is indien de aspirant student een geldig certificaat kan overleggen waaruit blijkt dat de deficiëntie is weggewerkt.

2. Op de website van de hogeschool (www.hhs.nl/inschrijving, ‘Toelatingseisen’) is vermeld met welke certificaten de aspirant student kan aantonen dat de deficiëntie is weggewerkt.

Artikel 7.28 WHW

2 Onverminderd de bevoegdheid van de Commissie Toelating om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens de wet.

(27)

Artikel 2.10 Taaleisen

1. Degene die een buiten Nederland afgegeven getuigschrift bezit als bedoeld in artikel 2.7, lid 1, en ingeschreven wil worden voor een Nederlandstalige opleiding, moet voorafgaand aan de inschrijving op een van de volgende wijzen aantonen dat hij over voldoende kennis van de Nederlandse taal beschikt:

a. een diploma Staatsexamen NT2 programma II;

b. een diploma of certificaat dat naar oordeel van de Commissie Toelating tenminste gelijkwaardig is aan het diploma of certificaat als bedoeld onder a.

2. Degene die een buiten Nederland afgegeven getuigschrift bezit als bedoeld in artikel 2.7, lid 1, en ingeschreven wil worden voor een Engelstalige opleiding, hoeft niet aan te tonen dat hij over voldoende kennis van de Engelse taal beschikt indien het een getuigschrift voor Engelstalig onderwijs betreft dat is afgegeven in een van de volgende landen:

a. Australië;

b. Canada;

c. Ierland;

d. Malta;

e. Nieuw-Zeeland;

f. Verenigd Koninkrijk;

g. Verenigde Staten van Amerika, of h. Zuid-Afrika.

3. Degene die niet voldoet aan de voorwaarden in lid 2, en een buiten Nederland afgegeven getuigschrift bezit als bedoeld in artikel 2.7, lid 1, en ingeschreven wil worden voor een Engelstalige opleiding, moet voorafgaand aan de inschrijving door middel van een IELTS-, TOEFL- of Cambridge ESOL-certificaat aantonen dat hij over voldoende kennis van de Engelse taal beschikt. De scores die hierbij tenminste moeten worden behaald zijn:

a. voor een IELTS-toets: 6.0 overall, waarbij de opleiding tevens kan bepalen dat voor elk onderdeel tenminste een deelscore van 6.0 moet zijn behaald;

b. voor een TOEFL-toets (internet based): 80, waarbij de opleiding tevens kan bepalen dat voor elk onderdeel tenminste een deelscore van 20 moet zijn behaald.

c. voor een Cambridge ESOL (CPE/CAE/FCE), toets: 169 en grade A, B of C, waarbij de opleiding tevens kan bepalen dat voor elk onderdeel tenminste een deelscore van 169 moet zijn behaald.

4. Degene die een getuigschrift van een examen zoals vermeld op de website van de hogeschool (www.hhs.nl/inschrijving, ‘Toelatingseisen / Taaleisen’ kan overleggen en daarbij examen heeft gedaan in het vak Engels, kan worden vrijgesteld van de verplichting een taaltest af te leggen.

Artikel 7.30 WHW Artikel 2.11 Toelating tot de hoofdfase

1. Voor toelating tot de hoofdfase van een bacheloropleiding geldt, naast de in artikel 2.3 genoemde eisen, dat de student in het bezit dient te zijn van een getuigschrift van het propedeutisch examen van die opleiding aan De Haagse Hogeschool, of van een bewijs dat de examencommissie van die opleiding hem vrijstelling heeft verleend van het afleggen van de toetsen behorende tot de propedeutische fase van die opleiding.

2. De examencommissie kan beperkingen opleggen aan het afleggen van toetsen uit de hoofdfase zolang de student voor de propedeutische fase is ingeschreven.

Artikel 7.8b WHW

(28)

Artikel 2.12 Inschrijving na een negatief bindend studieadvies

1. Degene die een negatief bindend studieadvies heeft ontvangen kan op een later tijdstip alsnog voor dezelfde opleiding of verwante opleiding worden ingeschreven indien het negatief bindend studieadvies is komen te vervallen. De voorwaarden hiervoor zijn beschreven in hoofdstuk 7 van de Onderwijs- en Examenregeling.

2. Degene die bij het College van Beroep voor de Examens beroep heeft ingesteld tegen een negatief bindend studieadvies kan desgewenst voor de duur van het beroep bij het College van Beroep voor de Examens opnieuw worden ingeschreven voor dezelfde opleiding. Indien het College van Beroep voor de Examens het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaart, of de student het beroep intrekt, wordt de inschrijving van de student beëindigd. Deze beëindiging vindt plaats met ingang van de maand die volgt op de maand waarin de student het beroep heeft ingetrokken of waarin het Loket Rechtsbescherming de student op de hoogte heeft gesteld van het feit dat het College van Beroep voor de Examens uitspraak heeft gedaan.

(29)

3. Inschrijfprocedure

Artikel 7.33 WHW Artikel 3.1 Procedure bij eerste inschrijving

1. Degene die zich voor de eerste maal als student wil laten inschrijven voor een opleiding, moet zich aanmelden via Studielink. Indien aanmelding via Studielink niet mogelijk is, moet de aspirant-student zich aanmelden via een inschrijfformulier dat verkrijgbaar is bij de Centrale Studenten Inschrijving.

2. Een aanmelding voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding of de eerste periode met een studielast van 60 studiepunten van een AD-opleiding moet tijdig worden gedaan. De termijnen en overige voorwaarden bij aanmelding zijn beschreven in artikel 3.2.

3. Bij aanmelding voor een opleiding moeten de volgende bescheiden worden overgelegd:

a. een kopie van het paspoort of de identiteitskaart, indien verificatie van de identiteit via Studielink niet mogelijk blijkt;

b. in geval van een in Nederland afgegeven diploma of getuigschrift: een gewaarmerkte kopie van een toelating gevend diploma of getuigschrift, inclusief een gewaarmerkte kopie van de bijbehorende cijferlijst, indien verificatie van de vooropleiding en het diploma via Studielink niet mogelijk blijkt;

c. in geval van een buiten Nederland afgegeven diploma of getuigschrift dient het originele diploma of getuigschrift, inclusief de bijbehorende cijferlijst, te worden getoond bij de Centrale Studenten Inschrijving;

d. de overige bescheiden zoals aangegeven op de website;

e. voor niet-EER onderdanen3 van 18 jaar en ouder: een verblijfsdocument of schriftelijke verklaring van het bevoegd gezag waaruit de rechtmatigheid van verblijf in Nederland blijkt op de eerste dag waarop de opleiding begint;

f. voor inschrijving in de hoofdfase zonder voorafgaande inschrijving aan de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding aan de hogeschool: een bewijs dat de examencommissie vrijstelling heeft verleend van het afleggen van de toetsen behorende tot de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding.

4. Daarnaast dient de student voldaan te hebben aan de betalingsvoorwaarden, zoals vermeld in artikel 5.1.

5. Na inschrijving ontvangt de student digitaal een bewijs van inschrijving.

Artikel 7.31a, 7.31b, 7.31c en 7.31d WHW Artikel 3.2 Termijnen en voorwaarden bij aanmelding voor de propedeutische fase

van een bacheloropleiding of de eerste periode met een studielast van 60 studiepunten van een AD-opleiding

1. Degene die zich aanmeldt voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding of de eerste periode met een studielast van 60 studiepunten van een AD-opleiding aan De Haagse Hogeschool, moet deze aanmelding uiterlijk hebben ingediend op:

a. 1 mei voorafgaand aan het studiejaar waarvoor de student zich aanmeldt, indien de aspirant- student zich nog niet eerder voor het betreffende studiejaar bij een Nederlandse hogeschool of universiteit heeft aangemeld;

3 Onder niet-EER onderdanen wordt hier verstaan: studenten met een andere nationaliteit dan van een van de lidstaten van de EU of van Noorwegen, IJsland of Liechtenstein dan wel een Zwitserse

nationaliteit hebben.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een erkenning ITK als bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder de voorwaarde dat de kwaliteitszorg uiterlijk twee jaar na de datum waarop de erkenning ITK in werking

O Seizoensgebonden standplaats (alleen voor kerstbomen en oliebollen) O Incidentele standplaats (maximaal twee dagen achtereen per kwartaal)?. Branche/producten

In geval van een gezamenlijke opleiding, gezamenlijke afstudeerrichting of gezamenlijk Ad-programma met een of meer buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs kan

In afwijking van artikel 3, eerste lid, voert een ander dan degene die een bevolkingsonderzoek door of vanwege de rijksoverheid aanbiedt of verricht en die het in artikel 2,

Het bevoegd gezag kan de uren, bedoeld in het derde of vierde lid, invullen met activiteiten die worden verzorgd in het onderwijsprogramma als bedoeld in artikel 27a, tweede lid,

verzoekt de Commissie een langetermijnstrategie te ontwikkelen die verder gaat dan alleen reactieve maatregelen in verband met COVID-19 en de basis moet leggen voor een

Onder punt B is de overeen gekomen bijdrage per ha opgenomen bij een prijspeil 2004.De volgende zin is toegevoegd:”Voor de uitbreidingsgebieden geldt als

doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is,