• No results found

Uitgaaf van N. VEENSTRA, te s-gravenhage. door J. CORVER. PrUs van hat Eerste deel tn gatll. nmslag 12.50, gab. <5.3.50,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Uitgaaf van N. VEENSTRA, te s-gravenhage. door J. CORVER. PrUs van hat Eerste deel tn gatll. nmslag 12.50, gab. <5.3.50,"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitgaaf van N. VEENSTRA, te ’s-Gravenhage

PRIJS

30 Dec

door J. CORVER.

PrUs van hat Eerste deel tn gatll. nmslag 12.50, gab. <5.3.50,

1 ______ iAkiAiaiNii —m Inxandlna wan hat bWlP«l'

CENT

(2)

] RALHO-EXFKKS. |

^ (RAOIOLA)

ANDERSEH & POLAK

P*

i

jip

P. C. Hooftstraat 40

eiN|ic U,T AMSTERDAM

O I IN UO

VOORRAAD

GENERAL RADIO

«-everbaar Telefoon 26587

FABRIKATEN Ltvtring ook nn dsn hindsl

Crystalphone-Radlo

JUNIOR f 105.- 4 A. . . f 265.- 4B. . . f 290.-

Farrand Luidsprekers f 55. QujUaiafonr

Ovortl verkrijgbaar geateld door

HIT BEROEMDE 2-TAL

da Importeurai

H. HI. (. DE BUEV i to.

vh. LARSEN DE BREY & Co.

's-QRAVENHAQE.

TELE FUN KEN

m

. a.

INGENIEURS -EN VERKOOPBUREAU H. STIEGEL, ING.

Prinsengracht. 851 '"AMSTERDAM • Telefoon, 37346

Fa. Ch. VELTHUISEN

Oude Molstraat 15a-18 - Juffr. Idastraat 5 - DEN HAAG Telefoon 12412 - - Anno 1891 -- Giro 28376 Nu is het de tijd om naar Indie

en Amerikate luisteren. Wanneer U met een koptelefoon luistert, kan dit soms zeer pijnlijk worden.

Gebruik daarom GUMMI KUSSENS, deze beschermen Uw telefoon tevens voor stuk stooten. Prijs f 0.90 per paar (franco bij voor- uitbetaling).

Met de beste wenschen voor 1928!

Handelsvereeniging v.h. L. TERWAL

AMSTERDAM, Ceintuurbaan 254 ROTTERDAM, Haringvllet 36 HAARLE M, Kl. Hoatstraat 37

„FERRIX” Transformatoren

(Het orig. Franschc materlaal.)

.ELTEA” Accugelijkrichters

Type G 551, complect met lampen en snoeren

“ '3.50 ...

»■ Type G

125 Volt . ... t 19.50 220 Volt... f 20.50

„ELrTEA” Plaatstroomapparaten

Type BG 373, compleet met snoer en lamp 373 . ... f 39.—

SARCOS-LUIDSPREKERS TELEFUNKEN-LAMPEN

LISSEN-MATERIAAL

Vraaet onze nleuwe prljscourant uitslultend voor H.H. Handelaars en Wedervcrkoopers.

De ,,HAROPHQNE” Ontvangtoestellen

waarborgen U :

1e SELECTIVITEIT 2e EENVOUD

3e KWALITEIT en

4e GELUIDSTERKTE

Een client te Hengelo meldt ons:

nZelfs Brussel is vrij van Langenberg; dit resultaat konden wij met geen enkel apparaat bereikon. — Ook de lange golf stations ontvangen wij alien ongestoord. — Kwaliteit schit—

terend. — In 66n woord: ..VOOrtreHeliflC’V' Indian tap plaatae nlal verteganwoopdlgd, ver- atrakken wl| op aanvrage gaarne een brochure on ’I ad res van den naastbllwonenden agent.

NOG EENIGE SERIEUSE AGENTEN GEVRAAGD.

H aagsghe R adio O nderneming

SMITSSTRAAT 1S3---DEN HAAG.

R. KUPERUS

VOORSTRAAT 75 TEL. 4355

UTRECHT

io-Ontvangtoestellsn en Ondardselsn.

(3)

30 DECEMBER 1927

VIJFDE JAARGANG No. 52

radio - expres

I WEEKBLAD VOOR RADIO-TELEGRAFIE EN -TELEFONIE 1

glllllllllUIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIHIHIIIIHIIIIIHIIHl[||IHlll|||lllllllllllllllllllllllllllllllllllll|j||llllllllll[|l|l[|||||[|||1||||1|[||||[||||[||||m|)|[||1|[||||[||1||||,||||m|m... ... ...ml OFFIC1EEL ORGAAN VAN

DE NED. VER. VOOR RADIO-TELEGRAFIE. |

REDACTEUR: J. CORVER. I

UITGAVE VAN N. VEENSTRA,

| LAAN VAN MEERDERVOORT 30, DEN HAAG.

1 TELEFOON 32112.

|iiiiii[iiiiiiiiii[ii[iniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiniiimiiiiiiiiinnniiiiiiiinnimiiiiiiinniiiii[iiiiiiiiiiiniiiiimiinimiiiiiimiiiiiimiiiiiiinii[iiiiiiimiiiMniiimniiiiiiiii .... .. . . iiiniiiiiiiiiiinnil

| DIT BLAD VERSCH1JNT 1EDEREN VRIJDAG.

| De abonnementsprijs bedraagt, bU vooruitbetaliug, f 3.— per balfiaar voor het binnenland en f 5.— voor het buitenlaud, per postwissel in te zenden aan het bureau van Radlo-Expres, Laau van Meerdervoort 30, den Haag. — Losse nummcrs f 0,25 per stub.

Correspondentie, zoowel voor Administrate als Redactie, gelieve men te zenden aan bet adres: Laan van Meerdervoort 30, 's-Gravenhage.

Het auteursrecht op den volledigen inboud van dit blad wordt voorbehouden volgens de Wet op het Auteursrecht van 23 September 1912, Staatsblad n° 308.

ZIE EVEN OMj DAN VOOR- WAARTS !

Bij het scheiden van het jaar 1927 een enkel woord.

Ons weekblad „Radio Expres”, — uw weekblad, Nederlandsche amateurs ! — ziet lieden terug op vijf jaren van actieve ontwikkeling.

Ieder, die lets te vertellen had, waar- van hij gaarne anderen deelgenoot heeft willen maken, heeft in Radio Expres de gelegenheid daartoe gevonden.

Ieder, die iets te vragen had, dat hem niet duidelijk was, heeft onze aandacht gehad voor zijn moeilijkheden.

Nieuwe schema’s, nieuwe constructies, nieuwc onderdeelen, zijn geregeld be- sproken, wanneer na beproeving de we- zenlijke waarde ervan voldoende bleek.

Bovendien zijn ook de ervaringen, in onzen lezerskring met die schema’s en constructies opgedaan, geregeld naar voren gebracht. Dat contact tusschen blad en Iezers en tusschen lezers en blad, is naar alle zijden vruchtbaar gebleken.

Radio Expres neemt in dit opzicht een geheel eenige positie in. Het is niet een blad, dat door een staf van enkele heeren volgeschreven wordt, enkel omdat de pagina’s nu eenmaal gevuld behooren te zijn. Wij hebben er steeds naar gestreefd, alleen datgene te brengen, dat waarlijk noodig en nuttig was. Wij hebben ge­

streefd naar het brengen van levende stof, zoo mogelijk in levendigen vorm.

En daarbij hebben de lezers van harte

meegeholpen. , ,,

Het is daarom, dat wij met dankbaar- heid willen getuigen, dat wij ons krachtig gevoelen in het vertrouwen van die vele

duizenden,, over het gansche land ver- spreid, die voor ons een groote familic vormen in hun gemeenschappelijk streven om geestelijk meesterschap te behouden over een zoo snel zicli ontwikkelenden tak der techniek, die zuik een enorme cultuurbeteekenis heeft verkregen.

Als wij bij het scheiden van het jaar terugblikken, dan is het niet met wee- moed, want wat wij achter ons zien, was vruchtbaar werk.

Daarom ook thans weer blijmoedig voorwaarts 1 In de toekomst liggen de groote dingen, die ons wachten.

DE GOLFLENGTENVERDEELING VAN WASHINGTON.

Over de golflengtenverdeeling te Was­

hington ontworpen, vonden wij nog de voigende mededeeling.

De conferentie heeft alle golflengten van 30.000 tot 0.5 meter ingedeeld in banden, welke aan de verschillende dien­

sten zijn toegewezen.

De indeeling der diensten is in hoofd- zaak als volgt: vaste draadlooze verbin- dingen (point-to-point services); mo- biele stations, dat zijn hoofdzakelijk de scheepszenders; maritieme diensten, hier- onder worden de telegrafische en telefo- nische radio-verbindingen aan boord van de schepen, uitsluitend ten dienste der passagiers verstaan; radio-bakens;

luchtvaartstations; richtingzoekers, d.w.z.

peilstations voor de navigatie; omroep- stations en tenslotte amateursgolflengten voor experimenten.

Voor den omroep zijn de voigende banden gereserveerd: Van 1875 M. tot 1550 M. (gedeeltelijk voorloopig te rege-

len met eenige vaste telegrafie-stations, die reeds binnen het gebied werken, maar op den duur daaruit moeten verdwijnen);

van 545 M. tot 230 M., op welke lengte ook mobiele stations mogen werken, mits zij den omroepdienst niet storen; van 230 M. tot 200 M. exclusief voor den om­

roepdienst, evenals de ultra-korte golven van 50 M. tot 48 M. van 31.6 M. tot 31.2 M., van 25.6 M. tot 25.2 M., van 19.85 M.

tot 19.55 M., van 16.90 M. tot 16.85 M.

en van 14.— M. tot 13.90 M.

MOTALA.

Ergens tusschen Daventry en Hilver- sum ligt het groote Zweedsche radiosta­

tion Motala. Deze „ligging” is niet geo- grafisch, maar „condensatorisch” be- doeld. Motala, dat meestal de program- ma’s van Stockholm relayeert, is in ons geheele land uitstekend te hooren, heeft een heel goede modulatie, wordt niet ge- stoord door interferentie van ’n naburige golf en is vrijwel een copie van Daventry.

De eindversterker van het groote Zweed­

sche omroepstation is uitgerust met 4 watergekoelde Iampen met een gezamen- lijk opname-vermogen van 40 K.W. Ook het modulatie systeem werkt met Iampen van dezelfde capaciteit. De antenne-ener- gie bedraagt normaal 30 K.W., waarvan 75 % gemoduleerd wordt. Het eigenlijke zendvermogen is dus 22 K.W. en niet 40, zooals meestal wordt aangegeven.

Twee geheel vrijstaande torens, elk van 130 M. hoogte en op een afstand van 260 M. van elkaar staande, dragen de antenne. Interessant is, dat de mogelijk- heid bestaat, de antenne langs electri- schen weg te verhitten, waardoor in de

(4)

RADIO-EXPRELl . 966

wintermaanden sneeuw en ijzel van de draden der antenne worden afgesmolten, zoodat de kans op breuk dier draden door te zware belasting is uitgesloten.

In de maanden Juni en Juli 1928 zal te Bandoeng een tentoonsteliing gehouden worden op reis- en sportgebied, waaraan tegelijkertijd een radio-show zal verbon- den zijn. Men heeft deze speciaal willen organiseeren, doordat de radio thans een groote populariteit geniet, waaraan de telefoongesprekken tusschen Java—Hol­

land veel hebben bijgedragen.

Volgens een bericlit uit Oslo heeft de Norsk Telefunken Maatschappij de licen- tie verkregen voor de telegrafische foto- overbrenging volgens het patent van ingenieur H. Petersen.

Binnenkort zal liier een station voor den radio-fotodienst met Amerika opge- richt worden.

Dit jaar had de Marconimaatschappij in samenwerking met de Amerikaansche Radio Corporation een nieuwen vorm van kerstgroeten ingevoerd, welke als radio- fotogram overgeseind werden. De groot- ste maat, welke ter overseining mocht worden aangeboden, bedraagt 4 X 5 in­

ches (ongeveer 10 X 12y2 centimeter).

De prijs was, met korting vanwege de extra gelegenheid, ruim 98 gulden per kaart.

Voor de vergelijking met de „Bildtele- graphie” op het traject Berlijn-Weenen deelt de N.Rott. Ct. hierbij mede, dat het overseinen van een oppervlakte van 4 X 10 centimeter 8 Mark kost.

Te Akurevri (IJsland) is een zendsta- tion voor radiotelefonie geopend. Dit station, dat eigendom is van een Engel- schen missionaris werkt op een golflengte van 192 M. De plaat-energie bedraagt

1,5 K.W.

BALANSVERSTERKING MET WEERSTANDKOPPELING,

Door ULYSSES.

De balansversterker schijnt uit de gratie te zijn.

Waarschijnlijk gevoelt men er minder behoefte aan sedert de komst der zooveel betere versterkerlampen, waarover we nil beschikken.

De meeste amateurs toch, *®

met balansversterking hebben g P menteerd, zagen daarin in

plaats een middel om meer em g verkrijgen zonder de hevige verv°rming, welke destijds het verwekken van,gr0°(i_

eindgeluiden vergezelde. Zeei ve en g • voelden zich echter door de prestatic, van den balansversterker teleurgeste d, wat de geluidsterkte betrof. Als alles goed werkte en men dan een der lampen uit den balansversterker verwijderde, zoodat een gewone versterkertrap over- bleef, veranderde het eindgeluid meesta heel weinig. lets dergelijks als bij het gebruik van twee parallel geschakelde eindlainpen. Ook de daarmee bereikte winst is in het algemeen de extra lamp niet waard. Toch wordt de beschikbare energie in den uitgaanden kring daarbij verdubbcld, evenals bij den balansver­

sterker het geval lean zijn. Maar we zijn nu eenmaal gewoon, van de toevoeging eener lamp meer te profiteeren.

En de kwaliteitsverbetering ? Ook die viel vaak erg tegen. De oorzaak daarvan is ten deele te zoeken in het feit, dat men met de te kleine lampen, die men een­

maal had, door balansversterking won- deren dacht te bereiken. Anderdeels hadden ook de transformatoren, die voor balansversterking in den handel werden gebracht, zeker schuld. De beste waren naar mijn ervaring een paar zeer onaan- zienlijk uitziende transformatortjes. Zij staken gunstig af bij sommige op het oog heel mooie exemplaren, van overigens ook goed maaksel, maar die voor kwali- teitsversterking helaas niet deugden. In Radio-Expres werd herhaaldelijk de wenk gegeven, den uitgangstransfdrma- tor van een balansversterker maar als

Fig. 1

smoorspoel te schakelen en van de trans- formatie geen gebruik te maken (fig. 1);

die wenk bleek mij in nagenoeg alle ge- vallen volkomen juist, hetgeen toch zeker niet pleit voor de dimensioneering van zulke transformatoren.

Ofschoon mijn vertrouwen in het be- ginsel der balansversterking zeer groot was, kan ik van het vertrouwen in de daarvoor bestemde transformatoren niet hetzelfde getuigen. Dat was de reden om balansversterking met weerstandkoppe- ling te probeeren.

Nu is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan, want als men de zaak gaat doen en daardoor zichzelf dwingt, alle omstandigheden nauwkeurig te bekijken

stuit men op moeilijkheden

zoo ver mij bekend, nog wejni aar°ver publiceerd. Bezien we den f ls 8e~

balansversterker van figuur l mffT°nen formatoren, dan hebben we Vo rans' balanstrap een ingangstransf.

met mid-

een

denaftakking op de secondaire uitgangstransf. met middenaftakkin ^ de primaire. In de figuur is veronderft ?P dat de secondaire van den uitgangstr 6 d’

formator maar ongebruikt gelaten wom*' dus alleen de primaire als kopnelin,/’

smoorspoel dient. ngs'

Zien we nu, waar we in dit schema gemakkelijk weerstandkoppeling kunnen toepassen, dan is dat zonder meer alleen mogelijk in plaats van de smoorspoel amb. Voor am en mb kan men bijv anodekoppelingsweerstanden van 100.000 ohm in de plaats zetten; dat gaat direct Moeilijker is het vinden eener waarde die even goede versterking oplevert als de smoorspoelen. Zijn de lampen in fig. i van het eindlamptype, dan is 100.000 ohm in him plaatkring een maatregel, die veel overeenkomst heeft met ver- wijderen van de geheele plaatspannings- bron. Ik heb van alles geprobeerd, maar ben tot de conclusie gekomen, dat de smoorspoelkoppeling op deze plaats ver- reweg de meest effectieve is en ook om kwaliteitsredenen in den uitgang gerust kan worden gehandhaafd. Zijn de smoor­

spoelen am en mb maar groot, zoowel ten opziehte van den inw. weerstand der lampen als ten opziehte van de zelf- inductie van den luidspreker, dan is er geen kwaad bij en is het de vraag of men met weerstanden wel ooit zoo goed uitkomt. Die weerstanden moeten n.l.

enorm groot worden, widen zij ook voor de hoogste tonen nog groot blijven ten opziehte van den zelfinductieweerstand van den luidspreker; en hebben zij die grootte niet, dan gaan de hooge tonen smadelijk verloren. Maar als zij groot zijn, beperken zij de energie in den uit- gangskring te veel. Ik geloof daaroin, dat dit een der weinige plaatsen in een toestel is, waar weerstandkoppeling nu juist heelemaal niet goed is.

lets geheel anders zou het wezen, nls achter amb nog een versterkertrap volgde en de lampen in den voorafgaanden kring dus geen energie behoefden te leveren.

Dit is voorgesteld in fig. 2. In zulk een tusschentrap kan de geheele koppelin°

als weerstandkoppeling worden uitge voerd volgens de. gewone, voor weer- standversterkers geldende gegevens. ^e11 denke zich hier de lampen la en lb1 a's weerstandversterkerlampen (RE 05,’

A 425 of A 430), terwijl dan 2a en 2b « eindlampen worden.

Slechts zelden zal het intusschen vo«r' komen, dat men zoo in eens twee b3*31 trappen gaat gebruiken. In een tusscl,e t,3P kan overbelasting en vervorjn1

Ook hii <yr,K,.,.:i. ... If-___...milP lamp

(5)

RADIO-EXPRES. | 967 gemakkelijk worden voorkomen, zoodat

de balans in het algemeen slechts in aan- merking wordt gebracht voor den eind- trap.

In verband met de uitgesproken ver- oordeeling van het gebruik van weer- standkoppeling in den uitgang, beteekent dit, dat weerstandkoppeling in een ba- lansversterker meestal alleen maar re-

3

den van bestaan heeft als men kans ziet den ingangstransformator van fig. I erdoor te vervangen. En hier staat men mi voor een moeilijkheid. De eigenaar- digheid van den baiansversterker is, dat men aan de roosters der balanslampen trillingen van tegengestelde phase toe- voert, zoodat de wisselspanningen het eene rooster positiever maken, als het andere negatiever wordt. Met een trans- formator is dat gemakkelijk. De primaire P in fig. I induceert in de secondaire bij A tegengestelde spanningen als bij B.

Ook in fig. 2 gaat dit bij de weerstand­

koppeling goed, als de roosters der lam- pe'n 1 a en lb eerst maar hun tegengestelde spanningen ergens vandaan krijgen. Maar als we oils fig. 2 denken, geschakeld achter een enkele detectorlainp, waar moet dan bij weerstandkoppeling de te- genspanning voor het eene rooster van­

daan gehaald worden ? Dat is het punt, waarom het hier gaat.

Vermoedelijk heeft al wel lang iemand voor mij een oplossing gevonden en mo-

plaats regelrecht aan B doorgegeven, maar bovendien aan H, die voor zoover het rooster betreft, parallel is geschakeld aan B. In den plaatkring van H bevindt zich de weerstand ac en punt c zal nu steeds spanningsvariaties hebben, tegen- gesteld aan die op het rooster van B.

Maar de spanningsvariaties aan punt c zijn door de versterking van lamp H vpel grooter dan die aan het rooster van B.

Is de versterking van H gelijk aan g, dan zijn de variaties bij c ook g maal grooter dan aan B’s rooster. Maken we nu echter een aftakking op ac bij b, zoo dat =

ac dan zal punt b, verbonden met het rooster van lamp A, aan dat rooster juist 9 gelijke en tegengestelde spanningen ge- ven, als die welke op het rooster van B arriveeren.

De aftakking b is gemakkelijk te ma- ken als men voor ab en be aparte weer- standen neemt. Is de versterkingsfactor van lamp H = 10, dan moet bijv. ab = 100,000 ohm zijn en be = 900,000.

Ziedaar het beginsel. De practische uit- werking brengt nu nog eenige overleg- gingen mede,-die ik in een volgend ar- tikel hoop aan te geven.

(Wordt vervolgd.)

HOE MODERNISEER IK MIJN ONTVANGER?

In dit artikel hoop ik die menschen, die op het oogenblik, mede door het ver- schijnen van verschcidene nieuwe Philips- producten, niet meer weten, waartoe een moderne lampontvanger in staat is, eenigszins op weg te helpen, met behulp van de in hun ouden ontvanger aanwezige onderdeelen, een eenvoudig te bedienen ontvanger met honingraatspoelen te con-

felijk is er ook meer dan een oplossing.

/oor velen zal dan echter toch mijn me- hode ook nog wel interessant zijn. Deze s in principe aangegeven in fig. 3. Daar s D de detectorlamp, H een hulplamp, erwijl A en B de balanslampen zijn. De lulplamp H dient enkel om de tegenphase ip te wekken, die we noodig hebben voor Er is gebruik gemaakt van den beken- len regel, dat. bij weerstandkoppeling de rillingen aan de plaat eencr lamp in te- jenphase zijn met die aan het rooster. De spanningen in D worden nu in de eerste

strueeren, die aan alle te stellen eischen

voldoet. i

Uitgegaan wordt.van een detecor lamp met een lamp laagfrequent versterking, met voorgeschakelden, aperiodisch ge- koppelden hoogfrequentversterker (fig.

1). Dit schema is onder verschillende namen bekend. De goede werking van het te construeeren toestel berust alleen op den bouw van het apparaat, niet op het schema. Nieuwe vindingen zijn er niet in toegepast, alles is reeds jaren be­

kend. Zij, die zonder speciale voorzorgen

RADIO-LEED.

Flip had een „Radio” gekocht Zoo’n Iollig vierlamps ding En^in zijn kamertje geplaats Moet je n’s hooren hoe het ging:

Het was er een van ’t laatste soort De lampen zaten binnen in

Ook condensators enzoovoort En dat is nou nog maar ’t begin Bij het toestel voor den plaatstroom Was ook de accu ingebouwd De heele soep in ’t zelfde kastje Dus de zaak was wel vertrouwd.

’t Was een mooie kast van buiten De spoelen onder aan de plaat De and’re knoppen zaten boven Hij dacht: ’t is vreemd dit fabrikaat.

Het was toch werklijk eigenaardig d’Antenneklem zat onderaan En de „aarde” zag hij waardig Boven aan het toestel staan.

Maar hij dacht: een goeie Firma Levert toch zoon prutsding niet

’t Zal dus wel een mooie wezen Hij voelde zich een heele „Piet”.

Met geestdrift ’t toestel aangesloten Zijn handen rilden .... hoe zou’t gaan?

Hij was van vreugde overgoten....

Pats.... daar „sloeg het toestel aan”.

En een reuze schelle giltoon Gaf de „goede’ werking aan Op eens dof en raar gesputter En hiermede was ’t gedaan___

Ja — nog maar een poosje „zoeken”;

Hij was nou lang niet meer zoo blij, Doch’t bleef piepen en’t gaf geknetter

Hij dacht: het ligt toch niet aan mij.

Opeens kwam onder uit het toestel Een held’re druppel klaar en rein Verroest! zei Flip, moet jij ook zweeten?

Ik hou niet van die rare geinl!

Opeens ging al ’t „geluid” verstommen Hij keek versuft met vreemden blik Er restte toen een hevig brommen Een schreeuw... en toen de laatste snik.

Amechtig viel hij achterover--- Zijn fouten die hij had begaan Kwamen ’m duid’lijk voor de oogen En van de koorts kon hij niet staan.

Geachte vrienden, wel begrepen Hierdoor ontstond die leuke mop:

De accu die was leeg geloopen Want het ding stond op zijn kop! 1

Driebergen, Dec. ’27.

S. DORRESTE1JN.

(6)

968 RADIO-EXPRES.

klakkeloos dit schema overnemen en er een mooi frontplaattoestel van bouwen, loopen bijna zeker de kans, een geheel onhandelbaar toestel over te liouden.

In figuur 2 ziet men het belangrijkste deel van liet apparaat op het rechterdeel van de figuur, n.l. een kortegolfontvanger

aangebracht, die correspondeeren met de punten 1 en 2 in fig. 1. Hieraan wordt voor gewone langegolf-ontvangst (200—

2000, eventueel 200—25000 meter) de hoogfrequentversterker aangesloten; voor ontvangst der korte golven (5—200 M.) antenne en aarde (stippellijn in fig. 1).

(det. -j- 1 l.f.). Het frontplaataanzicht en de opstelling der onderdeelen is zoo overzichtelijk mogelijk weergegeven. De bedieningshandles van de draaibare spoelhouders steken door de frontplaat heen. Deze zullen daarvoor eenigszins verbogen moeten worden, hetgeen aller- minst een bezwaar is. Het zaf de goede werking van het toestel ten goede komen, indien men het gedeelte van dit toestel, inhoudende den variabelen condensator (liefst niet groofer dan 250 p p F.) en de spoeien met spoelhouders, geheel afschermt met koperblik. Het bouwen van deze doos, die van boven voorzien moet zijn van een opklapbaar goed sluitend deksel, is het beste aan een koperslager

Aan de rechterzijde van dit gedeelte van het toestel staat de ontvanglamp op een verhooging (blokje hout b.v.), zoo- dat de aansluitklemmen van het lamp- voetje zich op gelijke hoogte bevinden met de horizontale ebonieten plaat, waar- op de spoelhouders gemonteerd zijn. De verbindingsdraden loopende van spoel­

houders naar lampvoet isoleert men van de (eventueel aan te brengen) koperen afscherming met stukjes ventielslang.

Roostercondensator met lek monteere men zoo dicht mogelijk bij den lampvoet.

Men monteere vooral het lek parallel op den roostercondensator, niet zooals in vele schema’s is aangegeven (en daar noodzakelijk is, b.v. schema Koomans)

over te latent Dit afschermen is echter niet bepaald noodig. Persoonlijk gebruik ik het niet.

Aan deze zijde van het toestel, dus de linkerzijde, zijn twee aansluitklemmen

direct van rooster naar plus- of min- accu. Dat geeft merkbare vermindering in selectiviteit en geluidsterkte. Om de detectorlamp op het punt van gunstigste werking in te stellen, is een schakelaartje

aangebracht, om de gloeidraadzijde van spoel III aan plus- of min-accuzijde van den gloeidraad der detectorlamp te kun- nen leggen. Noodzakelijk is dit niet, doch het geeft groot gemak bij het beproeven van den ontvanger en is vrijwel onmis- baar bij het vervangen van de eene lamp door een andere. Men ziet in de figuur welke plaats dit schakelaartje op cte frontplaat is toegedacht. Men houde in het oog, dat het verschil maakt, of men punt 3 (fig. 1) verbindt aan de een of andere accu-leiding, of aan de klemmen van den detectorlampvoet! ■

Alle verbindingsdraden, die in fig. l extra dik zijn geteekend, houde men zoo kort mogelijk! Aan deze voorwaarde moet in ieder geval voldaan worden.

Roostercondensator (± 200 p p F.) en lek (5 megohm) moeten van goede kwali- teit zijn. De telefooncondensator bijv.

kan ongeveer 1000—3000 p p F. zijn en mag vooral niet lek wezen.

De kwaliteit van den secundairen con­

densator bleek mij van niet zoo heel groot belang te zijn. Maar hoe beter, hoe liever.

Met een goedkoopen condensator krijgt men alleen moeite bij de ontvangst van heel korte golven. Speciaal voor die golven is een fijnregeling (liefst geen losseplaatfijnregeling), b.v. een Accura- tune-knop, zeer aan te bevelen. Op de lange golven kan men het wel zonder stellen desnoods. Een groot gemak voor de afstemming van telefoniestations op de heel korte golf levert een heel klein variabel condensatortje (neutrodyne b.v.) parallel op de secundaire. De gloeidraad- spanning van de detectorlamp is regel- baar met een variabel weerstandje (max.

30 Q). De andere lampen branden direct op 4 Volt. Met een schakelaartje

(X

ge- merkt in fig. 1 en 2) kan men alle lampen dooven.

In den laagfrequentversterker kan men bij voorkeur werken met automatische negatieve roosterspanning. Zeer prac- tische weerstanden hiervoor levert de firma Idzerda-Radio. Hoe het schema wordt bij werken met neg. rsp. batterijtjes ziet men in fig. 3. In den plaatkring van den l.f. versterker is een smoorspoeltje opgenomen, om bij luisteren op de heel korte golf hoogfrequente stroomen uit het luidsprekersnoer te liouden. De kleine Lissen h.f. smoorspoel voldoet. Is men niet van plan'ooit op deze golven te gaan luisteren, dan late men het rustig weg. De laagfrequenttransformator kan bij voor­

keur van de beste kwaliteit zijn. Deze geven de muziek minder vervormd weer dan de goedkoopere kwaliteiten; de ge­

luidsterkte wordt er meestal niet grootei door.

De hoogfrequentversterker is in een

apart kastje ingebouwd. Men scherme

dezen versterker niet af._ Dan kan men

den condensator en de spoel, wanneer

de lamp gedoofd is, terwijl antenne en

aarde van dit apparaat zijn afgeschakcU

(7)

| RADIO-EX PRES. | 969 en aangesloten aan de aansluitklemmen

van spoel II, als klikgolfmeter voor dc heel korte golven gebruiken. Deze zal dan wel niet zoo heel nauwkeurig zijn, door de aanwezigheid van liet losse accu- cn anodebatterij-snoer, doch voor practisch gebruik geheel voldoende. Verder valt

nioet liefst ook gelieel afgeschermd wor- den met koperblad. De teekening (fig. 4) geeft eeii schematised bovenaanzicht op liet apparaat. Ook hier zette men de de- tcctorlamp op een verhooging en neme dezelfde montage-principes in acht als bij liet toestel volgens fig. 1 en 2. In dit toe-

over dit toesteldeel weinig meer.te zeggen dan dat men het-op minstens 25 c.m. af- stand van de andere toestelkast afzet bij gewoon gebruik.

En nu nog iets over de constructie van een ontvanger alleen voor gewone om- roepmuziek. Dan kan men den hoogfre- quenl-ver-sterker vast in de toestelkast in- bouwen. Maar men neme dan voor de antenne-afstemming niet een honingraat- spoel met variabelen condensator, doch een Edison-Bell variometer. Het golfbe- reik van dezen variometer is ongeveer van 200—1600 Meter ,doch dit is sterk afhankelijk van de gebruikte antenne. Met een kleine antenne kan men de langstc omroepgolven niet halen, met een groote niet tot 200 Meter afdalen. Men zette dan, daar de meeste antennes te groot zullen zijn, een klein vast condensatortje (100—

500 F) in serie met de antenneleiding,

stel kan men den variabelen weerstand voor de detectorlamp evenmin weglaten als in het 4-spoelentoestel, maar men kan hem vast inbouwen in de toestelkast, en op den best bevonden stand laten staan.

Een nikkelen voltmeter midden in de ebo- nicten frontplaat maakt het aanzicht van het toestel heel aantrekkelijk.

Algemeene eischen. Gebruik eerste Idas isolatiemateriaal. Soldeer alle contacten met liars. Scherm niet of heelemaal af.

Gebruik een goede versche anodebatterij van 150 Volt, of een goed plaatspanning- apparaat. Accu-voeding voor de anode is kleine eendraadsantenne met tegencapa- verrewg het beste. Gebruik liefst een citeit. Wijd meer aandacht aan de goede working dan aan het uiterlijk van het toestel.

Lampenkeuze. Als de beste lampen vvorden aanbevolen: hoogfrequent A 435,

• wwrnr

Fig. 4

n riclite het toestel zoo in, dat men met en schakelaartje een grooten vas en andensator (1000—2000 /t/tF) Paia e p den variometer kan schakelen. c eriecondensatortje zal de selectivi ei an het toestel bevorderen. De variometer

detector A 415, laagfrequent B 443. Voor hoogfrequent kan men ook de A 442 aan- wenden, men heeft dan iets groolere ge- luidsterkte en gevoeligheid, maar de kans op zelfgenereeren van dc hoogfrequent- lamp wordt grooter. Heeft men last van

dit euvel, dan zoeke men dit in de con­

structie. Het behoeft absohiut niet voor te komen. Men probeere niet dit ver- schijnsel te bedwingen met een phasatrol, want dat gaat heel duidelijk alleen maar ten koste van de selectiviteit en geluid- sterkte. Bij gebruik van plaatstroom- apparaat en de A 442 als hoogfrequent- lamp regele men de spanning van het voorrooster met behulp van een variabe­

len weerstand van 500—50.000 Q, zooals door de stippellijn in fig. 3 is aangege- ven. Men moet dit rooster niet dezelfde spanning geven als de detectorlamp, dat vermindert vrijwel zeker de geluidsterkte, bij gebruik van plaatstroomapparaat. De B 443 moet dezelfde voorroosterspanning als plaatspanning (stippellijn A in fig. 1) liebben.

Afsteliing van het toestel. Men laat de lampen branden, doch dooft de hoogfre- quentlamp (hiervoor is een apart schake­

laartje aangebracht). Antenne en aarde worden aangesloten aan de klemmen 1 en 2. (Echter vooral niet aan dezelfde klemmen tevens plaat en plaatspanning, want dan slaan alle lampen door. Gebruik Philips gloeidraadveiligheden !). Antenne en aarde moeten ook worden aan­

gesloten aan de daarvoor bestemde klem­

men op het hoogfrequentvgrsterkerkastje, Dan kan men met den daarin aanwezigen variabelen condensator de antennespoet, d.i. nu spoel II, afstemmen. In spoelhou- der I wordt geen spoel gestoken. Op een bepaald station wordt afgestemd. Nu probeert men welke stand van het scha­

kelaartje A de beste is om soepel gene- reeren te verkrijgen. Met een A 415 als detectorlamp geve men deze niet meer dan 30 Volt plaatspanning. De juiste waarde van negatieve roost'erspanning wordt ingesteld. (Een A415 met 150 Volt . als l.f. lamp heeft 3 Volt noodig, de B 406 bij 120 Volt 9 Volt, B 443 met 150 Volt 15 Volt). Desnoods worden nog verschil- lende waarden van roosterlek beproefd.

Men heeft nu een ontvanger, waarmee Hilversum, Kalundborg en Daventry, be- nevens eenige kortegolfstations op ka- mersterkte uit den luidspreker moeten komen bij gebruik van een buitenantenne (eendraads, 8.Meter horizontaal gedeelte, 10—15 Meter hoog, in de stad).

Is dit niet het geval, en komen zij slechts zwakjes uit den luidspreker, dan is er bepaald iets niet in orde. Alleen bij gebruik van goede lampen natuurlijk.

Hoewel men zal ervaren, dat bij goede afsteliing de A 415 (detector) best ver- vangen kan worden door een Philips E, zonder groote vermindering in geluid­

sterkte.

Nu wordt de hoogfrequentversterker in werking gebracht. Antenne en aarde wor­

den van de klemmen 1 en 2 verwijderd en vervangeri door plaat en plaatspanning van de hoogfrequentlamp. Spoel II wordt in spoelhouder 1 gestoken en spoel 11 ver- vangen door een spoel, een nummer klei-

(8)

970 | RADIO-EXPRES. |

ner dan spoel III. Hoogfrequentlamp

wordt ,,aangestoken”. De antenneafstem- ming in orde gebraclit, secundair iets bij- gestemd, en men luistert met hoogfre- quentieversterking. Het geluid Wordt ont- zaglijk aangeblazen. Door spoel II vast met spoel III te koppelen kan men vele stations tot een zoodanige sterkte opvoe- ren, dat een Philipsluidspreker gaat ram- melen en men zicli in een kamer vrijwel niet nieer verstaanbaar kan maken. De gramofoon, die tegelijkertijd draait, wordt gelieel overstemd. AAet een dqrge- lijke geluidsterkte werkt men natuurlijk nooit, het is alleen rnaar altijd prettig te weten dat er nog reserveenergie in het toestel zit. (Vergelijk: Een auto met zwa- ren motor !).

In de koppeling tusschcn spoel II en III (dus de 2 ketens van den h.f. transfor- mator) heeft men nu een welhaast ideale geluidsterkte-regeling. Is de geluidsterkte nog te groot, dan vervange men spoel II door een kleinere, tot een dragelijke sterkte is verkregen. Met dezelfde kop­

peling heeft men de selectiviteit geheei in de hand. Door vaste koppeling wordt de selectiviteit geringer. Bij vaste koppeling zijn Kalundborg en Hilversum een klein weinig door elkaar heen te hooren, bij losse koppeling is Hilversum in Kalund­

borg niet meer te bespeuren, en rnoet men de beide conucirsatoren een heel eind verdraaien om van den een op den ander af te stemmen. Ook Warschau, tusschen Kalundborg en Hilversum in, is te hooren, en bij zwijgen van Hilversum' soms tot kamergeluidsterkte op te voeren. Moskou 1450 AAeter wordt zelfs bij vaste koppe­

ling niet door Daventry gestoord, en is vrijwel geregeld op meer dan voldoende kamergeluidsterkte te hooren. Bij niet-af- gestemden hoogfrequentkring is zijn draaggolf maar uiterst zwak, doch door juiste afstemming is dan de geluidsterkte tot bovengemeld resultaat op te halen.

Ook Leningrad, „vlak onder Moskou”, kan men soms heel aardig krijgen. Van storing van Daventry door Huizen is een- voudig geen sprake. Men kan het toestel (in Delft en Amsterdam) zoo tusschen Daventry en Parijs en Parijs en Huizen afstellen, dat men geen van beide stations hoort. Op golflengten van 200-600 Meter hoort men legio stations, vaak nog harder dan Hilversum of Huizen, en slechts zel- den worden deze gestoord door scheeps- zenders. De selectiviteit is beslist beter dan'die van de Solodyne.

Voor bovenvermelde resultaten werden gebruikt de volgende Iampen A 430, A 415, B 443. Bij vervanging der A 430 door de A 415 (met neg. rsp.) kan nog meer geluid verkregen worden, maar de selectiviteit is minder. Een absolute hoofdzaak is echter het gebruiken van 150 Volt plaatspanning op h.f. en l.f.

Iampen. Een A 415 op de plaats van de B 443 wordt beslist overbelast en gaat sterk vervormen. Een B 406 kan met 120

Volt plaatspanning een dragelijke kamer- sterkte verwerken, maar gaat dan bij harde passages in de muziek vervormen.

De B 443 is de aangewezen lamp op deze plaats. De B 403 verwerkt ook alles gemakkelijk, doch versterkt merkbaar minder.

Antenne en aarde. Een goede, eendraads, niet te lange antenne voldoet uitstekend.

De invoer moet zoover nrogelijk van ge- bouwen e.d. afblijven, en minstens even goed gei'soleerd zijn als de antenne zelf.

Pyfex-isolatoren zijn sterk aan te be- velen.

De aarde moet zoo deugdelijk nrogelijk zijn. Gas- of (en) waterieiding zijn in vele steden lang niet goed als aarde. Een ingegraven zinken plaat, bevestigd liefst aan een zinken draad (zoover deze door de aarde heen loopt) is het beste. Doch is men ook maar eenigszins in de gele- genheid een tegencapaciteit (goed gei’so- leerd) te spannen, dan kan ik sterk aan- raden deze te nernen inplaats van aarde, want de selectiviteit wordt beter, en tram- en andere mechanische storingen worden sterk gereduceerd. De geluid­

sterkte vermindert er absoluut niet door.

En voor de heel korte golven is het ook beter dan aarde.

Resumeerendc: Een ontvanger, een- vcudig te construeeren zonder hulp van bijzondere ondcrdeelen als afgetakte spoelen, neutrodyne-condensatoren e.d.;

eenvoudig te bedienen, n.l. 2 afgestemde kringen, die elkaar absoluut niet bei'n- vloeden, wat er dus op neer kornt, dat men bij een bepaalden condensatorstand van den eenen kring steeds een scherp omlijnden stand voor den anderen con- densator (variometer) vindt, zonder dat daardoor de eerste coirdensator „bijge- stemd” moet worden; geschilct voor alle golflengten 10—25000 Meter; opvallend goede selectiviteit.

K.

ERVARINGEN MET HET SCHEMA-IDZERDA.

Waar momenteel het Idzerda-schema zich blijkens de vele .berichten in Radio- Expres en Radio-Nieuws in groote be- langstelling mag verheugen, kan ik rnis- schien medebezitters van een Koonrans- ontvanger van dienst zijn met de vol­

gende methode, om een oordeel te vor- men welke verbeteringer er. met het' Idz.

schema op het gebied van selectiviteit en bestrijding van zelfgenereeren te berei- ken zijn.

Bij beschouwing van dit schema zal blijken dat het eenig verschil met een Koomans hierin zit, dat de plaat van de h.l. lamp via weerstand of smoorspoel aan + h.s. verbonden is en de verbin- ding plaat h.l. met hoogspanningseinde der secondaire spoel gevormd wordt door

een klein condensatortje.

Ik nam de h.f. lamp uit de fitting, maakte een draad vast aan de plaatpen van de lamp, die verbonden werd aan een weerstand ('hiervoor gebruikte ik den regelbaren Lissen-anode weerstand) ter.

wijl het andere einde van de weerstancj met -f h.s. verbonden wordt.

Op het plaatbuisje van de lamp iegde ik een stukje paraffine papier uit een overleden blokcondensator, waarna de lamp voorzichtig in de fitting geplaatst werdt, zoodat alle pennen slechts.een klein eindje in de busjes gaan. De plaat­

pen maakt geen contact met het busje der fitting, maar is hiervan geisoleerd door het paraffine papiertje, zoodat pen en busje met dit dielectricum het bewuste kleine koppelings condensatortje vormen.

Hoewel natuurlijk geen voorbeeld van meest rationeelen bouw voor een derge- lijken ontvanger, daar bijv. de waarde van het koppelelement heel willekeurig is, was een groote verbetering merkbaar.

Waar ik anders sterk moest tegenkop- pelen met de primaire om genereeren te overkomen is hiertoe nu geen enkele aan- leiding, terwijl de selectiviteit veel ver- betercl is, bijv. Kalundborg vrij van Hilversum. wat anders een onmogelijk- heid is.

De waarde van den weerstand blijkt geheei onverschillig te zijn, het geheele bereik van de Lissen gaf geen verschil.

Ik kan hier nog aan toevoegen, dat de ontvanger geheei uit het lichtnet gevoed wordt. Als h.f. lamp gebruik ik de A 125, detector A 109, terwijl voor de Iaagfre- quentversterking uitsluitend weerstands- koppelingen werden gebruikt.

Ook bij de Idz. is de zaak zoo goed als geheei bromvrij, ik meen mij zelfs te ver- beelden dat dit nog iets beter is dan bij de Koomans schakeling.

Hoper.de hiermede ook anderen opge- wekt te hebben deze interessante schake­

ling te probeeren.

Wormerveer. D. C. VAREKAMP.

NIEUWE UITGAVEN.

Siemens Jahrbuch 1927. Uit- gave van Siemens & Halske A.G- en Siemens-Schuckert Werke 0.

m. b. H.

Het is een hoogst belangrijk verzaniel- werk, dat de leiders van het Siemens-con­

cern in den vonn van dit Jaarboek hebben opgezet. Het voor ons liggende deel is te beschouwen als eerste eener elk jaar e vervolgen serie. De bedoeling is, hier da - gene samen te brengen, dat uit de labo- ratoria en werkplaatsen van het Siemens concern voortkomt en te beschouwen is als van fundamenteele en blijven waarde. In de Siemenstijdschriften w0[.

behandeld hetgeen momenteel in het nu

(9)

RADIO-EXPRES. 971 delpunt der aandacht staat; in die groote '

massa bevinden zicli de meer kostbare parelen van groote, min of meer revoiu- tionnaire ideeen en groote werken, die een geheel gesiacht ten voorbeeld strek- ken.

Die parelen uit te zoeken en te rang- schikken, is het denkbeeld, dat aan dit Jaarboek ten grondslag ligt.

Daarbij wordt de stof niet enkel ont- leend aan het eene jaar, waarover het Ioopt, maar geieidelijk zullen ook uit de historic der electrotechnische wetenschap en der techniek zelve de noodige grepen word.en gedaan. Reeds in dit deel is daar- mede een aanvang gemaakt, met de 50 jaar oude brieven van Werner Siemens aan zijn zoons, terwijl ook bijv. in de ver- handeiingen over de „ontwikkeling der sneltelegrafie”, over „25 jaar Pupin-ka- bels” enz. vele historische bijzonderheden voorkomen. Zeer actueele artikelen, die meer speciaal het gebied raken, waarop Radio-Expres zicli beweegt, zijn die van Ferd. Trendelenburg over Klanggetreue Schalliibertragung en van Dr. Georg Gruschke over Die Verwendung von Grosslautsprecher.

Grooten eerbied-dwingt een boek als dit af voor den man, wiens portret men voor het titelblad vindt ingehecht, n.I. van Werner Siemens, den grondvester dezer wereldindustrie, die naast zijn leiding als zakenman, zijn geest van echt weten- schappelijk werker deed doordringen in de geheeie oiiderneming. Dit Jaarboek zelf is een tastbaar bewijs,'dat den stempel, dien de grondvester van het Siemenscon- cern op de onderneming drukte, nog het kenleeken vormt voor de opvattingen, wellce bij de huidige leiding voorzitten;

het Jaarboek is een monument den groo­

ten voorganger waardig.

De uitvoering van het 470 pagina’s dikke boek, wat druk en illustratie be- treft, is in zijn lioogen eenvoud schitte- rend.

Wij kunnen de verzoeking niet vveer- staan, uit de brieven van den ouden Sie­

mens aan Karl en Wilhelm te Londen een paar grepen te doen betreffende de eerste telefoonrage.

, 30 October 1877.

We zitten hier in een groote telefoon- herrie Stephan (de postnieester-gencraal, Red.) ontving tegelijk met de onze een paar Amerikaansche, die lielaas betei werken dan de onze. 't Gaat om kleme constructiedetails. Onlangs bij een diner bij Stephan werden er proeven mee ge­

daan, met de onze’in de zaal en met de Amerikaansche tusschen zijn huis en het hoofdstation.. Dat laatste gmg met orde - aardsche leidingen heel goed. Daarna is naar Potsdam en later naar Brandenburg nog uitstekend en duidehjk gesproken en gezongen. Naar Maagdenburg wilde he niet meer gelukken. Feit is, dat men met een ondergrondsche dubbelleiding nog over tien Duitsche mijlen duidehjk kon spreken! Dat is zeker hoogst verrassend.

Stephan is er heelemaal wild van en zijn

ambtenaren ook. Wij werken er nieteen krachtig op los, daar iedereen ze wil hebben .... Stephan . heeft het plan in zijn hoofd, dat zoo mogelijk ieder Ber- lijnsch burger een telefoon te zijner be- schikking moet hebben om met ieder ander te spreken!__

6 Nov. 1877.

Ik geloof, dat we Bell. (Alex. Grahan Bell, die zijn eerste telefoon in 1875 con- strueerden, Red.) spoedig zullen over- treffen. Het best gaat nog altijd de tele­

foon van de BerJijnsche Kerstmarkt: twee horentjes met een touwtje er tusschen.

Dat wordt sedert vele jaren in de kramen met Kerstmis verkocht. Wij ezels hebben het wonder van de duidelijke verstaan- baarheid op 60 voet afstand en meer aangegaapt, maar zijn er op in gegaan, zelfs toen Reis het ding electrisch pro- beerde te niaken.

10 Nov. 1877.

Wij verkoopen een telefoon voor 5 Mk., om anderen te beletten de zaak aan te vatten, daar ik lioop, dat wij groote ver- beteringen zullen aanbrengen als wij wat tijd kunnen winnen. Stephan heeft al tele- foonstations aangelegd en spreekt over 2000, die hij het volgend jaar wil opricli- ten. Dat eischt vele ondergrondsche ka- bels. Zorg maar voor goede, goedkoope geisoleerde kabels met twee of hoogstens drie aders.

19 Nov. 1877.

De telefoonzweudel staat nu in Duitsch- land- in vollen bloei. Heden kwamen on- geveer 100 brieven in van menschen, die telefoons willen hebben en zoo gaat het elken dag. Dan nog de Berlijners, die onze zaak compleet belegeren en alle goede vrienden — zij het' ook enkel maar voor deze gelegenheid — die het bij oils widen zien en erover widen zwetsen! Het is een ware ramp. Ik heb helaas den prijs te laag gesteld — 5 Mk per stuk. Wij verdienen er wel nog 50 % aan en ik wilde door den lagen prijs de dingen in de hand houden. Zulk een storm had ik ecliter niet voorzien. Ik denk namelijk, dat de telefoon het telegrafeeren alge- meen zal maken en dan zullen we met kabelleidingen en magneto-electrische wekkers goede zaken kunnen doen.

29 Nov. 1877.

Zeker is, dat de arnie Bed met zijn bc- iachelijken prijs van 25 pond sterling nu al heel £lecht staat tegenover onze con­

currence met 5 Mk! Wij hebben ons reeds op 200 paar per dag moeten inrich- ten en er komen altijd nog meer bestel- lingen binnen. Dat zal wel niet lang duren en gaan als met de cri-cri! Onze nieuwe constructies lijken heel goed en het schijnt alsof de telefoonvraag een zeer ernstige wordt.

7 Dec. 1S77.

Wij hebben al een dag gehad van 700 telefoons (geleverd). Nu schijnt de storm wat te gaan liggen en een ontelbaar aan- tal concurrenten is opgekomen! Het is een echte cri-cri-zwendel! Enkelen leve- ren al voor 3 Mk per stuk!

Men ziet, dat de grootvaders onzer hui­

dige radio-amateurs ook al wel amateur- bloed in de aderen hadden. Alleen, de lijnlelefoon was bestemd voor een geheel andere soort van populariseering dan een kwart a een halve eeuw later de radio-

telefoon. Die heeft eerst gebracht, wat het publiek reeds dacht te kunnen grijpen, toen Werner Siemens zijn eerste 5 mark telefoontjc op de markt bracht.

Radio-kaart, uitgegeven door den Alg. Ned. Radio Omroep.

Deze ANRO-kaart is een direct voor ophanging geschikte, gekleurde kaart van Europa met aanduiding van al de Europeesche omroepstations en hun golf- Iengten. Een naar golflengten gerang- schikte lijst.is bijgevoegd, die tevens de energie aangeeft. Met Amsterdam als middelpunt zijn afstandcirkels in de kaart geteekend op afstanden van 500 kilometer, gaande tot 3500. De kaart gaat van IJsland tot de Kaspische Zee en van Noord Afrika tot de Witte Zee.

De enkel in geel en blauw uitgevoerde kaart, met roode Iijnen, is wel de hel- derste en rfieest practische radiokaart, die wij nog gezien hebben. Ook het niet al te groote formaat zal ertoe meewerken, dat men haar inderdaad een plaatsje aan den muur geeft.

W 8/ ER H8EUW/

r AAN

(T0E/TELLEN

Korting-balanstransformatoren. — Een geheel nieuw product is dit zeker niet..

Deze transformatoren voor baiansver- sterking zijn bij velen in ons land reeds bekend en ook wij hebben er reeds van vroeger ervaring mede. Het ons thans door de fn. Korting te Amsterdam ter be- proeving gezonden stel bestaat uit drie stuks: den ingangstransformator 1 :6, tusschentransformator 1 : 4 en uitgangs- transformator. Dat is dus het volledige materiaal voor een dubbelen balansver- sterker (2 trappen).

Waar de kwaliteitseischen aan de I.fr.- versterking gesteld, zoo geweldig zijn gestegen en de met transformatoren te bereiken resultaten zich moeten meten met hetgeen een weerstandversterker praesteert, hebben wij er prijs op gesteld, deze transformatoren, waaraan we goede

(10)

972 1 RADIO-EXPRES.

herinneringen bezaten, nog eens prac- tisch te beproeven en aan. den huidigen kwaliteitsmaatstaf te toetseii. Het feit, dat wij thans beschikken over aanzienlijk betere lampen dan enkele jaren geleden, met steilere karakteristiek en lageren inw.

weerstand, heeft voor een balansverster- king met transformatoren nieuwe kwali- teitsmogelijkheden geopend. Wij liebben dan ook de ervaring mogen opdoen, dat met de Kortingbalanstransformatoren schitterende resultaten zijn te behalen.

Om met den uitgangstransformator te beginnen, moge erop gewezen worden, dat deze een der weinige uitgangs- transformatoren is, die b e t e r zijn dan een in het midden afgetakte smoorspoel, waarop de luidspreker direct wordt aan- gesloten. De gemeten transformatie- verhouding van den transformator als geheel is 1 :0.75; van elk der halve primaires tegenover de geheele secon- daire 1 : 1.5. De zelfinductie der halve primaire bedraagt 116 Henry; van de twee helften in serie ongeveer 350 Henry.

Deze hooge waarden zijn kwalittief in alle opzichten gunstig aangezien bij de balansschakeling het gevaar voor mag- netische verzadiging door den gelijk- stroom door al te hooge zelfinductie, geheel is vervallen; de magnetisatie dfer twee helften is tegengesteld en er heeft dus opheffing plaats.

De tusschentransformator met verhou- ding 1 :4 bezit een primaire van 152 Henry (elk der helften afzonderlijk 53).

De ingangstransformator, met verhouding 1 : 6 bleek primair 93 Henry te bezitten (elk der 'helften afzonderlijk 36). Uit deze gegevens is te besluiten, dat de tusschentransformator in het algemeen voor gebruik achter lampen van eenigs- zins hoogen inwendigen weerstand verre- weg den ingangstransformator overtreft.

Intusschen moet bedacht worden, dat bij een balansversterker de primaire van den ingangstransformator in h.aar geheel in den plaatkring der voorafgaande lamp komt te liggen, terwijl van den tusschen­

transformator slechts de halve primaire de koppeling vormt voor een plaatkring.

. Daarom is hier het voorop plaatsen van den transformator met de hoogste ver­

houding, als men verschillende verhou- dingen gebruikt, zeker het beste, beter althans dan het gebruiken der hoogste verhouding voor den tusschentransfor­

mator. Er zou echter heelemaal geen be- zwaar tegen bestaan, het tusschentrans- formator-type' ook als ingangstransfor­

mator te gebruiken en voor een balans­

versterker met slechts een trap, enkel den tusschentransformator en uitgangs­

transformator te bezigen. Kwalitatief is- dit beter, vooral ook omdat de eigen- capaciteit der secondaire wikkeling bij den tusschentransformator aanmerkelijk geringer is dan bij den ingangstransfor­

mator.

De enkele balanstrap met tusschen­

transformator voor den ingang voldoet aan zeer hooge kwaliteitseischen.

Brandes Ellipticon luidspreker. — Van de N. V. Detha te Amsterdam ontvingen we ter beoordeeling den Ellipticon luid­

spreker van Brandes, een geheel in eiken kastje gevatten weergever met ovaal membraan van 18 bij 27 centimeter.

Dit is een betrekkelijk kleine luidspre­

ker met een buitengewoon krachtige en welluidende stem. De weergave is tot in de laagste bastonen sterk en klankvol, zonder dat dit gaat ten koste van de algemeene klankhelderheid. Deze luid­

spreker behoort tot.de beste, welke wij kennen.

Omtrent de inrichting van het mag- neetsysteem, dat geen instelling noodig heeft, beschikken wij niet over gegevens, maar de Brandesfabrieken hebben hier ongetwijfeld iets zeer goeds bereikt. De goede verstaanbaarheid der spraak en de beschaafde weergave van muziek hebben ons in hooge mate getroffen.

Het uiterlijk aanzien van het eiken- houten kastje, van boven afgerond en van voren sierlijk uitgezaagd om het ge- luid vrijen uitgang te geven, is ook zeer aantrekkelijk. De conus is uit den aard der zaak door deze afwerking tegen be- schadiging beschermd.

Pilot hoogohmige weerstand. — Ver- anderlijke weerstanden voor de span- ningsregeling. van groote plaatstroomap- paraten kunnen heel wat moeilijkheden en storingen geven. De N. V. Nijkerk’s Radio, Amsterdam, zond ons ter beproe- ving een nieuwen veranderlijken weer­

stand van Pilot, variabel van 200 tot 30 niillioen Ohm, bestaande uit een huis van isolatiemateriaal, waarin een weerstand- massa, die door samendrukking met een inschroefbaren knop kan worden ver- anderd, vochtdicht is afgesloten.

Wij hebben den weerstand aan diverse proefnemingen onderworpen en hem een paar weken in dienst gehad in een plaat- stroomapparaat. De eenige abnornialiteit, welke daarbij optrad, is deze, dat de weerstand, na zeer vast aangedraaid te zijn geweest op minimumwaarde, bij terugdraaien van den knop niet altijd dadelijk „volgt” en een tik noodig kan hebben om weer los te komen. In de de- tectoraftakking van het plaatstroomap- paraat zal dit practisch evenwel niet licht voorkomen, aangezien men daarbij het zoo vast aandraaien wel nooit noodig heeft. Belangrijke veranderingen door grootere stroomsterkten, waarbij de weerstand flink handwarm wordt, hebben wij niet waargenomen en kraakcontacten in het inwendige van den weerstand ont- stonden ook niet.

De Pilotweerstand behoort dus wel tot de goede, thans voor dit doel beschikbare

weerstanden.

Men moet erom denken, dat de leans

op het optreden van defecten bij het I voeren van grootere stroomsterkten niede afhangt van de momenteele weerstand- I waarde, of m.a.w. van den momenteelen spanningsval aan den weerstand. Is bj,- 100 rn.A. de spanningsval aan den weer~ I stand 10 Volt, dan wordt in den weer- & I stand 1 Watt in warmte omgezet; wordt 1 slechts 10 rn.A. doorgelaten bij een span­

ningsval van 150 Volt, dan is er een ! warmte-ontwikkeling van 1.5 watt, dus anderhalf maal meer bij 20 maal kleineren stroom. Daarmee wordt vaak 1 onvoldoende rekening gehouden.

Snoer voor batterij-aansluiting. — Het wordt meer en meer gebruikelijk, een toestel niet met draadldemmen of steek- bussen te voorzien, maar een meeraderig snoer aan te brengen, dat vast aan het toestel is verbonden, liefst met duidelijk gemerkte aders, zoodat men van elk der eindsnoertjes kan zien, voor welk deel van elke batterij ze zijn bestemd. Het meeraderige snoer heeft echter wel eens een ader te veel of te weinig voor het speciale doel, waarvoor men het wil ge­

bruiken. Daaraan komt tegenioet het snoer der Draht und Kabelwerke A. G., C. I. Vogel, ons ter beoordeeling gezon- den door de fa. Ch. Velthuisen, den Haag. . Met behulp van eenige rubberringen voegt men hierbij nl. zoo vele enkelvou- dige snoeren tot een bundel te zamen, ! als men noodig heeft. Witte celluloid- j!

kaartjes met gaten worden over de ein- den geschoven en op die kaartjes is een gematteerd strookje om de aanduiding voor de verbinding op te schrijven. Men krijgt op die manier een meeraderig snoer, dat uit zoo veel aders kan bestaan, als men zelf wil. De afzonderlijke snoe­

ren zijn ook nog door heldere kleuren onderscheiden.

Wij denken, dat dit voor vele toestel- bezitters, die gaarne de losse verbindin- gen door een definitief aangebracht ver- zamelsnoer zouden vervangen, een zeer practische oplossing zal blijken. Het systeem past zich aan voor elk wille- keurig apparaat.

Lewcos-telefoonsnoer. — De firma Ch. Velthuisen, den Haag, zond ons ook nog een aansluitsnoer voor dubbele hoofdtelefoon, fabrikaat van de London Electric Wire and Smiths Ltd. (Lewcos).

Dit is een niooi, soliede en zwaar snoer

met verbindingsoogjes aan de eene zijde

en nestels aan de andere zijde, totaal

ongeveer 2 meter lang, met stevige om-

spinning en goed afgewerkte vertakkin-

gen. Losse telefoonsnoefen zijn een tijd-

lang eenigszins moeilijk verkrijgbaar gc-

weest in den radio-detailhandel. Hier

heeft men er een van prima kwaliteit dat

aan de meeste telefoons gemakkelijk is

aan te brengen.

(11)

RADIO-EXPRES. ] 973

PgIJSCOURANTEN EN7-

De fa. Ph. j. Schut, Amsterdam, zendt ons een nieuwe radioprijscourant, waarin wij naast de bekende radiomodulateur toesteltvpen van Ducretet een keurig uit- gevoerd Radio-salontoestel vonden afge- beeld, een sietlijk kastje, waarin inge- b o u w d : een 6-lamps-modulateur, raamantennes, batterijen en laadinrich- ting; dit is een zeer liandig geheel, waar- bij alleen nog een luidspreker naar keuze moet worden gevoegd. De prijscourant vermeldt verder luidsprekers, telefoons, meters, plaatstroomapparaten, laadin- richtingen, antenne-materiaal enz.

Het hoofdagentschap van Baltic Radio te den Haag, zond een complete nieuwe prijscourant van Baltictoestellen en onderdeelen. A1 de toestellen, waarvan bouwschema’s en bouwdoozen worden geleverd, kunnen nu ook geheel gemon- teerd worden betrokken. De Baltic-onder- deelen munten over het algemeen uit door goed doordachte constructie en dimen- sioneering. Speciale aandacht vestigen we op de spoelstellen voor inbouw, korte- golfspoelen, spoelhouders met fijnrege- ling, walsschakelaars.

Het Novembernummer van The Gene­

ral Radio Experimentes bevat een uitvoe- rige beschrijving met bouwaanwijzingen voor een versterker met wisselstroomvoe- ding, gecombineerd met een plaatstroom- apparaat van groot vermogen. Wat men thans in Amerika onder groot vermogen voor een plaatstroomapparaat verstaat, wordt duidelijk als men weet, dat dit toe- stel 750 volt, 200 m.A. kan geven. Voorts bevat het riummer een beschrijving van een Synchronometer, een nieuw laborato- rium-apparaat van General Radio.

Het November-No. van The Brown Budget bevat een mooi nieuw portret van Mrs Brown, de leidster dezer groote In­

dustrie en van haar zoon in diens labo- ratorium. H. T. Pasmore schrijft aardige dingen over de historie van den luid­

spreker. Brown produceerde de eerste in 1913 voor leger, vloot en de Marconi Maatschappij.

De Dralowid Naclmchten No, 10 bevat :n artikel van Erich Schwandt over recisiespanningsverdeelers voor plaa

roomapparaten. Hij wljst crop, dat de eeste bijgeruischen, die vaak aan on oldoende afvlakking worden geweten, ikomstig zijn van de regelweerstanden.

eDralowid-Di visor bevat in vacuum egen op glas gewikkelde draadweer-

standen, die sterk belast kunnenn wor­

den en in het vacuum onveranderlijk zijn.

Van de N.V. Nijkerk’s Radio, Amster­

dam, ontvingen wij een supplcment- catalogus, hoofdzakelijk gewijd aan de Pilot-onderdeelen, waarvan de generaal- vertegenwoordiging werd verworven.

Voorts vindt men in dezen catalogus de nieuwste producten van Lewcos en Utility, Becol-spoelvormen, S. C. 0.

transformatoren, Splendid-plaatstroom apparaat, Acuston-grammofoonweerge- ver en kleinere artikelen.

WAT IS EEN GOEDE LAAG- FREQUENTTRANSFORMATOR ?

Door J. CORVER.

Er is misschien wel geen onderdeel op radiogebied, waarover de meeningen dikwijls zoo uiteenioopen !als omtrent laagfrequehttransformatoren.

Gaat men na, wat de handel op dit gebied in de eerste plaats als „goed”

beschouwt, dan blijkt het oordeel van die zijde hoofdzakelijk gebaseerd te zijn op de ervaring van ,,doorslaan”. Nu is dat voor den gebruiker een belangrijk punt. Niemand telt graag eenige guldens neer voor een ding, dat groote kans biedt, reeds na een paar weken stuk te zijn. Zelfs al is de fabriek zeer coulant met remplaceeren, dan heeft men toch liever een onderdeel, dat n i e t defect raakt. Ook voor den handelaar is het niets dan last en men kan hem dus geen ongelijk geven, als hij bij het aanbevelen van transformatoren in de eerste plaats hierop let.

Als wij van onzen kant een laagfre- quenttransformator beoordeelen in onze rubriek „Wat is er nieuws ?” dan is onze beoordeelingsmaatstaf evenwel een ge­

heel andere. Keuring met het oog op de kans van meer of minder spoedig defect raken, is nagenoeg geheel onmogelijk.

Dat blijkt pas op den duur in het gebruik en op ervaring met een enkel exemplaar kan men niet afgaan. Maar bovendien zijn aan een transformator nog andere eischen te stellen, dan alleen die, dat hij een lang leven zal hebben 1 Als w ij dus een transformator „goed” noemen, be- doelen we'iets anders. Wij gaan in hoofd- zaak na of bij de constructie is voldaan aan zekere elementaire voorwaarden voor goede, onvervormde ontvangst en of bij practisch gebruik, op het gehoor beoordeeld, die goede kwaliteit ook blijkt, onder inachtneming van gebruik der meest geschikte lamp voor den trans­

formator. Daarbij voeren we dan eenige metingen aan den transformator uit, waarnaar hij eenigszins is te klassifi- ceeren.

Een groot deel der metingsresultaten

hebben we verzameld en bewaard en het lijkt ons nu niet ondienstig, daar eens iets van te pubiiceeren omdat het den amateur in menig opzicht van nut kan zijn.

Laat ons beginnen met te zeggen, dat men vrijwel zonder uitzondering de fa- brieken, opgaven omtrent de transfor- matieverhouding als nauwkeurig juist kan aannemen. In de meeste gevallen geeft de fabriek eenvoudig de verhou- ding aan tusschen de aantallen secon- daire en primaire windingen en als men nu een meting omtrent de transforinatie- verhouding verricht aan den completen transformator, dan klopt dat met elkaar als een bus. Voor die meting van de transformatieverhouding hebben wij een tijd geleden in R.-E. de door ons ge- volgde methode beschreven, waarvoor Ir. Nordlohne daarna het bewijs van de juistheid heeft gebracht.

Tusschen twee haakjes zij vermeld, dat men bij die meting ook tevens kan controleeren of de aanwijzingen omtrent de verbinding van (plaat (P), batterij (+ B), rooster (G) en neg. rsp. (— C) goed zijn aangebracht. Soms ook wor­

den die aanduidingen gegeven met Po, Pi, Si en So (zelfde volgorde als boven) of met Pi, Re, S2 en Si. Een hoogst en- kele maal komt het voor, dat de fabriek systematise!! de verbindingen voor de primaire andersom aangeeft. Dat is bijv.

het geval bij Ferranti en ook bij Korting;

deze laatste merkt wel de klemmen met 0 en 1 volgens de normale beteekenis, maar zet op de doosjes, dat de plaat aan Pi zou moeten worden verbonden.

Wij achten Po juister.

Zeer belangrijk voor de weergave- kwaliteit, welke een transformator kan opleveren en voor de beoordeeling van de vraag achter welke lamp goede kwa­

liteit is te verwachten, is de kennis van de primaire zelfinductie. Van die zelf- inductie hangt toch de wisselstroom- weerstand voor verschillende frequences af en deze wisselstroomweerstand moet voor de frequentie der laagste tonen, welke men goed gereproduceerd wenscht, aanzienlijk hooger zijn (2 a 5 maal) dan de inwendige weerstand der vooraf- gaande lamp.

Wij laten hier volgen een staatje van gemeten zelfinducties, dat zeker voor velen onzer lezers merkwaardig zal zijn.

Tab el I.

Merk transf.

verb.

Zelfiud. primair (sec. open)

Croix 1:5 18 Henry

HartenHegeman 1:3.75 20 REM Montrouge

Transforma

1:3 24

(oud) 1:5 36

Bell Telephone 1:3 50

Korting 1:5 57

Erres Jr. 1:3 66

All British Super 1:5 SO

(12)

974 '

Nesper 1:3 86

Korting 1:3 90

Pye (nieuw) 1:4 100

Nesper Transforma

1:5 105

Super 2 1:2.75 105

Marconi Ideal 1:6 115

Philips 1:3 118

Weilo 1:5 120

Erres III 1:4.25 130

Erres II 1:4 135

Lorenz (rond) 1:2 135 Elite Zenith I 1:3.5 140 All British Super 1:3 155

Marconi Jr. 1:3 165

Ferranti AF4 1:3.5 195

Erres I 1:3 200

Pye (nieuw) Telefunken

1:2.5 240

(nieuw) 1:4 250

Ferranti AF3 1:4 1000

Men ziet, hoe die zelfinducties uiteen- loopen van 20 tot 1000 Henry en de wis- selstroomweerstand voor een 100-perio- dentoon ^ius van ongeveer 12.000 tot 625.000 ohm. Deze cijfers zijn tamelijk verbazingwekkend, want ofschoon zij 50- voudig uiteenloopen, maken ze het ons toch nog niet duidelijk, waarom de eene transformator zoo enorm veel beter is dan de andere. Reeds bij een primairen wisselstroomweerstand van 2 maal den lampweerstand wordt 90 % der plaat- spanningsvariaties door den transfor­

mator opgenomen. Waar nu de inwen- dige weerstand van een A 415 ongeveer 7500 ohm bedraagt, zou de minste der opgenoemde transformatoren achter een A 415 al ongeveer de 90 % halen en dus van hoogere zelfinducties nooit meer een winst van eenige beteekenis zijn te ver- wachten.

Hoe komt het dan, dat een Pye 1 : 2.5 niettemin achter de A 415 nog hoorbaar meer lage tonen geeft dan een Pye 1 :4 en dat zelfs de Ferranti AF 3 achter die zelfde lamp eigenlijk heelemaal niet goed is ? Hier spelen blijkbaar nog diverse factoren een rol.

Wie Ferranti-transformatoren bezit, zal over onze opgaven trouwens wel heel erg verbaasd staan, want Ferranti zelf zet op de doosjes voor den AF 3 niet 1000, maar 50 Henry en voor den AF 4 niet 195, maar 20. Dat klopt al heel slecht!

De oplossing van dit laatste raadsel is hierin gelegen, dat onze zelfinductie- metingen zijn geschied met open secon- daire. De door Ferranti opgegeven waar- den komen voor den dag als men de meting herhaalt met kortgesloten secondaire.

Heeft dat laatste nu evenwel eenige reden van bestaan ? Als men achter een transformator aan de secondaire het rooster en de roosterbatterij eener vol- gende lamp verbindt, waarbij de lamp in bet negatieve deel harer karakteristiek werkt, is die lamp toch feitelijk op te

RADIO-EXPRES:

vatten als een heel klein condensatortje met oneindig hoogen gelijkstroomweer- stand en met een wisselstroomweer­

stand, die zelfs voor zeer hooge tonen nog in de megohms loopt. lets anders wordt het als de lamp ook maar even wordt overbelast, zoodat maar een klein beetje roosterstroom kan optreden. In dien toestand blijkt een lamp op de se­

condaire van een zoo gering vermogen ontwikkelenden transformator inderdaad vrijwel gelijk te staan met een volledige kortsluiting der secondaire. Het is blijk­

baar met ’t oog daarop en op de eigen capaciteit der secondaire, die voor de hoogste tonen ook op een kortsluiting gaat gelijken, dat Ferranti de meting doet met kortgesloten secondaire.

Doen wij ook nu datzelfde met al de bovengenoemde transformatoren, dan krijgen we een geheel ander beeld.

Tab el II.

« Zelfind. prim. Z")find. prim.

] v (sec kort. gesl.) (sec. open)

Croix 10 18

All Brit Super 1:5 13 80 Marc. Ideal 1:6 13 115

Transforma 1:5 14 36

Korting 1:5 14 57

H. en H. 16 20

Nesper 1:3 16 86

Erres Jr. 18 66

All Brit. Super 1:3 18 ' 80-

Ferranti AF4 19 195

Nesper 1:5 19 105

Pye 1:4 20 100

Korting 1:3 20 90

Weilo 20 120

Marc. Jr. 20 165

REM Montrouge 21 24

Elite Zenith 21 140

Bell Telephone 23 50

Transforma Super 24 105

Erres III 24 130

Erres II 24 135

Erres I 26 200

Pye 1:2.5 30 240

Telefunken 1:4 30 250

Ferranti AF3 40 1000

Philips 55 118

Lorenz 60 135

De volgorde is een gansch andere ge- worden en enkele der transformatoren, die in tabel I een poover figuur maakten, komen nu in de hoogste klasse. Het merkwaardigste zijn de Philipstransfor- mator en de Lorenz, die nu zelfs Ferranti AF3 overtreffen.

Als we nagaan hoe deze verschuivin- gen met mogelijkheid zijn ontstaan, dan ligt het volgende voor de hand. De vraag hoe veel de gemeten primaire zelfinductie door kortsluiting van de secondaire zal dalen, hangt in hooge mate af v a n den weerstand der secondaire w i k k e 1 i n g. Hoe hooger deze is, des te hooger zal de resteerende primair ge­

meten zelfinductie zijn bij kortsluiting der secondaire. Alle andere hierbij werk-

zame invloeden .vallen vermoedelijk bij deze in het niet. Wanneer dus een hooge primaire zelfinductie bij kortgesloten secondaire van belang is, dan is weer-

■■ stand in de secondaire een gunstige om- standigheid en is wikkeling der secon­

daire met weerstandsdraad, zooals men vermoedelijk bij den Philipstransformator aantreft, een bijzonder gunstige con­

structs.

Dat laatste is in elk geval beter dan het ov:ermatig hoog opvoeren der „open’’

zelfinductie om bij kortsluiting toch nog voldoende over te houden. De „open”

zelfinductie toch bepaalt de kans op magnetische verzadiging van de kern door den plaatstroom der voorafgaande lamp; het aantal amperewindingen voor de gelijkstroom magnetisatie blijft gelijk, of men de secondaire open laat of sluit.

En bij de gebruikelijke kernafmetingen leert de ervaring, dat bij ongeveer 140 Henry het gevaar voor kernverzadiging min of meer dreigend wordt.

Kernverzadiging openbaart zich in een schorrig, hoog, blikkerig geluid, lang voordat het geluid sterk genoeg is om lampen over te belasten en kenmerkend is dan dat door verlaging der plaatspan- ning van de voor de transformator met verzadigde kern staande lamp (vermin­

dering dus ook van plaat stroom) het geluid normaal wordt. De Erres I, Tele­

funken, Ferranti AF3 en zelfs de Elite Zenith nit tabel I vertoonen met vooraf­

gaande A 415 neigingen van dezen aard.

Met lampen van wat grooteren inw.

weerstand zijn het uitstekende transfor­

matoren, maar de kwaliteitsverbetering, die anders intreedt door het gebruik eener voorafgaande lamp met 1 a g e r e n inw.

weerstand, blijft hier om de genoemde reden achterwege. In dit opzicht is een transformator met kleinere „open zelf­

inductie” te prefereeren, wanneer door den weerstandkunstgreep de „kortsIuit- zelfinductie” toch maar een redelijk be- drag vertegenwoordigt.

Dit doet ons een middel aan de hand om elken transformator van goede kwali- teit met redelijke „open zelfinductie”

altijd nog te verbeteren. Men kan n.l. ge- makkelijk een vrij hoogen weerstand tusschen den uitgang der secondaire wikkeling en het rooster der volgende lamp schakelen. Daardoor wordt de

„kortsluit-zelfinductie” even afdoende verhoogd als door den weerstand in de wikkeling zelve aan te brengen. Niet zoo goed is dit evenwel ten aanzien van de hooge tonen waarvoor een capacitieve kortsluiting ontstaat door de wikkelings- capaciteit.

Door weerstand i n de wikkeling wordt ook die kortsluiting ten deele geneutra- liseerd; weerstand, die uitwendig wordt aangebracht, doet hieraan niets. Maar voor de hooge tonen staat daar tegen- over, dat die aan den anderen leant in het

vonrdppl 1 iin ---illlwn Ip If-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– Het herstellen van anhydriet dekvloeren met aangepaste reparatiemortels op basis van Calciumsulfaat-Alpha-Halfhydraat met een drukvastheid van &gt; 20,0 N/mm² en buigsterkte

Zelfs wordt het vaak als een ietwat klein standpunt be- schouwd, wanneer een firma zich met fouten in een volgens haar schema ge- boiiwd toestel niet wil bemoeien, wanneer niet

Want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.' Nadat Hij behalve zijn leerlingen ook het volk bij zich had laten komen, sprak Hij tot

De veel gebruikelijke snoer- of spiraal- verbinding van frame met losse platen is vervangen door een veerend vork-con- tact, zoodat de bezwaren van de snoer- verbinding, welke

Chap3 Parliamentary Democracy, acquiring knowledge about the Constitution, political parties, elections, the Dutch politicals system and about political dilemma's occurring in

Nu is de moeilijkheid om te weten te komen wie die zendende amateurs zijn. Inimers indien zij weten, dat zij storen, zullen zij alie moeite doen om die storing op te heffen,

Afrekening 2020 en vaststelling budgetten 2021.. Overzicht uitgaven

Moeilijk wordt het intusschen, twee zulke groote spoelen buiten koppeling met elkaar op te stellen; en de door de grafiek aangegeven waarden, zijn berekend voor niet met