• No results found

Sociale Veiligheid in de Gemeenschap Kerk van de Nazarener Rotterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Sociale Veiligheid in de Gemeenschap Kerk van de Nazarener Rotterdam"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

9-11-2018

Sociale Veiligheid in de Gemeenschap

Kerk van de Nazarener Rotterdam

Sociale veiligheid is van het hoogste belang om zonder angst en volledig geaccepteerd deel te kunnen zijn van God’s gezin. Vanzelfsprekend is het gevoel van onveiligheid interpretabel en subjectief. Elk gemeentelid zal hier zelf een unieke gevoelswaarde aan geven worden gebaseerd op

voorgeschiedenis, kennis en karakter. Wanneer wij kunnen bepalen wat exact veilige en onveilige situaties zijn, draagt dit bij aan preventie en vermindert handelingsverlegenheid bij onveilige situaties. Het doel van dit document is om helderheid te krijgen over wat veiligheid in de gemeenschap is, wanneer er sprake is van onveiligheid en hoe een ieder in een onveilige situatie kan handelen.

Inhoud:

1. Wat is sociale onveiligheid?

2. Hoe te handelen bij vermoedens van?

3. Wat te doen wanneer vermoedens bestaan dat het gaat om een valse beschuldiging?

4. Vrijwillige functie van vertrouwenspersoon 5. Aanbevelingen

(2)

1. Wat is sociale onveiligheid?

Het gevoel veilig te zijn, heeft direct te maken met jouw sociale omgang en relaties om je heen. Wanneer je in enige relatie met een ander of anderen staat, zullen er kleine of grote problemen optreden binnen interactie. In relatie met elkaar staan betekent dat je geen vreemden van elkaar bent, maar op de een of andere manier met elkaar verbonden bent. We spreken hier dus niet over gelijkwaardige vreemden die een ruzie maken. Met name binnen afhankelijkheidsrelaties is het risico op onveiligheid groter. Over dit type onveiligheid gaat dit hoofdstuk. We noemen dit huiselijk geweld (terminologie is niet gerelateerd aan locatie maar aan relatievorming).

Doordat slachtoffer en dader elkaar kennen, is de kans op herhaling zeer groot.

We onderscheiden drie vormen van huiselijk geweld binnen de kerkelijke gemeentes:

1. Bij gemeenteleden in de privésfeer (familierelaties of verkering).

2. Onveiligheid tussen gemeenteleden onderling waarbij ongelijkheid een rol speelt. Bijvoorbeeld een situatie waarbij een kerklid geholpen wordt op materieel of emotioneel gebied. Het kan ook plaatsvinden bij grote leeftijdsverschillen, statusverschil, geaardheid of bij bijvoorbeeld sociaal kwetsbaarder persoon door een

voorgeschiedenis van een scheiding, psychiatrische aandoening of detentie.

3. Binnen leidinggevende functies en gemeenteleden. Denk aan geestelijk leiders t.o.v. kerkleden.

Grensoverschrijdend gedrag tussen volwassenen omvat het volgende:

- Fysiek geweld; slaan, schoppen etc.

- Verbaal geweld, eisend of dominant gedrag wat kan resulteren in psychische mishandeling (vernederen, intimideren, dreigen) Dit kan ook plaatsvinden via social media.

- Creëren van een isolement of geheimhouding eisen

- Verwaarlozing – negeren van fysieke of geestelijke behoeften en onthouden van noodzakelijke zorg.

- Financiële uitbuiting

- Seksueel misbruik; aanranding, verkrachting, seksuele intimidatie.

(3)

Sociale Veiligheid in de Gemeenschap

- Invloed willen uitoefenen op - of schenden van de rechten van de ander (zelfbeschikking, vrijheden worden beperkt),

- (Dreigen met) uitsluiting of verbanning.

- Uitbuiting – afpersen, oplichten, onvrijwillig te werk stellen, etc.

De signaleringskaart geeft een goed beeld van alle signalen die waarneembaar kunnen zijn bij mogelijk huiselijk geweld.

Voor af gaand aan daadwerkelijk geweld, vinden situaties plaats die nog niet zo erg zijn. Denk bijvoorbeeld aan ruzie of onenigheid tussen gemeenteleden.

Wanneer gedacht wordt aan preventie dan is het van belang om ruzies te signaleren en bespreekbaar te maken met gemeenteleden zodat conflicten zich niet kunnen ontwikkelen tot een patroon (spiraal van geweld). Door grenzen vroegtijdig aan te geven (bijvoorbeeld gedragsregels) en passende afspraken te maken met alle partijen wordt verhinderd dat problemen onderling kunnen verergeren. Er zijn binnen de kerk al mogelijkheden om problemen tussen relaties bespreekbaar te maken. In deze situaties speelt de kerkleiding en het pastorale team een leidende rol in.

Mensen met een kort lontje, hebben vaak andere stressoren die veel van hen vragen. Externe hulpverlening is in deze gevallen zeker op zijn plaats.

2. Hoe te handelen bij vermoedens van?

Zoals eerder genoemd onderscheiden we huiselijk geweld binnen drie bovengenoemde categorieën.

De kerk van de Nazarener is een heiligingskerk. Dat betekent dat we ernaar streven om navolgers van Christus te zijn. Het proces naar heiliging is een groeiproces waarin fouten worden gemaakt. Heiliging mag echter nooit worden misbruikt om fouten te verdoezelen. De valkuil van heiliging is dat het snel naar schijnheiligheid kan omslaan. De meldcode zal worden gebruikt als ondersteuning in het groeiproces van iedere gelovige waarbij we te allen tijde de meldcode willen gebruiken bij een vermoeden van een onveilige situatie.

Bij het waarnemen van signalen spreken we van vermoedens van een onveilige relatie. Voor de persoon die signaleert, is het zelf soms moeilijk om

(4)

een signaal te duiden als geweld of onveiligheid. Valse beschuldigingen worden voorkomen door zorgvuldig te handelen. Derhalve is het van belang om een vermoeden altijd door te spreken met de vertrouwenspersoon van onze kerk.

Overigens staat een ieder ook vrij, om een

professional van Stichting Gedragscode Leidinggevenden (hierna SGL) of Veilig Thuis te benaderen. In een adviesgesprek zullen de zorgen geduid worden en een aanvliegroute bepaald worden. Soms is het van belang dat de zorgen besproken worden met de betrokkenen en vervolgstappen gezet worden conform de richtlijn vrijwillige meldcode.

Een voorganger is volgens de vrijwillige meldcode als professional en

betaalde kracht, belast met de eindverantwoordelijkheid. Dit betekent echter niet dat hij/zij in de uitvoering acties onderneemt. Wel dat hij/zij de vrijwillige vertrouwenspersoon van advies kan voorzien. Een vertrouwenspersoon kan bij een signaal van geweld tussen twee gemeenteleden ook zelfstandig een plan van aanpak opstellen, hij/zij overlegt dit in stap 2 met de beroepskracht en houdt hem/haar op de hoogte van het proces. Het staat de

vertrouwenspersoon altijd vrij om meer advies in te winnen bij de andere genoemde externe partijen, wat kan helpen om een neutrale kijk te houden op de situatie. Het strekt tot de aanbeveling dat ook een voorganger

geschoold wordt in het uitvoeren van de stappen van de vrijwillige meldcode zodat hij de vertrouwenspersoon indien nodig, bij kan staan.

Onderstaand is een voorstel van een stappenplan voor het omgaan met een vermoedelijk onveilige situatie betreffende het risico op schade binnen een afhankelijkheidsrelatie. Dit stappenplan gebaseerd op de Vrijwillige

Meldcode stappen waardoor de kerk zorgvuldig doch daadkrachtig kunnen handelen. Het stappenplan kan per stap gevolgd worden maar hoeft niet volledig doorlopen te worden. Per situatie zal maatwerk geleverd moeten worden, met daarbij dit stappenplan als richtlijn. De vertrouwenspersoon voert de regie als onafhankelijk persoon en voert veelal de onderstaande stappen uit. Daarnaast kan natuurlijk een gemeentelid zelf ook stappen ondernemen door contact op te nemen met de SGL of Veilig Thuis.

(5)

Sociale Veiligheid in de Gemeenschap

Let op wanneer, er (ongeboren) kinderen in de thuissituatie zijn, overleg dan altijd volgens de stappen van de richtlijn vrijwillige meldcode geanonimiseerd met Veilig Thuis of de vertrouwenspersoon (zie ‘Veilig Kerk voor Kinderen’).

Stap in de route Aan de orde Door wie 1. Opmerken

van signalen / situatie die niet pluis is/zijn.

Niet pluis gevoel serieus nemen, schrijf op wat je feitelijk ziet of hoort. Signalen worden besproken met vertrouwenspersoon.

Beloof nooit aan het slachtoffer dat je informatie niet zult delen.

Bij acute fysieke dreiging bel 112

De persoon die het signaleert.

(omstander, slachtoffer, ouder, kerkganger etc,)

2a intern overleg persoon die signaleert

2b. Advies vragen intern en/of extern, wegen van de ernst van de signalen, gesprek met betrokkene voorbereiden.

Zorgen bepreken en feitelijk maken met

vertrouwenspersoon

Bespreek situatie en

vervolgstappen stappen met voorganger of SGL of Veilig Thuis, politie of Meldpunt Misbruik. Doe dit

geanonimiseerd.

Zie overzicht telefoonnummers (bijlage 1)

Overleg indien nodig inzet van de politie bv aangifte door slachtoffer of bescherming.

Persoon die signaleert met vertrouwenspersoon Vertrouwenspersoon

3. Gesprek met betrokkene of gezag dragende ouder /

verzorger.

De zorgen worden voorgelegd aan de betrokkene. Hulp wordt aangeboden of medegedeeld.

Vertrouwenspersoon, eventueel samen met de vrijwilliger die de signalen heeft gezien.

(6)

Zo nodig kan een externe partij hierbij aansluiten acuut hulpverlening vereist is.

4 en 5. Weging en

besluitvorming.

De ernst wordt zorgvuldig gewogen met externe partijen.

Besloten wordt welke hulp wordt georganiseerd/overweeg een melding bij Veilig Thuis.

Daarnaast wordt een veiligheidsplan afgesproken waarin voorkomen van herhaling het doel is.

Aanmelden bij externe partij door vertrouwenspersoon (of delegeer).

Vertrouwenspersoon overleg altijd met een professional;

voorganger, Veilig Thuis, SGL, Meldpunt Misbruik en/of politie.

6.

Terugkoppeling.

Besluitvorming terugkoppelen Door

vertrouwenspersoon of professional aan persoon die signaleerde, voorganger en betrokkene.

3. Wat te doen wanneer men vermoedt dat het gaat om een valse beschuldiging?

- Laat bij alle stappen en contactmomenten een onpartijdig persoon meeluisteren en meepraten zoals de vertrouwenspersoon of een derde neutrale partij.

- Vraag geanonimiseerd advies bij de SGL of Veilig Thuis

- Beschrijf alle gebeurtenissen of uitspraken in een contactjournaal in samenspraak met de onpartijdige persoon.

(7)

Sociale Veiligheid in de Gemeenschap

- Betrek zo weinig mogelijk mensen zodat het verhaal geen eigen leven kan gaan leiden. Vraag mensen dringend om de pers niet te woord te staan.

- Overleg vooraf wie eventuele pers te woord zal staan.

4. De functie van vrijwillige vertrouwenspersoon

De Vertrouwenspersoon zou bij voorkeur uit minimaal twee personen moeten bestaan. Zij zouden bij voorkeur verantwoording afleggen aan een centraal meldpunt zoals het SGL of nader in te vullen overkoepelend netwerk van vertrouwenspersonen van alle Kerken van de Nazarener.

De vertrouwenspersoon moet daarnaast altijd in de gelegenheid zijn om te overleggen met de beroepskracht van de Kerk. De vertrouwenspersonen kunnen inschatten of er direct professionele hulp ingeschakeld moet worden (evt. christelijke psycholoog of politie). Zij moeten weten wat hun

beperkingen zijn en vooral waakzaam zijn dat ze niet door zelfoverschatting denken dat het zelf te doen is om hulp te bieden. Het verdient de

aanbeveling om zowel een man als een vrouw aan te stellen. Bij een fysieke of emotionele onveilige situatie, zal de mogelijkheid geboden moeten

kunnen worden dat de melding bij of de man of de vrouw gedaan wordt. Is er maar één persoon die deze functie bekleedt, gaat de voorkeur uit naar een vrouw. Deze persoon heeft bij voorkeur de volgende kwaliteiten:

- Volwassen persoon die in staat is de signalen daar te brengen waar ze moeten zijn; moet kunnen inschatten of en naar wie

doorverwezen moet worden

- Beleid en uitvoering uit elkaar kunnen trekken

- Het stappenplan zoals hieronder genoemd kennen en kunnen toepassen.

- Heeft een levend geloof, een liefdevolle, empathische houding - Heeft lef

- Onafhankelijk en objectief

- Heeft voldoende gespreksvaardigheden: luisteren – samenvatten – doorvragen en kan helder communiceren

- Grenzen bewaken van de ander en zichzelf (procesbewaking) - Kan een afweging maken van risicofactoren

(8)

- Weet balans te houden tussen afstand en nabijheid (fysiek) - Is betrouwbaar en heeft een open houding in relatie met anderen - Is Flexibel om in te kunnen spelen op wisselende situaties

- Heeft (enige) kennis van de sociale kaart (bestaande instanties), kan samenwerken met de SGL,

- Heeft enige kennis van pedagogiek (bijvoorbeeld van seksuele ontwikkeling).

- Is nooit lid van de kerkenraad.

- Hoeft niet specifiek een professional te zijn.

- Kan zwijgen, is integer.

- Dagelijks bereikbaar zijn.

- Regie voeren over de casuïstiek, daarbij voorkomen dat (te)veel mensen van de situatie op de hoogte zijn/raken

- Stelt zich beschikbaar voor bepaalde tijd.

Binnen de casuïstiek verdient het de aanbeveling om zonder aarzeling te streven naar externe hulpverlening om te voorkomen dat, als intern de hulpverlening niet goed verloopt, zowel de gemeente als de hulpverlener en hulpvrager schade ondervinden.

Als doorverwijzing niet lukt, (en diegene die hulp verleent, is een vrijwilliger uit de gemeente) dan is het van belang dat er scholing, coaching of toetsing van het hulpverleningsproces kan plaatsvinden door een beroepskracht, waarna mogelijk alsnog besloten kan worden tot doorverwijzing.

De vertrouwenspersoon is regie voerend maar kan terugvallen of

verantwoordelijkheden teruggeven aan de beroepskracht indien hij/zij dit van toepassing acht.

5. Aanbevelingen

Beschouw dit onderwerp als een te bespreken onderwerp wat in alle

groepen, lagen en niveaus mag terugkomen. De preventieve werking gaat uit van het doorbreken van het taboe. Denk na over informatieavonden,

brochures en regelmatig het onderwerp laten terugkeren op agenda’s.

(9)

Sociale Veiligheid in de Gemeenschap

Bespreek met alle gemeenteleden wat gewenst en ongewenst gedrag is vanuit een neutrale en geïnteresseerde houding. Doordat mensen zich uitspreken over dit onderwerp creëer je bewustwording en werkt het preventief.

Creëer algemene gedragsregels en een bijbehorende stappenplan wat in werking treedt wanneer de gedragsregels niet worden nageleefd, waarbij veiligheid voor alle gemeenteleden binnen het kerkgebouw het hoogste doel is.

Laat elke leidinggevende doordrongen zijn van de gedragscode passend bij zijn / haar functie.

De VOG inbedden in de organisatie, ook voor kerkleiding.

Aanbeveling aan kerkleiding/pastorale team: Zorg dat je kennis hebt van de sociale kaart Rotterdam Zuid. Inventariseer waar de achterliggende

hulpvragen liggen en bied externe hulpverlening aan.

Dit is zeker relevant bij mensen waarbij gesignaleerd wordt dat sommige persoonlijke problemen terugkeren, zoals een sociale kwetsbaarheid of een kort lontje.

Formuleer een meldprotocol betreffende vermoedens van seksueel misbruik van gezagsdragers in relatie tot gemeenteleden. Dit is in feite het

bovenstaande stappenplan, maar specifieker op seksueel misbruik.

Specifiek op het gebied van conflicten tussen gemeenteleden of vrijwilligers waarbij er geen sprake is van een afhankelijkheidsfactor of

grensoverschrijdend gedrag. Wie gaat hiermee aan de slag, pastorale team?

Voorganger? Wie maakt afspraken tbv voorkomen van erger? Hoe ziet een dergelijk plan van aanpak eruit, welke voorwaarden gesteld kunnen worden, door wie, welke gevolgen kunnen er optreden. Denk bijvoorbeeld aan dat iemand tijdelijk het kerkgebouw niet kan bezoeken ter bescherming van gemeenteleden of voorkoming van geweld.

Continuïteit in bekendmaking van de vertrouwenspersoon in bijvoorbeeld de

(10)

liturgie of via de folder. De vertrouwenspersoon zal ook schriftelijk moeten instemmen voor de bekendmaking van zijn/haar naam.

De kerkenraad draagt zorg voor de selectie en benadering van kandidaat vertrouwenspersonen.

Overweeg landelijk een systeem in te richten waardoor bereikbaarheid en deskundige betrokkenheid gegarandeerd is naast of samen met de SGL, dit ten behoeve van landelijke borging bij ziekte of vakantie.

De kerkenraad stemt in met bovenstaande handelingsstappenplan als routekaart voor de vertrouwenspersoon.

Een cursus aanbieden aan de vertrouwenspersoon en beroepskrachten. Te overwegen is om ook specifieke groepen mensen die meer getraind zijn om signalen op te pakken, zoals het pastorale team en kinderwerkers, extra te scholen op het gebied van het signaleren van risico’s binnen

afhankelijkheidsrelaties.

Kerkleiding met een vernieuwde blik kijken naar de inhoud van het moreel kader gesprek/het goede gesprek in het licht van dit document. Waar nodig aan te passen door het stellen van specifieke vragen naar iemands valkuilen op relationeel gebied.

Er wordt nagedacht door de vertrouwenspersoon in samenspraak met de kerkenraad en communicatie, hoe de afspraken en werkwijze

gecommuniceerd gaat worden, denk aan: Posters ophangen, website, nieuwsbrief en te maken folder.

Bijlagen:

1. Overzicht telefoonnummers (sociale kaart)

2. De vrijwillige meldcode (gemeente Rotterdam) – zie DROPBOX.

3. Brochure voor gemeenteleden - in concept van Paul Brower (zie DROPBOX

4. Cirkel van Geweld – zie DROPBOX

5. Signaleringskaart Rotterdam GGD – zie DROPBOX

(11)

Sociale Veiligheid in de Gemeenschap Bronnen:

Eenveiligekerk.nl De vrijwillige meldcode www.eenveiligthuis.nl sgl-platform.nl

Bijlage 1 Overzicht telefoonnummers (korte sociale kaart)

(12)

Organisatie Tel Bellen bij

Politie 112 Acute onveiligheid

Veilig Thuis 08002000 Problemen thuis,

kinderen, advies bij huiselijk geweld.

Stichting Gedragscode Leidinggevenden (SGL)

06-53464403 Vermoedelijk

grensoverschrijdend gedrag door

leidinggevenden in de kerk.

Meldpunt Misbruik 06-81080117 Bij vermoedens van seksueel misbruik tussen

gemeenteleden.

House of Hope 010 2150663 Christelijke

hulpverlening Rdam zuid

Vraagwijzer 14010 Gemeentelijk loket

voor toeleiding naar wijkteams

(maatschappelijke hulpverlening).

Centrum voor Jeugd en Gezin

0102010110 Voor hulp bij

opvoedingsvragen 0-

18 jaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

[r]

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

Wanneer een kind onbekwaam is, mag een hulpverlener alleen vertrouwelijke informatie doorgeven aan zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken wanneer dit ‘in het belang van het

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden

Als u als ouder/verzorger van minderjarige of hulpbehoevende kinderen behandeld wordt, wordt er volgens de Meldcode ook gekeken of er zorgen zijn over de gezondheid of veiligheid