• No results found

FACULTAIR CONCEPT 30 AUGUSTUS 2010

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "FACULTAIR CONCEPT 30 AUGUSTUS 2010"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Regels en richtlijnen van de examencommissies van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden

zoals bedoeld in artikel 7.12b, 3e lid, van de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Zie voor de bevoegdheden van de examencommissie ook art. 25 en 33 van het Faculteitsreglement Geesteswetenschappen.

FACULTAIR CONCEPT 30 AUGUSTUS 2010

Navolgende tekst geeft het model voor de Regels en richtlijnen van examencommissies in de Faculteit der Geesteswetenschappen. In de loop van september of ten laatste begin oktober wordt deze basistekst vervangen door de dan door de verschillende examencommissies voor hun opleiding(en) vastgestelde Regels en richtlijnen. De examencommissies stellen deze documenten vast op basis van deze tekst.

Artikel 1. Verplicht inschrijven voor onderwijseenheden

De student dient zich voor elke onderwijseenheid die de student wil volgen, in te schrijven via het universitaire studenteninformatiesysteem (uSis). Voor onderwijseenheden kan een beperking van het aantal deelnemers gelden, in welk geval art. 3.4 van de Onderwijs- en Examenregeling van toepassing is.

Artikel 2. Verplicht inschrijven voor tentamens

1. De student dient zich voor elk af te leggen tentamen of deeltentamen, uitgezonderd het bacheloreindwerkstuk c.q. de masterscriptie, tijdig in te schrijven via het universitaire studenteninformatiesysteem (uSis).

2. Voor de definitie van het begrip ‘tentamen’ in deze Regels en richtlijnen wordt verwezen naar het ter zake bepaalde in artikel 1.2 van de Onderwijs- en Examenregeling.

3. De regels die gelden voor het inschrijven voor tentamens worden tijdig gepubliceerd.

Artikel 3. De tijdstippen van tentamens

1. De tijdstippen waarop schriftelijke tentamens worden afgenomen en werkstukken dienen te worden ingeleverd worden onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie ten minste zes weken van te voren vastgesteld en openbaargemaakt.

2. Bij de vaststelling van de tijdstippen bedoeld in het eerste lid wordt zo veel mogelijk voorkomen dat tentamens uit hetzelfde jaar van één opleiding samenvallen.

3. Mondeling af te nemen tentamens worden op door de examinator dan wel examencommissie te bepalen tijdstippen afgenomen. Deze tijdstippen worden tijdig openbaargemaakt.

Artikel 4. De orde tijdens schriftelijke tentamens en examens

1. Onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie draagt de examinator er zorg voor, dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen ordelijk verloopt.

2. De student is verplicht zich te kunnen legitimeren met zijn collegekaart en een geldig legitimatiebewijs.

(2)

3. Deelname aan een tentamen is slechts mogelijk indien een student zich tot maximaal een half uur na de aanvangstijd van het tentamen meldt bij de examinator. De student mag de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen niet verlaten gedurende het eerste half uur na de aanvang van het tentamen.

4. In geval van uitsluiting van deelname aan een tentamen op grond van lid 2 en / of lid 3 van dit artikel wordt voor het tentamen de uitslag “afgewezen zonder cijfer”

geregistreerd.

5. Het is verboden telefoons of andere elektronische communicatiemiddelen tijdens tentamens aan te hebben staan, tenzij hiervoor vooraf schriftelijk ontheffing is verleend door de examencommissie. Gebruikmaking van dergelijke communicatiemiddelen kan uitsluiting van het desbetreffende tentamen ten gevolge hebben. Bovendien kan in een voorkomend geval de examinator de examencommissie ten spoedigste op de hoogte stellen, opdat deze zich kan beraden op eventuele nadere maatregelen.

6. De student is verplicht aanwijzingen van de examencommissie c.q. de examinator, die voor de aanvang van het tentamententamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die vooraf, tijdens en onmiddellijk na afloop van het tentamen gegeven worden, op te volgen.

7. De duur van het tentamen is zodanig dat studenten, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden, met dien verstande dat niet langer dan drie uur achtereen schriftelijk, dan wel twee uur mondeling wordt geëxamineerd.

Artikel 5. Mondelinge tentamens

1. Bij een mondeling tentamen zijn, naar keuze van examinator c.q. de examencommissie, ofwel minimaal twee examinatoren aanwezig, ofwel wordt een geluidsopname gemaakt van het tentamen.

2. Indien er meer dan één examinator aanwezig is, maakt één van hen tijdens het tentamen korte notities waarin puntsgewijs wordt vermeld welke onderwerpen aan de orde komen en of de student deze onderwerpen voldoende beheerst.

3. De notities dan wel de opname worden gedurende drie maanden door de opleiding bewaard en kunnen door de student die het mondeling tentamen heeft afgelegd indien nodig worden opgevraagd.

Artikel 6. De beoordeling van tentamens

1. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt zo mogelijk aan de hand van schriftelijk vastgelegde, en eventueel naar aanleiding van de correctie van het tentamen bijgestelde, normen.

2. De wijze van beoordeling moet inzichtelijk zijn.

3. De beoordeling van (deel)tentamens wordt uitgedrukt in cijfers van 1 tot en met 10, afgerond op ten hoogste één decimaal achter de komma. Men heeft een tentamen met goed gevolg afgelegd als het eindcijfer voor een onderwijseenheid hoger of gelijk is aan het cijfer 6.0, met inachtneming van hetgeen bepaald is in lid 4. De hoogst mogelijke onvoldoende is 5.0; er worden geen eindcijfers gegeven die liggen tussen 5.0 en 6.0.

Deeltentamens kunnen wel een cijfer tussen 5.0 en 6.0 krijgen.

4. Indien een onderwijseenheid wordt getoetst door middel van verschillende deeltentamens, kan de examinator eisen dat alle of enkele deeltentamens voldoende moeten worden afgesloten. Of tussen deeltentamens compensatie mogelijk is, wordt beschreven in de studiegids.

(3)

5. Indien een eindcijfer samengesteld wordt als gewogen gemiddelde van verschillende deelcijfers, dan geldt dat voor de bepaling van het eindcijfer in hele cijfers de eerste decimaal beslissend is; bij een eindcijfer in één decimaal is de tweede decimaal beslissend. In beide gevallen wordt een 5 of hoger naar boven afgerond; een 4 of lager naar beneden.1

Artikel 7. Fraude

1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken.

2. In het geval dat de examencommissie fraude door een student vaststelt kan zij sancties opleggen. Deze sancties staan in verhouding tot de aard en zwaarte van de gepleegde fraude. Deze kunnen variëren van het ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of schriftelijk tentamen tot volledige uitsluiting van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van één jaar.

3. In geval een examinator tijdens het afnemen van een tentamen een gegrond vermoeden van fraude heeft kan de examinator de student onmiddellijk uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen.

4. De examinator stelt de examencommissie onverwijld in kennis van enigerlei maatregel getroffen krachtens het vorige lid, en legt de geconstateerde fraude in een schriftelijke verklaring voor aan de examencommissie.

5. Ingeval de examencommissie, nadat zij de betrokken student gehoord heeft en zonodig nadere inlichtingen heeft ingewonnen bij de examinator, van oordeel is dat de uitsluiting van deelname aan het tentamen terecht is geschied, kan zij de student een sanctie opleggen overeenkomstig lid 2 van dit artikel.

6. Examinatoren hebben de beschikking over detectiesoftware om werkstukken, schriftelijke opdrachten etc. van studenten systematisch op plagiaat te controleren. De examinator kan van deze software voor elke door de student ingeleverde tekst bericht over gesignaleerde overeenkomsten met bestaande documenten krijgen en kan naar aanleiding hiervan zonodig actie ondernemen. De student is in verband hiermee gehouden op verzoek van de examinator een digitale versie van zijn schriftelijke werk ter beschikking te stellen.

Artikel 8. Brondocument tentamenuitslag

In geval een tentamen is afgenomen, ziet de examencommissie erop toe dat een daarop betrekking hebbend brondocument aan de onderwijsadministratie wordt overlegd waaruit de uitslag blijkt. Dit brondocument wordt ondertekend door de examinator dan wel een lid van de examencommissie.

1 Ter illustratie twee voorbeelden.

a. De rekenkundige uitkomst is 5,49. Tussen 5.0 en 6.0 worden géén decimale cijfers gegeven, dus er moet worden afgerond op een heel cijfer. Een 5.49 wordt dan afgerond een 5.0; de eerste decimaal telt

b. De rekenkundige uitkomst is 6.45. Eindcijfers voor tentamens worden [buiten het traject 5.0-6.0] gegeven met één decimaal. Indien wordt afgerond op één decimaal, dan wordt een 6.45 afgerond een 6.5 (maar dus géén 7); een 6.44 wordt een 6.4.

(4)

Artikel 9. Registratie van uitslagen

De onderwijsadministratie draagt zorg voor de registratie van de uitslagen van examens en tentamens. Zij registreert tevens welke getuigschriften aan een geëxamineerde zijn uitgereikt.

Over geregistreerde gegevens van individuele studenten met uitzondering van getuigschriften, doet de examencommissie aan anderen dan de geëxamineerde, de studiecoördinator, een door de opleiding als docentmentor aangewezen examinator, de studentendecaan, College van Beroep voor de Examens of bij of krachtens de wet aangewezen instellingen geen mededeling. Met toestemming van de geëxamineerde kan van het in de vorige volzin bepaalde worden afgeweken.

Artikel 10. Bewaartermijnen

1. Tentamenopgaven en uitwerkingen, waaronder ook begrepen werkstukken en andere schriftelijke materialen waarvoor een (deel) cijfer is toegekend, worden ten minste twee jaar na vaststelling van de tentamenuitslag bewaard.

2. BA-eindwerkstukken en MA-scripties worden ten minste zeven jaar bewaard.

3. Tentamenuitslagen (brondocumenten) worden ten minste dertig jaar bewaard.

Artikel 11. Vrijstelling van een examen, tentamen of praktische oefening

1. Een gemotiveerd verzoek tot vrijstelling van het propedeutisch examen wordt ingediend bij de examencommissie uiterlijk binnen een half jaar na inschrijving voor de betreffende bacheloropleiding.

2. Een gemotiveerd verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een (deel)tentamen of een praktische oefening wordt ingediend bij de examencommissie, uiterlijk zes weken voor het betreffende (deel)tentamen, of de start van de betreffende praktische oefening.

3. Een besluit om de vrijstelling geheel of gedeeltelijk niet te verlenen wordt door de examencommissie niet genomen dan nadat de verzoeker in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.

4. De examencommissie neemt een gemotiveerde beslissing binnen vier weken na ontvangst van het verzoek. De student wordt van het besluit onverwijld in kennis gesteld.

5. Vrijstelling voor het afleggen van een examen of tentamen houdt in dat de student geacht wordt voor het desbetreffende examen of tentamen te zijn geslaagd zonder judicium.

Artikel 12. Uitreiking van het getuigschrift

De opleiding gaat in beginsel automatisch over tot uitreiking van het getuigschrift als een student aan de eisen voldoet, tenzij de student verzoekt dit niet te doen.2

Artikel 13. Het getuigschrift

1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt, waaraan een supplement wordt toegevoegd. Het getuigschrift en supplement worden ondertekend door ten minste twee leden van de examencommissie. Uitreiking geschiedt in een openbare uitreikingsbijeen- komst, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald.

2. In het supplement worden de tot het examen behorende onderdelen met het behaalde resultaat vermeld. Daarboven worden vermeld de niet tot het examen behorende

2 Dit voort vloeit uit wijziging in 2010 de WHW; er is dus voor afstuderen niet eerst een aanvraag van een student nodig.

(5)

onderdelen waarin op verzoek van de student is geëxamineerd, mits die onderdelen met goed gevolg zijn afgelegd en op de juiste wijze zijn geregistreerd in het universitaire studenteninformatiesysteem.

3. Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.

4. Judicia worden toegekend in overeenstemming met de facultaire Regeling bepaling en toekenning judicia.

Artikel 15 Advies studiecoördinator of studentendecaan

De student c.q. geëxamineerde kan de examencommissie of examinator verzoeken om advies in te winnen van de studiecoördinator en/of studentendecaan alvorens een besluit te nemen op basis van deze regels en richtlijnen.

Artikel 16 Hardheidsclausule

In gevallen waar de bepalingen van deze regeling onbillijk en onredelijk uitwerken voor de student, kan de examencommissie een uitzonderingsregeling treffen.

Artikel 17 Wijzigingen van deze Regels en richtlijnen

Geen wijzigingen van toepassing op het lopende studiejaar vinden plaats, tenzij de belangen van de geëxamineerde hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze Regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2010.

Vastgesteld door de examencommissie voor de opleiding(en)

** (BA, MA afzonderlijk specificeren!)**

**datum**

** handtekening **

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een verklaring van de

Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door

Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het derde lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door

Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een verklaring van de

Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het derde lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door

Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door

5.4.4 Degene die één of meer tentamens met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in 5.4.1 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door

Indien het Hof het verzoek afwijst, en daarbij beslist dat het verzoek niet op redelijke grond is gedaan, kan het Hof op verzoek van de rechtspersoon aan deze een ten laste van